Lagetemperatuursystemen worden steeds meer toegepast. Een minpunt van deze systemen is de kwetsbaarheid: luchtbelletjes veroorzaken op den duur corrosie en biofilm waardoor leidingen verstoppen. Het energiegebruik neemt dan toe terwijl het comfort en de levensduur van het systeem afnemen. Flamco heeft hiervoor een ontgasser voor kleinere lagetemperatuursystemen ontwikkeld: de VacuStream. Het compacte apparaat maakt (chemisch) spoelen overbodig.
Steeds meer woningen worden verduurzaamd door ze uit te rusten met vloerverwarming, al of niet in combinatie met een warmtepomp. Het rendement van deze duurzame investeringen gaat deels teniet doordat gassen in het systeem een optimale werking belemmeren. Vervuiling van lage temperatuursystemen is een sluipend proces.
Corrosie en biofilm verstoppen leidingen Door corrosie en de aangroei van biofilm door aanwezigheid van zuurstof verstoppen de leidingen en slijt de installatie sneller. Het opwarmen duurt langer (minder thermische overdracht), er ontstaan koude zones (afname comfort) en het systeem kan zelfs uitvallen. Doorspoelen was tot nu toe de enige (tijdelijke) remedie, maar voorkomen is beter, goedkoper en duurzamer dan genezen, aldus Flamco.
VacuStream ontgast lage temperatuursystemen Conventionele luchtafscheiders werken minder goed bij lage temperaturen. Vacuüm-ontgassers zijn wél effectief, maar deze zijn vaak relatief groot en duur voor kleine systemen én maken relatief veel geluid. De VacuStream is daarentegen een compacte en stille ontgasser (ca. 45 x 15 cm) voor systemen tot 500 liter inhoud. Mede door haar afmeting en ontgassingscapaciteit is de ontgasser geschikt voor kleinere lagetemperatuursystemen in de woningbouw en voor klein-zakelijke toepassingen. Door het ruime temperatuurbereik (-5 ºC tot 65 ºC) functioneert het apparaat bij zowel verwarmen als koelen. De VacuStream ontgast het systeemwater volgens een vaste cyclus, waarbij er een vacuüm wordt gecreëerd met het te ontgassen systeemwater. De luchtdeeltjes die hierbij vrijkomen, drijven naar boven en worden, zodra de zuiger in de oorspronkelijke positie terugkeert, via de Flexvent automatische vlotterontluchter aan de bovenzijde snel en effectief afgevoerd.
Behoud van rendement en comfort De VacuStream kan naast de warmtepomp of vloerverwarmingsverdeler (eventueel in de verdelerkast) worden ingebouwd. Het apparaat is voorzien van een ingebouwde 24V adapter waardoor hij op het lichtnet kan worden aangesloten. Doordat de ontgasser verstopping, slijtage en energieverspilling voorkomt, helpt de VacuStream het rendement en comfort van de lage temperatuursystemen te behouden. De ontgasser is geschikt voor zowel nieuwbouw als renovatie van installaties.
Complete range lucht- en vuilafscheiders Met de VacuStream breidt Flamco haar assortiment op het gebied van lucht- en vuilafscheiding verder uit. Deze range bestaat naast de Flexvent vlotterontluchters onder andere uit de XStream microbellen lucht- en vuilafscheiders en, voor de grotere utiliteitsgebouwen, de Vacumat Eco ontgassers en de SideFlow Clean deelstroomfilters. De VacuStream is vanaf medio 2023 leverbaar.
Spirotech breidt het assortiment vacuümontgassers uit met de Superior S250. Deze verbetert de efficiency van kleine en middelgrote verwarmings- en ... Verder Lezen
Het duurzaam verwarmen van de bestaande gebouwde omgeving en daarmee de CO2-uitstoot verlagen is een enorme uitdaging. Het energiegebruik moet ... Verder Lezen
De energieflexibiliteit van een gebouw is de mate waarin de energiebehoefte en de energieproductie van een gebouw kunnen reageren op externe prikkels. Een (prijs)prikkel moet ervoor zorgen dat gebouwen extra vermogen vragen als er bijvoorbeeld een te groot aanbod van duurzame energie is of juist de vraag verminderen als er te weinig aanbod is. Dat staat in het TVVL Klimaattechniek (/KT) - 42 rapport ‘Energieflexibiliteit in gebouwen’. Het rapport biedt inzicht in hoe gebouwen kunnen bijdragen aan het verduurzamen van de energievoorziening door het flexibiliseren van de energiebehoefte. Voor dit rapport is ook een aanvullend document beschikbaar waarin een projectmatige aanpak wordt beschreven voor het in kaart brengen en ontsluiten van de energieflexibiliteit van een gebouw.
In de traditionele energievoorziening volgt de energieproductie de energiebehoefte. Bij de duurzame energievoorziening is het aanbod van duurzame energie niet stuurbaar. Om zo veel mogelijk gebruik te maken van de beschikbare duurzame energie is het zinvol als de energiebehoefte de duurzame energieproductie enigszins kan volgen. Dit is het doel van energieflexibiliteit. TVVL Expertgroep Klimaattechniek heeft met medewerking van de expertgroepen Gebouwbeheer en – automatisering en Elektrotechniek een rapport samengesteld dat inzicht biedt in manieren waarop de flexibilisering van de energiebehoefte ertoe leidt dat gebouwen kunnen bijdragen aan het verduurzamen van de energievoorziening.
Vorm van energieopslag Energieflexibiliteit wordt in zijn algemeenheid gerealiseerd door een vorm van energieopslag. Dit kan een batterij zijn, maar ook een voorraadvat met warmwater. Het rapport beschrijft dat de massa van het gebouw zelf een thermische buffer is die gebruikt kan worden om energieflexibiliteit te realiseren. Daarnaast kan door het clusteren van vele gebouwen in combinatie met min of meer flexibel te schakelen apparatuur energieflexibiliteit opleveren. Ook is gekeken naar complexe factoren zoals energieflexibiliteit in samenhang met de andere gebouwsystemen en innovaties op het gebied van voorspellende regelingen.
Verduurzamen van collectieve installaties Energy Bridge verduurzaamt collectieve installaties van wooncomplexen en kantoren. Een gat in de markt. Vandaar dat ... Verder Lezen
Woningcorporaties worstelen met de vraag hoe ze hun bestaande woningvoorraad moeten verduurzamen. Met name de onzekerheid over technische oplossingen en ... Verder Lezen
Het was weer traditioneel druk op de internationale vakbeurs ISH, waar ruim tweeduizend exposanten afkomstig uit 54 landen hun producten en diensten toonden. Grote verandering met vorige editie is o.a. de extreme aandacht voor warmtepompen; met name luchtgebonden oplossingen worden volop getoond. Een korte impressie.
LCA-analyse wordt steeds belangrijker in de installatietechniek. Mitsubishi Electric toonde een nieuw buitendeel van een luchtgebonden warmtepomp voor de seriematige bouw die met zo min mogelijk materialen is ontworpen. Zo is er maar 0,35 kg koper gebruikt en weegt de unit slechts 39 kg. De dB(A) is 57.
Databeheer Data bleek het nieuwe goud. Eveneens van Mitsubishi Electric is het nieuwe cloudbased systeem voor databeheer Melcloud. Het systeem bevindt zich nu nog in de pilotfase. De bedoeling is om het dit jaar nog te gaan uitrollen en er geleidelijk aan meer functionaliteiten aan toe te voegen. Het is dan o.a. te gebruiken door installateurs, eindgebruikers en de engineeringafdeling van de fabrikant voor innovatie input.
Mitsubishi toonde verder nog een WTW-oplossing voor de woningbouw, in de range van 250 tot 500 m3/h. De fabrikant kan zo zowel verwarmings-, koelings-, warmtapwaterproductie- als ventilatieoplossingen bieden.
Binnenluchtkwaliteit Brink toonde zijn nieuwe wireless switches, bedoeld voor zowel bestaande woningbouw als nieuwbouw. De switches zijn eenvoudig te installeren en integreren. Met koppeling naar CO2-sensor, maar bijvoorbeeld ook relatieve vochtigheid. Volgens de firma neemt het aantal parameters om de binnenluchtkwaliteit te meten toe.
Daarnaast krijgt de Flair-serie er twee nieuwe telgen bij: de Flair 450 plus 600. De getallen verwijzen naar het aantal kuubs per uur. De serie bestaat uit gebalanceerde ventilatie-oplossingen. Met de 450 en 600 wordt gemikt op iets grotere eenheden, bijvoorbeeld penthouses of buurthuizen.
Balansventilatie Met de Aircabinet mikt AL-KO vooral op scholen. Het is een decentrale balansventilatie unit die per lokaal kan worden geïnstalleerd, zowel binnen als tegen de buitengevel. Het apparaat heeft vier geluidsdempers, daardoor blijft de geluidsproductie laag: rond de 35 dB(a). Per lokaal wordt in de praktijk gewerkt met luchtverversing van 1000-1200 kuub per uur. Het systeem heeft een elektrische naverwarmer en een CO2-sturing.
Bevochtiging Nu de aandacht voor de binnenluchtkwaliteit toeneemt, is er ook meer oog voor bevochtiging. In veel gebouwen is de luchtvochtigheid zo laag, dat er extra moet worden bevochtigd. Condair Humilife is te gebruiken in huizen en te integreren in domotica-oplossingen. Het apparaat beschikt over een speciaal membraam met het oog op de hygiëne.
Propaan Propaan is het nieuwe toverwoord in warmtepompland. Verscheidene fabrikanten geven aan dat je wel "iets met propaan moet tonen, om te laten zien dat je meedoet". Een ander veel gezien koudemiddel is R32.
Daikin liet de nieuwe generatie Altherma warmtepompen zien. Er is zowel een propaan- als R454c versie. De propaanversie is groter gedimensioneerd, omdat die vooral bedoeld is voor de bestaande woningbouw, waar de randvoorwaarden (isolatie, oude afgiftesystemen etc.) niet altijd optimaal zijn. Beide versies komen in de loop van 2024 op de markt. Vermogensklassen: 4-12 kW.
Opmerkelijk En dan kwamen we ook nog wat opmerkelijke stands tegen.
Zo waren Chinese fabrikanten weer ruimschoots vertegenwoordigd. Maar wat vooral opviel was dat de stands professioneler oogden.
Cordivari toonde op haar stand dat je design wel kunt overlaten aan de Italianen. Het bedrijf presenteerde o.a. de Badge en Window radiatoren.
Ook opvallend tot slot: sommige fabrikanten, zoals de Apen Group, kunnen misschien maar beter geen Nederlandse vestiging openen.
Vaillant Group opent een nieuwe fabriek voor elektrische warmtepompen in Senica (Slowakije). De fabriek heeft een oppervlakte van 100.000 vierkante meter en produceert vanaf mei 2023 uitsluitend warmtepompen. De fabriek is ontworpen voor een jaarlijkse productie van 300.000 warmtepompen. “Met de opening van de nieuwe fabriek zijn we in staat om onze productiecapaciteit te verdubbelen tot ruim een half miljoen warmtepompen per jaar. Hierdoor kunnen we nog beter bijdragen aan het succesvol vormgeven van de verwarmingstransitie in Europa en het bereiken van de EU-doelstelling van tien miljoen nieuw geïnstalleerde warmtepompen tegen 2027,” zegt CEO van Vaillant Group Dr.-Ing. Norbert Schiedeck.
De fabriek in Senica, Slowakije, maakt deel uit van het internationale productienetwerk van de Vaillant Group. Naast de productielijnen beschikt de fabriek ook over een opleidingscentrum voor partners, een bezoekerscentrum en een logistiek centrum. De nieuwe productiefaciliteit is gecertificeerd volgens de hoogste internationale norm BREEAM voor duurzaam, milieuvriendelijk bouwen. De nieuwe fabriek gebruikt elektriciteit uit 100 procent hernieuwbare bronnen en wordt verwarmd met warmtepompen.
Miljardeninvesteringen Sinds 2016 legt de Vaillant Group de strategische focus op milieuvriendelijke warmtepomptechnologie. Inclusief de lopende projecten bedragen de investeringen in de uitbreiding van de continu groeiende warmtepompinitiatieven bijna een miljard euro. De nadruk werd gelegd op de uitbreiding van de productiecapaciteit bij het hoofdkantoor in Remscheid en de productievestigingen in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Slowakije. In dezelfde periode heeft het bedrijf ook zijn onderzoeks- en ontwikkelingsmiddelen aanzienlijk verhoogd en zijn productportefeuille in het warmtepompsegment uitgebreid. Afhankelijk van de toekomstige marktgroei zijn voor de komende jaren extra investeringen tot nog eens een miljard euro gepland voor de verdere groei van productie- en ontwikkelingscapaciteiten.
Hybride nieuwe standaard De urgentie van verduurzaming is groot. Daarom wil het kabinet dat vanaf 2026 de hybride warmtepomp de standaard wordt voor het verwarmen van woningen. Met de opening van deze nieuwe fabriek en verhoogde productiecapaciteit wil Vaillant bijdragen aan de groeiende vraag naar warmtepompen in Nederland
De herziene ISSO-publicatie 72 biedt de professional actuele kennis voor het ontwerpen, realiseren en onderhouden van bodemgebonden warmtepompsystemen. Deze recent ... Verder Lezen
ITHO Daalderop reageert ontstemd op alle negatieve berichtgeving over de milieubelasting van warmtepompen. De fabrikant is overtuigd van de positieve ... Verder Lezen
De warmtepomp is ’ongelofelijk veel’ vervuilender dan werd gedacht, meldt De Telegraaf op haar website. Uit nieuw onderzoek blijkt dat ... Verder Lezen
Wasco organiseert op 12 en 13 mei a.s. het gratis installatiefestival NXT GEN. De groothandel laat dan samen met zo’n 60 fabrikanten zien hoe leuk techniek écht is. Bezoekers gaan niet van stand naar stand maar iedereen gaat zelf aan de slag. Fiets een warme douche bij elkaar, race met een zelfgebouwde mini-raceauto of speel Twister op een klimwand. Tijd voor een pauze? Neem op 50 meter hoogte in de skybar een verfrissend drankje. Met het festival wil de groothandel laten zien dat techniek niet ingewikkeld, saai of alleen voor jongens is.
Samen met haar leveranciers besloot installatiegroothandel Wasco techniek eens op een andere manier in de spotlights te zetten. Installatiefestival NXT GEN ontstond met het idee het ware gezicht van techniek te laten zien. Niet alleen leuk voor jongeren die een opleiding moeten kiezen. Ook interessant voor familie en vrienden van installateurs. Tijdens NXT GEN komt techniek tot leven.
Verrassende ideeën Xander Hagens, commercieel directeur van Wasco, kan niet wachten tot NXT GEN eindelijk begint. “Wij dachten: een traditionele vakbeurs is leuk, maar het is ook heel standaard. We wilden het graag eens anders doen. Gelukkig dachten onze leveranciers er net zo over. Iedereen kwam met verrassende ideeën. Samen zetten we nu het allereerste installatiefestival van Nederland neer.”
Experience “Je kunt echt leuke dingen doen op NXT GEN”, vertelt Xander enthousiast. “Techniek is geweldig, installateurs weten dat al. En de rest van de familie snapt dat na een bezoekje ook, zeker weten. NXT GEN is echt een experience. Een dagje festivallen en tegelijkertijd kennismaken met techniek.”
Praktische informatie Installatiefestival NXT GEN vindt op 12 en 13 mei a.s. plaats op het evenemententerrein van Papendal in Arnhem. Tickets en parkeren zijn gratis. Aanmelden kan online via de website van Wasco.
Installatie Vakbeurs wordt Installatie Vakdagen. De nieuwe naam sluit volgens de organisator beter aan bij de veranderende informatiebehoefte in de ... Verder Lezen
Techniek Nederland organiseert op dinsdag 21 januari het webinar ‘Alles wat u moet weten over de CO-certificering’. Tijdens de interactieve ... Verder Lezen
De herziene ISSO-publicatie 72 biedt de professional actuele kennis voor het ontwerpen, realiseren en onderhouden van bodemgebonden warmtepompsystemen. Deze recent verschenen publicatie gaat specifiek over elektrische water/water-warmtepompsystemen met bodemenergie voor toepassing in individuele woningen.
De nieuwe publicatie 72 is bruikbaar bij het ontwikkelen, realiseren en onderhouden van grondgebonden warmtepompinstallaties. Daarmee is hij enerzijds geschikt voor fabrikanten, leveranciers en opleiders, die mogelijk meer de theorie willen kennen, maar anderzijds voor de toepassers, zoals adviseurs, installateurs en beheer- en onderhoudsbedrijven.
Wettelijk deel en kwaliteitsdeel Om de toepasbaarheid zo groot mogelijk te maken, is de publicatie opgesplitst in een wettelijk en een niet-wettelijk onderdeel. Het wettelijk deel behandelt de eisen die de BRL 6000-21 en andere wetgeving stellen aan het ontwerp- en realisatieproces van bodemgebonden warmtepompen. Het niet-wettelijke deel is te raadplegen voor de op kwaliteit gerichte zaken van een warmtepompsysteem. Denk dan aan alle uitgangspunten voor het ontwerp, de uitvoering en diverse praktijkvoorbeelden.
Beter overzicht Door de wet- en regelgeving los te koppelen van het kwalitatieve deel - met achtergrondinformatie en adviezen – behoudt de gebruiker van de publicatie een beter overzicht. Naast die indeling komen in deze publicatie nog diverse andere aandachtspunten aan bod. Denk daarbij aan een warmtapwaterberekening en het kiezen van de opstelling van de warmtepomp met betrekking tot geluid en trillingen. De capaciteitsbepaling van de warmtepomp en de energiebehoefte van de woning worden ook uitgewerkt, evenals het ontwerp van de warmtepompinstallatie in relatie tot het afgiftesysteem. Daarnaast is er aandacht voor het regelen van het afgiftesysteem per verblijfsruimte, maar ook zoiets als rekening houden met piekbelasting van het elektriciteitsnet, wat bijvoorbeeld een rol speelt bij tijdelijke opwarming voor legionellabestrijding.
De herziene ISSO-publicatie 72 is beschikbaar via www.isso.nl
Een oude boerderij in Vaassen heeft plaatsgemaakt voor een vrijstaande nieuwbouwwoning, voorzien van een bodemwarmtepomp. Samen met een 178 meter ... Verder Lezen
Techniplan Adviseurs heeft de certificering behaald voor het ontwerp van het ondergrondse deel van open bodemenergiesystemen. Hiermee ontwikkelt het adviesbureau ... Verder Lezen
Op 10 mei jl. heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een signaalrapportage ‘Risico’s bij de aanleg van gesloten bodemenergiesystemen’ ... Verder Lezen
Een hotel is een goed voorbeeld van een (semi-)publieke ruimte waar delen van het gebouw van tijd tot tijd niet gebruikt worden. Wanneer in delen van een drinkwaterinstallatie het water langere tijd stilstaat, kan legionella ontstaan, zeker in warme ruimten zoals badkamers. De hygiënespoeling van TECE garandeert regelmatig spoelen, zodat stilstaand water en legionella worden voorkomen. Een mooi project waarbij deze hygiënespoeling succesvol is toegepast, is bij de renovatie van het Karl August hotel.
In het boekjaar 2022 steeg de omzet van de divisie Bosch Thermotechnology nominaal met ongeveer 12 procent en gecorrigeerd voor wisselkoerseffecten met ongeveer 13 procent tot 4,5 miljard euro. "Hoewel de macro-economische situatie zeer uitdagend was, bereikten onze verkoopopbrengsten opnieuw een recordniveau, waardoor 2022 over het geheel genomen een positief jaar werd", zegt Jan Brockmann, voorzitter van de divisie Bosch Thermotechnology. Wat de producten betreft, waren energie-efficiënte warmtepompen de belangrijkste groeiers, met een internationale omzetstijging van 54 procent. In Duitsland steeg de verkoop van warmtepompen met 75 procent, wat duidelijk beter is dan de markt. In de Europese Unie verwacht Bosch een onevenredige groei in deze zeer dynamische omgeving en heeft zich tot doel gesteld sneller te groeien dan de markt.
De activiteiten van Bosch Thermotechnology groeiden aanzienlijk met dubbele cijfers op tal van markten, waaronder 68 procent in Amerika en 28 procent in Azië. Airconditioners waren de belangrijkste motor achter de sterke omzetgroei in de VS. Daar beschikt Bosch Thermotechnology over een zeer concurrerend productportfolio van continu variabele en dus zeer energie-efficiënte inverterapparaten. De belangrijkste markt in Azië is China, waar de vraag naar wandgasketels voor huishoudens groot was.
Naamswijziging Samen met de recordcijfers kondigde Bosch ook aan dat Bosch Thermotechnology met ingang van 1 april 2023 wordt omgedoopt tot Bosch Home Comfort Group. "De nieuwe naam is de volgende stap na de formulering van het bedrijfsdoel 'Make. Home. Comfort. Green.", benadrukt Jan Brockmann. "De nieuwe naam onderstreept onze innovatieve productportefeuille en ons doel om de wereldwijde megatrend naar elektrificatie te stimuleren door onze warmtepomp-, hybride en airconditioningactiviteiten sterk uit te breiden. Met de uitgebreide elektrificatie van alle energiestromen en de intelligente en efficiënte interactie tussen alle verbruiksapparaten in het gebouw combineren we een duurzame levensstijl met een hoog comfortniveau."
Investeringen In 2022 stegen de totale wereldwijde investeringen van Bosch Thermotechnology in onderzoek en ontwikkeling met 13 procent ten opzichte van het voorgaande jaar tot 216 miljoen euro. Het wereldwijde personeelsbestand steeg met 1,4 procent tot ongeveer 14.400 medewerkers, in Duitsland met ongeveer 3 procent.
Bosch Thermotechnology verwacht dat de verwarmings- en airconditioningindustrie zich in 2023 positief zal ontwikkelen. Voorwaarde hiervoor zijn stabiele randvoorwaarden voor materiaal en logistiek. Ook moet de financiële ondersteuning van eindklanten in de warmtetransitie worden voortgezet.
Klimaatdoelstellingen te halen Bosch Thermotechnology is een van een aantal warmtepompfabrikanten die samen met de Duitse federale overheid een gezamenlijke intentieverklaring hebben ondertekend om vanaf 2025 500.000 warmtepompen per jaar te produceren. "Om de energietransitie in goede banen te leiden, moeten we de toename van klimaatvriendelijke oplossingen krachtig doorzetten. Tegen 2025 zullen we in totaal 700 miljoen euro investeren in onder meer elektrificatie en in de versterking van ons Europese vestigingennetwerk", aldus Jan Brockmann. Begin 2023 werd een nieuwe productievestiging voor warmtepompen geopend in Eibelshausen in Midden-Hessen, Duitsland, waar Bosch binnenunits produceert voor de nieuwe generatie stille warmtepompen die werken op het natuurlijke koelmiddel R290 (propaan). In de Duitse vestiging in Wernau worden de laboratorium- en testfaciliteiten voor warmtepompen en hybride oplossingen momenteel aanzienlijk uitgebreid. Sinds 2020 zijn de onderzoeks- en ontwikkelingsmiddelen van de vestiging aanzienlijk uitgebreid.
Uitbreiding productie en onderzoek In Tranås, Zweden, is de capaciteit van de bestaande productielijnen uitgebreid en in februari 2023 is een extra productielijn voor warmtepompen in gebruik genomen. De laboratoriumfaciliteiten worden momenteel volledig gerenoveerd en uitgebreid. Bosch breidt zijn productiecapaciteit voor warmtepompen ook uit in Aveiro, Portugal, waar de bestaande productielijn voor binnenunits voor lucht/water-warmtepompen in 2023 wordt aangevuld met een nieuwe productielijn voor buitenunits. In Deventer, Nederland, zullen vanaf medio 2023 innovatieve dakwarmtepompen worden geproduceerd. Om de bestaande productie van omkeerbare lucht/water-warmtepompen in de joint venture met Electra Industries uit te breiden is in februari 2023 de eerste steen gelegd voor een nieuwe warmtepompenfabriek in de Israëlische stad Ashkelon. Vanaf 2024 zal de nieuwe fabriek niet alleen airconditioningproducten voor de Israëlische markt produceren, maar ook warmtepompen voor de Europese markt.
Hybride warmtepompen Met het oog op het bijzonder hoge aandeel niet-vernieuwde oude gebouwen in Duitsland schat Bosch Thermotechnology dat slechts een derde van deze bestaande gebouwen efficiënt kan worden verwarmd met warmtepompen, terwijl ongeveer tweederde van de gebouwen soms aanzienlijke renovatie-investeringen vereisen om ze geschikt te maken voor efficiënte warmtepompwerking. "Wij volgen daarom een gediversifieerde portfoliostrategie. Naast warmtepompen omvat zo'n portefeuille ook warmtepomphybrides die bestaan uit een warmtepomp en een extra hr-ketel voor piekbelastingen. Dit is de enige manier om snel een transformatie van de energiesystemen te realiseren die voor iedereen betaalbaar is - en om de doelstelling van de Duitse regering te bereiken om 65 procent hernieuwbare energie te gebruiken in nieuwe verwarmingssystemen", zegt Birte Lübbert, lid van het Bosch Thermotechnology Executive Management dat verantwoordelijk is voor technologie, ontwikkeling, productie, logistiek en kwaliteitsmanagement. "Als onderdeel van een hybride systeem kunnen warmtepompen veel kleiner zijn, waardoor ze goedkoper zijn dan stand-alone warmtepompen. Deze laatste vereisen meestal een uitgebreide en kostbare aanpassing van het verwarmingssysteem of renovatie van de gebouwschil", legt Lübbert uit.
Welzijns- en Smart Home-producten In 2022 betrad Bosch Thermotechnology de aantrekkelijke nieuwe markt voor welzijnsproducten. Op de ISH-beurs presenteren de merken Bosch en Buderus oplossingen uit dit nieuwe vakgebied. Hiertoe behoren producten die consumenten thuis meer comfort en welzijn bieden, zoals krachtige luchtreinigers, energie-efficiënte infrarood paneelverwarmers en mobiele airconditioners.
Bosch Smart Home-oplossingen, zoals de intelligente radiatorkranen, besparen tot 36 procent op de verwarmingskosten dankzij flexibele regelmogelijkheden en vraagafhankelijk verbruik. Een efficiënte energievoorziening voor alle energieverbruikende apparaten wordt gegarandeerd door de Bosch Energy Manager: de app is het ‘controlecentrum’ dat van een smart home een groen huis maakt. Intern opgewekte zonne-energie wordt intelligent en automatisch verdeeld, waardoor de elektriciteitskosten tot 60 procent dalen. De Energy Manager bepaalt welke systeemcomponenten worden voorzien van kostenefficiënte elektriciteit die op het dak is opgewekt: de nieuwste generatie warmtepomp, de nieuwe Power Charge wallbox (introductie in het derde kwartaal van 2023) of de energiebesparende HomeConnect huishoudelijke apparaten van BSH.
Als eerste cv-producent introduceert Nefit Bosch een universele rookgasafvoer/luchttoevoer adapter voor zijn HR-toestellen. Met de nieuwe, gepatenteerde adapter zijn de ... Verder Lezen
De overheidsdoelen voor de energietransitie zijn ambitieus en als gevolg hiervan zal de Nederlandse markt voor verwarmingsoplossingen de komende jaren ... Verder Lezen
Nederland kampt al jaren met een tekort aan loodgieters. Op Wereld Loodgieters Dag (zaterdag 11 maart) vestigt Techniek Nederland de aandacht op ‘een beroep met enorme carrièrekansen’. “Loodgieter heeft nog altijd een wat ouderwetse klank, maar dat is volledig ten onrechte”, zegt Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland. “De loodgieter van vandaag is een moderne, technisch onderlegde vakman of vakvrouw. Dit vak is springlevend en jongeren zien dat ook. De opleidingen voor sanitair-installateur krijgen méér inschrijvingen.”
Ondanks het aantrekkelijke loopbaanperspectief wordt het tekort aan sanitair-installateurs steeds voelbaarder. Wie een badkamer of wc wil laten plaatsen, krijgt al gauw te maken met wachttijden. Hetzelfde doet zich voor bij problemen met de waterleiding of de riolering. Terpstra: “Een erkende installateur, die lid is van Techniek Nederland, zal er alles aan doen om in noodgevallen snel ter plaatse te zijn. Maar ook installatiebedrijven zitten te springen om goede vakmensen.”
Extreme buien De loodgieter is het eerste aanspreekpunt als er iets mis is met de waterleiding of de riolering. Maar ook voor de hemelwaterafvoer is de loodgieter de aangewezen vakman. Door klimaatverandering komen extreme buien steeds vaker voor. Het belang van het beroep zal dus de komende jaren alleen maar toenemen. “Wat het vak zo aantrekkelijk maakt, is dat je als loodgieter bijna altijd de redder in de nood bent”, zegt Terpstra. “Of je nu bij strenge vorst de gesprongen waterleiding repareert of je komt een verstopping van de afvoer verhelpen, je wordt met open armen ontvangen.”
De digitale loodgieter Loodgieters zijn en blijven onmisbaar voor het installeren, onderhouden en repareren van sanitaire voorzieningen, aldus de branchekoepel, maar sanitair-installateurs worden daarnaast betrokken bij het voorkomen en verhelpen van legionellabesmettingen in leidingen en bij het verduurzamen van woningen. Bovendien werkt de loodgieter steeds meer met digitale hulpmiddelen, bijvoorbeeld bij het ontwerpen van badkamers.
Gedegen opleiding Technische installaties in woningen en grote gebouwen worden steeds complexer. De moderne sanitair-installateur is dan ook een goede opgeleide, veelzijdige vakman of vakvrouw. Het beroep wordt interessanter en dat is ook te merken aan de belangstelling voor technische. Terpstra: “Het tekort aan technische vakmensen is groot, maar er zijn lichtpuntjes. Het aantal jongeren dat kiest voor een technische beroepsopleiding groeit. Ook zien we veel zij-instromers het installatievak binnenkomen. Dat is goed nieuws, maar nog niet voldoende om de uitstroom te compenseren waarmee we te maken hebben als gevolg van de vergrijzing. Er liggen dus héél veel kansen voor jonge mensen om het de komende jaren te gaan maken in dit beroep. En of je jezelf dan loodgieter noemt of sanitair-installateur, mag je zelf weten.”
5 vragen over de loodgieter, beantwoordt door Techniek Nederland: 1 Is loodgieter een uitstervend beroep? De loodgieter (of eigenlijk: de sanitair-installateur) zorgt ervoor dat het toilet, de badkamer en alle leidingen die daarbij horen, probleemloos werken. Maar de moderne loodgieter ontwerpt ook badkamers, zorgt voor legionellaveilige waterleidingen én is betrokken bij het duurzaam maken van woningen en gebouwen. Steeds vaker doet hij of zij dat met slimme, digitale hulpmiddelen. Er zijn te weinig loodgieters, terwijl er steeds méér werk voor ze is. Kortom: de loodgieter is belangrijker dan ooit. 2. Zijn er nog wel jongens en meisjes die loodgieter willen worden? Gelukkig wel. Sterker nog: de belangstelling neemt weer toe. Het aantal studenten dat kiest voor een technische beroepsopleiding groeit. Steeds meer jonge mensen beseffen dat je als sanitair-installateur een interessante en aantrekkelijke carrière tegemoet gaat. Ook het aantal zij-instromers dat kiest voor het loodgietersvak groeit. 3. Loodgieter, verdient dat een beetje? Er is steeds meer waardering voor het beroep van loodgieter. Ook financieel. De moderne, goed opgeleide loodgieter verdient een uitstekend salaris. 4. Waar kun je leren voor loodgieter? Om loodgieter te worden heb je een technische opleiding nodig op minimaal MBO2-niveau. Meestal is dat de opleiding monteur gas, water of warmte. Er zijn ook specifieke opleidingen. Dat kan een cursus zijn, maar ook deeltijd- of avondonderwijs. Voor zij-instromers zijn er speciale trajecten bij regionale opleidingsbedrijven. 5. Wereld Loodgieters Dag, waar is dat voor nodig? Als loodgieter doe je belangrijk werk. Voor je klanten én voor de maatschappij. Je werkt aan gezondheid, veiligheid, energiebesparing én comfort. Helaas blijft dat soms een beetje verborgen. Daarom zet Techniek Nederland op Wereld Loodgieters Dag het beroep in de schijnwerpers.
De sterke stijging van de prijzen van gas en elektriciteit zorgden in 2022 voor veel vraag naar bioketels, vooral bij particulieren, zo laat de brancheorganisatie voor leveranciers van bioketels (NBKL) weten in haar jaarverslag 2022. Gaandeweg gingen ook de prijzen van biobrandstoffen omhoog. Hierdoor kwamen vooral klanten van bioketels met SDE-subsidie in de problemen, want de subsidie daalde. Het jaarverslag laat verder zien dat terwijl de markt vraagt om meer bioketels, terwijl een deel van de politiek nog blijft hangen in oude denkbeelden.
Bioketels werken ongeveer hetzelfde als cv-ketels, maar dan op snoei- en houtafval in plaats van gas: ze zetten dit om in warmte en soms ook elektriciteit. Daarnaast lopen er nu proeven om voedselafval en bermgras om te zetten naar geschikte brandstof voor bioketels. De nieuwste generatie bioketels kent zeer hoge rendementen, aldus NBKL, die zelfs oplopen tot boven de 100% en ze hebben een hele lage uitstoot van fijnstof. De uitstoot van fijnstof van een bioketels is volgens de brancheorganisatie vergelijkbaar met die van een elektrische auto.
Omdat bioketels dezelfde leidingen en radiatoren als een cv-ketel gebruiken zijn ze eenvoudig aan te sluiten als vervanger van een cv op gas. Grotere bioketels verwarmen zwembaden, bedrijven, sauna’s en – meestal via een miniwarmtenet – hele buurten.
Remeha zet in op de hybridisering van klimaat- en warmtapwaterinstallaties om het gasgebruik te minimaliseren. Via een samenwerking met scale-up ... Verder Lezen
De branche van bioketels kwam in 2020 tot een abrupte stop, blijkt uit het jaarverslag van de branchevereniging voor bioketelleveranciers, ... Verder Lezen
Je kunt er als installateur nauwelijks omheen. Het is een onderwerp dat nagenoeg dagelijks langs komt in het (vak)nieuws. Complete scholingsprogramma’s zijn aan het onderwerp gewijd, het bouwbesluit staat er vol van en er is zelfs een heuse branchevereniging voor opgericht. Het binnenklimaat, Frisse scholen, Passieve huizen, Systeem a, b, c of d; een goed opgeleid vakman kan er echt niet omheen. Maar dan is er ook nog de ‘self made’-man, ultraklusser en bedenker van de meest uiteenlopende installatiehoogstandjes: Karel.
Karel leest wel eens wat, hoort wel eens wat en denkt dat hij het wel allemaal weet. Meestal knoopt hij (letterlijk) draadjes op gevoel aan elkaar. Wat in zijn hoofd logisch lijkt, past hij toe. En ja, ook Karel had wel eens wat vernomen over het binnenklimaat. ‘Iets met lucht, temperatuur en behagelijkheid toch?’, horen we hem bijna denken.
Met de aan elkaar geknoopte draadjes in zijn hoofd, was het meer dan logisch dat hij weer eens dacht de bewoners van het huis waar hij een ketelmontage verrichtte. De heerlijk warme rookgassen die uit de ketel komen, zouden volgens Karel prima de bovenverdieping van de woning kunnen bij-verwarmen. ‘Dus als ik de rookgasafvoer nou eens lekker bij het ventilatierooster monteer, dan kan dat anders verspilde stukje restwarmte weer net wat extra behagelijkheid opleveren’. Toch weer een mooie opsteker voor het binnenklimaat van de klant!
Met dank aan Camiel Hack en loodgieter Zevenhuizen voor het toezenden van de foto.
Bij het renoveren van een woning wordt vaak ook gelijk de woningisolatie verbeterd, zeker nu de prijzen zo gestegen zijn. Hiermee wordt meestal ook gezorgd dat de woning een stuk luchtdichter is en daarmee wordt het ook noodzakelijk om goed te ventileren.
Nu is het de vraag hoe deze ventilatie het beste in te vullen is. Meestal komt de keuze uit op ofwel mechanische afvoer d.m.v. een MV-unit ofwel op mechanische toe- en afvoer d.m.v. een warmteterugwinningsunit. Voor het algehele energieverlies heeft WTW-ventilatie hier meestal het voordeel.
Echter, bij WTW-ventilatie komen vaak ook toevoerkanalen kijken, die doorgaans nog niet aanwezig zijn in een woning. Afvoerkanalen zullen in beide situaties nodig zijn, echter zijn deze vaker al aanwezig. Nu zijn er oplossingen om decentrale WTW toe te passen, maar dit geeft vaak extra investeringen die niet altijd uit kunnen. Waar wel naar gekeken kan worden is het inblazen in een centrale ruimte, zoals bijvoorbeeld een trappenhuis van een woning. Aanwezige afvoer naar diverse ruimtes zoals de keuken, badkamer en wc’s zal al zorgen voor overstroming. Hiermee moet dan alleen nog gezorgd worden voor toevoer in de ruimtes waar geen afzuigpunten zijn of achterliggen. Dit kan ofwel door uitbreiding van het afvoerkanaal (wanneer mogelijk) of door een extra ventilator die luchtstroom naar deze ruimtes creëert. Hiermee kan een huis zonder toevoerkanalen toch WTW-ventilatie krijgen.
Echter, wanneer dit toch teveel wordt en er wordt gekozen voor alleen mechanische afvoer, zorg dan in ieder geval dat er vraaggestuurd geventileerd wordt. Hiermee kan alsnog zoveel mogelijk ventilatieverlies beperkt worden.
Tim Visser
Installatiebedrijf Visser in Twisk
[Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]
Woningeigenaren staan voor de complexe taak om hun bezit te verduurzamen. Bij de omschakeling naar een duurzame energievoorziening zijn er ... Verder Lezen
Met de stijgende energieprijzen is heel Nederland aan het besparen geslagen, of wordt daartoe een poging gedaan. Informatie is hierbij ... Verder Lezen
Als je normaal doucht gaat alle warmte uit het water verloren, dat is zonde. De ShowerDrain X zorgt ervoor dat een groot deel van deze warmte wordt gebruikt om het inkomende koude water op te warmen. Dit zorgt voor een duurzame douche-ervaring van het hoogste comfortniveau! Maar hoeveel scheelt het nu eigenlijk? Bereken jouw terugverdientijd met de nieuwe WTW-douchegoot calculator! Kijk op www.aco.n/wtw of scan de QR code! Hier vind je informatie voor de adviseur, installateur en eindgebruiker.
In The Green Village wordt de techniek van morgen getest. Het openlucht-laboratorium op de TU Delft Campus bestaat sinds 2017 en is een doorslaand succes. In de loop der jaren zijn er ruim honderd innovaties getest, waaronder een significant aantal op het gebied van installatietechniek. IZ ging op bezoek en sprak met Pieter van Schaik, Projectmanager duurzaam bouwen & renoveren.
Op het terrein van The Green Village staan verschillende panden, waarin nieuwe technieken worden uitgetest. Dat gebeurt op initiatief van uiteenlopende partijen. Van bij wijze van spreken fabrikanten, tot kennisinstellingen en start-ups die voortgekomen zijn uit de TU Delft.
Circulariteit
Op dit moment is onder andere circulariteit een belangrijk thema. Maar waar in bouwkundige concepten al forse stappen worden gezet, blijft de installatietechniek wat achter. Daar zijn verschillende oorzaken voor aan te wijzen. Betrokken partijen worstelen soms met de materialisatie, zeker als ze ook nog biobased varianten willen gebruiken. Daarnaast kunnen demontabiliteit, ruimtebeslag en firmware of software updates een belemmering vormen, licht Van Schaik toe.
Elektrische cv-ketel
Een ander thema is verduurzaming van bestaande gebouwen. Daarbij is natuurlijk volop aandacht voor all-electric concepten. Zo test Heatleap op dit moment de iCV in een proefwoning in The Green Village. Met deze elektrische cv-ketel kunnen bestaande woningen eenvoudig de overstap maken van stoken op aardgas naar 100% elektrisch verwarmen. De iCV levert ook warm water. Het systeem bestaat uit verschillende onderdelen, waaronder een elektrische infrarood cv-ketel, PV-panelen en een zonneboiler die tot 50% hernieuwbare elektriciteit en warmte leveren. De overige helft kan worden voorzien door klimaatneutrale energie van de leverancier. Opslag van warmte gebeurt in de warmteboiler.
Installatie
De iCV kan zonder bouwkundige aanpassingen in een dag tijd worden geïnstalleerd in een bestaande woning. De installatie komt op de plaats van de aardgasgestookte cv-ketel, er is enkel een drie-fase aansluiting nodig. PV-panelen en zonnecollector komen op het dak en er wordt gebruik gemaakt van het warmte-afgiftesysteem van de woning. Het grote voordeel van het systeem is het ontbreken van bewegende delen, waardoor het onderhoudsarm is. In vergelijking met een lucht-water warmtepomp is het bijkomende voordeel dat er geen buiten-unit is en dat het geen geluidsoverlast oplevert.
Peak-shaving
Een interessante mogelijkheid van het systeem is het dempen van piekbelasting op het elektriciteitsnet door de vraag van stroom uit te stellen of juist naar voren te trekken. Voor de voorziene piekbelasting kan de woning al worden voorverwarmd en tijdens de piekbelasting kan de opgeslagen warmte uit de zonneboiler aangesproken worden. Met deze smart-grid aansluiting kan optimaal gebruik gemaakt worden van schone energie en kan worden bespaard op de elektriciteitsrekening.
Nieuwe warmtepomp
Een andere interessante innovatie die wordt getest is de Tarnoc-turbineketel, een nieuw soort warmtepomp gebaseerd op de techniek die wordt gebruikt voor de airconditioning in vliegtuigen en bij het vloeibaar maken van aardgas. Wanneer je dit proces omdraait, kun je warmte maken.
Koudemiddel
Een groot verschil met reguliere warmtepompen is dat de turbineketel van Tarnoc geen fluorhoudend koudemiddel rondpompt, maar pure buitenlucht. Met de buitenlucht als 100% natuurlijk koudemiddel wordt warmte uit de lucht gehaald via een compressor en tot 80 graden afgegeven aan het bestaande verwarmingssysteem. Met een COP van 2 (bij -10°C) is de turbineketel een mogelijke een-op-een vervanger van de cv-ketel.
Bestaande woningen
De volledig elektrische turbineketel heeft geen buitenunit. Met deze oplossing is het mogelijk om bestaande woningen energiezuiniger en aardgasvrij maken zonder ingrijpende aanpassingen te hoeven doen. Zelfs als deze woningen beperkt geïsoleerd zijn.
Andere trends
Tijdens de rondgang over het terrein van The Green Village vertelt Van Schaik over andere belangrijke ontwikkelingen, zoals de toenemende systeemintegratie, prefabricage en de strengere geluidsnormen. Vooral warmtepompen krijgen hier nu volop mee te maken. Hoewel het soms lijkt alsof de meeste ontwikkelingen in de klimatisering plaatsvinden, staat ook de sanitairwereld niet stil, verduidelijkt Van Schaik.
Regenwater toilet
Zo wordt in één van de bewoonde huizen het regenwatertoilet getest van uitvinder Pim Wijnakker. Het is een eenvoudig systeem, waarbij een extra stortbak aan het plafond van het toilet of de badkamer wordt bevestigd. Dit kun je helemaal wegwerken met een verlaagd stukje plafond. Hier wordt het regenwater via de regenpijp in opgevangen. Het toilet wordt eerst met dit water doorgespoeld en als deze stortbak leeg is, schakelt dit systeem zonder elektra automatisch over op drinkwater. Het is mogelijk om meerdere regenwaterreservoirs als legoblokken aan elkaar te bevestigen en zo nog meer regenwater op te vangen. In een interview met Dunea vertelde Wijnakker vorig jaar al waarom zo’n testperiode in The Green Village zinvol is. “In principe is het product vrijwel af maar we gebruiken deze periode in The Green Village om het nog verder te verbeteren. Zo ontdekten we een vervelend druppelend geluid wanneer de stortbak met regenwater leeg was. Ook zijn we aan het kijken hoe we met behulp van filters de gelige kleur van het regenwater uit het water kunnen krijgen”, aldus Wijnakker.
2023
Het voert te ver om alle innovaties die worden getest te belichten, vandaar dat we er maar drie uitgeplukt hebben. Ook dit jaar gaan weer interessante trajecten van start. Zo worden onder andere diverse energiebuffers getest en op verschillende manieren gekeken hoe we op een simpele en betaalbare manier gevels kunnen vergroenen om hittestress te voorkomen. Voor alle duidelijkheid: in The Green Village vindt niet het hele testtraject van een nieuw product plaats. Het gaat om de fasen 4-6 van de internationale Technology Readiness Level standaard. Pas in fase 9 wordt een nieuwe oplossing daadwerkelijk op de markt gebracht
Onderzoekers, studenten, start-ups, ondernemers en overheden werken op The Green Village elke dag aan de innovatieopgaven van vandaag en morgen. De focus ligt hierbij op drie thema’s: Duurzaam bouwen en renoveren, Toekomstig energiesysteem en Klimaatadaptieve stad. Op The Green Village onderzoeken, experimenteren, valideren en demonstreren kennis- en onderwijsinstellingen, ondernemingen, overheden én burgers hun duurzame innovaties. Op elk thema kunnen er innovaties getest worden op de bestaande state-of-the-art infrastructuur. The Green Village beschikt onder andere over bewoonde rijtjeshuizen, kantoorgebouwen, straten en een waterstof-, gelijkspanning- en warmtenet. Eindgebruikers en bewoners houden je scherp en zorgen dat je na een testperiode op The Green Village echt klaar bent om de stap te zetten naar implementatie en opschaling. The Green Village is ook de ontmoetingsplek waar alle stakeholders bij elkaar komen om kennis te brengen, te halen en uit te wisselen.
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl
Vanmorgen heeft minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening BouwBeurs 2023, het grootste bouwevent van Nederland, officieel geopend ... Verder Lezen
Apparaten zoals airco’s, industriële koelinstallaties en warmtepompen worden doorgaans gekoeld met schadelijke koudemiddelen (F-gassen). In de praktijk blijkt dat deze ... Verder Lezen
Voor de opleiding F-Gassen Categorie 2/warmtepompen geldt bij WasCollege vanaf het nieuwe jaar een subsidieregeling van 1.000,- euro. Het gaat ... Verder Lezen
Triple Solar heeft een levenscyclusanalyse (LCA) laten uitvoeren om de milieu-impact van haar PVT-warmtepomppanelen in kaart te brengen. De PVT-panelen blijken zo’n 40% beter te scoren dan een standaard zonnepaneel. In een LCA wordt niet gekeken naar de energie-efficiëntie van een systeem, maar naar alle materiaalstromen van een product. Van grondstofwinning tot afvalverwerking. Het resultaat van een LCA wordt uitgedrukt in een milieuprofiel: de milieukostenindicator (MKI). Deze indicator geeft meer dan alleen de CO2-uitstoot aan. Zo wordt er bijvoorbeeld eveneens gekeken naar verzuring van de bodem, aantasting van de ozonlaag en het uitputten van materialen (bron: Nationale Milieudatabase).
Sinds 28 februari zijn de PVT-warmtepomppanelen van Triple Solar opgenomen in de @Nationale_Milieudatabase (NMD). Ze scoren zo’n 40% beter dan een standaard zonnepaneel. Voor een opname van de milieuscore in de NMD moet een product aan verschillende eisen voldoen. Onder meer dient de LCA te zijn uitgevoerd door een onafhankelijk erkend LCA-bureau en gevalideerd door een erkende NMD-toetser.
Brede duurzaamheid Via de NMD kunnen betrokkenen bij bouwprojecten onderbouwde materiaal- en installatiekeuzes maken op basis van de milieu-impact ervan. Dankzij deze NMD kan de milieu-impact van gebouwen ook beter gecommuniceerd worden en er eisen aan worden gesteld. Voor de burgerlijke en utiliteitsbouw wordt de totale milieu-impact uitgedrukt in een Milieu Prestatie Gebouwen (MPG)-score. Voor MPG-berekeningen zijn de PVT-panelen vanaf nu in te vullen in de daarvoor bedoelde rekeninstrumenten.
Cees Mager, founder en CEO van Triple Solar: “De opname in het NMD is een officiële erkenning van de brede duurzaamheid van onze PVT-warmtepomppanelen. Maar dat niet alleen. Samen met onze leveranciers gaan we eraan werken om de milieu-impact van onze producten nog verder te verminderen.”
Triple Solar, uitvinder van de PVT-warmtepomp en bijbehorende PVT-warmtepomppanelen, heeft met pensioenfonds ABP een belangrijke nieuwe aandeelhouder aangetrokken om ook ... Verder Lezen
Ook voor de Triple Solar PVT-warmtepomp 3.5 geldt nu de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE). Woningeigenaren met een woning ... Verder Lezen
Tijdens de beurs Duurzaam Verwarmd introduceert Triple Solar een warmtepomp met propaan als koudemiddel. De warmtepomp werd specifiek ontwikkeld voor ... Verder Lezen
Installatie Vakbeurs wordt Installatie Vakdagen. De nieuwe naam sluit volgens de organisator beter aan bij de veranderende informatiebehoefte in de sector. De gebouwbeheerder wordt toegevoegd als primaire bezoekersdoelgroep, naast de installateur. Ook is er een nieuwe huisstijl die meer recht moet doen aan het uitgangspunt dat het event de verbindingsplek is voor de installatietechniek. Installatie Vakdagen wordt op 12, 13 en 14 september 2023 gehouden in Evenementenhal Hardenberg.
Direct verantwoordelijke voor de nieuwe huisstijl is Marketing Event Manager Eline Kuijsters van Easyfairs: “Tot op de dag van vandaag zijn we succesvol met Installatie Vakbeurs, tegelijkertijd is in het vakgebied de laatste jaren wel het één en ander veranderd. Het gaat allang niet meer over losse componenten of montage materialen. Installatietechniek kent tegenwoordig een enorme complexiteit, denk maar aan het begrip slimme gebouwen. Bovendien speelt de sector een cruciale rol in het energietransitie en bij het behalen van circulaire doelstellingen. Sleutelwoorden zijn: integrale benadering.”
Totaaloplossing Volgens Kuijsters staat de totaaloplossing centraal op Installatie Vakdagen. “Professionals zijn niet meer alleen op zoek naar sec een verwarmingsketel, ze hebben ook vragen hoe de warmtepomp geïntegreerd moet worden in de gebouwinstallatie. Dat heeft te maken met de hardware, maar ook met digitalisering en onderhoud op afstand. En dat tegen de achtergrond van de energietransitie. In die zin zien we de E- en W-sector naar elkaar toegroeien. Op die vragen krijgen bezoekers op Installatie Vakdagen antwoord. Met het begrip ‘vakdagen’ stellen we het vak centraal en niet langer dat ene product. Op het event gaan we daarom veel meer focussen op kennisoverdracht en inspiratie.”
Overzicht Om die reden wordt Installatie Vakdagen deels opgebouwd rond de thema’s Slimme gebouwen, Duurzame energie en Gezond binnenklimaat. Volgens Kuijsters is dit een logische keuze. “Met deze vraagstukken loopt de installateur rond. De professional wil overzicht met welke producten en softwareoplossingen hij de doelstellingen van zijn klant wil bereiken. Tegelijkertijd zien we bij gebouwbeheerders, die uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor de installaties, dat ze zich willen oriënteren op het brede aanbod aan mogelijkheden, producten en diensten; ze willen een beeld krijgen hoe de totaaloplossing eruit kan zien. Daarom bedienen we met Installatie Vakdagen zowel de installateur als de gebouwbeheerder die ieder een andere kijk hebben op de installatie en de mogelijke oplossingen.”
Vanmorgen heeft minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening BouwBeurs 2023, het grootste bouwevent van Nederland, officieel geopend ... Verder Lezen
Installatie Vakbeurs ontving in drie dagen tijd 6.780 professionals uit de installatiesector. De vakbeurs werd onlangs gehouden in Evenementenhal Hardenberg ... Verder Lezen
Volgende week dinsdag begint de VSK. ’s Lands grootste installatievakbeurs trapt dit jaar later af dan gebruikelijk vanwege de recente ... Verder Lezen
De afgelopen maanden is het ISSO-kleintje Riolering volledig geactualiseerd. Vooral mensen in de praktijk vinden in dit document de meest gebruikte richtlijnen voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van gebouwriolering. Door zijn compacte vorm, maar ook doordat hij online te raadplegen is, is de kennis op de bouwplaats of bij een praktijkproject te raadplegen.
Naast de laatste kennis biedt het handzame boekje ook diverse afbeeldingen, schema's en montagerichtlijnen voor afvoerleidingen van vuilwater en hemelwater. Bovendien is het Kleintje Riolering ook interessant voor andere doelgroepen, zoals architecten en aannemers. Zij kunnen hiermee snel de meest basale en noodzakelijke kennis van riolerings- en hemelwaterafvoersystemen tot zich nemen.
Op basis van ISSO-publicatie 3216
De meest recente ISSO-publicatie 3216 ‘NTR 3216 Riolering van bouwwerken’, die eveneens in februari 2023 verscheen, ligt aan de basis van het vernieuwde Kleintje Riolering. Daarbij richt de inhoud van het Kleintje zich vooral op vuilwater- en hemelwaterafvoer binnen de perceelgrens. Die kennis kan de vakman dus gebruiken voor:
• Woningen, woongebouwen en kleine utiliteit;
• Realisatie van nieuwe riolering;
• Uitbreiding van bestaande riolering;
• Beheer en onderhoud.
Voorbeeld Een concrete aanpassing is bijvoorbeeld het duidelijk onder de aandacht brengen van de noodzaak om hemelwater via het eigen perceel af te voeren, en niet via een naburig perceel. In de praktijk betekent dit dat installateurs de uitvoering van HWA-systemen soms anders moeten uitvoeren dan ze gewend waren. Denk aan doorlopende dakgoten bij rijtjeshuizen, waarin de installateur nu bijvoorbeeld separatieschotten moet zetten, zodat regenwater per perceel kan worden afgevoerd.
Koppeling met ISSO-opleverprotocollen Een andere wijziging waarvan het Kleintje nu melding maakt, is dat de uitzondering voor het moeten plaatsen van ontlastvoorzieningen bij grondgebonden woningen is komen te vervallen. Ook meldt het geactualiseerde Kleintje dat de afstand tussen ontstoppingsstukken is vergroot. Verder is er in dit Kleintje meteen een koppeling gemaakt naar de ISSO-opleverprotocollen, die belangrijk zijn en worden in de relatie tot de toekomstige Wet Kwaliteitsborging (Wkb). Ook zijn er op diverse plekken nieuwe of aangepaste afbeeldingen toegevoegd, zodat de kennis inzichtelijker wordt en eenvoudiger te interpreteren.
Snel en helder Het doel van Kleintje Riolering is er volledig op gericht om mensen in de praktijk snel en zo helder mogelijk te ondersteunen bij het vakbekwaam uitvoeren en onderhouden van riolerings- en hemelwatersystemen. Het geactualiseerde ISSO-kleintje Riolering is als gedrukt exemplaar of digitale versie beschikbaar via het kennisplatform ISSO Open.
De Van Dorp Groep investeert in een compacte adsorptiewarmtepomp die de huidige hr-ketel kan vervangen zonder dat daar grote aanpassingen ... Verder Lezen
Van Dorp heeft overeenstemming bereikt over de overname van de aandelen van familiebedrijf Ten Kate Installatietechniek te Hoogeveen. Ten Kate ... Verder Lezen
Martin ten Brummeler is per 1 maart jl. is benoemd als Algemeen Directeur van Van Dorp installatiebedrijven. Ten Brummeler is al geruime tijd werkzaam bij Van Dorp en heeft verschillende leidinggevende posities bekleed, waaronder die van vestigingsdirecteur en regiodirecteur voor de regio Noord-West.
De benoeming volgt op een wijziging van het bestuursmodel van de gehele Van Dorp organisatie. De diverse Van Dorp bedrijven zullen voortaan rapporteren aan een Raad van Bestuur (RvB), gevormd door Henk Willem van Dorp en Hermen Barendregt.
Henk Willem van Dorp heeft zijn rol als voorzitter van de Raad van Commissarissen overgedragen aan Ab van der Touw, de ex-bestuursvoorzitter van Siemens Nederland. Van der Touw vervulde eerder de functie van voorzitter van de RvC bij Van Dorp gedurende de periode van 2010 tot 2012.
De Van Dorp Groep investeert in een compacte adsorptiewarmtepomp die de huidige hr-ketel kan vervangen zonder dat daar grote aanpassingen ... Verder Lezen
Van Dorp heeft overeenstemming bereikt over de overname van de aandelen van familiebedrijf Ten Kate Installatietechniek te Hoogeveen. Ten Kate ... Verder Lezen
ITHO Daalderop reageert ontstemd op alle negatieve berichtgeving over de milieubelasting van warmtepompen. De fabrikant is overtuigd van de positieve bijdrage van warmtepompen aan de CO2-reductie en daarmee aan de klimaatdoelen. “In een warmtepomp zitten inderdaad meer en hoogwaardigere materialen dan bijvoorbeeld in een cv-ketel, maar juist de bewering dat de printplaat en het koudemiddel relatief zwaar bijdragen aan de MKI-waarde (Milieu Kosten Indicator) strookt niet met onze eigen metingen.”
ITHO Daalderop vindt het belangrijk dat er goed wordt nagedacht over het gebruik van het soort en de hoeveelheid materiaal, de omstandigheid waaronder dit wordt verwerkt, de impact daarvan op het milieu en ook de verwachte levensduur van de producten. De huidige rekenmethodiek van de NMD gaat volgens de fabrikant enerzijds uit van het principe “hoe minder materiaal, hoe minder het milieu belast wordt” en anderzijds wordt naar effectieve gebruiksduur gekeken.
Op tijd klaar ‘Wij betwisten de impact van het koudemiddel binnen de NMD rekenmethodiek omdat er in monoblock oplossingen (waaronder de WPU, Vincent en Amber) überhaupt al relatief weinig koudemiddel zit’, laat ITHO Daalderop in een persbericht weten. ‘Daarnaast zijn wij in onze nieuwe generatie warmtepompen al gestart met het natuurlijke en milieuvriendelijke koudemiddel R290 (GWP van 3). Kortom, wij en vooral onze klanten zullen ruim op tijd klaar zijn voor de toekomstige aangescherpte EU-wetgeving rondom koudemiddelen. Een ander voordeel van (met name binnen opgestelde) monoblock warmtepompen is dat deze een langere levensduur hebben. Ook hierbij is het voor ons onduidelijk in hoeverre dit meegewogen is binnen de NMD rekenmethodiek. Wij zijn al langere tijd bezig met LCA (Life Cycle Analysis) en daarom verwachten wij dat wij het merendeel van onze warmtepompen in de loop van dit jaar via de NMD kunnen aanbieden in categorie 1.’
Openbare database
ITHO Daalderop laat verder weten voorstander te zijn van een openbare database zoals de NMD zodat de totale bouw- en installatiebranche (van fabrikant tot installateur) zich steeds meer bewust wordt van de milieu-impact. ‘Echter, hiertoe moeten installaties (waaronder de warmtepomp) op een juiste manier worden gewaardeerd. Zo is het ons, nog steeds in detail niet duidelijk hoe de referentie tot stand is gekomen, en welke elementen er in de (forfaitaire) categorie 3 waarden zijn meegenomen, net zoals de in onze ogen belangrijke duurzaamheidsaspecten als (energieneutrale) productie in Nederland, etc. Verder betreuren wij het ten zeerste dat er vooral gekeken wordt naar de hoeveelheid materiaal die in een warmtepomp gebruikt wordt en niet naar het totale energiegebruik c.q. CO2-uitstoot ten behoeve van de primaire functie (= verwarmen) in vergelijking met de traditionele (fossiele) opwekkers (= cv-ketel) over de totale levensduur.’
De warmtepomp is ’ongelofelijk veel’ vervuilender dan werd gedacht, meldt De Telegraaf op haar website. Uit nieuw onderzoek blijkt dat ... Verder Lezen
De Compress 5800i AW wordt het nieuwe paradepaardje van Nefit Bosch. Een compleet nieuwe range monoblock warmtepompen voor verwarming, koeling ... Verder Lezen
Mkb’ers en zzp’ers kunnen zich binnenkort tóch via CO-keur laten certificeren voor de Koolmonoxidewet. Techniek Nederland, InstallQ en CO-keur verwachten snel met een tijdelijke oplossing te komen. Volgens de organisaties voldoet de constructie aan alle wet- en regelgeving. Voor bedrijven die zich al via CO-keur laten certificeren zal er in de praktijk bijna niets veranderen. CO-keur verwacht de deelnemers binnen enkele weken meer informatie te kunnen geven.
Bedrijven die zich via CO-keur laten certificeren zullen blijven werken met de inmiddels vertrouwde CO-keur app. Ook het systeem van credits voor gebruik van de checklists in de app verandert niet. Techniek Nederland, InstallQ en CO-keur werken nu aan een tijdelijke oplossing, maar blijven zich daarnaast inzetten voor een definitieve koepelcertificering voor CO-keur. Zij benadrukken dat CO-keur minimaal dezelfde veiligheid garandeert als rechtstreekse certificering van bedrijven.
Procedures De Raad voor Accreditatie (RvA) en de Toelatingsorganisatie voor Kwaliteitsborging (TloKB) hebben nog geen goedkeuring verleend voor koepelcertificering volgens CO-keur. Daarom is een tijdelijke oplossing nodig. Omdat de RvA tot nu toe vindt dat koepelcertificatie niet aansluit op de Beoordelingsrichtlijn (BRL) 6000-25, heeft InstallQ hiervoor een aanvullingsblad ingediend. De RvA heeft dit blad nog niet goedgekeurd.
Koolmonoxidewet Op 1 april treedt de volledige Koolmonoxidewet (ook bekend als de Gasketelwet) in werking. Vanaf die datum mogen alleen bedrijven die beschikken over CO-certificering nog werkzaamheden aan cv-ketels, geisers en gashaarden uitvoeren. Deze bedrijven mogen het beeldmerk CO-Vrij gebruiken. Monteurs die werken bij gecertificeerde bedrijven moeten zich via VakmanschapCO laten bijscholen. Daarmee tonen zij aan over de juiste kennis van veilige gasverbrandingstoestellen te beschikken.
Onderzoeksraad De Koolmonoxidewet volgt op aanbevelingen in het rapport ‘Koolmonoxide Onderschat en onbegrepen gevaar’ van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (november 2015). De wet geeft bovendien invulling aan het advies van de Gezondheidsraad (juli 2019) over de gevaren van blootstelling aan lage concentraties koolmonoxide.
Stappenplan Techniek Nederland helpt leden om te voldoen aan de eisen van de Koolmonoxidewet. In een praktisch stappenplan staat exact wat een bedrijf moet doen om vanaf 1 april het logo CO-Vrij te mogen voeren.
Ruim twee derde van de Nederlandse bedrijven maakt te weinig geld vrij voor de benodigde verduurzaming van bedrijfspanden, blijkt uit recent onderzoek van Heijmans onder 420 bedrijven. Bedrijven willen wel: drie kwart van de verantwoordelijken (76%) geeft aan dat er concrete toekomstplannen zijn om hun pand te verduurzamen. Dit staat namelijk binnen nu en drie jaar op de planning. Maar vaak is er onvoldoende kennis over de mogelijkheden én een te krap budget. Zes op de tien van de ondervraagden (61%) geeft aan dat het (deels) onduidelijk is welke mogelijkheden er allemaal zijn om het pand te verduurzamen.
Toch wordt de noodzaak om te verduurzamen steeds groter: vanaf 2024 zijn grote bedrijven verplicht te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu volgens de Europese richtlijn Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Van de ondervraagde organisaties die CSRD-plichtig zijn, is de meerderheid van de gebouwbeheerders en -eigenaren nog niet bezig met de CSRD-richtlijn die volgend jaar van kracht gaat. Bijna drie kwart van hen (73%) is (deels) op de hoogte van de aankomende richtlijn. In slechts 19 procent van de gevallen is de organisatie al bezig met verduurzaming van het pand. De meest genoemde plannen om het bedrijfspand te verduurzamen zijn zonnepanelen (58%), ledverlichting (44%), klimaatbeheersystemen (36%) en dak- en of muurisolatie (36%).
“Tijd om actie te ondernemen” Bart Breedijk, programmamanager duurzame huisvesting bij Heijmans: “De nieuwe richtlijn maakt heel duidelijk zichtbaar welke bedrijven zich inzetten voor verduurzaming. Het is nu tijd om actie te ondernemen. Steeds vaker is duurzaamheid een voorwaarde om zaken te doen. Deze noodzaak wordt ook gezien door onze klanten. Bij verschillende opdrachtgevers is het daarnaast belangrijk om verduurzaming te koppelen aan andere dossiers, zoals imago, kostenbeheersing en eisen die opdrachtgevers en overheid stellen. Door bedrijfspanden voor te bereiden op de uitdagingen van de toekomst, verhoog je niet alleen de vastgoedwaarde, maar ook de waarde voor de gebruiker. Voor de lange duur. Dat noemen wij toekomstvastwaarde.”
Het onderzoek van Heijmans is uitgevoerd in november 2022 onder 420 respondenten, allen (mede)verantwoordelijk voor beslissingen met betrekking tot beheer, onderhoud en/of verduurzaming van bedrijfspanden in Nederland.
Met het verschijnen van ISSO-publicatie 3216 ‘NTR 3216 Riolering in bouwwerken’ krijgt de markt de broodnodige duidelijkheid. Niet dat de ‘oude’ NTR 3216 geen duidelijkheid verschafte, maar hij maakte te weinig duidelijk wat er fout kon gaan als je ontwerpregels niet naleefde, vertelt Nick Post, specialist sanitaire technieken bij ISSO.
De publicatie, die sinds deze maand beschikbaar is via isso.nl, geeft richtlijnen voor het ontwerpen, realiseren en beheren van afvoersystemen voor hemelwater en huishoudelijk afvalwater (of vergelijkbaar) van bouwwerken. Dat betekent dat een breed scala aan onderwerpen en systemen wordt behandeld waarmee vrijwel elke sanitair installateur dagelijks te maken heeft. Dit varieert van lozingsvoorschriften voor vuilwater- en hemelwaterafvoersystemen, ontwerpregels voor vuilwater en rioleringsinstallaties binnen de perceelgrens tot alles over hemelwaterafvoersystemen vanaf het dak, de goot, enzovoorts.
Innovatieve technieken “Er zijn genoeg onderwerpen waarvoor niet zo heel veel is veranderd. Tegelijk zien we ook dat er innovaties en nieuwe technieken bijkomen waarvoor het zinvol is om ontwerprichtlijnen op een rij te zetten. Denk aan de groeiende populariteit van bijvoorbeeld systemen voor gebruik en infiltratie van hemelwater binnen de perceelgrens of systemen voor gescheiden sanitatie; gescheiden urine-afvoer en -opvang”, zegt Post.
Extra duidelijkheid Maar misschien nog belangrijker dan kennis van nieuwe technieken was de noodzaak om in de nieuwe publicatie extra duidelijkheid te verschaffen over hemelwaterafvoersystemen volgens het UV- en overlaatstromingsprincipe. Post: “In veel projecten met omvangrijke daken zorgen deze HWA-systemen voor de afvoer van regenwater vanaf het dak of de goot tot aan de gebouwaansluiting. In principe gaf de NTR 3216 al de juiste informatie en ontwerprichtlijnen hoe je dit systeem moet uitvoeren, maar in de praktijk zagen we dat er ruis ontstond. Dit kwam omdat er vanuit een of meerdere leveranciers aanwijzingen of adviezen kwamen die niet overeenkomstig de NTR 3216 waren. Wij schrijven nu heel duidelijk wat er fout gaat als je een UV-systeem niet uitvoert zoals de NTR 3216 voorschrijft. Het kan bijvoorbeeld erg fout gaan als je besluit om meerdere trechters van een noodoverloopsysteem met elkaar te koppelen. Wij roepen de installatiemarkt dan ook op om altijd maar één trechter per afvoerpunt te gebruiken.”
Meer lezen over dit onderwerp? Het uitgebreide artikel verschijnt in de maartuitgave van praktijkblad Installateurszaken, dat 28 maart 2023 verschijnt
Het is één van de grote problemen die ontstonden na de wereldwijde corona lockdowns: tekorten aan materialen en grondstoffen. De mailtjes van de leveranciers zullen iedereen bekend voorkomen: ‘Vanwege toenemende vraag naar onze producten, gelden er aangepaste leveringstijden…’
Ook Karel kreeg wekelijks van die geweldige updates van zijn leveranciers in zijn mailbox, waar hij soms moedeloos van werd. De geplande klus werd dan maar weer uitgesteld. Met regelmaat zorgde dat bij zijn klanten voor grote irritatie. “U heeft de klus nu al drie keer uitgesteld”, beet één van die klanten Karel toe. Hij was al een tijdje geleden door hem gevraagd een zestal zonnepanelen te monteren.
Karel had gehoopt de klant nog een keer te kunnen sussen met opmerking dat zijn handen gebonden waren. Het was voor hem ook wachten op de leveringen van zijn van leveranciers. Maar deze klant wilde daar niks meer van weten. ”Je zorgt er maar voor dat die panelen er deze week liggen. Ik hik tegen torenhoge energieprijzen aan en heb die panelen nu nodig.” Waarna de klant de verbinding verbrak.
Karel, die uiteraard tot het gaatje ging voor zijn klanten, moest zich even goed achter zijn oren krabben. Op zich had hij de belangrijkste spullen in huis: de omvormer was al enige tijd binnen, de paneeltjes lagen al weken in zijn magazijn klaar. Alleen die verdomde montagesystemen hadden een levertijd van maanden.
Maar Karel zou Karel niet zijn als hij geen Eureka-moment zou hebben gekregen. Dat moment kwam toen hij langs de plaatselijke komkommerteler reed. Deze wilde Karel wel uit de brand helpen en had ook nog eens voldoende kratten in dezelfde kleur. Veel mooier kon het niet worden.
Beurzen zijn richtingaanwijzers. Ze geven een goede indruk van het innovatieniveau, de trends en de marktpositie van de sector. De meest belangrijke beurs voor de koeltechniek is ongetwijfeld de Chillventa. Tijdens de afgelopen editie was het duidelijk dat de sector voor belangrijke keuzes staat. Hoe nu verder?
IZ sprak met de beursorganisatie, Lisa Egberts van exposant Fieldpiece Instruments en de gelouterde HVAC-expert Andrew Gaved uit Groot-Brittannië.
Chillventa
Afgelopen najaar vond wederom de Chillventa plaats in Neurenberg. Deze beurs richt zich vooral op de koude-, klimaattechniek en warmtepompen geeft altijd goed beeld van de trends en innovaties in het vakgebied. De beursorganisatie blikte tevreden terug op de laatste editie, blijkt uit de persberichten en kort interview met de beursorganisatie.
Cijfers
De tweejaarlijkse Chillventa kon voor het eerst in 4 jaar weer plaatsvinden. De 2022 editie Chillventa trok ruim 30.000 bezoekers die het aanbod van 844 exposanten bekeken en onderzochten. In 2018 lagen deze cijfers weliswaar iets hoger (35.490 bezoekers en 1.019 exposanten), maar externe factoren zoals de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne kunnen natuurlijk niet buiten beschouwing worden gelaten, aldus de beursorganisatie.
Sentiment
Dat laat niet onverlet dat het algemene sentiment positief was. Volgens de organisatie was de branche na de jarenlange pandemie opgetogen weer face-to-face contact te hebben op een beursvloer. Bovendien bleek uit een onderzoek van de beursorganisatie dat zowel de exposanten als bezoekers erg enthousiast waren over de beurs. Meer dan 90% van de exposanten noemde de beurs een succes. 95 procent was in staat om nieuwe contacten te leggen en verwacht zakelijk profijt van het evenement te hebben.
Bezoekers
Ook de bezoekers waren in hun nopjes met de beurs. Negen van de tien bezoekers heeft aangegeven tevreden te zijn over het aanbod van producten en diensten op de beursvloer. Bovendien waren de bezoekers van een ‘hoge kwaliteit’, volgens de beursorganisatie: 81 procent ervan was direct betrokken bij inkoop en inkoopbeslissingen.
Exposant
Rond de 850 Nederlandse bezoekers bezochten de beurs. Zij konden onder andere de nieuwe oplossingen bekijken van 19 Nederlandse bedrijven. Lisa Egberts stond er in 2022 voor de eerste keer namens Fieldpiece Instruments, een specialist op het gebied van gereedschappen voor de koude- en koeltechniek. “Wij kijken met een tevreden gevoel terug op onze deelname”, vertelt ze. “Het liep goed door bij onze stand. Er kwamen onder andere distributeurs en eindklanten, zoals installateurs langs.”
Fysieke beurs
De beurs leverde dan ook veel leads op, vertelt Egberts. Zelfs in deze tijd waarin E-commerce onstuimig doorgroeit, blijven fysieke beurzen belangrijk, beklemtoont de Marketing Manager. “Voor onszelf om meer naamsbekendheid te verwerven en face-to-face contact te hebben met klanten. Bovendien is het erg prettig dat klanten allemaal naar jou toe komen.” Maar ook de installateur heeft baat bij een beurs als de Chillventa. “Je merkt dat ze het op prijs stellen om de producten echt te kunnen zien en aan te raken. Ook hebben ze de mogelijkheid om direct vragen te stellen en antwoorden te krijgen.”
Trends
De belangrijkste trend was toch wel de groeiende aandacht voor warmtepompen, vond Egberts. Andrew Gaved beaamt haar constatering, maar signaleerde ook andere belangrijke ontwikkelingen. Gaved is een bekende HVACR-expert in Groot-Brittannië, die onder andere werkzaam is als Hoofdredacteur van H&V News and RAC Magazine.
F-gassenverordening
Hij wijst onder andere op de komende update van de F-gassenverordening, ook wel bekend als de ‘Herziening van de EU-regels (2015-20)’ van de Europese Commissie. Deze update bevat verschillende voorstellen om gefluoreerde broeikasgassen in warmtepompen dit decennium te verbieden en ligt nu ter consultatie bij het Europees Parlement en de Raad van Ministers van de Europese Unie.
Voorbeelden
De verordening bevat een uitgebreid pakket aan maatregelen. Om maar een voorbeeld te noemen: Zo zouden vanaf 1 januari 2025 stekkerklare airco- en warmtepompapparatuur met gefluoreerde broeikasgassen en een global warming potential (GWP) boven de 150, en stationaire single-split airco- en warmtepompapparatuur met minder dan 3 kilogram gefluoreerd broeikasgassen en een GWP van meer dan 750, worden verboden.
Natuurlijke koudemiddelen
Volgens Gaved voelen fabrikanten zich flink onder druk gezet en zien zij het als een uitdaging om op een duurzame wijze invulling te gaan geven aan deze verordening. In de praktijk kan het onder andere leiden tot een massale overstap op propaan voor kleine AC-systemen. Vandaar ook dat tijdens de Chillventa van menig fabrikant nieuwe modellen te zien zijn die met dit natuurlijke koudemiddel zijn uitgerust of in ontwikkeling zijn. Gaved: “Maar daarnaast waren er ook partijen, zoals Carrier, die CO2 voor luchtgekoelde chillers en warmtepompen met ammoniak als koudemiddel promoten.”
Chemische koudemiddelen
Betekent dat een exit voor de HFO’s? Nee, zegt Gaved. Fabrikanten proberen de GWP-waardes van HFO’s omlaag te krijgen. Onder andere Koura, Chemours en Honeywell lieten tijdens de Chillventa zien hiermee bezig te zijn. Op dit moment verdwijnt R410A steeds meer van het toneel, domineert R32, maar fabrikanten innoveren ook met oplossingen die nieuwe koudemiddelen zoals R471A en R1234ze bevatten.
Energieprijzen
Een andere belangrijke trend, aldus Gaved, is de groeiende aandacht voor energie-efficiency. Niet verwonderlijk in deze tijd, waarin de energieprijzen zo volatiel zijn. In de praktijk blijken de beste resultaten te worden behaald door een samenspel van mechanische en digitale innovaties. Ontwerp bijvoorbeeld een betere compressor en verzamel tegelijkertijd in real-time data over de prestaties en je kan voortdurend blijven finetunen.
Predictive Maintenance
Bovendien maken remote monitoring en data-collecting het mogelijk om Predictive Maintenance uit te voeren. Daardoor wordt het onderhoud en beheer eenvoudiger en efficiënter.
Vakmanschap
De laatste trend die Gaved aanstipt is vakmanschap. In veel landen, inclusief Nederland, is vakmanschap een bottleneck. Er moet voortdurend geïnvesteerd worden in de aanwas van nieuw personeel en training om de duurzaamheidstransitie vlot te laten verlopen.
Conclusie
De afgelopen editie van de Chillventa goed liet zien dat de herziening van de F-gassenverordening, vraag naar energie-efficiënte oplossingen en het juiste personeel de komende jaren hun stempel gaan drukken op de sector. Aan ons als branche de taak om hier op een goede wijze invulling aan te geven
Diversificatie
In Duitsland liggen de ambities hoog. Anno 2030 moeten er 6 miljoen warmtepompen zijn bijgekomen, vertelt de beursorganisatie. Niet alleen om te verwarmen, maar ook om te koelen. Door de klimaatveranderingen zal de vraag naar koeling fors toenemen. De vraag is echter waar die warmtepompen de komende tijd vandaan moeten komen. In de nasleep van de pandemie, de oorlog in Oekraïne is de internationale handelsketen verstoord geraakt. Fabrikanten en leveranciers zijn zich aan het heroriënteren. Het is verleidelijk om de productie weer terug te brengen naar de eigen contreien. Bovendien is het verstandig om meer diversificatie aan te brengen in het aanbod van toeleveranciers.
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl
Vanmorgen heeft minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening BouwBeurs 2023, het grootste bouwevent van Nederland, officieel geopend ... Verder Lezen
Apparaten zoals airco’s, industriële koelinstallaties en warmtepompen worden doorgaans gekoeld met schadelijke koudemiddelen (F-gassen). In de praktijk blijkt dat deze ... Verder Lezen
Voor de opleiding F-Gassen Categorie 2/warmtepompen geldt bij WasCollege vanaf het nieuwe jaar een subsidieregeling van 1.000,- euro. Het gaat ... Verder Lezen
In het vmbo kiezen steeds meer leerlingen voor een technische opleiding. Net als een jaar eerder groeide het aantal vmbo’ers met het profiel Produceren, Installeren, Energie (PIE). Dat is goed nieuws voor onze sector waarin we jong talent goed kunnen gebruiken. En nog beter nieuws is dat meiden steeds vaker de keuze maken voor een technische vmbo-richting. Op havo en vwo zien we nog steeds dat de belangstelling voor technische profielen afneemt.
We kunnen doemdenken en vooral de negatieve kant zien. En de reden hiervoor is er ook wel: de technieksector heeft op dit moment 20.000 openstaande vacatures. Maar laten we eerlijk zijn: de toenemende instroom in het vmbo is goed nieuws. We hebben als sector blijkbaar kunnen laten zien dat we een aantrekkelijk branche zijn die het verschil kan maken. Maar dat vraagt ook iets van de bedrijven. Een goede landingsplek in de organisatie, het voortdurende gesprek, oog hebben voor wensen van medewerkers, oog voor diversiteit. En dat kunnen we! Als we maar onze maatschappelijke rol combineren met goed werkgeverschap; zo kunnen we ervoor zorgen dat meer mensen en ook vooral meiden de weg naar de techniek vinden.
Kiezen voor de techniek is kiezen voor de toekomst van Nederland en kiezen voor een goede baan waar de vakmens sleutelpersoon is. Met of zonder diploma, dat kunnen we hebben. Krapte maakt creatief. We zien dat bedrijven de opleiding betalen van studenten. We zien dat de aanvullende arbeidsvoorwaarden worden aangepast op basis van persoonlijke wensen, zoals parttime werken en de inzet op een betere balans werk-privé. Oog hebben voor de persoon; dat is wat centraal staat. Waar we de flexibiliteit op de markt inzetten om te reageren op de wensen van de klant en maatschappij, moeten we die flexibiliteit ook inzetten voor mensen die in de sector willen werken. Innoveren als werkgever. Met alle uitdagingen van dien. Dat met elkaar delen is van groot belang. Want leren van elkaar is het begin van een nieuwe (sociale) innovatiegolf. En het feit dat we daar al midden in zitten, is goed nieuws. Ook al zijn er nog steeds veel vacatures.
Woningeigenaren staan voor de complexe taak om hun bezit te verduurzamen. Bij de omschakeling naar een duurzame energievoorziening zijn er ... Verder Lezen
Met de stijgende energieprijzen is heel Nederland aan het besparen geslagen, of wordt daartoe een poging gedaan. Informatie is hierbij ... Verder Lezen
In de Miljoenennota kondigde het kabinet aan om een tijdelijk prijsplafond in te stellen voor gas en elektriciteit om lastenverlichting ... Verder Lezen
Techniek Nederland is ontstemd dat de Raad voor Accreditatie en de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB) nog niet akkoord zijn gegaan met de mogelijkheid van koepelcertificering via CO-Keur. Hiermee dreigen honderden zzp’ers en kleine bedrijven zich niet op tijd te kunnen certificeren voor de Koolmonoxidewet die vanaf 1 april volledig in werking treedt. Dat vindt Techniek Nederland onacceptabel. Uit juridisch advies dat de brancheorganisatie heeft ingewonnen blijkt dat koepelcertificering met CO-Keur wel degelijk mogelijk zou zijn. Om de kwestie op te lossen vindt zo snel mogelijk spoedoverleg plaats met alle betrokken partijen.
Techniek Nederland ziet geen enkele reden waarom goedkeuring van CO-Keur nog niet wordt verleend. Koepelcertificering zoals CO-Keur is een vorm van certificering die zich al jaren heeft bewezen, onder meer bij energieadviseurs die energielabels verstrekken. CO-Keur levert daarnaast een minstens zo hoog veiligheidsniveau op als rechtstreekse certificering; de controle op uitgevoerde werkzaamheden is zelfs strenger.
Koepelcertificering uitstekende optie De installateurskoepel heeft inmiddels juridisch advies ingewonnen. Hieruit blijkt dat koepelcertificering via CO-Keur wel degelijk mogelijk is. Ook het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft steeds op het standpunt gestaan dat koepelcertificering voor zzp’ers en mkb’ers een uitstekende optie is mits een gelijkwaardig veiligheidsniveau wordt gewaarborgd.
Leden niet in de kou laten staan Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland: “Wij zetten alles op alles om zo snel mogelijk goedkeuring te krijgen voor CO-Keur. Wij gaan er daarbij nog altijd vanuit dat we in constructief overleg met alle betrokken partijen tot een oplossing kunnen komen. In het uiterste geval overwegen wij een juridische procedure. Wij laten onze leden die rekenen op certificering via CO-Keur niet in de kou staan.”
Koolmonoxidewet De Koolmonoxidewet die op 1 april in werking treedt volgt op aanbevelingen in het rapport ‘Koolmonoxide Onderschat en onbegrepen gevaar’ van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (november 2015). Uit dit rapport blijkt dat een groot deel van de ongevallen met koolmonoxide wordt veroorzaakt door het handelen of nalaten van handelen door installateurs. Ook blijkt uit dit rapport dat bestaande certificaten en erkenningen te weinig garantie bieden voor professionele aanleg en veilig onderhoud van installaties. Het wettelijk stelsel geeft bovendien invulling aan het advies van de Gezondheidsraad (juli 2019) over de gevaren van blootstelling aan lage concentraties koolmonoxide.
De Compress 5800i AW wordt het nieuwe paradepaardje van Nefit Bosch. Een compleet nieuwe range monoblock warmtepompen voor verwarming, koeling ... Verder Lezen
Vaillant is sinds kort de eerste fabrikant die in Nederland warmtepompen aanbiedt met een categorie 1 materialenpaspoort. Het materialenpaspoort is ... Verder Lezen
De warmtepomp is ’ongelofelijk veel’ vervuilender dan werd gedacht, meldt De Telegraaf op haar website. Uit nieuw onderzoek blijkt dat de milieubelasting zelfs zo zwaar is dat een huis met warmtepomp niet of nauwelijks binnen de regels van het Bouwbesluit gebouwd mag worden. Alleen dankzij een tijdelijke noodmaatregel is dit nog mogelijk, citeert de krant de onafhankelijke rekenmeester Nationale Milieudatabase (NMD).
NMD stelt de rekenmethode vast die bouwbedrijven hanteren om binnen de milieuregels van het Bouwbesluit te vallen. Voor alle onderdelen van een woning wordt de druk op het milieu bepaald, van CO2-uitstoot tot het effect op de ozonlaag.
In de knel Naar de warmtepomp zou nooit goed onderzoek zijn gedaan. Het koudemiddel en de elektronica waren nog niet in de milieudata verwerkt, legt NMD in De Telegraaf uit. Ook was de milieubelasting berekend met een type warmtepomp dat inmiddels niet meer representatief is voor de markt. NMD betoogt dat de warmtepomp eigenlijk veel zwaarder zou moeten meetellen in de berekening van de milieubelasting van een huis maar zegt niet precies hoeveel zwaarder. Wel zouden bouwers in de knel komen met milieuvoorschriften. Op basis van de geactualiseerde data is het voor de markt lastiger om een warmtepomp in een project toe te passen, aldus NMD.
Onvolledig beeld Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland benadrukt dat er geen enkele reden is om te twijfelen over de toepassing van warmtepompen. “De milieuscore geeft een onvolledig beeld. We moeten óók rekening houden met de energieprestatie van de warmtepomp over de gehele levensduur. Doe je dat, dan is en blijft de warmtepomp onomstreden.”
Integrale milieu- en energieprestatienorm nodig “De milieuscore geeft alleen de milieubelasting van materialen aan en laat de energieprestatie volledig buiten beschouwing”, aldus Terpstra. “Dankzij de warmtepomp verbruiken nieuwbouwwoningen helemaal geen aardgas meer en daalt de CO2-uitstoot met de helft. Daarmee leveren warmtepompen een onmisbare bijdrage aan het behalen van de klimaatdoelstellingen.” Wat betreft Techniek Nederland moet er een integrale milieu- en energieprestatienorm komen voor de gehele technische levensduur van apparaten en materialen. Op basis van zo’n norm is er volstrekt geen twijfel over de toepassing van warmtepompen.
Hergebruik materialen De milieuscore van warmtepompen houdt ook geen rekening met een aantal andere aspecten. Terpstra: “Veel materialen uit een warmtepomp worden al hergebruikt. Ze krijgen een tweede leven in een nieuwe warmtepomp of in een andere toepassing. Techniek Nederland intensiveert de komende tijd de inspanningen om samen met de fabrikanten grote stappen te maken naar circulariteit. Daarnaast is de innovatie van warmtepompen in volle gang. Apparaten worden steeds kleiner waardoor minder materialen nodig zijn om het apparaat te produceren. Wanneer een deskundige warmtepompinstallateur het systeem plaatst is de kans op weglekken van koudemiddelen vrijwel nihil. Bovendien passen steeds meer fabrikanten natuurlijke koudemiddelen toe.”
Schokkend John Mak, directeur bij stichting W/E adviseurs vindt het schokkend dat de recente levenscyclusanalyse (LCA) van een warmtepomp een ruim tien keer slechter resultaat geeft dan eerdere berekeningen. Hij vindt het wel goed dat inzicht is verkregen in de oorzaken van deze grotere milieubelasting, omdat dit fabrikanten zal aanzetten tot het verbeteren van hun producten door het veranderen van toegepaste materialen, een langere levensduur en mogelijk maken dat materialen te hergebruiken zijn. “Overigens zorgen veel installatiecomponenten die we in gebouwen gebruiken voor een relatief grote milieubelasting ten opzichte van veel andere bouwmaterialen en -producten”, zegt Mak. “Het ontwerpen van installatie-arme gebouwen is daarom een zinvolle strategie om de milieubelasting te beperken.”
Integrale benadering nodig Toch kunnen we warmtepompen niet zo maar slecht voor het milieu te noemen, denkt Mak. “In het gebruik zorgen ze voor het zeer efficiënt opwekken van warmte (en koude) die nodig is voor het verwarmen (en koelen) van gebouwen. Om een warmtepomp vanuit milieuoogpunt te beoordelen, is een integrale benadering nodig van zowel het energiegebruik in de gebruiksfase van een gebouw, als het materiaalgebruik in de levensduur van het gebouw.”
Parallel met zonnepanelen “Ik zie een duidelijke parallel met zonnepanelen, die ook voor een forse milieu-impact zorgen als alleen naar de effecten van het materiaalgebruik wordt gekeken”, vervolgt Mak. “Uit LCA’s van circa vijftien jaar geleden bleek zelfs meer dan de winst door opgewekte energie. Inmiddels is dat door verbeteringen van productieprocessen in het voordeel van zonnepanelen veranderd; ze leveren een grote positieve bijdrage aan het milieu als we energie- en materiaalgebruik samen beschouwen.”
Bereiken milieudoelen “Uiteindelijk gaat het om het bereiken van milieudoelen zoals die in het klimaat- en grondstoffenbeleid zijn gesteld”, besluit Mak. “Om daar beter dan nu op te sturen in het beleid, en het gemakkelijker te maken om goede keuzes te maken in de praktijk, is een integrale benadering van energie- en materiaalgebruik de oplossing.”
De Compress 5800i AW wordt het nieuwe paradepaardje van Nefit Bosch. Een compleet nieuwe range monoblock warmtepompen voor verwarming, koeling ... Verder Lezen
Vaillant is sinds kort de eerste fabrikant die in Nederland warmtepompen aanbiedt met een categorie 1 materialenpaspoort. Het materialenpaspoort is ... Verder Lezen
Kunstijsbanen en energieprijzen, daar is veel over te doen. Hoe zorg je ervoor dat ijsbanen snel verduurzamen, dat ze klimaatneutraal en energiezuinig worden? De KNSB breekt zich daar het hoofd over. Daikin, hoofdsponsor en specialist in koelen en verwarmen, denkt mee. “In 2040 moeten alle ijsbanen energieneutraal kunnen zijn.”
Op de vraag of het mogelijk is om in 2040 alle ijsbanen in Nederland energieneutraal te maken, antwoorden de Daikin-experts Alphons Stevens en Bauke Hulsebosch volmondig: Ja. “Zeker als er een dak op die ijsbaan zit”, zegt Hulsebosch. Stevens: “Voor bestaande bouw zal het wel lastig zijn, maar voor nieuwbouw moet dit kunnen. Zeker!” Ze geven wel eerlijk toe dat er op weg naar dat ideale plaatje ‘nog wat uitdagingen’ te overwinnen zijn.
Taskforce Maar daaraan wordt al hard gewerkt. Eind 2021 richtte de KNSB, samen met onder meer NOC*NSF en de Vereniging Kunstijsbanen Nederland, de Taskforce Verduurzaming IJsbanen op. Dat was voordat Poetin Oekraïne binnenviel. Als gevolg van die oorlog stegen de energieprijzen, wat ook de 22 kunstijsbanen in ons land raakt. Een versnelde verduurzaming van deze accommodaties, onmisbaar voor de schaatssport, blijkt ineens hard nodig. Het actieplan van de taskforce kwam geen dag te vroeg…
Hart voor het schaatsen Bij Daikin volgen ze dit verhaal op de voet. Het van oorsprong Japanse bedrijf, actief op het gebied van airconditioningsystemen, is sinds 2018 hoofdsponsor van de KNSB. “Wij hebben hart voor het schaatsen en de kennis in huis om echt mee te helpen aan het verduurzamen van ijsbanen”, zegt Edwin Hoogerwerf, Managing Director van Daikin Nederland. “We denken graag mee, om ervoor te zorgen dat de schaatssport in Nederland kan blijven bestaan.”
Ervaring Met name bij de Italiaanse tak van Daikin bestaat al ruime ervaring met ijsbanen. Dochterbedrijf Zanotti was betrokken bij de bouw van meer dan 25 ijs(hockey)stadions. Het leverde onder meer de koelinstallaties voor ijshockey- en curlinghal bij de Winterspelen van Turijn in 2006. Later volgden grote stadions in onder meer Astana (Kazachstan), Minsk (Wit-Rusland) en Moskou (Rusland). Daikin levert ook de vriesinstallaties voor mobiele ijsbanen, bijvoorbeeld van Disney on Ice. Het bedrijf is geen aannemer die stadions bouwt, maar zorgt binnen die gebouwen wel voor de installaties die het ijs maken en de lucht behandelen.
Totaaloplossing “We praten het liefst over het hele complex”, zegt Bauke Hulsebosch, Manager Consulting Sales bij Daikin. “Het gaat om koelen, verwarmen, ventileren en wat ook belangrijk is: monitoren en regelen. De totaaloplossing moet energetisch zijn: wat voor energie gebruik je en wat doe je ermee? En het moet passen bij de situatie. Daar zit per ijsbaan wel verschil in.” Dat laatste is helemaal waar: alle 22 ijsbanen in Nederland hebben een compleet andere (energie)huishouding. De ene is al best ver met het verduurzamen van zijn installaties, bij de andere staat dit proces nog in de kinderschoenen.
Betrokken Daikin maakt geen deel uit van de Taskforce, maar is wel betrokken bij diverse werkgroepen. Het bedrijf geeft cursussen aan ijsmeesters en adviseert sommige ijsbanen om het proces van verduurzaming in gang te zetten. “We raken steeds meer bij de ijsbanen betrokken, en dan vooral op de vraag hoe verduurzaamd kan worden”, vertelt Alphons Stevens, Manager SBU Applied bij Daikin (SBU staat voor strategische business unit). “Een grote aannemer kijkt bouwkundig mee, wij doen de energetische kant.”
Simpel verhaal De energiehuishouding van een ijsbaan is ingewikkeld en voer voor specialisten. Maar als je het terugbrengt tot de kern is het best een simpel verhaal, vertelt Hulsebosch. “Je maakt ijs, dat is bevroren water, en voor die vriesinstallatie heb je energie nodig: gas of elektra. Om het ijspakket in stand te houden, moet je blijven vriezen. Om sporters en publiek een beetje aangenaam in de hal te laten vertoeven, moet je de lucht binnen verwarmen. Als je een slim systeem hebt, benut je daarvoor… de warmte die vrijkomt bij het ijs maken.”
Benutten van restwarmte Hulsebosch: “Denk maar aan je koelkast thuis: die is van binnen koud en aan de achterkant warm. Energie gaat nooit verloren. Bij het maken van ijs, ofwel het koelen van water, komt warmte vrij. Daar kun je wat mee.” Dit is natuurlijk geen nieuwe ontdekking. Zo zijn er voorbeelden van ijsbanen die al gekoppeld zijn aan zwembaden. Met de warmte die vrijkomt bij het ijsmaken wordt het zwemwater op een aangename temperatuur gebracht. Toch zijn zulke combinaties meer uitzondering dan regel. Het benutten van de restwarmte kan nog veel verder worden doorgevoerd.
Nul CO2-uitstoot In Alkmaar zetten ze al grote stappen bij sportcomplex De Meent. Daar wordt groene energie opgewekt, onder meer via een grote massa zonnepanelen, waarop de koelmachines draaien. De ijsbaan levert zijn restwarmte aan de aangrenzende sporthal, wielerbaan en andere gebouwen. Op termijn zorgt dit complex voor nul CO2-uitstoot en levert het dus zelf opgewekte energie aan zijn directe omgeving. Hulsebosch: “Dit is een voorbeeld van zo’n moderne ijsbaan die straks geen energieslurper meer is, maar juist onderdeel van een energieneutraal gebouw, ENG in vakjargon, die zelfs restwarmte aan de omgeving levert.”
Energieneutraal “Een ijsbaan ENG maken, ofwel energieneutraal krijgen, dat is heel goed mogelijk”, zegt Stevens. “Als je een goede schil neerzet, een slim gebouw, dan kun je het daarbinnen met de koelmachines en luchtbehandelingskasten heel goed energieneutraal maken. Als we nu naar de tekentafel gaan, zou dat bij wijze van spreken volgende week al kunnen.”
Combinatie Hulsebosch: “Maar dan moet alles er omheen ook kloppen. De apparatuur is er nu al geschikt voor en die ontwikkelt zich nog verder door. Maar stand alone een ijsbaan neerzetten moet je niet meer doen. Je zult altijd een combinatie moeten maken: liefst bouw je een ijsbaan in combinatie met een zwembad, met daarbij ook woningen en/of kantoren. Plaats daar zonnepanelen en een windmolen bij en maak een gesloten circuit, waarin je de restwarmte van de ijsbaan benut voor die woningen/kantoren. Die maken ook dat het totale complex geld oplevert. Dit verhaal klinkt eenvoudig en dat is het eigenlijk ook. Wij zijn klaar voor de toekomst.”
Water door de Maas De mannen van Daikin beseffen dat er nog wel wat water door de Maas zal stromen, voordat deze ideale ijsbaanwereld is gerealiseerd. Het bouwen ervan, of het omtoveren van bestaande banen tot zulke multifunctionele gebouwen, dat kost (vele) jaren en is afhankelijk van politiek draagvlak en particulier initiatief. In de tussentijd is het, zeker nu de energiemarkt ongewis blijft, noodzaak om in de dagelijkse bedrijfsvoering al besparingen te realiseren. Hulsebosch: “De overheid adviseert om thuis de thermostaat van de cv een graadje lager te zetten. Ook bij ijsbanen kun je kijken hoe je je energiegebruik kunt terugdringen.”
Deken over het ijs Een ijsbaan die restwarmte van de koelmachine nog gewoon ‘affakkelt’, ofwel de buitenlucht in blaast, is eigenlijk niet meer van deze tijd. Moeten banen nog wel open zijn van begin oktober tot eind maart? Kan het ijs toe met iets minder harde koeling? Zijn er ook technische aanpassingen die energiegebruik kunnen besparen? Stevens: “We bekijken nu samen met een aannemer ook de mogelijkheid om ’s nachts, als er niet geschaatst wordt, een soort deken over het ijs te leggen. Daarmee voorkom je dat kou weglekt naar de lucht in de hal. Je hebt minder energie nodig om je ijspakket dik genoeg te houden en het kost je ook minder energie om de hal te verwarmen.”
Coole ijsbanen Zo zijn er nog tal van besparingen te bedenken, waarmee niet alleen Daikin bezig is, maar waaraan ook vanuit de Taskforce Verduurzaming IJsbanen hard wordt gewerkt. Op het hoofdkantoor van de KNSB-hoofdsponsor in Capelle aan den IJssel blijven ze nauw betrokken bij die ontwikkelingen.
Hulsebosch: “Wij praten niet alleen over die koelmachine, warmtepomp of luchtbehandelingskast, maar over totaaloplossingen. Wij praten over geconditioneerde lucht: koelen, verwarmen en ventileren. In feite verkopen we lucht: geen gebakken lucht, maar aangename lucht. En dus ook ijs. We zorgen voor frisse scholen, gezonde kantoren en ook coole ijsbanen.”
Managing director Edwin Hoogerwerf: “Maar als er op korte termijn niks gebeurt, weten we zeker dat er ijsbanen afvallen. Dat moeten we met zijn allen zien te voorkomen, daarom is dit proces van verduurzaming zo belangrijk. Het liefst realiseer je er zelfs nog een paar ijsbanen bij.”
BouwBeurs 2023 heeft afgelopen week ruim 67.000 bezoekers getrokken. Bouwprofessionals reisden af naar Koninklijke Jaarbeurs om de ruim 650 exposanten verspreid over zes beurshallen te bezoeken. Met het thema ‘Samen bouwen aan de toekomst’ stond de vakbeurs volledig in het teken van circulariteit, industrialisering en digitalisering.
Joyce van de Hoef, beursmanager: “We kijken terug op een fantastische week veel mooie innovaties, goede gesprekken en nieuwe initiatieven zoals het allereerste Transitiediner, de BouwBeurs Awards en de Ladies Lunch. Daarnaast lanceerde Jaarbeurs de Bouw & Installatie Hub met de resultaten van de nieuwe monitor over wat er leeft in de bouw- en installatiesector.”
Twee op de vijf installateurs te laat betrokken bij bouwproces De eerste Bouw en Installatie Monitor betrof een onderzoek onder bijna 3.000 respondenten naar hun mening over prangende kwesties in de bouw- en installatiemarkt. Zo geeft driekwart van de respondenten aan te lijden onder personeelstekort. Dit komt de kwaliteit in de bouw niet ten goede. Joyce van de Hoef: “Voornaamste commentaren zijn het gebrek aan vakkennis op de bouwplaats, te weinig instroom van jonge collega’s en de communicatieproblemen met buitenlandse arbeidskrachten. Ook blijkt uit de monitor dat twee op de vijf installateurs te laat aan tafel zitten in het bouwproces. Kwalitatief goed en duurzaam bouwen vergt een goed samenspel tussen alle disciplines. Belangrijk dus dat installateurs op tijd aan tafel zitten in het bouwproces.”
‘Circulair bouwen’ speelt meer bij ontwerp & advies dan bij bouw en installatie BouwBeurs 2023 stond volledig in het teken van circulariteit, industrialisering en digitalisering. In 2050 wil de overheid de hele bouw circulair laten werken. Uit de Monitor blijkt dat meer dan de helft van de respondenten momenteel werkt aan projecten rond circulair bouwen. Van de Hoef: “Dit geldt wel meer in de sector ontwerp & advies dan bij de bouw- en installatiesector zelf. Ook de leveranciers die de circulaire materialen moeten leveren zijn er flink mee bezig.”
Zo’n 7 miljoen woningen moeten voor 2050 verduurzaamd worden om zo CO2– en energieneutraal te zijn. De eenvoudigste oplossing om geheel of gedeeltelijk van het gas af te gaan, is de cv-gasketel te vervangen. Voor de meeste woningbezitters is de lucht/water-warmtepomp het beste, zo concludeert Nico de Boer van ingenieurs- en adviesbureau DGMR.
De lucht/water-warmtepomp kent eigenlijk geen nadelen. Dit type is goed te combineren met andere installaties en is toepasbaar op vrijwel alle afgiftesystemen. Het rendement voor de woningbezitter is relatief hoog. En deze warmtepomp is (betaalbaarder) dan een bodem-water- of water-waterwarmtepomp. Deze conclusie trekt de huidige technisch specialist bij DGMR, nadat hij voor zijn afstudeeronderzoek vijf opties naast elkaar zette. Hij brengt zijn bevindingen nu samen in de whitepaper ‘Een warmtepomp voor iedereen’.
Koudemiddel Omdat een warmtepomp gebruik maakt van een koudemiddel vergelijkt Nico ook drie verschillende typen koudemiddelen. Het zogenoemde Global Warming Potential (GWP) bepaalt de hoogte van het broeikaseffect en heeft invloed op de CO2-kosten. De meest duurzame keuze die installateurs en gebruikers kunnen toepassen, is het koudemiddel R-290. Het heeft een hoog rendement en een laag GWP, waardoor de CO2-kosten ook laag uitvallen. Dit middel heeft de minste impact op het milieu.
De whitepaper is te downloaden via de website van DGMR.
Verduurzamingsstart-up hoomie en softwarebedrijf Heat-Box zijn een samenwerking aangegaan om sneller een betrouwbare warmteverliesberekening te kunnen maken. Om een huis goed warm te krijgen met een warmtepomp, is het namelijk belangrijk om vooraf te bepalen wat het vermogen van de warmtepomp moet zijn. Bestaande methoden om een warmteverliesberekening te maken hebben de nodige beperkingen, aldus . algemeen directeur Paul Willems van hoomie.
“Het maken van een warmteverliesberekening is op dit moment tijdrovend en duur, of niet 100% betrouwbaar”, vertelt Willems. “Daarom hebben wij ervoor gekozen het beste van de bestaande methoden te combineren en de berekening automatisch te laten maken.”
Realistische schatting Hiertoe is de software van Heat-Box geïntegreerd in de eigen software van hoomie. “Het grote voordeel hiervan is dat de consument die een warmtepomp wil laten installeren al in een vroeg stadium een realistische schatting van zijn investering krijgt, met daarbij wat hij naar verwachting zal besparen op zijn energieverbruik. Zo kan hij een weloverwogen keuze maken tussen de verschillende mogelijkheden.”
Tijdsbesparing Ook voor hoomie zelf heeft de integratie met de software van Heat-Box grote voordelen. “Voorheen maakten we de warmteverliesberekening in een separaat proces. Nu besparen we veel tijd en kunnen we de berekening ook met één druk op de knop opnieuw maken als we ons voorstel willen aanpassen. Dat is essentieel om te kunnen opschalen.”
Gemak Voor Heat-Box was het de eerste keer dat de software van Heat-Box geïntegreerd werd in de software van een samenwerkingspartner. CEO Joris Bracke van Heat-Box: “Wij zijn erg blij met de samenwerking met hoomie. Nu kunnen installateurs met nog meer gemak profiteren van onze rekentools.”
Om de energietransitie te doen slagen is personeel nodig. Met name technische vakmensen kunnen de komende decennia het verschil maken, maar er is een tekort. Energiebedrijf Zonneplan vroeg daarom aan een panel van duizend werkende Nederlanders of zij weleens nadenken over een overstap naar werk in een andere sector. Twee op de drie gaven aan dat dit inderdaad het geval is. Meer dan de helft zegt bovendien veel waarde te hechten aan maatschappelijk relevantie in hun werk.
Mannen zeggen in het onderzoek van Zonneplan iets meer bezig te zijn met een carrièreswitch dan vrouwen. 9 procent van de mannen denkt hier zelfs elke dag over na, tegen 6 procent van de vrouwen, terwijl het percentage mannen dat zegt er nooit mee bezig te zijn 35 procent is en onder vrouwen 38 procent. Jongeren (18-34 jaar) zijn vaker bezig met een overstap (76 procent) dan ondervraagden in de leeftijdscategorieën 35-49 jaar (67 procent) en 50-65 jaar (49 procent). Daarnaast valt op dat liefst 86 procent van de ondervraagden werkzaam in de sector ‘Media en communicatie’ weleens nadenkt over een switch. Ook de sector ‘Handel en dienstverlening’ scoort met 74 procent relatief hoog. Werknemers actief in de sector ‘Justitie, veiligheid en openbaar bestuur’ zijn hier met 53 procent juist het minst mee bezig.
Maatschappelijk relevant werk Een belangrijke reden om verder te kijken op de banenmarkt is voor veel Nederlanders het gemis van maatschappelijke meerwaarde in hun huidige baan. David Venderbos, recruiter bij Zonneplan, merkt dit de laatste jaren veel in de sollicitatiegesprekken die hij voert. “Ik spreek bijvoorbeeld veel zij-instromers die momenteel actief zijn als productiemedewerker en dat stukje toegevoegde waarde missen. Of denk aan automonteurs. Hun werk wordt steeds meer overgenomen door computers. Ook pakketbezorgers en winkelmedewerkers die bij ons solliciteren noemen vaak het missen van een daadwerkelijk doel in hun werk als argument om de overstap naar werken in de energietransitie te maken.”
Van de duizend Nederlanders die Zonneplan ondervroeg gaf 8,5 procent aan dat zij maatschappelijke relevantie het allerbelangrijkst vinden bij het zoeken van een nieuwe baan. Belangrijker nog dan het salaris dus. Bijna de helft - 46,1 procent - zegt dit belangrijk te vinden, mits het salaris ook in orde is. Bijna een derde stelt dat dit sociale aspect mooi meegenomen is, maar dat er meerdere andere factoren van groter belang zijn. Voor 14,2 procent doet maatschappelijke meerwaarde er in het geheel niet toe. Verder stelt ruim een kwart van de ondervraagden dit maatschappelijke aspect in de afgelopen vijf jaar belangrijker te zijn gaan vinden. Zo’n 11 procent zegt juist het tegenovergestelde te voelen, terwijl voor de meerderheid - 62 procent - dit niet veranderd is.
ISSO heeft de publicatie NTR 3216 Riolering van bouwwerken herzien. De kennis in deze nieuwe versie is geactualiseerd op basis van relevante ontwikkelingen in de maatschappij en techniek. ISSO-publicatie 3216 geeft richtlijnen voor het ontwerpen, realiseren en beheren van afvoersystemen voor hemelwater en huishoudelijk afvalwater (of vergelijkbaar) van bouwwerken.
In de publicatie zijn verschillende ontwikkelingen meegenomen die in de installatiepraktijk van nu dagelijks aan de orde zijn. Een belangrijke verduidelijking is aangebracht in de wijze waarop noodoverstorten van hemelwaterafvoersystemen op juiste wijze moeten worden gemaakt, vooral wanneer deze als UV-systeem worden uitgevoerd. Verder beschrijft de nieuwe publicatie dat het volgens WB 5:52 niet is toegestaan om hemelwater via een naburig perceel te lozen. Dit zal veel invloed hebben op de uitvoering van HWA-systemen. Denk aan doorlopende dakgoten bij rijtjeshuizen, waarin de installateur bijvoorbeeld separatieschotten moet zetten. Daarnaast zijn er nieuwe inzichten op het gebied van waterlagen op de daken verwerkt – in het bijzonder van begroeide daken. Deze inzichten staan ook al beschreven in het TVVL en Techniek Nederland-rapport ST-49 ‘Waterlagen op platte daken en het veranderende klimaat’.
Drukte op daken Verder ontstond vanuit de markt de behoefte aan onder meer een verduidelijking van situatieschetsen voor de uitmondingen van ontspanningsleidingen. Dit vraagstuk wordt steeds urgenter, mede door de drukte op (multifunctionele) daken. In het geval van zonnepanelen kunnen de ontspanningsleidingen worden belemmerd of afgedekt. Dat kan weer leiden tot stankoverlast en aanverwante gevaren. Ook deze scenario’s staan in de herziene publicatie beschreven.
De herziene ISSO-publicatie 3216 is beschikbaar op kennisplatform ISSO Open.
De Compress 5800i AW wordt het nieuwe paradepaardje van Nefit Bosch. Een compleet nieuwe range monoblock warmtepompen voor verwarming, koeling en warmwaterbereiding, voor zowel nieuwbouw als renovatie. De warmtepomp draait op het natuurlijke koudemiddel R290, oftewel propaan. Volgens de fabikant is de nieuwe lijn nog stiller dan haar stilste warmtepomp tot nu toe. De nieuwe warmtepompen zullen voor aanvang van het komende stookseizoen worden geïntroduceerd maar zijn al te zien op de Bouwbeurs.
De Compress 5800i AW is de eerste van een reeks nieuwe warmtepompen van Nefit Bosch die gebruikmaken van propaan (R290). Dit natuurlijke koudemiddel, waarvan het circuit van de warmtepomp minder dan een kilogram bevat, kent een aardopwarmingsvermogen (Global Warming Potential) van 6, wat vele malen lager is dan dat van de tot nu toe gangbare koudemiddelen.
Hoge temperatuur De nieuwe warmtepomp maakt hoge aanvoertemperaturen mogelijk. Voor de Compress 5800i AW is de maximale aanvoertemperatuur 75°C. De warmtepomp is dan ook geschikt is voor zowel nieuwbouw als bestaande verwarmingssystemen met conventionele radiatoren. De Compress 5800i AW kan warm tapwater leveren tot 75°C.
Geruisloos De Compress 5800i AW wordt ook meteen de stilste warmtepomp van Nefit Bosch. Op een afstand van drie meter bedraagt het geluidsdrukniveau van de 5 kW-variant 28,5 dB(A), zo goed als onhoorbaar. Daarmee is de nieuwe lijn nog stiller dan de tot nu toe stilste warmtepomp van Nefit Bosch, de Compress 7400i. Deze kwam in de meest recente warmtepomptesten van de Consumentenbond (2020 en 2021) als ‘stilste hybride’ naar voren en is ook leverbaar als all-electric variant.
BENG/NTA8800-proof De Compress 5800i AW-serie omvat twee typen buitenunits in vijf vermogensklassen van 4 tot 12 kW. Alle varianten hebben een energielabel A+++ en een hoge COP, tot 4,85 bij A7/W35. Qua binnenunit kan worden gekozen voor een compacte wandhangende uitvoering of een Tower-variant met onder andere een geïntegreerde warmwatervoorraad.
Installatievriendelijk Installateurs hebben geen F-gassencertificering nodig om Compress 5800i AW units te installeren. De buitenunits zijn vrij te plaatsen tot 25 meter afstand van de binnenunit. Middels een optionele internetmodule kan de binnenunit worden verbonden met het Internet. Bediening en beheer op afstand zijn mogelijk via het installateursplatform van Nefit Bosch, HomeCom Pro.
Bijzondere variant Een bijzondere variant van de nieuwe monoblock-lijn is de specifiek voor de Nederlands markt ontwikkelde all-electric dakwarmtepomp, de Compress 5800i AWR, waarbij de R staat voor ‘roof’. Bij uitstek geschikt voor grote renovatieprojecten met alle voordelen van de 5800i-serie. De productie van deze variant start later dit jaar in Deventer.
Marktintroductie De marktintroductie van de nieuwe serie monoblock luchtwarmtepompen staat gepland voor het derde kwartaal van 2023. Naast de Bosch Compress 5800i AW blijven de Nefit EnviLine Monoblock warmtepompen in het leveringsprogramma van Nefit Bosch.
Daarnaast introduceert Nefit Bosch een omvangrijke serie nieuwe warmtepompen voor de utiliteit met maar liefst 80 varianten in 10 vermogensklassen: de Compress 3000 AWP. Deze lucht/water warmtepomp is geschikt voor zowel nieuwbouw, als voor verduurzaming van bijvoorbeeld gestapelde woningbouw, kantoren, winkel- en bedrijfsruimtes en zorginstellingen. De serie maakt zowel all-electric, als hybride oplossingen mogelijk en wordt in het tweede kwartaal van 2023 geïntroduceerd.
In uiteenlopende vermogens van 16 tot en met 89 kW in tal van configuraties biedt de Compress 3000 AWP een oplossing op maat voor de meest uiteenlopende situaties in het zakelijke segment voor kleine en middelgrote vermogens. In totaal zijn 80 varianten leverbaar in 10 vermogensklassen. Er zijn drie verschillende chassis, steeds gebaseerd op hetzelfde basisconcept. Voor de (zeer) grote vermogensvraag biedt de nieuwe serie een schaalbare oplossing. Tot 16 units kunnen in cascade worden opgesteld, goed voor een maximaal vermogen van maar liefst 1.440 kW.
Full Inverter technologie De inverter-aangedreven compressor draagt bij aan de prestaties van de Compress 3000 AWP. De warmtepomp heeft een SCOP tot 4,41 en energie-efficiëntieklasse A++. De hoge aanvoertemperatuur tot 60°C biedt flexibiliteit bij verduurzamingsprojecten, zowel gasloos, als hybride.
Installatiegemak De Compress 3000 AWP kent geen binnenunit en is eenvoudig te installeren en in te regelen. Het ontwerp voorziet in goede toegankelijkheid bij onderhoudswerkzaamheden. De garantietermijn is vijf jaar wanneer de warmtepomp door een servicetechnicus van Nefit Bosch in bedrijf gesteld wordt.
Marktintroductie De marktintroductie van de Compress 3000 AWP is voorzien voor het tweede kwartaal van 2023. Naast de Compress 3000 AWP, heeft Nefit Bosch Compress 5000 AW warmtepompen voor de grote vermogensvraag tot 150 kW.
Vanmorgen heeft minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening BouwBeurs 2023, het grootste bouwevent van Nederland, officieel geopend. De Jonge noemde het gebrek aan locaties het grootste probleem voor de kolossale woningbouwopgave. Daarnaast lanceerde Koninklijke Jaarbeurs de Bouw & Installatie Hub: een online kennisplatform met als doel professionals in de bouw- en installatiebranche samen te brengen, te verbinden en duurzame groei in de sector te versnellen. Ook zijn de winnaars van de BouwBeurs Awards bekendgemaakt. BouwBeurs staat vanaf vandaag tot en met vrijdag 10 februari in het teken van circulariteit, industrialisering en digitalisering.
Minister Hugo de Jonge ging in op de gigantische woningbouwopgave die er ligt: er zijn 900.000 nieuwe woningen nodig tot 2030. Volgens De Jonge is dit aantal echt nodig om het huidige tekort van 300.000 woningen aan te pakken en bij te bouwen voor mensen die er nog bij komen in Nederland. “Dit is het realistische getal waarvoor we aan de lat staan”, aldus de minister. Dat het niet makkelijk is om dit aantal te realiseren erkent de minister, maar hij gaf aan niet te opteren voor de weg van de minste weerstand door dan maar minder te bouwen.
Online platform Bouw & Installatie Hub
Jeroen van Hooff, CEO Koninklijke Jaarbeurs: “Jaarbeurs is het middelpunt van de Bouw & Installatie sector en organiseert al jarenlang de vakbeurzen BouwBeurs en VSK. De laatste jaren zien we dat onder invloed van de verduurzaming en de energietransitie bouw en techniek steeds verder in elkaars richting groeien, verbonden raken. Gebouwen worden complexer en technischer, wat vraagt om meer samenwerking in een eerder stadium. Om deze samenwerking te versterken en duurzame groei te versnellen heeft Jaarbeurs de Bouw & Installatie Hub in het leven geroepen; een online platform met ruim 300.000 profielen, een open community, met content vanuit leveranciers, media, kennisinstellingen, overheid en brancheorganisaties. Een platform gericht op beslissers en influencers; een plek waar kennisdelen, verbinden en elkaar ontmoeten centraal staat, 365 dagen per jaar.”
Prangende kwesties Vanaf vandaag is op de Hub de eerste Bouw en Installatie Monitor te vinden. Een onderzoek onder bijna 3.000 respondenten naar hun mening over prangende kwesties in de bouw- en installatiemarkt. Uit dit onderzoek blijkt dat de branche zelf sceptisch is over de door minister Hugo de Jonge genoemde opgave. Veel genoemde bezwaren zijn stijgende rente, personeelstekort, slepende procedures en stijgende prijzen van bouwmaterialen. Daarnaast springt het gebrek aan personeel eruit als het thema waar de markt zich zorgen over maakt.
Winnaars BouwBeurs Awards De eerste BouwBeurs Awards werden uitgereikt voor innovaties in de sector. De jury koos de winnaars uit negen inzendingen in drie categorieën: Circulariteit, Slim & Efficiënt en Vakmensen. De jury, bestaande uit Teun Schröder, Marjet Rutten, Margo Caspers, Dennis Koster en Martijn Carlier, bekroonde onder andere de ComfoVar Aero ventilatieoplossing van Zehnder Group Nederland. De jury heeft de winnaars gekozen uit negen inzendingen in drie categorieën: Circulariteit, Slim & Efficiënt en Vakmensen.
Foto: Minister Hugo de Jonge en Jeroen van Hooff CEO Koninklijke Jaarbeurs openen BouwBeurs
De vijf technische branches en werkgeverskoepels achter het Aanvalsplan Techniek zijn zeer positief over de begin februari gepresenteerde maatregelen van het kabinet om te zorgen voor meer groene banen in de techniek. Hun in november gepresenteerde plannen zijn een cruciaal onderdeel van de nieuwe aanpak van het kabinet om het tekort aan technici terug te dringen, blijkt uit de vandaag verzonden Kamerbrief.
Met het Actieplan Groene en Digitale banen wil het kabinet onder meer zorgen dat een tekort aan technici er niet toe leidt dat het doel om de uitstoot van broeikasgassen met 55-60% te reduceren in 2030 in gevaar komt. Ook moet het plan meer dan 1 miljoen ICT-geschoolden in 2030 opleveren. De nieuwe aanpak van het kabinet loopt tot 2030 en bevat stevige maatregelen.
Cruciaal Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland: “Het groene banenplan is cruciaal voor de technieksector én voor de energietransitie. We hebben veel meer technische vakmensen nodig om alle warmtepompen en zonnepanelen te installeren. Innovatieve energietechniek wordt bovendien steeds digitaler. We zitten dus óók te springen om ict’ers die nodig zijn voor een productiviteitsstijging in de branche en een versnelling van de verduurzaming.”
Verdubbeling investering In november vorig jaar presenteerde Techniek Nederland met vier andere branches en de werkgeverskoepels het Aanvalsplan Techniek aan het kabinet. Terpstra ziet een groot deel van die voorstellen terug in het groene banenplan. “De brancheorganisaties zijn bereid de komende tien jaar 500 miljoen euro te investeren, het kabinet verdubbelt dat bedrag. Daarmee kunnen we het tekort aan technici écht gaan aanpakken en de maatschappelijke uitdagingen voor ons land aangaan.”
Positief De ministers van Economische Zaken en Klimaat, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onderwijs zijn in hun brief positief over het Aanvalsplan Techniek dat de technische branches Techniek Nederland, Bouwend Nederland, Metaalunie, FME en WEENB samen met de werkgeverskoepels in november presenteerden aan het kabinet. Uitvoering van het Aanvalsplan moet onder meer zorgen voor meer arbeidsbesparende (proces)innovaties, een cultuurverandering in de techniek met meer aandacht voor behoud van technici, 1.000 extra hybride docenten en een compleet nieuw arbeidsmarktsysteem om mensen te laten instromen en behouden (de zogeheten Gouden Poort). Een 10-jarig leer-, werk- en inkomensperspectief moet de techniek bovendien nog aantrekkelijker maken.
Gemiste kans De coalitie vindt het buitengewoon goed nieuws dat het kabinet de investeringen van de brancheorganisaties voor het Aanvalsplan wil verdubbelen. ‘Niemand kan dit probleem alleen oplossen. Dit vraagt nauwe samenwerking tussen ondernemers, overheden, onderwijsinstellingen en vakbonden.” De organisaties vinden het een gemiste kans dat er weinig aandacht is voor introductie van een succesvolle vakkrachtenregeling zoals Duitsland die heeft. Zeker ook omdat het volgens het kabinet steeds lastiger wordt om technici uit andere Europese landen te verleiden om in Nederland te werken. Ook in andere landen is namelijk sprake van schaarste aan technici en vergrijzing.
Vaillant is sinds kort de eerste fabrikant die in Nederland warmtepompen aanbiedt met een categorie 1 materialenpaspoort. Het materialenpaspoort is opgesteld op basis van een uitgebreide levenscyclusanalyse (LCA) om de milieu-impact te meten en is onafhankelijk getoetst. Hiermee bereidt Vaillant zich voor op de Nederlandse ambitie om in 2050 een volledig circulaire economie te bereiken.
Een materialenpaspoort bevat gedetailleerde informatie over onder andere de kwaliteit, herkomst en duurzaamheid van materialen en producten. Het geeft daarmee inzicht in de materiële, circulaire en financiële (rest)waarde van een gebouw. De som van alle gebruikte materialen in een bouwproject vertaalt zich in een score; de Milieu Prestatie voor Gebouwen (MPG). Nieuwe gebouwen in Nederland zijn gebonden aan de MPG. Het gevalideerde meetinstrument drukt in een cijfer uit wat de belasting van het gebouw (of een compleet project) is op het milieu. Sinds 2021 mocht de MPG maximaal 1,0 zijn, sinds juli 2021 is dat nog maar 0,8 en nieuwe gebouwen mogen in 2030 slechts 0,5 scoren.
Interessante keus voor projecten De aroTHERM split en plus lucht-water warmtepompen hebben nu dus een categorie 1 materialenpaspoort. Dat wil zeggen dat de producten dermate duurzaam zijn, dat ze 30 tot maximaal 50 procent minder bijdragen aan de MPG-score dan warmtepompen uit categorie 3. Dat maakt de aroTHERM split en plus een interessante keuze voor projectontwikkelaars en aannemers, omdat de producten minder zwaar op de MPG drukken dan alternatieven in de markt. De lucht-water warmtepompen worden opgenomen in het Madaster en de Nationale Milieudatabase (NMD), waarin onafhankelijk milieudata van bouwproducten worden verzameld.
Meedenken in het voortraject “We willen meegaan met de tijd, we kiezen voor toekomstbestendigheid en daar horen een LCA en materialenpaspoort bij”, aldus Matthijs Westerhof, Business Manager warmtepompen bij Vaillant. Door dit materialenpaspoort wordt duidelijker wat de impact van het product is en waar de verbeteringen in het productieproces zitten. Daardoor kun je er in de toekomst beter op sturen. Wij hebben hiermee dus een mooie stap gezet om in het voortraject van de bouw te kunnen meedenken en werken aan de verduurzaming van deze wereld.”
Triple Solar, uitvinder van de PVT-warmtepomp en bijbehorende PVT-warmtepomppanelen, heeft met pensioenfonds ABP een belangrijke nieuwe aandeelhouder aangetrokken om ook ... Verder Lezen
Over drie jaar, vanaf 2026, zijn huiseigenaren bij vervanging van hun cv-ketel verplicht om een duurzamere optie te kiezen. Dat kan een hybride of een volledig elektrische warmtepomp zijn. De consument lijkt echter niet te wachten op die verplichting: in 2022 werden er ruim 100.000 geplaatst, een toename van 37 procent in vergelijking met 2021. Waar gaan deze ontwikkelingen naartoe? In gesprek met Peter van Gameren, bestuurslid van de Vereniging Warmtepompen en directeur bij Itho Daalderop.
De coalitie HR-Hybride bestaat uit Techniek Nederland, Vereniging Warmtepompen, Natuur en Milieu en Netbeheer Nederland. HR-Hybride pleit voor de plaatsing van minimaal 1 miljoen hybride warmtepompen tot 2030. Dit moet een besparing opleveren van 1,3 tot 2,6 megaton CO2. Zo’n besparing is een substantiële bijdrage aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord en de aangescherpte CO2-eisen van 55% van de Europese Unie.
Bewust Is de toename van het aantal hybride warmtepompen alleen een kwestie van energieprijzen? Van Gameren is helder: “Nee. We zien dat de consument bewuster wordt van de impact van fossiele brandstoffen. Het klimaat komt elke dag wel terug in het nieuws. En vooral ook dat je zelf het verschil kan maken. Als dan ook de overheid, zoals nu, bewustwording voedt met extra ondersteuning om een duurzame keuze te maken… Ja, dan zijn de voorwaarden optimaal. Ik denk echt dat we gaan terugkijken op deze jaren als het moment waarop we de bestaande woningen toekomstproof hebben gemaakt, oftewel duurzaam. Het jaar 2022 is nog maar het begin.”
Mooie oplossing Natuurlijk lagen er al de plannen voor aardgasvrije woonwijken. Maar juist met de hybride warmtepomp kunnen de woonwijken die voorlopig niet aardgasvrij worden, een mooie oplossing worden geboden. In een later stadium kunnen deze woningen alsnog aardgasvrij worden gemaakt. “Maar laten we tot die tijd de CO2-uitstoot zoveel mogelijk beperken”, vertelt Van Gameren. “Dan profiteert de huizenbezitter of huurder bovendien direct van een lagere energierekening. En die bewustwording en verantwoordelijkheid zien we ook steeds meer bij woningcorporaties en projectontwikkelaars.”
Nieuwbouw Naast de bestaande bouw is er ook nog de nieuwbouw, vervolgt Van Gameren. “Daar zien we eigenlijk dat het al de gewoonte is om te kiezen voor de duurzame optie. Maar tegelijkertijd is er in de nieuwbouw mede door de stikstofcrisis een achterstand. Het aantal nieuwe woningen blijft dus achter en projecten worden uitgesteld. Tijdelijke huisvesting groeit. En ook hier hebben we als producenten een rol!”
Vakmensen Uiteindelijk ligt de weg naar verduurzaming bij de vakmensen zelf. Zijn deze er voldoende? Van Gameren: “Daar moet je goed over nadenken. Zo hebben we bij mijn bedrijf met standaardisatie geprobeerd een duidelijk werkproces voor de installateur in te richten. Dit werkproces roept geen drempels op en is daarnaast relatief simpel, en hierdoor gemakkelijk over te dragen. Het voordeel is dat ook jonge vakmensen direct met hun werk kunnen bijdragen aan de verduurzaming van woningen. Want vergis je niet: een hybride warmtepomp levert direct een besparing op tot 70% op het aardgasverbruik voor verwarming.”
Vaillant is sinds kort de eerste fabrikant die in Nederland warmtepompen aanbiedt met een categorie 1 materialenpaspoort. Het materialenpaspoort is ... Verder Lezen
Triple Solar, uitvinder van de PVT-warmtepomp en bijbehorende PVT-warmtepomppanelen, heeft met pensioenfonds ABP een belangrijke nieuwe aandeelhouder aangetrokken om ook ... Verder Lezen
In de Miljoenennota kondigde het kabinet aan om een tijdelijk prijsplafond in te stellen voor gas en elektriciteit om lastenverlichting ... Verder Lezen
De verwarmingsmarkt is in beweging. Door de pandemie en verduurzamingseisen groeit het repertoire aan oplossingen, zowel om warmte op te wekken als voor de afgifte. IZ sprak met twee leveranciers over vloer- en wandverwarming, LT-radiatoren en infraroodpanelen.
Zowel Bas Spekreijse van Etherma als Arjan Dorrestijn van Rehau merkt dat de warmtepomp rap aan populariteit wint. “Eigenlijk is het in de nieuwbouw de standaardoplossing aan het worden.” Ook in de renovatiemarkt maakt de warmtepomp slagen, blijkt wel uit het verhaal van beide experts. Zeker in de hybride uitvoering.
Hybridisering
Die hybridisering uit zich ook op andere vlakken. Zo ziet Spekreijse meer installatieconcepten verschijnen waarin warmtepompen worden gecombineerd met PVT-panelen. Maar de grootste trendverschuivingen lijken zich wel voor te doen bij de afgiftesystemen.
Integratie
Waar vroeger radiatoren of vloerverwarming de dienst uitmaakten thuis, verschijnen nu vaker geïntegreerde concepten. Onder andere vanwege de stijgende energieprijzen en de veranderende, lees hogere, eisen die men stelt aan het binnenklimaat.
Variatie
Over het algemeen kiezen bewoners vooral voor vloerverwarmingsoplossingen beneden, vertellen zowel Spekreijse als Dorrestijn. Boven is meer variatie te bespeuren. Over de gehele line verschijnen nu installatieconcepten waarin een rol is weggelegd voor LT-radiatoren, infraroodpanelen, PCM’s, Aircosystemen of wandverwarming.
“Knuffelmuren”
Zo is wandverwarming interessant voor ruimtes, met voldoende muuroppervlakte, vertelt Dorrestijn. “In de praktijk dus vooral boven, beneden heeft men al snel wanddecoratie of meubelstukken die de afgifte kunnen hinderen.” Er is een uitzondering. In het luxere segment van de woningbouw verschijnen nu vaker kachels die lemen muren verwarmen op de begane grond. “Ze worden ook wel ‘knuffelmuren’ genoemd”, zegt Dorrestijn lachend.
PCM
Installatieconcepten met warmtepompen, vloerverwarming en PCM’s zijn vooral aantrekkelijk als de woning weinig thermische massa heeft. “In dat geval fungeren de PCM- bufferpanelen als een accu die overdag de overtollige warmte uit de ruimte opslaat en in de avond weer afgeeft. Hiermee verhoog je het comfort met een stabielere ruimtetemperatuur gecombineerd met een lager energiegebruik”, verduidelijkt Dorrestijn.
LT-radiatoren
Ook LT-radiatoren lijken vooral boven te worden toegepast. Ze zorgen voor snelle verwarming van weinig gebruikte ruimtes, zoals de slaapkamer. Met name de varianten met ventilatoren winnen aan populariteit in de renovatiemarkt, heeft Dorrestijn gemerkt.
Infrarood
Afgelopen najaar verscheen het Kleintje Infraroodverwarming van ISSO. De timing was uitstekend. Infraroodpanelen zijn duidelijk bezig met een opmars. Zo is het een aantrekkelijke oplossing voor badkamers, waar vaak te weinig vloeroppervlak is om een vloerverwarmingssysteem naar behoren te laten functioneren, vertelt Spekreijse.
Hoofdverwarming
Maar infraroodverwarming kan ook als hoofdverwarming fungeren, zeker in moderne, duurzame woningen met een hoge isolatie. Dat geldt ook voor andere marktsegmenten overigens, zoals bedrijfshallen waar alleen specifieke locaties verwarmd hoeven te worden. Of, in minder gebruikte woningen, zoals we ze kennen uit recreatieparken.
Regelgeving
Hoewel de consument meer warm lijkt te lopen voor infraroodverwarming, kijkt de installateur nog de kat uit de boom. Dat heeft alles te maken met regelgeving, zegt Spekreijse, die duwt ons als het ware meer richting warmtepompen, zowel in hybride als all-electric uitvoeringen. “De BENG regelgeving dwingt huiseigenaren om warmtepompen te laten installeren, maar gaat daarbij voorbij aan de beperkingen en nadelen van deze oplossing. Zoals ontsierende en lawaaierige buitenunits, storingsgevoeligheid, allerlei onderhoudskosten én de noodzaak om gespecialiseerde installateurs beschikbaar te hebben. Al deze zaken hebben implicaties voor de betaalbaarheid van de energietransitie. Met name in kleinere, goed geïsoleerde woningen, met een minimale warmtevraag, schiet de regelgeving volledig zijn doel voorbij. De betaalbaarheid van woningen in deze grote doelgroep komt hiermee in gevaar. In dergelijke woningen kan infraroodverwarming een hele betaalbare oplossing zijn, met een lage CO2 footprint.”
Bureauverwarming
Zelf bracht Etherma afgelopen jaar het Lava Desk 2.0 Bureauverwarming systeem op de markt (zie kadertekst). In feite een infraroodpaneel waarmee je een bureau verwarmt. Dit nieuwe product past goed binnen een trend die we over de hele breedte bespeuren in de klimatisering: een stijgende vraag naar persoonlijke oplossingen.
Persoonlijke klimatisering
“Persoonlijke klimatisering is in opmars”, vertelt Spekreijse. Het heeft te maken met een andere grote trend in onze maatschappij: individualisering. “De consument wil zelf zijn ventilatie, koeling, verwarming en verlichting kunnen regelen. En dat is ergens ook wel logisch. In een kantoortuin met een één klimatiseringsoplossing heb je altijd mensen die het te warm vinden of te koud, meer ventilatie willen of juist minder…”
Naregelen
Met persoonlijke klimatiseringsoplossingen kunnen gebruikers de temperatuur, ventilatie en verlichting naregelen en laten aansluiten op hun persoonlijke wensen. Het is ook vanwege andere redenen een zinvolle toepassing. “Denk bijvoorbeeld aan plekken die moeilijk te verwarmen zijn met een reguliere oplossing, zoals een receptie in een grote ontvangsthal.” Bijkomend voordeel is dat er energie bespaard kan worden. Als de infraroodpanelen de receptioniste warm houden, kan de basisverwarming wel een graadje lager.
Levensduur
Over het algemeen zijn infraroodpanelen vrij eenvoudig aan te brengen en onderhoudsvrij. In het LAVA-concept hebben ze zeker een levensduur van 15 jaar. Kortom, het overwegen waard, zegt Spekreijse.
Vloerverwarming
Maar hoe je het ook wendt of keert, vloerverwarming domineert de verwarmingsmarkt. En dat zal ook zo blijven, denkt Dorrestijn van Rehau. De TOjuli eis, die ongewenste opwarming van woningen moet tegengaan, stimuleert fabrikanten om door te innoveren. Zo ziet Dorrestijn dat men bewust voor de legafstand van 10 cm kiest ter verbetering van de koelprestatie. Daardoor neemt het rendement en de regelbaarheid toe. “En dat kan consumenten weer over de streep trekken om ook boven vloerverwarming te leggen.”
Innovatie
Rehau lanceerde zelf vorig jaar nog het Complheat systeem. Een droogbouwsysteem met een Brio-dekvloer. De Brio23 is een massieve gipsvezelplaat, geproduceerd volgens een speciaal productieproces met gips en versterkende vezels. Dit maakt het mogelijk om het leidingwerk voor vloerverwarming direct in de plaat te frezen zonder een verlies van stabiliteit. Dankzij de vloerverwarmingsbuis van slechts 14 mm en met een dunnere wanddikte van slechts 1,5mm behaalt het systeem nog betere thermische prestaties.
Complheat is compact en heeft een opbouwhoogte van slechts 23 mm. Daardoor heeft het systeem al zijn weg gevonden in de renovatiemarkt en wordt het zowel beneden als boven toegepast, vertelt Dorrestijn.
Toekomst
Hoe ziet de toekomst eruit? Dorresteijn is duidelijk: de opmars van watergedragen vloerverwarmingssystemen gecombineerd met warmtepompen zal doorzetten. Qua COP scoren ze goed, zegt hij. Alhoewel LT-radiatoren in de bestaande bouw wel iets van het marktaandeel kunnen afsnoepen. Verder voorziet hij een toenemende integratie met PV-panelen en op termijn ook accu’s. “Zeker nu teruglevering aan het net financieel gezien steeds minder interessant wordt.”
Energieprijzen
Volgens Spekreijse zullen de hoge energieprijzen een grote stempel drukken op toekomstige ontwikkelingen. “Met de huidige tarieven wordt het financieel gezien aantrekkelijker om elektrisch te gaan verwarmen dan met gas. Dat effect wordt nog sterker als we verder in de toekomst gaan kijken, want ik verwacht dat dat de stroomprijzen eerder zullen normaliseren dan de gasprijzen.” Dat kan een impuls geven aan de infraroodmarkt, maar ook aan een bredere acceptatie van warmtepompoplossingen. “Zeker als er meer monoblocksystemen op de markt verschijnen, die ruimtebesparend zijn en eenvoudiger te installeren.”
Het Lava Desk 2.0 Bureauverwarming zorgt voor de nodige warmte bij bureaus. Door de eenvoudige montage kan de infraroodverwarming probleemloos gemonteerd worden onder een tafel-/bureaublad of zelfs aan de achterwand van het bureau, voor precies de gewenste warmteafgifte. Met een hoogte van slechts 15 mm is deze verwarming onder de tafel nagenoeg onzichtbaar en neemt ze geen ruimte in beslag. Door gebruik te maken van de dimmer/timer-uitvoering zal de Lava Desk nog efficiënter ingezet kunnen worden.
Nominale spanning: 230 V
Vermogen: 80 W
Oppervlaktetemperatuur: maximaal 70°C
Oppervlak: glad oppervlak
Corpus: stalen behuizing wit, RAL 9016
Apparaatdiepte: 15 mm
Beschermingsgraad: IP 21
Stekkerkabel: 2 m inclusief aan-/uitschakelaar
Garantie: 5 jaar
Systeemopbouw: CE-conform
Kleintje Infraroodpanelen
Afgelopen najaar verscheen het nieuwe ‘ISSO Kleintje Infraroodpanelen, elektrische stralingsverwarming’. Dit ISSO Kleintje geeft onder andere handvatten voor het kiezen van de juiste plek en het installeren van de IR-panelen. Aan bod in deze publicatie komen onderwerpen als goed dimensioneren, de optimale regeling, de comfortbeleving van elektrische infraroodverwarming en vooral hoe en wanneer je deze toepast. De wettelijke eisen die gelden voor verwarming met IR-panelen worden ook besproken. Wie elektrische infraroodpanelen als verwarmingssysteem voor ruimten toepast, krijgt wel te maken met speciale randvoorwaarden. Zo is minimaal een goede kierdichting en na-isolatie bij renovatietoepassingen nodig. Dit ISSO Kleintje behandelt de toepassing van elektrische IR-panelen in woningen, kantoren en vergelijkbare situaties. De kennis is niet bedoeld voor industriële toepassingen. Ook hoge temperatuurstralers, zoals terrasverwarmers, vallen buiten de scope van deze uitgave. Het Kleintje is beschikbaar via https://open.isso.nl.
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl
Door de klimaatcrisis en coronapandemie staan verduurzaming en ventilatie van gebouwen volop in de belangstelling. Tegelijkertijd is het opmerkelijk hoe ... Verder Lezen
Jaga introduceert een vrijstaande radiator die kan verwarmen en niet-condenserend kan koelen. De radiator is geschikt voor plaatsing bij grote ... Verder Lezen
Ned Air introduceert de EduComfort 1000, een nieuwe decentrale schoolventilatie-unit met warmteterugwinning die bovendien kan koelen én verwarmen. Met de ... Verder Lezen
Woningeigenaren staan voor de complexe taak om hun bezit te verduurzamen. Bij de omschakeling naar een duurzame energievoorziening zijn er drie mogelijkheden te onderscheiden:
1. Verwarmen met aardgas door over te stappen van een standaard (VR) ketel naar een (HR) ketel met hergebruik van de rookgassen om het energiegebruik te verminderen. Vooral geschikt voor woningen waar een warmtepomp nog niet toegepast kan worden.
2. Hybride verwarmen. Met name toe te passen bij renovatie en vervanging, waarbij de warmtepomp samenwerkt met de bestaande cv-ketel. Alleen als het buiten te koud is om de gevraagde warmte te leveren of als extra warm water nodig is, springt de ketel bij. Met als resultaat aardgasbesparingen tot 70%.
3. All-electric verwarmen. Met name geschikt voor woningen vanaf bouwjaar 2000.
Overweeg ook de inzet van de warmtepompboiler voor het duurzaam verkrijgen van warm tapwater, waarbij de energie uit de buiten- of ventilatielucht wordt gehaald en eventueel ook de door de zon opgewekte elektriciteit wordt gebruikt.
De basis voor een comfortabele en energiezuinige installatie is een juiste dimensionering. Het moet duidelijk zijn hoe het afgiftesysteem in elkaar zit en wat de energetische behoefte van de woning is. De jaarrekening geeft een goede indicatie. Vervolgens wordt bepaald of de benodigde energie met een warmtepomp kan worden opgebracht.
Energiezuinigheid en comfort gaan zeker uitstekend samen, mits er rekening wordt gehouden met de energetische behoefte van de woning, de wensen van de consument en de opstelruimte van de warmtepomp-buitenunit om de geluiden over het lawaai te doen verstommen.
Jan Henk van der Wijk, Marketing & Communicatiemanager ATAG Verwarming Nederland bv, namens de sectie warmteopwekking van de Nederlandse Verwarmingsindustrie
Met de stijgende energieprijzen is heel Nederland aan het besparen geslagen, of wordt daartoe een poging gedaan. Informatie is hierbij ... Verder Lezen
In de Miljoenennota kondigde het kabinet aan om een tijdelijk prijsplafond in te stellen voor gas en elektriciteit om lastenverlichting ... Verder Lezen
De Trias Energetica klinkt als een samensmelting van vraag, verbruik en een duurzame invulling van de energiebehoefte. Een totaalvisie dus ... Verder Lezen
Afgelopen weekend hadden Karel en zijn eega de stoute schoenen aangetrokken. Na jaren stilletjes een beetje naast elkaar op de bank te hebben gehangen, waren ze weer eens samen uit geweest. Karel had van een goede, bevriende klant (ja, wij zijn net zo verbaasd als u) twee kaarten gekregen voor een nineties danceparty, waar de klant in kwestie niet naar toe kon gaan.
Karel en vrouw Karel hadden de nodige herinneringen aan deze roemruchtige tijd van de Eurohouse, hardcore en andersoortige dansmuziek. Alhoewel ze destijds al niet meer helemaal tot de doelgroep behoorden, vielen de cd’s van de Vengaboys, Dj Paul Elstak, 2Unlimited en andere bekendheden uit die tijd altijd erg in de smaak. En juist die artiesten traden op. Ze genoten die avond dan ook als vanouds.
De hernieuwde jeugdenergie spatte er bij Karel van af toen hij ‘s maandags vrolijk housebeats neuriënd besloot zijn eerste klus van de dag te wijden aan de grootste hit van de Vengaboys: Up and Down. De sifon die hij moest verleggen bood daarvoor een uitstekende gelegenheid. Hopelijk is de klant net zo’n muziekliefhebber, want de gootsteen zal toch vooral ‘up’ blijven staan.
Viega heeft het programma systeemkoffers verder uitgebreid. Nieuw is de uitvoering met persringen 3/8, 1/2 en 3/4, dekselinzet en kofferinzetstuk voor de persringen. De persringen met scharnierfunctie zorgen ervoor dat ook op ontoegankelijke plaatsen snel en eenvoudig kan worden geperst.
De persringen uit de nieuwe persringset worden aangedreven door de Viega zwenkbek P1 of Z1.
Eén van de voordelen van de persringen is dat hiermee ook op ontoegankelijke plaatsen snel en eenvoudig kan worden geperst. Dat geldt voor het volledige diameterbereik van Megapress van 3/8 tot en met 4 inch. De persringen worden gebruikt in combinatie met alle varianten Viega persmachines.
Snel, veilig en betrouwbaar
Het Megapress-systeem is speciaal ontwikkeld voor dikwandig stalen buizen en maakt het tijdrovend, fysiek belastend en kostbaar lassen overbodig. Een Viega Megapress-verbinding is in enkele stappen een feit: buis op de gewenste lengte zagen, ontbramen, de leiding reinigen, de verbinding monteren en persen - klaar! Dat werkt 60% sneller en efficiënter en zorgt tegelijkertijd voor een duurzame en veilige verbinding. Bovendien zorgen de fittingen met Viega SC-Contur ervoor dat een verbinding die per ongeluk wordt vergeten, bij een dichtheidstest onmiddellijk zichtbaar wordt. Net als bij andere Viega systemen geldt dus ook hier: niet geperst = niet dicht.
Breedste programma op de markt
Het Megapress-systeem leent zich voor uiteenlopende stalen buizen - verzinkt, industrieel gelakt of gecoat in de maten 3/8 t/m 2 inch en van 2 t/m 4 inch. Het systeem wordt geleverd in drie uitvoeringen: Megapress S, Megapress S XL en Megapress G voor gasaansluitingen.
Het Megapress-programma omvat maar liefst 545 artikelen in 315 verschillende modellen en is daarmee het breedste programma op de markt
ISH 2023 komt er al weer aan. Voor een snelle oriëntatie krijgen deelnemers aan deze internationale vakbeurs voor de installatiebranche voor het eerst een thematische groepering van evenementen aangeboden in de vorm van hotspots.
ISH 2023 vindt van 13 tot en met 17 maart a.s. plaats in de Messe Frankfurt. De hotspots die er zijn terug te vinden zijn: Energie, Binnenklimaat, Hout energie, Gebouwtechnologie, Innovatie, Water en Young Competence. Hierna volgt een kort overzicht van deze themagroepen.
Hotspot Energie Deze hotspot biedt een uitgebreid lezingenprogramma over de belangrijkste vraagstukken van de verwarmingssector, waarover in paneldiscussies met politici en vertegenwoordigers van de industrie, het bedrijfsleven en verenigingen wordt gedebatteerd. Het programma wordt gehouden in de westelijke foyer van hal 12 en wordt georganiseerd door de federatie van Duitse verwarmingsindustrie (BDH), de Duitse vereniging voor energie-efficiëntie in Gebouwentechniek (VdZ) en de Duitse sanitair, verwarming en airconditioning associatie ( ZVSHK). Centraal staat de diversificatie van energiebronnen en de vermindering van emissies in de verwarmingssector. Het doel is een compact overzicht te bieden van het politieke kader en mogelijke oplossingen voor het bereiken van klimaatbeschermingsdoelstellingen. De installatiebranche speelt een doorslaggevende rol bij het tot stand brengen van een succesvolle energierevolutie. Veelbelovende oplossingen van nieuwkomers zijn te zien op de Startup@ISH-area van VdZ in hal 11.0.
Op ISH 2023 zal verder meer aandacht worden besteed aan intelligente genetwerkte energiesystemen in gebouwen, evenals de onderwerpen energieopslag en energiebeheer. In de speciale ruimte Energy Storage@ISH in hal 12.1 presenteren geselecteerde fabrikanten hun oplossingen voor batterijopslagsystemen in gebouwen in samenwerking met de batterijafdeling van de Duitse Electro- en Digital Industry Association (ZVEI). In dit verband tonen verschillende bedrijven op de Energy Management@ISH in hal 12 hun home-energy management-oplossingen, die de verschillende interne stroomstromen intelligent koppelen, bewaken en beheren om de vraag in het gebouw efficiënt en duurzaam te dekken.
Hotspot Binnenklimaat Een hygiënische luchttoevoer in gebouwen vermindert gezondheidsrisico's en bevordert de efficiëntie en het welzijn van personeel. Ook het onderwerp luchtvoorziening levert een belangrijke bijdrage aan CO2-reductie en energiebesparingsdoelstellingen. Op het Indoor-Air Forum in hal 8 worden inzichten in de nieuwste thema's en trends op het gebied van koeling, airconditioning en ventilatie aangeboden tijdens paneldiscussies en lezingen door verschillende verenigingen, waaronder de vereniging voor airconditioning en ventilatie in gebouwen (FGK) en de European Ventilation Industry Association (EVIA), de Federation of European Heating, Ventilation and Air Conditioning Associations (REHVA). Eveneens in hal 8 vinden bezoekers een speciale tentoonstelling over ventilatie in scholen, die het startpunt vormt voor rondleidingen op de beurs gericht op ventilatie in onderwijsinstellingen en de tentoonstelling woningventilatie.
Hotspot Hout energie Het Wood Energy Forum in hal 11.0 richt zich op het belang van hout als grondstof voor klimaatbescherming en leveringszekerheid. Deze ontmoetingsplaats voor experts is georganiseerd door de verenigingen BDH en ZVSHK in samenwerking met andere partners uit de sector. Fabrikanten van houtgestookte cv-installaties, individuele haarden en systemen voor rookgastechniek, evenals exposanten uit aanverwante bedrijfstakken, bevinden zich in de directe omgeving.
Hotspot Gebouwtechnologie
Het Building Technology Forum in hal 10.3 zet de nieuwste technologieën en ontwikkelingen op het gebied van intelligente gebouwtechniek in de schijnwerpers. Deze ontmoetingsplaats voor de vastgoed- en woningbouwsector is georganiseerd door de Vereniging voor gebouwautomatisering en -besturing in de Federatie van Duitse machine- en installatiefabrikanten (VDMA) en de Federale Duitse Industrievereniging voor gebouwentechniek en technische installaties (BTGA).
Hotspot Water Dit platform voor kennisoverdracht en inspiratie bevindt zich in hal 3.1. Met vier thema's die de komende jaren van doorslaggevende betekenis zullen zijn voor de integrale badkamerplanning, biedt de speciale show 'Pop up my Bathroom' trendgerichte informatie voor kennisoverdracht en inspiratie. Daarnaast biedt een discussieforum – het ‘Pop up my Bathroom Atelier’ – met workshops en paneldiscussies gelegenheid voor informatie-uitwisseling op persoonlijk vlak.
Om de gevolgen van demografische veranderingen op te vangen, moet de installatiebranche de komende jaren kunnen voldoen aan de sterk stijgende vraag naar barrièrevrije en zorgbadkamers. In hal 3.1 presenteert de ZVSHK-vereniging een compleet scala aan belangrijke informatie en diensten hierover.
Hotspot Innovatie Design Plus Award powered by ISH richt zich op innovatieve producten. De Design Plus-wedstrijd zoekt naar toekomstgerichte producten die zich onderscheiden door een optimale combinatie van duurzaamheid, esthetiek en functionaliteit. De ZVSHK-productprijzen 'Badkamercomfort voor generaties' eren de meest overtuigende productoplossingen voor badkamers van meerdere generaties en worden uitgereikt tijdens 'Design for All'.
Hotspot Young Competence Jonge mensen worden niet vergeten op ISH: Plumbing Champions@ISH 2023 biedt niet alleen een internationale leer- en netwerkervaring voor opkomende talenten, maar bevordert ook nieuwe samenwerkingen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen tussen de sanitairindustrie en niet- profit organisaties. Daarnaast biedt de werkgeversorganisatie "Berufsgenossenschaft Bau" een seminar over arbeidsveiligheid aan voor stagiairs in de sanitair- en HVAC-sector. Hoewel werken als vakman interessant en afwisselend is, brengt dergelijk werk van dag tot dag ook tal van gevaren met zich mee. Het onervaren gebruik van gereedschap en gevaarlijke stoffen kan verwondingen veroorzaken. Dit kan echter worden voorkomen – als mensen zich van tevoren informeren over de gevaren en hoe ze kunnen worden vermeden.
Geberit introduceert het Silent-Pro afvoersysteem met een geluidsreducerend ontwerp. Dit wordt bereikt door het hoge eigen gewicht van het productmateriaal, grotere wanddiktes voor de fittingen op bepaalde plaatsen en een consequente ontkoppeling van de bouwconstructie. Hiervoor zijn speciaal op het systeem afgestemde systeembuisbeugels ontwikkeld.
Dankzij de grijpribben ligt Silent-Pro stevig in de hand, zelfs bij grote leidingdiameters, en kunnen de leidingen en fittingen eenvoudig in elkaar gestoken worden. Bovendien zijn de dichtingen al lichtjes voorgesmeerd om de installatie te vergemakkelijken. Ook als de buizen niet volledig haaks zijn ingekort, blijven de dichtingen lekbestendig door de ruime insteekdiepte van het systeem. Daarnaast zijn de fittingen voorzien van een 30°-markering, waarmee de installatie eenvoudig en tijdbesparend kan worden uitgelijnd. Dankzij de aanslagring kan de installateur met het blote oog controleren hoe diep een fitting in een mof zit. De aanslagring beschermt bovendien de afdichtingsvlakken tegen mechanische beschadiging bij opslag en transport van de fittingen op de bouwplaats.
Door het hoge gehalte aan roetdeeltjes in het leidingmateriaal en de hoogwaardige EPDM-afdichtingen kunnen de weersbestendige buizen tot twee jaar in de open lucht worden opgeslagen. Zelfs onder zware gebruiksomstandigheden, bijvoorbeeld bij hoge watertemperatuur of blootstelling aan huishoudelijke chemicaliën, zorgen de EPDM-afdichtingen voor een lange levensduur en een hoge mate van veiligheid.
De douchebakafvoer Tempoplex van Viega heeft een design-update ondergaan, waardoor de verticale afvoer nu minder installatieruimte vergt. Ook zijn renovaties, ... Verder Lezen
BDR Thermea Benelux, waartoe het merk Remeha behoort, neemt Fortes Energy Systems over. Met de overname versterkt BDR Thermea Benelux zijn positie in de groeiende markt voor stadsverwarming en collectieve warmte- en koudesystemen. Fortes blijft onder eigen naam in de markt actief.
Fortes Energy Systems is sinds de oprichting in 1999 uitgegroeid tot een significante speler op het gebied van efficiënte systemen voor het overdragen van energie in collectieve warmte- en koudesystemen. De AquaHeat afleversets zijn in circa 320.000 woningen en appartementen in Nederland, België en Denemarken geïnstalleerd.
Laag energiegebruik Het specialisme van Fortes Energy Systems ligt bij het ontwikkelen en produceren van afleversets voor de woningbouw en grote afleverstations voor de utiliteit, aangesloten op stads-, blok- of wijkverwarming en WKO-systemen. Dirk Ockhuizen, algemeen directeur Fortes Energy Systems: “Met onze kennis, ervaring en bevlogenheid vinden wij steeds weer manieren om energie slimmer en efficiënter over te dragen met optimaal systeemrendement en een laag energiegebruik.” Met het hoofdkantoor in Houten, een productiefaciliteit in Lichtenvoorde en een verkoopkantoor in Denemarken telt het bedrijf 68 werknemers.
CO2-neutrale samenleving Remeha verwarmt meer dan 2 miljoen huizen in Nederland en is daarnaast actief in de utiliteitsbouw. Remeha wil duurzame binnenklimaatoplossingen haalbaar en betaalbaar maken om zodoende snelle stappen te kunnen zetten naar een CO2-neutrale samenleving. Fortes Energy Systems is al jaren een belangrijke partner van Remeha.
Arthur van Schayk, algemeen directeur van BDR Thermea Benelux en Remeha: “Stadsverwarming en collectieve warmte- en koudesystemen blijven ook in de toekomst een belangrijke technologie voor stedelijke of lokale woon- en bedrijfsomgevingen. Bij Remeha geloven we in meerdere wegen naar duurzaam. We zien de overname van Fortes als een belangrijke stap in de uitbreiding en versterking van onze productportfolio en daarmee als essentieel voor Remeha’s groeiende rol in de energietransitie in woningen en gebouwen.”
Breed scala aan projecten De oplossingen van Fortes Energy Systems worden ontwikkeld voor een brede doelgroep: o.a. appartementcomplexen, kantoren en woningen en voor afnemers van lokale energie-opwekking in industrie en landbouw. Enkele projecten die Fortes uitvoerde zijn onder meer woontoren De Zalmhaven in Rotterdam, de Cooltower in Rotterdam, woon- en bedrijvencomplex Strijp-S in Eindhoven, Le Toison d’Or in Brussel (woon- en winkelproject), wooncomplex De Makroon in Amsterdam en De Efteling vakantiepark Loonsche Land.
Continuïteit en kwaliteit Dirk Ockhuizen: “Met de aansluiting bij een grote en krachtige partij als BDR Thermea Group kunnen wij grotere stappen zetten in deze markt. Remeha heeft, net als wij een sterke positie en veel expertise in collectieve warmte- en koudesystemen. De ontwikkelingen in onze markt gaan snel en met expertise en synergie binnen de BDR Thermea Group zullen wij in de toekomst nog beter in staat zijn om onze continuïteit en kwaliteit op de best mogelijke manier te blijven waarborgen.” Fortes Energy Systems blijft zelfstandig opereren en onder eigen naam in de markt actief.
Triple Solar, uitvinder van de PVT-warmtepomp en bijbehorende PVT-warmtepomppanelen, heeft met pensioenfonds ABP een belangrijke nieuwe aandeelhouder aangetrokken om ook ... Verder Lezen
BDR Thermea Group, een wereldwijde fabrikant van thermische comfortoplossingen, heeft Lúcia Veiga Moretti aangesteld als Chief Commercial Officer. Het Nederlandse ... Verder Lezen
Triple Solar, uitvinder van de PVT-warmtepomp en bijbehorende PVT-warmtepomppanelen, heeft met pensioenfonds ABP een belangrijke nieuwe aandeelhouder aangetrokken om ook de komende jaren voorop te kunnen blijven lopen in de energietransitie. ABP investeert via haar vermogensbeheerder APG samen met de huidige aandeelhouders - het Participatiefonds Duurzame Economie Noord-Holland (PDENH), DOEN Participaties, Enfuro Ventures en de beide founders - in het verder vergroten van de impact van Triple Solar op de energietransitie. Het kapitaal wordt aangewend om het warmtepompsysteem internationaal verder uit te rollen, de productiecapaciteit uit te breiden en nieuwe energiezuinige producten en diensten te ontwikkelen.
Verschil maken
Cees Mager, CEO en founder van Triple Solar: “ABP had vanaf het begin onze voorkeur bij de zoektocht naar een nieuwe partner. Zo krijgen wij de mogelijkheid om via het pensioenspaargeld van een grote groep Nederlanders ons land verder te verduurzamen met producten die zowel in de nieuwbouw als in de bestaande bouw het verschil gaan maken.”
Duurzaam beleggen
Dominique Dijkhuis, uitvoerend bestuurder van pensioenfonds ABP: “Met deze belegging kan ABP bijdragen aan de verduurzaming van de gebouwde omgeving in Nederland en zorgen voor een goed rendement voor onze deelnemers. De gebouwde omgeving is verantwoordelijk voor bijna 40 procent van de totale CO2-uitstoot wereldwijd. Vermindering van het verbruik van fossiele brandstoffen is daarom ook hier cruciaal voor de energietransitie. Door deze investering kan dit Nederlandse bedrijf groeien en kunnen we gezamenlijk onze impact op de energietransitie vergroten.”
“Winnende product-marktcombinatie”
ABP investeert in Triple Solar via het ABP Nederlands Energie Transitiefonds (ANET), dat speciaal is opgericht voor investeringen in veelbelovende bedrijven die zich richten op (technologische) oplossingen voor de Nederlandse energietransitie. Anthony Viellevoije, Investment Director PDENH: “PDENH investeerde in 2018 voor het eerst in Triple Solar, omdat we sterk geloofden in de visie en het uitvoerend vermogen van het team. In de tussentijd, na een influx van talent in de organisatie en de recente ontwikkelingen in de energiemarkten, is onze overtuiging nog verder gesterkt dat Triple Solar een winnende product-marktcombinatie in handen heeft, waarmee significante impact gemaakt kan worden in onze strijd tegen klimaatverandering.”
De gemiddelde werkvoorraad is bij installatiebedrijven in het najaar van 2022 hard gedaald ten opzichte van de voorjaarsmeting; de gemiddelde orderportefeuille is met twee maanden gedaald naar 10,5 maanden werk. De omzetverwachting is per saldo minder positief dan een half jaar geleden. Desondanks verwachtte per saldo ongeveer 45% van de installatiebedrijven een hogere omzet in het vierde kwartaal. De verwachting over het personeelsbestand is ten opzichte van de voorjaarsmeting nagenoeg op hetzelfde niveau gebleven; per saldo verwachtte bijna driekwart van de ondernemers het personeelsbestand uit te breiden.
Verder zijn installateurs per saldo minder positief over de ontwikkeling van de offerteaanvragen. Zo zegt ongeveer ruim 30% van de installateurs een toename van het aantal offerteaanvragen te zien ten opzichte van het derde kwartaal, terwijl ongeveer 17% van de bedrijven het aantal offerteaanvragen zag afnemen.
Dit komt naar voren uit de Monitor Bouwketen, die halfjaarlijks de recente conjuncturele ontwikkelingen in de bouwketen beschrijft.
In het vmbo kiezen steeds meer leerlingen voor een technische opleiding. Net als een jaar eerder groeide het aantal vmbo’ers met het profiel Produceren, Installeren, Energie (PIE). Ook meisjes maken steeds vaker de keuze voor een technische vmbo-richting. Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, ziet in de cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) een belangrijke kentering: “Dit laat zien dat onze inspanningen effect sorteren. Maar er is meer nodig.”
In het schooljaar 2021-2022 nam het aantal leerlingen met een PIE-profiel al met 2% toe ten opzichte van het jaar daarvoor. Die positieve tendens is dit jaar versterkt; in 2022-2023 is het aantal leerlingen met een technisch profiel PIE met 8% gestegen. Er zijn nu 4.971 leerlingen in het derde studiejaar.
“De slimste studenten zitten op het vmbo” De vmbo-cijfers zijn hoopgevend, maar de voorzitter van Techniek Nederland wijst erop dat de trend in het vmbo wel een uitzondering is. “Op havo en vwo zien we nog steeds dat de belangstelling voor technische profielen afneemt. En dat terwijl het loopbaanperspectief nergens zo aantrekkelijk is als in de techniekbranche. Blijkbaar zitten de slimste studenten op het vmbo.”
Steeds meer meisjes kiezen voor techniek De toestroom van meisjes naar de technische vmbo-opleidingen is opvallend. In het schooljaar 2022-2023 hebben in totaal 1.687 meisjes gekozen voor een technisch profiel. Dat is een stijging van 21% ten opzichte van het vorig jaar. Terpstra is over die ontwikkeling niet verbaasd: “Creativiteit, samenwerken en communicatieve vaardigheden worden in onze branche steeds belangrijker. Ik vind het dus heel logisch dat meisjes en vrouwen de techniek ontdekken én er carrière maken.”
Aanvalsplan Techniek Terpstra ziet het belang van de techniek in onze samenleving de komende jaren snel toenemen: “Technische vakmensen zijn onmisbaar voor de energietransitie, maar ook voor modernisering van onze infrastructuur en het betaalbaar houden van de gezondheidszorg. Het beroep op de technieksector wordt dus alleen maar groter.” Volgens voorzitter Terpstra is het Aanvalsplan Techniek daarbij cruciaal. Techniek Nederland presenteerde het plan samen met een aantal andere brancheorganisaties in november 2022 aan het kabinet.