Tag Archives: dossierverwarming

Warmtepomp kan voetbalclubs toekomst-bestendig maken

Gepubliceerd op

Voetbalclubs zullen in de komende jaren te maken krijgen met aanzienlijke uitdagingen op het gebied van energiebeheer, met name wat betreft elektriciteit, water, gas en afvalverwerking. Een recent onderzoek, uitgevoerd door EnergyC in opdracht van de KNVB en duurzaamheidspartner Alklima / Mitsubishi Electric, benadrukt de noodzaak voor voetbalverenigingen om te investeren in duurzaamheid om hun financiële positie te versterken en de sport toegankelijk te houden. Het onderzoek markeert het begin van De Groene Clubweken, een initiatief van de KNVB en Alklima / Mitsubishi Electric om het verenigingsleven te helpen verduurzamen.

Martijn van Leerdam, expert op het gebied van verduurzaming van sportclubs bij Alklima / Mitsubishi Electric, legt uit: "De stijgende kosten van vitale nutsvoorzieningen dwingen voetbalclubs om strategieën te ontwikkelen voor energie-efficiëntie en duurzaamheid. Wij zien we een groeiende behoefte aan technologische oplossingen die clubs helpen hun operationele kosten te verlagen en tegelijkertijd bij te dragen aan de energietransitie. Daarom zijn we de Groene Clubweken samen met de KNVB gestart, om clubs te helpen de juiste stappen te nemen."

Investeringen in duurzaamheid essentieel
De trendanalyse laat zien dat voetbalclubs richting 2030 te maken krijgen met aanzienlijke kostenstijgingen voor vitale nutsvoorzieningen zoals elektriciteit, water, gas en afvalverwerking. Hoewel de kosten tot 2020 vrij stabiel leken, wordt nu een jaarlijkse toename verwacht. Het wordt dus steeds belangrijker om strategieën te ontwikkelen voor energie-efficiëntie, duurzaamheid en kostenbeheersing.
Tim Hofman, programmamanager duurzaamheid KNVB: “We zien dat voetbalclubs steeds meer inzetten op duurzaamheid. Dit onderzoek bevestigt dat dit de juiste weg is. En er zijn ook ontzettend veel kansen voor verenigingen als het gaat om het verduurzamen van de voetbalclub. Dit thema komt de komende jaren hoger op de agenda te staan binnen het verenigingsleven. Via De Groene Club bieden we advies aan, gericht op wat zowel goed is voor de clubkas als voor het milieu.”

Verduurzaming kan tot €30.000 per jaar besparen
De voorspellingen geven aan dat de uitgaven voor gas met 51%, voor elektriciteit met 34%, voor water met 75%, en voor afvalverwerking met 61% zullen toenemen tegen 2030. Voetbalclubs kunnen aanzienlijk besparen op hun kosten door te investeren in duurzame maatregelen. Een kleine club (185 leden) kan tot wel €5.650 per jaar besparen, een middelgrote club (430 leden) tot wel €13.100, en een grote club (955 leden) tot wel €29.100.
Het toepassen van warmtepomptechniek voor zowel ruimteverwarming als tapwaterbereiding is vaak het hart van de duurzaamheidsmaatregelen voor voetbalclubs, aldus Alklima. Door eenvoudige energiemanagementsystemen te gebruiken, kunnen clubs slim omgaan met opwekking, verbruik en dynamische tarieven. Op deze manier kunnen ze overdag opgewekte elektriciteit direct omzetten in warm tapwater, zodat een buffer gecreëerd wordt voor de douchemomenten in de avond. En tevens kunnen ze profiteren van momenten waarop de energietarieven laag zijn. Deze techniek is eenvoudig toe te passen en kwalitatieve warmtepompen zijn hiervoor geschikt.
“We willen voetbalclubs helpen om zoveel mogelijk kosten te besparen. Het bespaarde geld kan worden ingezet voor andere belangrijke zaken: het verlagen of niet verhogen van de contributie, het opleiden van jeugdtrainers, nieuwe tenues, accommodaties of de volgende duurzame oplossingen voor de club,” aldus Martijn van Leerdam.

Over de Groene Clubweken
Dit onderzoek markeert het begin van de tweede editie van De Groene Clubweken, een initiatief van Alklima / Mitsubishi Electric en de KNVB. Met De Groene Clubweken willen deze partijen de aandacht voor duurzaamheid bij voetbalclubs vergroten en invulling geven aan de behoefte die over dit onderwerp leeft bij verenigingen. Tijdens De Groene Clubweken zijn drie premium warmtepompen van Mitsubishi Electric te winnen, elk ter waarde van €30.000. Ook worden Groene Clubavonden in heel het land georganiseerd, waarbij clubbestuurders worden geïnformeerd over duurzaamheid, subsidiemogelijkheden en tips om te besparen.

Techniekbranches lanceren aanvalsplan om 60.000 vacatures te vervullen

Door het tekort aan technici dreigt de uitvoering van onder meer de energietransitie en de bouwopgave vast te lopen. Daarom ...

Veel ergernis over onbekwame sollicitanten op technische vacatures

Bijna een derde van de HR-beslissers (31%) ergert zich aan onbekwame sollicitanten die op technische vacatures afkomen. Opvallend, aangezien de ...

Een derde van de technische vacatures pas na 6 tot 12 maanden vervuld

Het tekort aan technici is dus nog niet verholpen. Werkgevers vissen nog te vaak en te lang achter het net ...

Aantal vacatures in bouw naar recordhoogte

Het aantal vacatures in de bouwketen is gestegen tot recordhoogte. Vakmensen vinden wordt een steeds grotere uitdaging, zeker gezien de ...

Nieuwe Nefit 9700i cv-ketel nu leverbaar

Gepubliceerd op

Nefit 9700i en Nefit 9700i AquaPower Plus HR-toestellen zijn vanaf nu leverbaar via de reguliere kanalen. Het nieuwe toptoestel van Nefit Bosch, met vermogensvarianten tot 50 kW, koppelt comfort aan efficiëntie, onder meer dankzij een hoge modulatiegraad en mogelijkheden voor zoneregeling en beheer op afstand.

Het nieuwe toestel is er in verschillende uitvoeringen van 25 tot 50 kW. De combi-uitvoering Nefit 9700i AquaPower Plus is voorzien van een energiezuinige RVS-boiler die 21 of 24 liter warm water per minuut levert. Het single-toestel Nefit 9700i kan worden gecombineerd met een externe boiler. Voor de grotere vermogensvraag tot 400 kW kunnen de single-toestellen in cascade worden opgesteld.

Modulatiebereik
Nefit 9700i HR-ketels hebben het grootste modulatiebereik in hun klasse. Dankzij de gas-luchteenheid kan het toestel tot 11% van zijn vermogen terugmoduleren. De hydrauliek, met messing componenten, draagt bij aan een lange levensduur. De Nefit 9700i kent dezelfde warmtewisselaar als zijn voorganger, de Nefit 9000i. Deze wisselaar zit al in miljoenen toestellen door heel Europa.

Waterstof
Nefit 9700i toestellen zijn gecertificeerd voor gebruik met een aardgas-waterstofmengsel tot 20% en kunnen worden ingesteld op het gebruik van andere gassoorten en -samenstellingen.

Zoneregeling bij vloerverwarming
Op het servicevriendelijke touchscreen verschijnt alle benodigde informatie stap voor stap in beeld. De toestellen kunnen eenvoudig met het internet worden verbonden, bijvoorbeeld via de slimme thermostaat EasyControl. Hierdoor is zoneregeling mogelijk, in combinatie met de slimme radiatorthermostaten van Bosch. Dat kan nu ook wanneer de woning is voorzien van vloerverwarming. Ook automatisch hydraulisch balanceren behoort tot de mogelijkheden. De installateur kan bovendien de toestellen op afstand monitoren en beheren via het installateursplatform Bosch HomeCom Pro.

Eerste 100% waterstofketel voor de utiliteitsmarkt in bedrijf

Gepubliceerd op

De vestiging van Hollander Techniek, technisch dienstverlener binnen de utiliteit, retail en industrie, in Apeldoorn, wordt sinds kort op duurzame wijze verwarmd met de eerste 100% waterstofketel voor de utiliteitsmarkt. Niet eerder werd in Nederland een gebouw verwarmd op groene waterstof. Het hoofdkantoor van Hollander Techniek uit 1991 met een totale oppervlakte van 5.500 m2 biedt ruimte aan 400 werknemers. De verwarming via waterstof is bedoeld als pilotproject voor de toepassing van waterstof in grotere gebouwen en heeft een duur van minimaal 2 jaar.

Hollander Techniek neemt vanwege een uitbreidingsbehoefte, naast het huidige pand, naar verwachting in 2025 een nieuw pand in gebruik van in totaal 3.000 m2 op hetzelfde perceel. Omdat beide gebouwen aardgasloos worden opgeleverd, wordt naast de ketel die draait op 100% groene waterstof, gebruik gemaakt van verwarming via een hybride warmtepomp en een ketel op groen propaangas. Deze laatstgenoemde toepassing wordt alleen als aanvulling toegepast op hele koude dagen.

Eerste producent van Nederland
Remeha introduceert met deze pilot als eerste producent van Nederland een hoger vermogen waterstofketel. Bij Hollander Techniek wordt gebruik gemaakt van een Quinta Ace H2 100%, een 100% waterstofketel met een vermogen tot 40kW. Aangevuld met een Effenca MT40-warmtepomp, twee Quinta Ace 45-ketels - in zogenoemde cascade-opstelling – die worden aangestuurd door een miTera Plus systeem-regelaar. Het totale systeem is energieneutraal.

Pand, klant en personeel voorbereiden op een duurzame toekomst
Bij Hollander Techniek is men al jaren bezig om op natuurlijke vervangingsmomenten te verduurzamen. Erik Hollander, algemeen directeur licht de situatie toe: “Naast een nieuw pand in aanbouw willen we ook de stap maken ons huidige pand nog duurzamer te verwarmen en onze CO2-uitstoot hierbij te verminderen. Dat was nog niet zo eenvoudig. Door de isolatiewaarde van ons bestaande pand, de beperkte beschikbaarheid van elektriciteit op bedrijvenpark Apeldoorn-Noord, gecombineerd met de elektrificatie van ons wagenpark en ook de capaciteitsbehoefte van het pand in aanbouw, bleek verwarmen met all ellectric warmtepompen niet mogelijk. Na overleg met onze Apeldoornse partner Remeha, producent van duurzame binnenklimaatoplossingen, is gekozen voor een nieuwe systeemoplossing. Alle oplossingen samen - waaronder ons bestaande WKO-systeem - helpen bij onze ambitie om onze gebouwen in 2025 CO2-neutraal te laten zijn.”
Hollander vertelt over een tweede belangrijke drijfveer: “Wij willen graag vooroplopen in de energietransitie, daarom is het voor ons van groot belang om veel kennis op te doen over waterstof: wat komt erbij kijken, hoe leiden we onze mensen op en hoe trainen we hen om op een veilige manier met waterstof te werken? Daarom kiezen we er juist voor om ons eigen bedrijfspand te verduurzamen en waterstof toe te passen.”

Veel ervaring in waterstofprojecten
Al in 2017 begon Remeha met de ontwikkeling van de eerste waterstofketel voor woningen. Sinds 2019 heeft Remeha ruime ervaring opgedaan in het verwarmen van woonhuizen en appartementen op waterstof. Zo was Remeha in 2019 betrokken bij de verwarming van een appartementencomplex in Rozenburg op waterstof. Dit was destijds de eerste waterstoftoepassing ter wereld in een woongebouw. Daarna volgden succesvolle waterstofprojecten in bestaande en nieuwe woningen.
Waterstofprojecten voor utiliteitsgebouwen zijn de logische volgende stap. Remeha maakt, voor zowel residentiële bouw als utiliteitsgebouwen, gebruik van bewezen aardgasketelplatformen voor de aansturing van waterstofketels, dat ook in combinatie met warmtepompen of propaan aan de hoogste standaarden voldoet, aldus de fabrikant. Voor de utiliteitsmarkt is het Quinta-platform beschikbaar dat schaalbaar is tot grotere vermogens. Remeha heeft drie 100% waterstofketels met verschillende vermogens ontwikkeld voor pilotprojecten: de Tzerra Ace H2 100% 28C, de Tzerra Ace H2 100% 34C en de Quinta Ace H2 100% 45. Remeha is in afwachting van beschikbaarheid van infrastructuur en wet- en regelgeving om de commerciële waterstofketels op de markt te kunnen introduceren.
Maurice Meulenbrugge, productmanager renewable gas bij Remeha is blij met dit nieuwe project: “Bij Remeha geloven we in meerdere wegen naar duurzaam: gasvormigen, elektriciteit en warmtenetten. De oplossing zien wij in het gecombineerd gebruiken van energiedragers, passend bij de omgeving en aanwezige infrastructuur. Waterstof is daarbij een veelbelovende energiedrager. Juist bij toepassingen in de utiliteit, waar de gevraagde vermogens vaak groot zijn, hebben we de kans met waterstof de CO2-uitstoot sterk te reduceren. Daarom zijn wij verheugd om samen met Hollander Techniek dit pilot-project te kunnen draaien, zeker omdat het gaat om waterstof die is geproduceerd met energie uit hernieuwbare bronnen zoals wind- en zonne-energie.”

Waterstof in hybride systeemoplossing is nieuw
Meulenbrugge vertelt over een tweede nieuwtje in dit project: ‘’De hybride opstelling is een nationale primeur te noemen. Niet eerder werd een hybride warmtepomp, een 100% waterstofketel en twee ondersteunende propaanketels in cascade-opstelling, centraal aangestuurd door een systeemregelaar. Met dit project demonstreert Remeha dat waterstof onderdeel kan zijn van het comfortabel verwarmen van bedrijfspanden en creëert daarmee een rol voor waterstof in de duurzame systeemoplossingen. Op die manier leveren wij een bijdrage aan het creëren van een betere leefomgeving.”

 

Toch nog een nieuwe cv-ketel of over op een warmtepomp?

Gepubliceerd op

Vanwege de hoge aanschafkosten van een warmtepomp, die vanaf 2026 verplicht is, laten veel huishoudens nog snel een nieuwe cv-ketel installeren, zo berichtte RTL Nieuws onlangs. Duurzaamheidsplatform Slimster becijfert echter dat zij daarmee de komende 15 jaar al gauw 3600 euro duurder uit zijn dan wanneer zij hadden gekozen voor een warmtepomp. De kans is bovendien groot dat dit verder oploopt. Slimster komt daarom met drie tips om de investering in een warmtepomp alsnog mogelijk te maken.

Eerst het kostenverschil. Volgens Milieu Centraal kost een doorsnee lucht-waterwarmtepomp 12.000 euro, inclusief installatie. Daar gaat gemiddeld nog 3150 euro aan ISDE-subsidie af, maar goed, dat moet je wel eerst voorfinancieren. Al met al fors meer dan de 2100 euro die je gemiddeld kwijt bent aan een nieuwe HR-ketel. Daar staat - bij de huidige energietarieven - een jaarlijkse kostenbesparing van 692 euro tegenover. Doe je dit keer 15 en trek je daar de extra investeringskosten van een warmtepomp ten opzichte van een cv-ketel af, dan kom je na 15 jaar uit op een besparing van ruim 3600 euro. Daar komt nog bij dat een warmtepomp al gauw 15 tot 20 jaar meegaat, terwijl de verwachte levensduur van een hr-ketel vaak op 12 tot 15 jaar geschat wordt.

Gas wordt duurder, stroom goedkoper
Verder is, zo stelt Slimster, de verwachting dat gas de komende jaren in verhouding (nog) duurder wordt dan stroom. Dit jaar al verhoogde de overheid de energiebelasting op gas met liefst 11 cent per kuub, terwijl de belasting op elektra juist met 2 cent per kWh daalde. Slimster berekende wat het effect zou zijn als de gasbelasting tot en met 2030 jaarlijks met vijf cent zou stijgen, terwijl de stroombelasting met één cent per jaar zou dalen. Dat levert over de verwachte minimale levensduur van een warmtepomp - 15 jaar - een extra besparing van ruim 6200 euro op. Volgens Marvin Grouw van Slimster is de kans bovendien groot dat “de belastingverschillen in de praktijk nog ruimer zullen uitvallen.”

Financieringsmogelijkheden warmtepomp
“Al met al snijd je jezelf dus flink in de vingers door nu te kiezen voor een nieuwe cv-ketel in plaats van een warmtepomp. Desondanks begrijpen we dat lang niet iedereen duizenden euro’s op de spaarrekening heeft om te investeren”, aldus Grouw. Slimster geeft daarom drie tips voor het financieren van een warmtepomp:
1. De Energiebespaarlening van het Warmtefonds:
Huishoudens met een verzamelinkomen tot 60.000 euro kunnen bij het Warmtefonds lenen tegen 0% rente. Daarnaast biedt je gemeente mogelijk een SVn Duurzaamheidslening aan. Je kunt opzoeken wat er in jouw gemeente mogelijk is via de leningzoeker.
2. Combineer een warmtepomp met isolatie:
Naast dat isolatie het rendement van een warmtepomp verbetert, is deze combinatie ook gunstig met het oog op subsidies. Door gelijktijdig (of in elk geval binnen 24 maanden) isolatie te laten uitvoeren en een warmtepomp aan te schaffen, verdubbelt de subsidie die je voor de isolatiewerkzaamheden kunt aanvragen.
3. Kies niet voor een leaseconstructie:
Er komen steeds meer aanbieders van lease- of huurwarmtepompen. Voor een volledig elektrische warmtepomp gaan de maandelijkse kosten al gauw richting de 100 euro. Dat betekent dus 18000 euro over een periode van 15 jaar, waarmee de besparing ten opzichte van verwarmen op gas dus teniet wordt gedaan.

“Laat erkende installateurs woningen aansluiten op een warmtenet”

Gepubliceerd op

De ontwikkeling van duurzame warmtenetten moet vaart krijgen. Dat vinden Techniek Nederland en Energie-Nederland. De voorzitters van deze brancheorganisaties, Doekle Terpstra en Cora van Nieuwenhuizen, hebben daarom de overeenkomst ‘Samenwerken aan de kwaliteit van duurzame warmtenetten’ getekend. Het doel van de overeenkomst is dat meer installatiebedrijven zich gaan bezighouden met het plaatsen van afleversets in woningen die zijn aangesloten op een warmtenet.

Met de InstallQ-erkenningsregeling Afleversets als nieuwe norm willen Techniek Nederland en Energie-Nederland ook de kwaliteit van het installatiewerk waarborgen. Terpstra en Van Nieuwenhuizen legden de afspraken vast tijdens de installatievakbeurs VSK 2024.

Afleversets
Als een woning een aansluiting heeft op een warmtenet (ook bekend als ‘stadswarmte’), is een afleverset nodig om de bewoners te voorzien van warmte voor centrale verwarming en tapwater. Voor het plaatsen van een afleverset is specifieke deskundigheid nodig. InstallQ heeft daarvoor een erkenningsregeling ‘Afleversets’ ontwikkeld, als aanvulling op de erkenning ‘Warmteafgiftesystemen van gebouwgebonden verwarmingsinstallaties’. Installateurs kunnen de erkenning ‘Afleversets’ behalen met de e-learning stadsverwarmingsinstallaties.

Een half miljoen nieuwe aansluitingen tot 2030
Het aantal aansluitingen op warmtenetten groeit niet snel genoeg. Volgens het Klimaatakkoord moeten er tot 2030 een half miljoen woningen worden aangesloten. Nu zijn dat er nog maar enkele tienduizenden per jaar. De overeenkomst moet bijdragen aan een flinke groei van het aantal aansluitingen. Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland: “Installateurs spelen een cruciale rol in de energietransitie. Dat geldt ook bij warmtenetten. We willen de bekendheid van de werkzaamheden en van de erkenningsregeling Afleversets vergroten. Als méér installateurs actief worden in deze markt, zorgt dat voor meer snelheid in de ontwikkeling van duurzame warmtenetten’.

Erkende installateurs
Cora van Nieuwenhuizen, voorzitter van Energie-Nederland: ‘In de samenwerkingsovereenkomst met Techniek Nederland staat dat warmtebedrijven de voorkeur geven aan het werken met erkende installateurs en dat in hun opdrachten zullen uitvragen. Op die manier stimuleren we vakmanschap, ontstaan er minder storingen en dragen ook installateurs bij aan een snellere warmtetransitie’.

Afspraken in de samenwerkingsovereenkomst
In de overeenkomst ‘Samenwerken aan de kwaliteit van duurzame warmtenetten’ hebben Techniek Nederland en Energie-Nederland een aantal afspraken gemaakt over de werkzaamheden aan warmtenetten:
-              Er komt een gezamenlijk kwaliteitskader voor het aanleggen, aansluiten en beheren van afgifte-installaties aangesloten op warmtenetten. Dit is belangrijk voor eenduidige kwaliteit en herkenbaarheid naar klanten.
-              De InstallQ erkenningsregeling ‘Afleversets’ wordt de norm bij de uitrol van duurzame warmtenetten.
-              Techniek Nederland en Energie-Nederland gaan de erkenningsregeling ‘Afleversets’ en onderliggende erkenning ‘Warmteafgiftesystemen van gebouwgebonden verwarmingsinstallaties’ actief onder de aandacht van leden brengen.
-              Techniek Nederland en Energie-Nederland adviseren warmtebedrijven om bij het verlenen van opdrachten voor stadswarmtenetten te kiezen voor erkende installatiebedrijven.

Bouw duurzame warmtecentrale DEVO van start

Gepubliceerd op

Vrijdag 2 februari startte de bouw van DEVO’s nieuwe duurzame energiecentrale. De centrale produceert straks warmte voor het hele deelplan Groenpoort in Veenendaal-oost. Sterke elektrische warmtepompen en grootschalige warmtebuffering zorgen ervoor dat die warmte CO2-neutraal is. 

Wethouder Martijn Beek sloeg namens de gemeente Veenendaal, aandeelhouder van DEVO, een van de palen in de grond. Dit deed hij samen met Gerhard van de Lagemaat, directeur van DEVO en Frank van der Vlugt en Gijs de Man, beiden commissaris van DEVO. Hiermee gaven zij samen het officiële startsein voor de bouw. Op het bouwterrein kwamen alle partijen samen die een rol hebben in de ontwikkeling – van ontwerp tot uitvoering. Linthorst Techniek en Bouwbedrijf Kreeft zorgen ervoor dat de centrale de komende maanden werkelijkheid wordt.

Warmtebuffer voor netcongestiemanagement
Van de Lagemaat lichtte toe hoe DEVO warmte gaat produceren buiten de piektijden op het elektriciteitsnet: “Iedereen wil energie afnemen op hetzelfde moment. Vooral in de ochtend en avond. Dat wordt steeds moeilijker en duurder. En het zorgt voor problemen op het elektriciteitsnet. Maar in deze energiecentrale zitten een aantal slimme elementen. Zo komt er energieopslag in de vorm van een warmtebuffer. We kunnen dan buiten de piektijden warmte produceren. Die warmte slaan we op en leveren we aan bewoners wanneer zij dat nodig hebben. Zo mijden wij de piekmomenten voor de productie van warmte, zonder dat bewoners hun warmtevraag en dus hun gedrag hoeven aan te passen. Dat maakt deze centrale uniek.”

Compacte warmtepomp zonder buitenunit

Gepubliceerd op

ATAG heeft een lucht/water-warmtepomp ontwikkeld zonder buitenunit. Met de Interion wil de fabrikant de markt een impuls geven en wordt het product teruggebracht naar de plek waar de installateur al gewend is te werken: naast de cv-ketel of op zolder, zodat er geen of nauwelijks nieuwe leidingen hoeven te worden getrokken. ATAG presenteert het concept van de Interion tijdens de VSK, de vakbeurs die van 6 tot 9 februari 2024 plaatsvindt in de Jaarbeurs in Utrecht.

“Voor veel huishoudens in Nederland is de installatie van een warmtepomp een logische manier om efficiënt te verwarmen en minder of geen aardgas te gebruiken", aldus Jan Henk van der Wijk, marketing & communicatie manager van ATAG Verwarming. “In de praktijk blijken echter veel rijtjeshuizen geen plek te hebben voor het plaatsen van een buitenunit. Met de ATAG Interion bieden wij een compacte warmtepomp zonder buitenunit die op elke bestaande cv-ketel kan worden aangesloten. Daarnaast is de hybride Interion ook all-electric ready, wat betekent dat er overgestapt kan worden naar een volledige elektrische uitvoering waarbij aardgas niet meer nodig is.”

Snel en eenvoudig
Omdat de Interion snel en eenvoudig is te installeren is, verwacht Van der Wijk dat er zowel vanuit installateurs als vanuit consumenten veel vraag zal zijn naar het nieuwe apparaat: “De hele installatiemarkt kampt met een groot tekort aan gekwalificeerd personeel. Daarom hebben we bij de ontwikkeling van de Interion ingezet op snelle en eenvoudige installatie. Daarbij komen we met een aantrekkelijke prijs, zodat de warmtepomp voor iedereen in Nederland bereikbaar wordt.” Na de presentatie op de VSK komt de Interion naar verwachting in de tweede helft van volgend jaar op de markt.

Veranderende wetgeving
ATAG speelt met de Interion in op de veranderende wetgeving die bepaalt dat het vanaf 2026 verplicht is om bij vervanging van een gasgestookte cv-ketel in principe te kiezen voor een duurzaam alternatief. Van der Wijk: “Op zich een logische insteek, ware het niet dat er in Nederland enkele miljoenen rijwoningen zijn waar het plaatsen van een warmtepomp met buitenunit nu niet mogelijk is. Met een compacte warmtepomp kunnen deze huishoudens verduurzamen. Dat is een belangrijke stap naar een duurzamer Nederland, en een duurzame toekomst.”

2023 topjaar voor warmtepompen, maar vierde kwartaal krimp

In heel 2023 werden er volgens de verkoopcijfers van fabrikanten 150 duizend warmtepompen aan groothandels en installateurs geleverd, voor de ...

Relatief weinig problemen met warmtepompen tijdens vorstperiode

Warmtepompen blijken tijdens een vorstperiode zonder problemen te functioneren. Een rondgang langs een aantal installatiebedrijven laat zien dat er in ...

Warmtepomp twee jaar eerder terugverdiend

Per 1 januari 2024 stijgt de energiebelasting op gas met elf eurocent per kuub, terwijl het tarief voor elektriciteit juist ...

Warmtepompen

TRENDS EN PROJECTEN Na een tijd van stormachtige groei, is de warmtepompmarkt in rustiger vaarwater terecht gekomen. Maar de technische ...

2023 topjaar voor warmtepompen, maar vierde kwartaal krimp

Gepubliceerd op

In heel 2023 werden er volgens de verkoopcijfers van fabrikanten 150 duizend warmtepompen aan groothandels en installateurs geleverd, voor de woningbouw en -renovatie. Dat zijn er 40 duizend meer dan in 2022, waarmee de jaar-op-jaar groei met 36% een bestendiging is van acht jaar ‘dubbele cijfers’. In 2023 had de warmtepomp een 30% marktaandeel waarbij de groei voor het eerst duidelijk zichtbaar ten koste ging van verkoop van stand-alone gasketels.

In de nieuwbouw zijn er naar verwachting vorig jaar ruim 40 duizend (all-electric) warmtepompen verkocht. In de bestaande bouw zien we meer dan een verdubbeling van de verkoop van warmtepompen, van ruim 50 duizend in 2022 naar bijna 110 duizend in 2023. Daarvan is minimaal de helft hybride.

Vraagontwikkeling in 2023
De groei van de verkoop van warmtepompen in 2023 is geheel op conto van de eerste drie kwartalen. Met bijna 80% jaar-op-jaar groei in die drie kwartalen leidde dit tot een eerdere verwachting van 170 duizend verkochte warmtepompen in 2023. Dat jaar begon met een zeer hoge en verder groeiende afzet, onder andere vanwege de ‘back-log’ door hoge gasprijzen in 2021/2022 en vertraagde leveringen door logistieke issues en materiaaltekorten in diezelfde periode. Het vierde kwartaal van 2023 zag echter een krimp van 30% t.o.v. het vierde kwartaal van 2022 vanuit fabrikantenperspectief, waarmee Nederland weer in de pas loopt met andere Europese landen waar stagnatie van de groei al eerder intrad.

Stabilisatie groei in 2024
De branchecijfers zijn geen één op één weerspiegeling van het aantal daadwerkelijk geïnstalleerde warmtepompen in woningen, maar van het aantal geleverde warmtepompen door fabrikanten. Zo schrijft de branche de schijnbare krimp in het vierde kwartaal toe aan de afbouw van de eigen voorraden door groothandels en installateurs. Verschillende factoren leiden tot de verwachting dat - zonder aanvullende maatregelen - de warmtepompenmarkt voor woningen zich in 2024 stabiliseert rond de 150 duizend stuks. De nog beperkte capaciteit van de installatiebranche is één van de belangrijkste remmende factoren. Daarnaast werd aardgas weer goedkoper in 2023 waarmee de incentive van de eerdere hoge gasprijzen is afgenomen. Voorts leiden zorgen over congestie op het elektriciteitsnet tot toenemende voorzichtigheid bij beleidsmakers.

Relatief weinig problemen met warmtepompen tijdens vorstperiode

Warmtepompen blijken tijdens een vorstperiode zonder problemen te functioneren. Een rondgang langs een aantal installatiebedrijven laat zien dat er in ...

Warmtepomp twee jaar eerder terugverdiend

Per 1 januari 2024 stijgt de energiebelasting op gas met elf eurocent per kuub, terwijl het tarief voor elektriciteit juist ...

Warmtepompen

TRENDS EN PROJECTEN Na een tijd van stormachtige groei, is de warmtepompmarkt in rustiger vaarwater terecht gekomen. Maar de technische ...

Jaren 60 woningen all electric met warmtepomp zonder buitendeel

In een recent pilotproject is een aantal jaren 60 woningen gasloos gemaakt met een lucht/water-warmtepomp in combinatie met een 200 ...

Koelen en verwarmen via onzichtbare wand-inbouwunit

Gepubliceerd op

Met de introductie van de nieuwe Mitsubishi Electric SFZ-M biedt Alklima een wand-inbouwunit die de installateur, op een tweetal roosters na, volledig onzichtbaar kan wegwerken. Vooral de flexibele toepassingsmogelijkheden vallen op. Dit komt mede doordat men de luchtaanzuigsectie kan verplaatsen. Daardoor is de inbouwunit zowel via een voorzetwand, een omkasting als in een kast in de ruimte te plaatsen.

De veelzijdigheid van de SFZ-M van Mitsubishi Electric ontstaat door zijn compacte inbouwmaten. Afhankelijk van de gewenste positie kan de installateur de unit aan de muur bevestigen of hem met de meegeleverde opstelpoten op de vloer plaatsen. Door die manier is de inbouwunit in eigenlijk elke situatie gemakkelijk toe te passen.

Aan voorzijde aanzuigen en uitblazen
Juist door de mogelijkheid om de luchtaanzuigsectie te verplaatsen, kan de unit ook aan de voorkant lucht aanzuigen. Daarmee kan de vakman een wand creëren met aan de onderkant een klein rooster voor het aanzuigen van de lucht en bovenin een rooster voor het uitblazen. De rest van de unit is vervolgens volledig weggewerkt. De geringe inbouwdiepte van 200 mm zorgt een voor een minimaal benodigde montageruimte en dus voor optimaal gebruik van de ruimte.

Aanpasbare druk en weinig geluid
De Mitsubishi Electric SFZ-M past in een single-splitsysteem met de buitendelen SUZ-M. In die combinatie is het systeem verkrijgbaar in vijf vermogens: 2,5 / 3,5 / 5,0 / 6,0 / 7,1 kW.  “Er is een aantal bijzondere kenmerken die de SFZ-M extra geschikt maken voor inbouw”, zegt Stephan van der Tholen, productspecialist bij Alklima. “De eerdergenoemde, geringe inbouwdiepte is er een van, maar ook de beperkte inbouwhoogte van 713 mm. Een ander bijzonder kenmerk is de mogelijkheid om de externe statische druk via DIP-switches in te stellen op 0, 25, 40 of 60 Pa. Deze lage, externe statische druk zorgt ook voor een laag geluidsniveau vanaf 25 dB(A).” Verder er is de optie om de unit uit te voeren met de MAC-587IF-E WiFi-module, zodat hij via de MELCloud-app te bedienen is. Het is overigens ook mogelijk om deze wand-inbouwunit toe te passen binnen de MXZ-F multi-splitsystemen.
“Zodra een opdrachtgever de toevoer van geconditioneerde lucht in een woning, appartement, kantoor of winkel onzichtbaar wil maken, dan bieden wij de installateur daar nu een fraaie en eenvoudige oplossing voor”, aldus Van der Tholen. “Je kunt de SFZ-M zowel in renovaties, verbouwingen als ook in nieuwbouwprojecten toepassen; eigenlijk op elke plek waar je een voorzetwand kunt plaatsen.”

“Pas over ruim jaar productie warmtepompen weer op niveau van vraag”

Er komt dit jaar 62 miljoen euro extra beschikbaar voor wie zijn koophuis wil verduurzamen. Het gaat om uitbreiding van ...

Buitenunit in woning en toch geluidsarm

NIBE is een collegiale samenwerking aangegaan met HydrotopWorks uit Deventer. Deze jonge onderneming biedt diverse prefab-oplossingen voor lucht/water-warmtepompen. Eén daarvan ...

Alklima biedt opleiding ISSO-publicatie 98: lucht-/water warmtepompen in woningbouw

Alklima biedt een nieuwe opleiding: ISSO-publicatie 98 lucht-/water warmtepompen in woningen. Deze ISSO-publicatie gaat in op lucht-/water warmtepompen die geschikt ...

‘Langere wachttijd bij cv-storing door Gasketelwet’

Gepubliceerd op

De verplichte certificering voor verwarmingsinstallateurs kan deze winter voor langere wachttijden zorgen. Sinds april van dit jaar moeten verwarmingsmonteurs een certificaat hebben om koolmonoxiderisico’s bij een cv-ketel of geiser terug te dringen. Veel kleinere installateurs en zzp’ers vinden de kosten van de certificering te hoog en zien op tegen de administratieve rompslomp die erbij hoort. Sommige ondernemers denken er zelfs over om geen onderhouds- en reparatiewerk aan cv-ketels meer te doen. Bij een vorstperiode met veel storingen kan dat ertoe leiden dat consumenten lang in de kou zitten. Branchevereniging Techniek Nederland vindt dat de overheid voor kleine ondernemers een vereenvoudigde CO-certificering zou moeten toestaan.

De ‘Gasketelwet’, die de zogenaamde CO-certificering verplicht stelt, is na een lange aanloopperiode dit jaar ingevoerd. De wet is bedoeld om ongelukken met koolmonoxide te voorkomen. Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, is bang dat cv-installaties nu juist onveiliger worden: “Natuurlijk staan wij achter de certificeringsregeling, maar die is niet geschikt voor kleinere bedrijven en zzp’ers. Als die niet meer aan cv-ketels mogen werken, lopen de wachttijden voor onderhoud en hulp bij storingen op. Dat kan gevaarlijke situaties veroorzaken. Met een vereenvoudigde certificering lossen we dat op. De opzet ligt al klaar en kan morgen worden ingevoerd.”

Meer bewustzijn rond veiligheid
Techniek Nederland is altijd voorstander geweest van een verplichte certificering. Voor de branchevereniging heeft het voorkomen van ongelukken met koolmonoxide bij cv-ketels prioriteit. Terpstra: “Dankzij de certificering is het bewustzijn rond de veiligheid van cv-installaties de afgelopen tijd enorm toegenomen in de sector. Ruim 19.000 cv-monteurs zijn bijgeschoold en hebben een examen behaald om de risico’s van koolmonoxide bij cv-ketels, geisers en gashaarden terug te dringen. Gasverbrandingsinstallaties in ons land zijn daardoor nu al een stuk veiliger.”

Snelle actie is nodig
Met name kleinere installatiebedrijven en zzp’ers zijn kritisch over de certificeringsregeling. Terpstra begrijpt dat. “De regeling brengt aanzienlijke kosten en administratieve lasten met zich mee. Daarom hebben wij een vereenvoudigde certificering voor kleine bedrijven en zzp’ers voorgesteld. Tot nu toe heeft de overheid daar nog niet positief op gereageerd, maar we moeten snel in actie komen. We hebben een tekort aan verwarmingsinstallateurs en de winter is al begonnen. Met een vereenvoudigde regeling voor zzp’ers en het kleinbedrijf kunnen we méér bedrijven certificeren en wordt het veiliger in Nederland.”

Onderzoeksraad voor Veiligheid
Aanleiding voor de certificering is een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit 2015. In het rapport concludeerde de Raad in 2015 dat er te veel ongelukken gebeuren met koolmonoxide bij cv-ketels, geisers en gashaarden. Daarop kwam er een wettelijk verplichte certificering die bekend werd als de ‘Gasketelwet’. Er zijn inmiddels ruim 1.300 bedrijven gecertificeerd. Techniek Nederland verwacht dat minimaal 1.700 bedrijven zich nog moeten certificeren.

‘Gasketelwet’ kan effectiever
De Onderzoeksraad voor Veiligheid stelde in haar rapport dat gastoestellen failsafe en foolproof zouden moeten zijn. In de praktijk betekent dit, dat een cv-ketel automatisch afslaat wanneer er te veel koolmonoxide wordt geproduceerd. De verplichting is niet in de Gasketelwet terechtgekomen, maar zou cv-ketels veel veiliger kunnen maken. Daarnaast wil de brancheorganisatie een verplichting om koolmonoxidemelders te plaatsen in alle woningen, maar in elk geval in appartementencomplexen.

Evaluatie van de wet
Techniek Nederland wil dat gemeenten de wet actief gaan handhaven. De installateurskoepel vindt verder dat onderhoud van de cv-ketel verplicht moet worden. De verkoop van cv-ketels aan particulieren zou alleen mogelijk moeten zijn als de cv-ketel door een vakbekwame monteur wordt geïnstalleerd. Volgend jaar wordt de ‘Gasketelwet’ geëvalueerd. Techniek Nederland zal alle kritiekpunten inbrengen in de evaluatie.

Onderhoud CV-ketel

Gasketelwet: “Jaarlijkse kosten buiten proporties voor klein bedrijf!”

In onze oktober-editie van ons praktijkblad InstallateursZaken deden wij een oproep aan installateurs om hun ervaring met de Gasketelwet te ...

“Uitstel Gasketelwet is niet meer uit te leggen”

De Gasketelwet wordt niet op 1 januari 2023 volledig ingevoerd, maar pas op 1 april. Dat liet minister De Jonge ...

Voldoen aan Gasketelwet nu mogelijk via CO-keur

CO-keur heeft het InstallQ Procescertificaat NC-6025-003 van Normec Certification ontvangen. Toelatingsonderzoek heeft aangetoond dat de CO-keur app werkt en dat ...

Techniek Nederland wil dat minister werk maakt van Gasketelwet

In 2015 bracht de Onderzoeksraad voor Veiligheid een alarmerend rapport uit over koolmonoxide-risico’s bij cv-ketels. Bijna zeven jaar later zijn ...

Gasketelwet treedt per 1 oktober in werking

Op 1 oktober 2020 treedt het wettelijk stelsel voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties, zoals cv-ketels, gashaarden en geisers, dan eindelijk in ...

Normen voor vewarmings-apparaten op vaste brandstoffen herzien

Gepubliceerd op

Er is een nieuwe reeks normen voor huishoudelijke verwarmingsapparaten op vaste brandstoffen gepubliceerd, de normserie EN 16510-2. Het betreft de harmonisatie en herziening van de normen voor vaste brandstoftoestellen. De nieuwe structuur van de EN 16510 normenreeks is bedoeld om het gebruik door fabrikanten en keuringslabs eenvoudiger te maken. Met de nieuwe normenserie wordt ook de kans op interpretatieverschillen verkleind.

Testmethodes en emissiemeetmethoden zijn nu gelijk voor heel Europa. Daarnaast moeten fabrikanten een duurzaamheidsverklaring opstellen voor hun vaste brandstoftoestellen. De hele normenserie is verkrijgbaar bij NEN. Eerder werd EN 16510-1 al gepubliceerd. Deze norm bevat de algemene eisen en tests voor alle huishoudelijke vaste-brandstoftoestellen. Vanaf nu moet deze norm worden toegepast in combinatie met een specifiek deel 2 voor het overeenkomstige type toestel.
Het gaat om de delen:
EN 16510-2-1: Huishoudelijke ruimteverwarmingstoestellen voor vaste brandstoffen;
EN 16510-2-2: Inzet- en inbouwhaarden inclusief open haarden voor vaste brandstoffen;
EN 16510-2-3: Met vaste brandstof gestookte huishoudelijke kooktoestellen;
EN 16510-2-4: Met vaste brandstof gestookte verwarmingen en warmwatervoorraadtoestellen met een nominale belasting tot 50 kW;
EN 16510-2-6: Huishoudelijke ruimteverwarmingstoestellen gestookt met houtpellets

Deze delen vervangen de normen: EN 13240 voor ruimteverwarmers, EN 13229 voor inzethaarden en open haarden, EN 14785 voor toestellen gestookt met houtpellets, EN 12809 voor met vaste brandstof gestookte verwarmingen en warmwatervoorraadtoestellen met een nominale belasting tot 50 kW en EN 12815 voor met vaste brandstof gestookte huishoudelijke kooktoestellen.

Gedetailleerder
In de nieuwe EN 16510 normenserie zijn de testprocedure en emissiemeetmethoden voor de emissie van NOx en OGC gedetailleerder beschreven dan in de oude normen. De normserie beschrijft daarnaast een nieuwe methode om de fijnstof (PM) emissie te meten. Deze methode – EN-PME - vervangt de huidige drie methoden om de stofemissie te meten. Met deze methode kan de stofemissie in heel Europa op een gelijke wijze worden bepaald. Dat voorkomt onduidelijkheden in de onderlinge duiding van de resultaten van de drie oude methoden. De methode zorgt ook voor een aangetoond betere reproduceerbaarheid en nauwkeurigheid.

Verdere innovaties
Voor het eerst behandelt EN 16510 de gezamenlijke werking van vaste brandstoftoestellen en ventilatiesystemen (zoals woonhuisventilatie en afzuigventilatoren) op normalisatieniveau. Er zijn een testmethode en eisen beschreven om de lekdichtheid van een toestel te meten ten opzichte van de ruimte waarin deze is geïnstalleerd, inclusief bijbehorende dichtheidseisen. De normenserie bevat ook een overzicht van mogelijke afwijkingen (inclusief meettoleranties) in emissies en energetisch rendementmetingen voor markttoezichtinstanties (een onnauwkeurigheidsrange). Dit geeft deze instanties een handvat om de resultaten van controletesten te beoordelen.

Duurzaamheidsverklaring
Vanwege de toenemende aandacht voor de duurzaamheid van producten en productieprocessen bevat EN 16510 de mogelijkheid voor fabrikanten om een duurzaamheidsverklaring op te stellen voor hun vaste brandstoftoestellen. De duurzaamheidsverklaring van een toestel moet betrekking hebben op de volgende levenscyclusfasen:
•             Productiefase (inclusief transport);
•             Gebruiksfase;
•             Einde van de levensduur;
•             Hergebruik en recycling potentieel.

De normenserie beschrijft een methode om de duurzaamheid van gebruikte grondstoffen en het eindproduct te bepalen. Deze methode is een van de uitvloeisels van de Europese Green Deal.

De geharmoniseerde normen zijn opgenomen in het Publicatieblad van de Europese Unie en zijn daarmee per 9 november 2023 – met een overgangstermijn van 2 jaar -  bindend in verband met de bouwproductenverordening voor CE-markering en het opstellen van prestatieverklaringen.

herzien NEN

Forse boete vanwege ketelbrand

Gepubliceerd op

De civiele rechtbank in Zwolle heeft Bosch veroordeeld vanwege het op de markt brengen van een gebrekkig product, te weten de Nefit Topline HR Combiketel. Die cv-ketel heeft in 2010 een brand veroorzaakt in een pand in het Groningse Onstwedde, oordeelt de rechter. Voor de schade die daarbij is ontstaan is de fabrikant nu aansprakelijk gesteld. De schadevergoeding bedraagt bijna zes ton. Ook moet de fabrikant onder andere 120.000 euro aan gederfde huurinkomsten betalen. Bosch gaat waarschijnlijk in beroep.

De rechter baseert haar uitspraak onder andere op deskundigen, die voor de oorzaak van de brand geen andere oorzaak kunnen aanwijzen dan een lekkage van hete rookgassen die is opgetreden ter plaatse van de brander van de TopLine cv-ketel. Daardoor zijn de brandbare polypropyleen (isolatie)delen in de TopLine cv-ketel ontstoken en zijn in eerste instantie bovenin de cv-ketel temperaturen opgetreden ≥ 660 °C. Als gevolg hiervan is het houtwerk direct achter en rechts van de cv-ketel in brand geraakt met een omvangrijke, zichzelf onderhoudende, vlammende brand in de opstellingsruimte tot gevolg.

Exacte oorzaak destijds niet te achterhalen
De oorzaak van de brand kon destijds overigens niet exact worden vastgesteld vanwege instortingsgevaar van het pand. De verzekeraar schreef de oorzaak toe aan de elektrische huisinstallatie of de cv-ketels in het pand. In 2018 was er veel te doen over problemen met de betreffende cv-ketel van Nefit. Daarop startte de eigenaar van het pand alsnog een procedure.

Jaren 60 woningen all electric met warmtepomp zonder buitendeel

Gepubliceerd op

In een recent pilotproject is een aantal jaren 60 woningen gasloos gemaakt met een lucht/water-warmtepomp in combinatie met een 200 liter voorraadvat. De installatie is onderdeel van een pilot met in totaal vijf woningen van deltaWonen, waaronder twee eengezinswoningen uit 1964 in Zwolle en drie jaren ‘80 woningen in Kampen. Het betreft een warmtepomp zonder buitendeel.

Bij het pilotproject in Zwolle en Kampen is gekozen voor de Vincent all electric opstelling van Itho. Dankzij het ontbreken van een buitendeel wordt deze volledig binnen in de woning opgesteld. Hierdoor is de warmtepomp snel te plaatsen en onderhouden en is er geen buitenruimte nodig.

Compact
Daarnaast is Vincent dankzij zijn compacte formaat makkelijk inpasbaar, zelfs op kleine zolders en onder schuine daken. Dat bevestigt ook installateur Albaro Metselaar, namens De Vreeden Installatietechniek betrokken bij de pilot: “Dankzij de flexibele slangen en aansluitingen, kun je met Vincent in de bestaande bouw goed variëren. De opstelling met het voorraadvat is gemakkelijk aan te passen, bijvoorbeeld aan de huizen in deze pilot. Dit zijn eigenlijk standaard verhuurwoningen voor een woningbouwcorporatie.” Ook het plaatsen van de dakkap ervaart hij als gemakkelijk in de montage. “Als installateur hebben we al meerdere tientallen van deze warmtepompen geplaatst. En ja, we merkten gewoon dat het prettig werken was, omdat het makkelijk en flexibel was”, voegt hij toe.

Ruime ervaring
DeltaWonen heeft ca. 15.000 woningen in beheer in de gemeenten Zwolle, Kampen en Oldebroek. De corporatie is druk bezig met verduurzaming van haar woningportefeuille. Ze streeft ernaar om voor 2030 circa 3100 woningen te verduurzamen. Dat komt neer op zo’n 450 wooneenheden per jaar. Daarom heeft zij Trans-id gevraagd om mee te denken over de invulling van deze pilot met een aantal modelwoningen. Trans-id heeft ruime ervaring op het gebied van verduurzaming bij bestaande woningbouw; van planontwikkeling tot installatie.

60 woning

20 miljoen warmtepompen geïnstalleerd in Europa

Gepubliceerd op

Afgelopen week vond de 2023 European Heat Pump Summit plaats. Warmtepompexperts uit 42 landen kwamen naar Neurenberg om 39 presentaties van gerenommeerde internationale sprekers bij te wonen. Er kwam een breed scala aan onderwerpen aan de orde, van marktontwikkelingen tot monitoringsprojecten in de woningbouw en de toepassing van AI en IoT.

Dr. Rainer Jakobs, inhoudelijk coördinator van de European Heat Pump Summit en het Chillventa congress, vatte het evenement als volgt samen: "De conferentie toont eens te meer het belang aan van warmtepompen bij het oplossen van maatschappelijke uitdagingen, zoals de bescherming van het klimaat.”

Recordjaar
“Een van de presentaties was van Thomas Nowak van de EHPA, die zich concentreerde op de warmtepompmarkt in Europa. Hij wees erop dat 2022 een recordjaar is geweest voor warmtepompen, met drie miljoen verkochte eenheden. Dat betekent dat er in Europa maar liefst 20 miljoen warmtepompen zijn geïnstalleerd.”

Geluid
Marcel Rössler van ebm-papst concentreerde zich op geluidsclassificaties voor warmtepompen en de psychische ervaring van geluid. “Lucht/water-warmtepompen zijn niet geheel geruisloos, en hoe dichter een gebied bebouwd is, hoe meer het geluid van de machines de buren kan irriteren. Hier is het meetbare geluidsdrukniveau zeker niet de enige cruciale factor – ook de menselijke geluidsperceptie is belangrijk. Ebm-papst heeft daarom een gespecialiseerd psychoakoestisch laboratorium voor proefpersonen ingericht. De resultaten van onderzoeken worden verwerkt in de eigen ventilatorontwikkeling van het bedrijf en geven ook informatie over welke ventilatoren het meest geschikt zijn voor een bepaalde situatie.”

IoT
Dr. Veronika Wilk, van het Oostenrijkse Instituut voor Technologie, rapporteerde over casestudy's en marktkansen voor IoT-compatibele warmtepompen. “Warmtepompen worden steeds vaker netwerkapparaten die kunnen worden aangesloten op het Internet of Things (IoT). Met de vergaarde data wordt het mogelijk om de werking te optimaliseren en het comfort te verbeteren.”

AI
In diezelfde lijn vertelde Ran Roth van Sensibo over hoe kunstmatige intelligentie en data-analyses het energiegebruik van warmtepompen kunnen optimaliseren. Hij liet zien hoe AI-algoritmen leren door een continue analyse van omgevingsgegevens en zich aanpassen aan de individuele voorkeuren van gebruikers door verwarmings- en koelprocessen op hen af te stemmen, terwijl tegelijkertijd het energiegebruik wordt geminimaliseerd.”

In de komende editie van Vakblad InstallateursZaken verschijnt een terugblik op de EHPS met relevante highlights voor onze installatiebranche.

Warmteconvenant voor verduurzamen centrumgebied Den Haag

Gepubliceerd op

Eneco heeft een warmteconvenant ondertekend met zes grote vastgoedpartijen in het centrumgebied van Den Haag. In het convenant maken de partijen afspraken om de energievoorziening van 35 gebouwen in de stad te verduurzamen. Zo testen ze of de aanvoertemperatuur van de geleverde warmte verlaagd kan worden en wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van lokale warmte/koudeopslagsystemen en gebruik van smart grids.

Met dit convenant zet Eneco samen met het Rijksvastgoedbedrijf, provincie Zuid-Holland, BAM, Unie van Waterschappen, Nationale Politie en Haaglanden Medisch Centrum een stap om gezamenlijk de belangrijkste (semi)-overheidsgebouwen in 2040 klimaatneutraal te maken. Eneco en de ondergetekende partijen onderschrijven met dit convenant dat samenwerking, kennisdeling en concrete maatregelen essentieel zijn om binnen de huidige infrastructuur een efficiënt en duurzaam warmtesysteem op elkaar af te stemmen. Het convenant sluit aan bij Eneco’s One Planet Plan, dat tot doel heeft om in 2035 klimaatneutraal te zijn, inclusief het energiegebruik van klanten. Het verduurzamen van de warmtelevering is hiervan een belangrijk onderdeel.

Test temperatuurverlaging
In het convenant is een aantal gezamenlijke stappen geïdentificeerd die bijdragen aan het transitiepad van de gebouwen:
•             Test om temperatuur te verlagen van de geleverde warmte
•             Onderzoek naar samenhang van gebouwtransitiepaden en verduurzaming warmtebronnen
•             Onderzoek naar mogelijke verduurzaming van piekcapaciteit
•             Onderzoek naar toekomstbestendige warmteleveringsvoorwaarden
•             Opzetten van een informatieplatform

Er is al een test door Eneco en ERDH uitgevoerd in het Stadhuis van Den Haag, waarin de aanvoertemperatuur van de geleverde warmte met succes werd verlaagd. De eerste onderzoeksresultaten geven aan dat ook met een lagere temperatuur van het stadsverwarmingsnet de gebruikers een comfortabele werkplek blijven hebben, met minder energiegebruik en minder CO2-uitstoot. De afspraken hierover leggen de partners vast in het convenant.

De betrokken vastgoedpartijen van (semi)-overheidsgebouwen hebben zich verenigd in het samenwerkingsverband EnergieRijk Den Haag (ERDH). Het convenant heeft een looptijd van drie jaar.

Slim samen verduurzamen

Brink, Essent Energy Infrastructure Solutions (EIS) en Kuijpers slaan de handen ineen. Als consortium Smart Business Parks gaan zij aan ...

“Verduurzamen is het nieuwe normaal”

“We zijn er klaar voor. Meer dan ooit speelt installatietechniek een hoofdrol in de energietransitie. Het belang van de sector ...

Verduurzamen van collectieve installaties

Verduurzamen van collectieve installaties Energy Bridge verduurzaamt collectieve installaties van wooncomplexen en kantoren. Een gat in de markt. Vandaar dat ...

Ruim 60% meer warmtepompen verkocht in derde kwartaal

Gepubliceerd op

In het derde kwartaal van dit jaar werden er ruim 38 duizend warmtepompen verkocht in het woningsegment. Dit betreft zowel de nieuwbouw als de bestaande bouw. Dat is ruim 15 duizend meer dan in het derde kwartaal van vorig jaar. Vereniging Warmtepompen handhaaft de prognose van in totaal 170 duizend warmtepompen in de woningbouw voor heel 2023, waarvan 120 duizend in de bestaande bouw en 50 duizend in de nieuwbouw.

Op basis van deze prognose zou de groei, zoals ook berekend in het bericht na het eerste half jaar, uitkomen op 60% ten opzichte van 2022. Dit betekent ook dat Nederland op koers ligt voor het beleidsdoel van in totaal 1 miljoen warmtepompen in bestaande woningen, bovenop het aandeel in de nieuwbouw, in het jaar 2030.

Stabilisering van de groei
Vereniging Warmtepompen baseert deze voorspelling op de verkoop van warmtepompen voor individuele woningen in het derde kwartaal van 2023 door fabrikanten en importeurs. Analoog aan ontwikkelingen elders in Europa daalt de groei enigszins als er op kwartaalbasis wordt gekeken. Waar het eerste halfjaar een groei van 80% liet zien, is de groei in het afgelopen kwartaal ‘slechts’ ruim 60%, hetgeen niet alleen aan de zomervakantieperiode is toe te schrijven.

Oorzaken
Vereniging Warmtepompen ziet in Nederland wel ándere oorzaken voor stabilisering van de totale groei dan elders in Europa, waar bijvoorbeeld beleid en (subsidie-)instrumenten worden gewijzigd. In Nederland is dit een combinatie van markteffecten, macro-economische en politieke factoren. Er is sprake van lagere opbouw of zelfs afbouw van eerder wegens schaarste opgebouwde voorraden bij groothandels. Voorts staat het volume van nieuwbouw en daarmee van warmtepompen in dit segment onder druk. Hogere kosten voor levensonderhoud door inflatie en hogere rentes op leningen leiden tot meer voorzichtigheid bij potentiële klanten. De momenteel relatief lage gasprijzen verlagen de prikkel die er was tijdens de energieprijzen-crisis van 2022. Tot slot dragen de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen en daarmee enige onzekerheid over het doorpakken met stimulerende maatregelen zoals de renovatie-norm in 2026, bij aan een meer afwachtende markt. Vereniging Warmtepompen ziet echter een stabiele, structurele en dus blijvende, marktvraag in de komende jaren. Ook in het utiliteitsegment, dat zich in iets minder belangstelling mag verheugen.

Hybride en all-electric
De verhouding tussen het aantal geïnstalleerde all-electric versus hybride systemen in de woningbouw is fifty-fifty. Binnen het all-electric segment is de groei van lucht-water warmtepompen nog altijd groter dan die van bodem- en PVT-gekoppelde water-water systemen. Samen met collega-brancheverenigingen Holland Solar en Branchevereniging Bodemenergie worden de bijdragen van gesloten en open bodemenergie en zonnewarmte (o.a. PVT) als bronnen van warmte verder geanalyseerd.
Kwantificering van het aandeel hybride warmtepompen blijft lastig, onder andere omdat ‘add-ons’ van warmtepompen aan een bestaande gasketel of aan een losse nieuwe ketel niet als zodanig worden geïnventariseerd. Exacte cijfers blijken ook niet te kunnen worden afgeleid uit ISDE-data van RVO. Het hier genoemde aandeel van 50% is het minimum waarvan de branche zeker weet dat deze als hybride worden geïnstalleerd. In de praktijk betekent dit een lichte onderschatting.

Verwachtingen
Voor 2024 verwacht Vereniging Warmtepompen voor de gehele branche een afvlakking van de groei, waarbij tussen de diverse marktsegmenten en de verschillende typen warmtepomp-configuraties verschillen worden verwacht. De beleidsdoelen voor de bestaande bouw blijven echter goed in beeld, waarbij wij in de toekomst een stijging van het relatieve aandeel hybride warmtepompen verwachten. Deze past bij de aangekondigde renovatie-normering en bij de verschuiving van de klandizie van de ambitieuze en meer vermogende woningeigenaren naar huishoudens met minder financiële mogelijkheden. De branche heeft er hoop op en vertrouwen in, dat de nieuwbouw ook weer op peil komt.

Gasketelwet: “Jaarlijkse kosten buiten proporties voor klein bedrijf!”

Gepubliceerd op

In onze oktober-editie van ons praktijkblad InstallateursZaken deden wij een oproep aan installateurs om hun ervaring met de Gasketelwet te delen. Wij verzamelen deze inzendingen voor een latere uitgave maar plaatsen in deze nieuwsbrief alvast de veelzeggende reactie van Kees Leijnse van Leijnse Installatietechniek. “Ik heb geen moeite met de gasketelwet indien wij als CO-keur installateur de k25000 erkenning krijgen zonder dat we daar nog meer energie in hoeven te stoppen”, begint hij zijn betoog. Om te vervolgen dat “de jaarlijkse onderhoudskosten buiten proporties zijn voor een klein bedrijf!”

“Mijn zoon en ik zijn CO-gecertificeerd en hebben beiden een servicekoffer. Ieder jaar keuren kost 800 euro per koffer! Het maakt niet uit of je 70 of 1.000 metingen verricht per jaar. Dit betekent per ketel al een kostenpost van 12 euro. Daar komt het CO-keurmerk lidmaatschap nog bij. Logisch dat een heleboel collega’s vinden dat ze dit niet door kunnen berekenen. Ze stoppen er dan maar mee. Weg is alle jaren opgebouwde ervaring.”

Groot probleem
Dit gaat een heel groot probleem worden. Alleen bij mij in de buurt op een afstand van nog geen 5 km zijn er nu al twee installateurs helemaal gestopt vanwege onder andere de gasketelwet en alle regelgeving. Slechts één installateur gaat direct met pensioen; de andere, veel jongere installateur is gewoon helemaal iets anders gaan doen (bedrijf gesloten). De derde installateur doet nu geen onderhoud meer. Die heb ik kunnen overhalen om nog wel nieuwe ketels te plaatsen, die ik dan voor hem inbedrijf stel.

Kosten keuren meetkoffer zijn lager
Navraag bij Euro-Index, waar de koffer vandaan komt, leert overigens dat de jaarlijkse kosten van €800,- voor het keuren van een meetkoffer geen juiste voorstelling van zaken is. De betreffende rookgasanalyser en de drukmeter waren in 2020 aangeschaft en vervolgens niet meer onderhouden. Als de rookgasanalyser jaarlijks was opgestuurd, dan was er 7 jaar volledige garantie van toepassing geweest en waren de onderhoudskosten €174,- per jaar geweest. Het onderhoud van de drukmeter was dan €74,- per jaar geweest, wat neerkomt op €248,- totaal per jaar. Doordat de set pas in 2023 is opgestuurd was de garantie vervallen en is, doordat er onderdelen en sensoren zijn vervangen, een eenmalige rekening geweest van circa € 800,-.

Vertel ons, net als Kees Leijnse, jouw ervaring met de Gasketelwet. Loop je ergens tegenaan (onnodige handelingen, extra papierwerk) of was het even wennen maar maakt het je allemaal niet zo veel uit? Mail je reactie naar: redactie@merlijnplus.nl o.v.v. Ervaringen Gasketelwet.
Nog even kort: Werk je met gasverbrandingsinstallaties zoals cv-ketels? Dan ben je vanaf 1 april 2023 verplicht om een BRL 6000-25 bedrijfscertificering (of K25000 voor kleine bedrijven) op zak te hebben. Deze certificering moet ervoor zorgen dat het aantal ongevallen door koolmonoxide omlaag gaat.

Dit bericht is aangepast nadat Euro-Index ons wees op de lagere kosten voor het keuren van de meetkoffer dan genoemd in het oorspronkelijke artikel

 

“Uitstel Gasketelwet is niet meer uit te leggen”

De Gasketelwet wordt niet op 1 januari 2023 volledig ingevoerd, maar pas op 1 april. Dat liet minister De Jonge ...

Voldoen aan Gasketelwet nu mogelijk via CO-keur

CO-keur heeft het InstallQ Procescertificaat NC-6025-003 van Normec Certification ontvangen. Toelatingsonderzoek heeft aangetoond dat de CO-keur app werkt en dat ...

Techniek Nederland wil dat minister werk maakt van Gasketelwet

In 2015 bracht de Onderzoeksraad voor Veiligheid een alarmerend rapport uit over koolmonoxide-risico’s bij cv-ketels. Bijna zeven jaar later zijn ...

Gasketelwet treedt per 1 oktober in werking

Op 1 oktober 2020 treedt het wettelijk stelsel voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties, zoals cv-ketels, gashaarden en geisers, dan eindelijk in ...

Trainingscentrum voor installateurs die overschakelen op warmtepompen

Gepubliceerd op

Met de opening van een trainings- en belevingscentrum in Lichtenvoorde wil ATAG Verwarming de komende jaren bestaande en nieuwe installateurs opleiden die overschakelen van cv-ketels op elektrische en hybride warmtepompen. Afgelopen vrijdag werd het centrum geopend toen de onderneming op feestelijke wijze stilstond bij het 75-jarige bestaan.

Driekwart eeuw geleden besloten de oprichters Antoon Tijdink en Antoon van Goor samen te werken aan het maken van verwarmingsproducten. Begonnen in Ulft met kookstellen maakte ATAG na enige tijd ook gashaarden, waarnaar - na het ontdekken van de gasbel in Slochteren - grote vraag was. “We kijken terug op een rijke en mooie geschiedenis waarin vakmanschap, innovatie en Achterhoekse nuchterheid centraal staan”, zegt Rob Maassen, Country Manager Nederland van ATAG Verwarming. Al is het bedrijf inmiddels in handen van de Italiaanse Ariston Group, ATAG Verwarming is zijn roots altijd trouw gebleven. Tijdens de feestelijke opening waren vele installateurs en ATAG-partners naar Lichtenvoorde gekomen om het bijzondere jubileum te vieren en de ATAG ComfortHub, zoals het trainingscentrum wordt genoemd, met eigen ogen te aanschouwen en te ervaren.

Klaar voor de toekomst
ATAG Verwarming speelt met het nieuwe opleidingscentrum in op de toekomst en de rol die het bedrijf wil spelen in de energietransitie. “Met de opening van de ATAG ComtfortHub als springplank naar het nieuwe verwarmen laten we zien dat we onze rol als een van de vooraanstaande spelers op de Nederlandse verwarmingsmarkt serieus nemen”, zegt Maassen. “We hebben te maken met talloze uitdagingen. Denk aan tekorten in materiaal, schaarste als het gaat om installateurs en andere goede vakmensen, en het feit dat mensen te maken krijgen met relatief nieuwe technologie. Neem de warmtepomp. Die moet worden ingeregeld op de specifieke omstandigheden van een woning. Dat is precisiewerk. Wij hebben de afgelopen jaren gemerkt dat veel installateurs en consumenten het fijn vinden over een expert te beschikken die eventueel meekijkt. Met het nieuwe trainingscentrum hebben we nu een moderne en toekomstbestendige locatie om een nieuwe generatie installateurs op te leiden en te ondersteunen.”
In de ATAG ComfortHub wordt ook stilgestaan bij de oprichters van ATAG Verwarming. Zo heet de belevingruimte ‘Antoon’ en de trainingsruimte ‘Aristide’, genoemd naar Aristide Merlone, de man die in 1930 aan de wieg stond van de Ariston Group.

Nieuw dealermodel
Bij een nieuwe generatie installateurs past ook een nieuw dealermodel. Om installateurs die voorop willen lopen in de energietransitie een steun in de rug te bieden, introduceert ATAG Verwarming ‘ATAG GreenDealer’. Installateurs die zich GreenDealer mogen noemen, kunnen rekenen op extra support bij het installeren, afstellen en onderhouden van warmtepompinstallaties.
“Wij merken dat sommige installateurs in een spagaat terecht dreigen te komen”, licht Maassen toe. “Door tijdgebrek kunnen ze te weinig aandacht besteden aan het opdoen van kennis over de technisch vaak gecompliceerde warmtepompinstallaties. Terwijl ze zich maar al te goed realiseren dat de vraag naar duurzame verwarmingsoplossingen steeds groter wordt. Met dit nieuwe dealermodel willen we installateurs ontlasten en tegelijkertijd helpen hun service op het gebied van duurzaamheid een impuls te geven.”
Daarom heeft ATAG de zogeheten ATAG Comfortdiensten opgezet. Dit is een uitgebreid pakket aan ondersteunende diensten dat aansluit bij de behoeften van installateurs die willen overschakelen van cv-ketels naar hybride en elektrische warmtepompen. De ondersteuning richt zich op het optimaal installeren, inregelen en monitoren van de warmtepomp. Met het eigen digitale platform ATAG ProZone kunnen storingen aan de warmtepomp op afstand worden geconstateerd en worden opgelost.

Drie varianten
Uit onderzoek is gebleken dat er bij installateurs verschillende behoeften bestaan als het gaat om ondersteuning. Daarom zijn de Comfortdiensten ingedeeld in drie varianten. ATAG Inbedrijfstelling (IBS) richt zich op het optimaal installeren en inregelen van de warmtepomp. Het tweede servicepakket, ATAG OHC, focust op onderhoud en is er ook in verschillende varianten, van een eenmalige check een jaar na installatie inclusief het optimaliseren van de parameters, tot een tweejaarlijkse visuele en digitale inspectie en tenslotte tot inspectie en onderhoud door een gespecialiseerde ATAG-servicemonteur. Bij de derde servicevariant, ATAG ComfortConnect, worden door middel van monitoring en beheer op afstand storingen snel opgemerkt, vaak nog voordat de installatie dit zelf aangeeft. De installateur kan op deze manier al actief actie ondernemen en indien nodig nog vóór klantbezoek nieuwe onderdelen bestellen zodat het toestel snel weer optimaal functioneert en hij één rit bespaart. Daarnaast ontvangt zowel de eindgebruiker als de installateur één keer per kwartaal een digitaal rapport over de werking van de warmtepomp. Voor de ATAG GreenDealer is er exclusief de service ComfortConnect+, waarbij ComfortConnect en inbedrijfstelling worden samengevoegd.
Nieuwe GreenDealers komen ook in aanmerking voor producttrainingen, worden voorzien van door ATAG gekwalificeerde leads en krijgen individuele ondersteuning. Het bestaande dealermodel onder de noemer ATAG SelectDealer blijft gewoon bestaan, maar richt zich minder nadrukkelijk op duurzame verwarmingsoplossingen.
Maassen: “Vanwege de energietransitie liggen er enorme kansen die tegelijkertijd voor installateurs ook een bedreiging kunnen vormen als ze niet meegaan in die transitie. ATAG GreenDealers krijgen alle ondersteuning die ze nodig hebben om met vol vertrouwen naar de toekomst te kijken.”

Fotobijschrift: Rob Maassen, Country Manager ATAG Verwarming (l) en Jan Henk van der Wijk Marketing en Communicatie Manager

Kennis over kleine individuele warmtepompen geactualiseerd

Gepubliceerd op

 

ISSO heeft het instructieboek voor het toepassen van kleine individuele warmtepompen in woningen geactualiseerd. Het biedt ontwerpers, projectleiders en adviseurs een naslagwerk met alle informatie die ze nodig hebben. De kennis in het boek focust zich op het toepassen van kleine individuele warmtepompen in woningen met een individueel gesloten bronsysteem.

Het instructieboek sluit aan bij de informatie die in ISSO-publicatie 72 te vinden is. Dat wil zeggen dat het instructieboek de gebruiker op een toegankelijke wijze, stap voor stap meeneemt in het ontwerpen, selecteren en inpassen van warmtepompen voor de individuele woningbouw. De inhoud van dit instructieboek kwam vooral tot stand op basis van ervaringen uit gerealiseerde warmtepompprojecten, beschikbare normen en ISSO-publicaties. De uitgave is geschikt voor gebruik bij opleidingen.

Voorwaarden voor succes
Uiteindelijk hangt een succesvolle installatie en werking van een warmtepompsysteem in hoge mate af van het ontwerp dat de uitvoerders krijgen aangeleverd. Of de installatie echt voor een substantiële energiebesparing zorgt, ligt zeker ook aan de inpassing van een warmtepompsysteem in een woning en de aansluiting op het afgiftesysteem. Juist al die cruciale voorwaarden komen in het PDT-instructieboek naar voren. Ook zaken als het benutten van passieve koeling van een warmtepomp met een bodembron en de mogelijkheden en randvoorwaarden om met een warmtepomp warmtapwater op te wekken, komen aan bod.

Triple Solar verlengt garantie PVT-warmtepomp tot zeven jaar

Triple Solar wijzigt per direct de garantievoorwaarden voor nieuwe en bestaande klanten. De PVT-warmtepomp 3.5 wordt geleverd met zeven jaar ...

“Hybride warmtepomp verdient zich wél op tijd terug”

De investering in een hybride warmtepomp is voor de meeste woningeigenaren binnen zeven jaar terug te verdienen, schrijft het AD ...

1,4 miljoen warmtepompen geïnstalleerd in de komende vijf jaar

Na maanden van schaarste viel er deze week positief nieuws te lezen over de warmtepomp: installateurs verwachten er dit jaar ...

Remeha opent ’s lands grootste fabriek voor warmtepompen

Remeha, specialist op het gebied van warmtepompen en cv-ketels, heeft officieel haar nieuwste warmtepompfabriek in Apeldoorn geopend. Demissionair ministers Hugo ...

Optimaal hybride verwarmen in de praktijk

Gepubliceerd op

De hybride warmtepomp werkt ideaal in de praktijk, maar vergt wel diverse aandachtspunten die je vaak met zogenaamde vuistregels simpel kan oplossen. “Wanneer je vooraf rekening houdt met de een aantal aspecten, weet je vrij nauwkeurig dat je een goede en efficiënte installatie kunt realiseren”, legt Jan Verdonck uit. Hij is voorzitter distributie- en afgiftesystemen van NVI-GO.

“Zo moet het systeem in orde zijn, wat wil zeggen dat je niet alleen moet kijken naar de opwekzijde, maar ook naar de distributie en afgifte. Kan deze installatie het gevraagde vermogen leveren bij lagere watertemperaturen (maximaal 45°C als toevoer)? Het simpel laten hangen van de bestaande afgifte kan niet altijd en de energiezuinigheid van de hybride zal hier zeker onder gaan lijden (zie ook de resultaten van het demonstratieproject Hybride warmtepompen. www.demoprojecthybride.nl).
Houd als vuistregel voor de richtwaarde van de minimale volumestroom in de installatie van een woning 175-180 l/h aan. Om dit alvast te garanderen, kunnen de voor-instelbare ventielen in de woonkamer op een ruime doorlaat gezet worden (KV waarde).
Gebruik altijd een kleine buffer, ook bij vloerverwarmingssystemen. Vuistregel: gebruik voor elke Kw warmteafgifte 10 liter water. Dit kan met een seriebuffer. Daarmee wordt het pendelgedrag van de warmtepomp veel minder en de levensduur flink hoger.
Bij nachtverlaging (alleen bij snelle afgiftesystemen) is het advies de temperatuur nooit meer te verlagen dan 3 graden ten opzichte van de gevraagde dagtemperatuur. Als de temperatuur ’s nachts nog verder wordt verlaagd, gebruikt de warmtepomp bij de opstart meer energie dan noodzakelijk.
Gebruik daarnaast de juiste ontgasser en vuilfilter in het systeem, dit verhoogt de levensduur van de installatie.
Als laatste punt is het van belang om de regeling van de hybride warmtepomp juist in te stellen, dus stel deze in voor het maximale vermogen dat je nodig hebt. Zo maak je optimaal gebruik van het hybride verwarmingssysteem!”

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ oktober. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Triple Solar verlengt garantie PVT-warmtepomp tot zeven jaar

Gepubliceerd op

Triple Solar wijzigt per direct de garantievoorwaarden voor nieuwe en bestaande klanten. De PVT-warmtepomp 3.5 wordt geleverd met zeven jaar fabrieksgarantie. Daarmee wordt de huidige garantietermijn met vijf jaar verlengd. Hiermee wil het merk een signaal afgeven dat zowel de kwaliteit als technologie van haar producten betrouwbaar zijn.

CEO en founder Cees Mager: “Als je met duurzaamheid bezig bent heeft dat consequenties: producten moeten lang meegaan en weinig onderhoud vergen voor een minimale milieu-impact. Bijkomend voordeel is dat de gebruiker met de lange levensduur van de PVT-panelen uiteindelijk in de minimaal dertig jaar dat de producten meegaan zeer lage gebruikskosten heeft, de zogenoemde Total Cost of Ownership (TCO).”

Ook voor bestaande klanten
De nieuwe garantiebepalingen zijn terug te vinden in de garantievoorwaarden op de Triple Solar-website. De vernieuwde garantieperiode geldt ook voor bestaande klanten die de PVT-warmtepomp reeds hebben gekocht.
Met betrekking tot Triple Solar PVT-warmtepomppanelen geldt al een garantie van tien jaar na datum van aflevering. Het PV-gedeelte biedt vijftien jaar productgarantie en 25 jaar vermogensgarantie van meer dan 85% van het initiële vermogen van het PV-laminaat.

‘PVT-panelen scoren beter dan een standaard zonnepaneel’

Triple Solar heeft een levenscyclusanalyse (LCA) laten uitvoeren om de milieu-impact van haar PVT-warmtepomppanelen in kaart te brengen. De PVT-panelen ...

Nog eens 10 miljoen groeikapitaal voor PVT-warmtepomp

Triple Solar, uitvinder van de PVT-warmtepomp en bijbehorende PVT-warmtepomppanelen, heeft met pensioenfonds ABP een belangrijke nieuwe aandeelhouder aangetrokken om ook ...

Subsidie op warmtepomp voor PVT-systemen

Ook voor de Triple Solar PVT-warmtepomp 3.5 geldt nu de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE). Woningeigenaren met een woning ...

Lichtgewicht PVT-warmtepomp in de prijzen

Met haar nieuwe lichtgewicht PVT-warmtepomp heeft Triple Solar de Cobouw Award gewonnen in de categorie Innovatie. De jury loofde de ...

“Hybride warmtepomp verdient zich wél op tijd terug”

Gepubliceerd op

De investering in een hybride warmtepomp is voor de meeste woningeigenaren binnen zeven jaar terug te verdienen, schrijft het AD. Zij baseren dit op cijfers van Milieu Centraal. In het artikel wordt uitgegaan van een gasbesparing van 60 tot 75 procent. Nefit Bosch laat weten dat uit meerdere praktijkonderzoeken van de afgelopen jaren blijkt dat met een hybride warmtepomp hogere besparingen mogelijk zijn voor veel woningen; tot wel 80 procent of meer.

“Daarnaast is het aannemelijker dat de gasprijzen op langere termijn relatief hoog blijven, dan dat ze blijvend dalen”, zegt Martine Straver, Marketing Director bij Bosch Thermotechniek. “Dat is een realistisch scenario als je kijkt naar wereldwijde ontwikkelingen, verstoringen in de markt en regulering vanuit de overheid. Het verschil tussen de gasprijs en de stroomprijs is bovendien relatief groot. Al met al zal de terugverdientijd voor veel huiseigenaren dus echt binnen de door de minister gehanteerde grens van 7 jaar vallen.”

Niet rijk rekenen
“Een verplichting is nooit sympathiek,” vervolgt Straver, “maar als huiseigenaar moet je je niet rijk rekenen. Ik denk dat het te optimistisch is om te stellen dat deze voor ‘veruit de meeste mensen’ niet zou gelden. Een langere terugverdientijd is alleen aannemelijk als je nu al weinig gas verbruikt, bijvoorbeeld als je een kleine of optimaal geïsoleerde woning hebt. Voor een groot deel van de woningeigenaren is dit niet van toepassing.
Zo weten we uit het demonstratieproject hybride warmtepompen dat het gemiddelde gasverbruik van 1850 m3 terugging naar 475 m3, oftewel een gemiddelde gasbesparing van 75 procent. Dus niet maximaal 75 procent. Het stroomverbruik van de warmtepomp was gemiddeld 2360 kWh. Bij de huidige prijzen resulteert dat in een netto jaarlijkse besparing van rond de 1000 euro per woning. Dan is de aanschaf van een hybride warmtepomp van rond de 3000 euro na aftrek van de subsidie in 3 à 4 jaar terugverdiend. Heb je zonnepanelen op het dak liggen, dan gaat dit nog sneller.”

Kwaliteit en regeltechniek
Voor de terugverdientijd maakt het wel uit hoe de installatie is ingeregeld en hoe de gebruiker omgaat met zijn warmtepomp. Straver: “Als je vooral optimaliseert op comfort, en dus de warmtepomp instelt op een hogere temperatuur, zullen de besparingen lager uitvallen. Let je in de eerste plaats op de efficiëntie van het verwarmingssysteem als geheel, dan is met relatief kleine verbeteringen een hogere besparing te realiseren. Ook de kwaliteit van de cv-installatie, meestal radiatoren en/of vloerverwarming, is van belang om tot goede prestaties en dus een korte terugverdientijd te komen.”

1,4 miljoen warmtepompen geïnstalleerd in de komende vijf jaar

Na maanden van schaarste viel er deze week positief nieuws te lezen over de warmtepomp: installateurs verwachten er dit jaar ...

Remeha opent ’s lands grootste fabriek voor warmtepompen

Remeha, specialist op het gebied van warmtepompen en cv-ketels, heeft officieel haar nieuwste warmtepompfabriek in Apeldoorn geopend. Demissionair ministers Hugo ...

Examens voor Vakmanschap Warmtepomp geaccrediteerd

WasCollege, het opleidingsinstituut van groothandel Wasco, is geaccrediteerd om examens voor Vakmanschap Warmtepomp af te nemen. Installateurs kunnen zich hier ...

Recordaantal warmtepompen verwacht in 2023

Op dit moment staat het aantal dit jaar geplaatste warmtepompen in Nederland op circa 110.000. Daarmee heeft de techniekbranche nu ...

Vaillant verlaagt prijs cv-ketels

Gepubliceerd op

Vaillant heeft per 1 september 2023 de adviesprijzen van cv-ketels met tien procent verlaagd. De prijsverlaging geldt voor alle producttypes en alle varianten. Daarnaast zijn alle modellen warmtepompen weer uit voorraad leverbaar, waaronder de aroTHERM pure als de nieuwe hybride warmtepomp instapoplossing van Vaillant.

Per 1 september 2023 heeft Vaillant de adviesprijzen van vijf modellen cv-ketels met tien procent verlaagd. De prijsverlaging heeft betrekking op de varianten van de ecoFIT pro, ecoTEC pure, ecoTEC classic, ecoTEC plus en ecoTEC exclusive. Anniek Has, Sales Director bij Vaillant Group Netherlands: “Met aangescherpte adviesprijzen op al onze modellen stellen wij onze partners in staat om voor zowel het lagere áls het hogere segment cv-ketels een zeer aantrekkelijk Vaillant aanbod te doen. Waar de extra compacte ecoFIT pro beantwoordt aan de wensen van zeer lage beheerskosten, voegt de ecoTEC plus daar extra warmwatercomfort aan toe. Een prijsverlaging dus zonder concessies te doen op de bekende Vaillant-kwaliteit.”

Warmtepompen op voorraad
Alle modellen warmtepompen van Vaillant zijn inmiddels weer per direct uit voorraad leverbaar. Dit betreft zowel de aroTHERM plus en aroTHERM split modellen, als ook de recent geïntroduceerde aroTHERM pure. Ze kunnen direct bij de groothandel worden besteld en uit voorraad worden geleverd. De nieuwe aroTHERM pure is een lichte en compacte lucht/water-warmtepomp die geschikt is voor hybride systemen. De aroTHERM pure is voorzien van R32 split technologie en is beschikbaar in vermogens van 4, 6, 8 of 10 kW. De adviesprijs van de Vaillant aroTHERM pure staat vast tot eind 2024.

Vaillant verdubbelt capaciteit productie warmtepompen

Vaillant Group opent een nieuwe fabriek voor elektrische warmtepompen in Senica (Slowakije). De fabriek heeft een oppervlakte van 100.000 vierkante ...

Nieuwe algemeen directeur Vaillant Nederland

Per 1 oktober jl. heeft Jeroen Verweij als Algemeen Directeur Nederland de verantwoordelijkheid overgenomen voor de Nederlandse markt bij Vaillant ...

Vaillant introduceert nieuwe hr-ketels

De nieuwe ecoTEC plus en ecoTEC exclusive hr-ketels combineren een hoge efficiëntie en comfort met de betrouwbare en stille werking ...

Vaillant Group zet in op forse vermindering van CO2-uitstoot

De Vaillant Group heeft een klimaatstrategie voor de lange termijn ontwikkeld om volledig klimaatneutraal te worden. De groep wil de ...

Remeha versterkt positie in utiliteitsmarkt 

Gepubliceerd op

Remeha breidt haar productportfolio voor de utiliteitsmarkt uit. Moederbedrijf BDR Thermea Group verwerft een belang van 25% in G.I. Holding, het Italiaanse moederbedrijf achter de merken Clint, KTK Klimatechnik en Novair. Met deze stap kan Remeha haar aanbod verder uitbreiden van energietransitie oplossingen voor commerciële en industriële klanten. Het gaat hierbij o.a. om medium tot hoge capaciteit warmtepompen.

Met hoofdkantoor in Latisana, Italië, produceert en verkoopt G.I. Holding warmtepompen, vloeistofkoelers, luchtbehandelingsunits, rooftop-units en ventilatorconvectoren onder de merknamen Clint, KTK Klimatechnik en Novair. Het bedrijf biedt ook op maat gemaakte koelsystemen voor serverruimtes en IT-koelingstoepassingen onder de merknaam Montair en is gespecialiseerd in natuurlijke koudemiddelen en koudemiddelen die zo min mogelijk bijdragen aan de opwarming van de aarde.
G.I. Holding heeft 300 medewerkers en fabrieken in Italië en Hongarije. De producten worden in meer dan 70 markten verkocht. In het partnerschap blijven de merken van G.I. Holding onder hun bestaande namen operationeel. Sinds 2020 biedt BDR Thermea Group de medium tot hoge capaciteit warmtepompen van G.I. Holdings onder het merk Baxi aan in Italië, Spanje en Portugal.

Uitbreiding verwarmings- en koelingsoplossingen
Het strategische partnerschap stelt Remeha in staat haar aanbod van commerciële, industriële en residentiële verwarmings- en koelingsoplossingen uit te breiden en de geavanceerde technologie van G.I. Holding in meer markten aan te bieden. Beide bedrijven zullen ook samenwerken op het gebied van R&D om hun portfolio van energietransitie oplossingen voor klanten uit te breiden.

“Een beter buiten begint binnen”

In een reactie zegt Arthur van Schayk, algemeen directeur van Remeha: “Door dit partnerschap met GI Holding kunnen we ons assortiment uitbreiden voor onze klanten in de Utiliteit met o.a. grotere vermogens warmtepompen. De energietransitie is in volle gang en elektrificatie speelt een sleutelrol bij het CO2 vrij maken van verwarmings- en koelingsinstallaties. Ik kijk uit om samen met onze klanten te bouwen aan een duurzame toekomst, want een beter buiten begint binnen.”

Comfortoplossingen integreren en aanvullen
Paolo Baldissin, CEO van G.I. Holding voegt hieraan toe: “Door onze krachten te bundelen met BDR Thermea Group en Remeha kunnen we onze comfortoplossingen integreren en aanvullen, onze OEM-samenwerking uitbreiden en R&D-synergiën initiëren om toekomstige producten en systemen te ontwikkelen voor ons portfolio van natuurlijke koudemiddelen en koudemiddelen die zo min mogelijk bijdragen aan de opwarming van de aarde.”

Daikin en Duco gaan partnership aan

Daikin Europe gaat een samenwerking aan met de Belgische fabrikant van ventilatiesystemen Duco in het segment van woonhuisventilatie. Daikin zal ...

Vanaf maart volgend jaar subsidie op elektrische bestelauto

Er komt een subsidieregeling voor de aanschaf van een elektrische bestelauto. De subsidie gaat volgend jaar maart in en zal ...

Feenstra wil installateurs op elektrische bakfiets naar klant sturen

In 2018 nam Feenstra voor haar activiteiten in Amsterdam de eerste elektrische bussen in gebruik. Ook werd de ambitie uitgesproken ...

Groot deel wagenpark Feenstra over op elektrisch rijden

Technisch dienstverlener Feenstra vervangt een groot deel van het bestaande wagenpark door elektrische voertuigen. Het bedrijf wil met deze stap ...

Testcentrum voor verwarming op waterstof

Gepubliceerd op

Dit najaar start Nefit Bosch in Deventer met de realisatie van een testcentrum voor verwarmingstoestellen die op waterstof werken. De verwarmingsproducent ontwikkelde enkele jaren geleden al een cv-ketel die geschikt is voor waterstof. Naast waterstofketels werkt Bosch in Nederland ook aan componenten voor elektrolyzers, waarmee groene waterstof kan worden geproduceerd.

Nefit Bosch is sinds 2004 onderdeel van de internationale Bosch groep. Naast warmtepompen en andere elektrische oplossingen, richt Bosch zijn R&D activiteiten ook op waterstof. Waterstof wordt gezien als een veelbelovend alternatief voor aardgas in de gebouwde omgeving, met name omdat de bestaande gasinfrastructuur zonder grootschalige aanpassingen kan worden gebruikt voor de distributie van waterstof.

Waterstof en warmtepompen
Om het waterstoftestcentrum op de locatie van Nefit Bosch in Deventer te huisvesten, zal een bestaande productiehal worden heringericht en verbouwd. “Dit is mogelijk omdat de productie van cv-ketels grotendeels wordt geclusterd in Bosch-fabrieken in het buitenland”, aldus Markus Baumeister, directeur engineering bij Nefit Bosch. “Hierdoor komt er bijna 4000 m2 vrij in de productiehal.” Een derde deel van de productiehal wordt ingericht als testcentrum, inclusief een goed uitgeruste werkplaats voor het bouwen van prototypes. Twee derde van deze ruimte zal worden gebruikt voor andere activiteiten, zoals een configuratiecentrum voor prefab oplossingen en de productie van (dak)warmtepompen. “Oost NL, de ontwikkelingsmaatschappij van Oost-Nederland, en de gemeente Deventer ondersteunden ons bij de uitbreiding en brachten ons testcentrum onder de aandacht bij partijen in de regio en daar buiten”, aldus Baumeister.

Groene waterstof
Voor waterstoftests gelden andere regels en ze vereisen andere voorzieningen, met name op het gebied van veiligheid. “We deden altijd al veel onderzoek naar de verbrandingseigenschappen van aardgas en propaan. We breiden nu de laboratoriumcapaciteit aanzienlijk uit en voegen waterstof toe aan ons onderzoek”, legt Baumeister uit. Voor de tests zal overwegend groene waterstof worden gebruikt. Aan de voorzijde van de huidige productiehal wordt hiertoe een waterstofstation gerealiseerd met tube trailers voor de aanvoer van waterstof. Mogelijk gaat Nefit Bosch in een later stadium zelf groene waterstof opwekken met een eigen elektrolyzer, die mede door een ander onderdeel van Bosch in Tilburg wordt ontwikkeld.

H2 Ready cv-ketel
Hoewel installateurs niet direct met waterstof aan de slag hoeven, benadrukt Baumeister dat groene waterstof op termijn een component van de energiemix voor de gebouwde omgeving kan worden. “Nu hybride warmtepompen steeds populairder worden, kan de combinatie met een waterstofketel interessant zijn als CO2-vrije oplossing, omdat je dan profiteert van de voordelen van beide bronnen”, zegt Baumeister. “Onze H2 Ready cv-ketel kan binnen een uur worden omgezet van aardgas naar waterstof. Met de investeringen die we nu doen in het testcentrum zijn we klaar voor het moment dat de Nederlandse of Europese politiek besluit dat waterstof een onderdeel van de energiemix zal zijn. Certificering zal daar ook bij horen.”

Monoblock met natuurlijk koudemiddel

Gepubliceerd op

De Bosch Compress 5800i AW van Nefit Bosch, is nu leverbaar. Deze nieuwe generatie lucht/waterwarmtepompen zijn mede door de hoge aanvoertemperaturen geschikt voor bijna iedere toepassing, in zowel nieuwbouw, als renovatie. De drie meest gangbare vermogens zijn vanaf nu leverbaar via de groothandel.

De Compress 5800i AW is de eerste van een reeks nieuwe warmtepompen van Nefit Bosch die gebruikmaken van propaan (R290). Dit natuurlijke, PFAS-vrije koudemiddel, waarvan het gesloten circuit van de warmtepomp minder dan een kilogram bevat, kent een broeikasgaspotentieel (Global Warming Potential) van 3. Dat is vele malen lager dan dat van de tot nu toe gangbare koudemiddelen. Deze natuurlijke grondstof valt daarom ook niet onder de F-gassenverordening.

Stiller dan de stilste
De Compress 5800i AW is nog stiller dan de Nefit Bosch warmtepomp die als stilste naar voren komt in de meest recente warmtepomptest van de Consumentenbond. Op een afstand van drie meter bedraagt het geluidsdrukniveau van de 4 kW-variant in Nachtmodus slechts 26 dB(A). Dat is zo goed als onhoorbaar.

Hoge temperatuur
De Compress 5800i AW kan warm tapwater leveren tot 75°C en de maximale aanvoertemperatuur voor verwarming is eveneens 75°C. De warmtepomp is daarmee niet alleen geschikt voor nieuwbouw, maar ook voor bestaande verwarmingssystemen met conventionele radiatoren.

Installatievriendelijk
Installateurs hebben geen F-gassencertificering nodig om de warmtepomp te installeren. De buitenunit is vrij te plaatsen tot 30 meter afstand van de binnenunit. De binnenunit zelf, waarin alle belangrijke componenten zijn geïntegreerd, is plug-and-play te installeren. De ingebruikname is eenvoudig via een kort opstartmenu op het intuïtieve kleuren-touchscreen.

Varianten
In eerste instantie zijn drie verschillende buitenunits leverbaar: 4, 5 en 7 kW (A-7/W35). Hier komen begin 2024 nog twee grotere modellen bij van 9 en 12 kW. Alle varianten hebben een energielabel A+++ en een COP tot 4,85 (bij A7/W35). Qua binnenunit kan worden gekozen uit twee varianten. In de Tower-variant met een vloeroppervlak van 0,36 m2 zijn een warmwaterboiler van 170 liter en een buffervat van 16 liter geïntegreerd. Bij de compacte wandhangende variant is de 3-wegklep ingebouwd.

Standaard Wifi-module
Een draadloze internetmodule is standaard geïntegreerd in de binnenunit. Eenmaal aangesloten op het internet, kan de installateur het systeem op afstand monitoren en beheren met behulp van Bosch HomeCom Pro. Gebruikers kunnen de warmtepomp instellen via het intuïtieve kleuren-touchscreen of de HomeCom Easy app.

R-32 Monobloc systemen voor kleinere vermogens

Daikin Europe introduceert de Altherma 3 M lucht/water warmtepompen voor lage temperaturen en kleine capaciteiten. Deze warmtepomp werd eerder geïntroduceerd ...

Monoblock warmtepompen met aanvoer tot 75 °C

Onlangs is NIBE gestart met de levering van de NIBE S2125-serie. Deze modulerende lucht/water monoblock warmtepompen kunnen breed worden toegepast ...

Assortiment Plieger en Thermonoord uitgebreid met producten van ADEY

De producten van ADEY zijn nu exclusief verkrijgbaar bij Plieger en Thermonoord. “Met de toevoeging van deze producten aan ons ...

Stijlvolle split-unit of monoblock behuizing op maat

Cox Geelen produceert maatwerk ECONEXT® warmtepompkappen voor nieuwbouw en renovatieprojecten. Een kap voor elk merk/type warmtepomp, dakhelling en RAL-kleur ...

1,4 miljoen warmtepompen geïnstalleerd in de komende vijf jaar

Gepubliceerd op

Na maanden van schaarste viel er deze week positief nieuws te lezen over de warmtepomp: installateurs verwachten er dit jaar een recordaantal te plaatsen. De wachttijden zijn dan ook flink teruggelopen. Ook de komende jaren zal de vraag naar warmtepompen onverminderd groot blijven, zo verwacht Slimster.nl. Uit onderzoek van deze vergelijkingssite blijkt dat over vijf jaar 28 procent van de huishoudens over een warmtepomp beschikt. Daarentegen verwacht bijna de helft van de 2000 ondervraagden nooit een warmtepomp aan te schaffen.

Slimster vroeg aan 2000 Nederlanders of zij van plan zijn in de toekomst een warmtepomp te kopen. Ruim een op de tien gaf aan dit reeds gedaan te hebben, terwijl ruim vier procent verwacht dit het komende jaar te doen. 6,6 procent wacht hier nog maximaal drie jaar mee, 6,4 procent wil binnen vijf jaar de gasgestookte cv-ketel de deur uit doen.

120 duizend extra warmtepompen per jaar
In de komende vijf jaar moeten er dus ruim 1,4 miljoen warmtepompen geïnstalleerd worden, oftewel bijna 290 duizend per jaar. Techniek Nederland verwacht dat de branche dit jaar uitkomt op 170 duizend. Dat moeten er de komende vijf jaar dus gemiddeld genomen 120 duizend per jaar extra worden. Marco Schuurman, eigenaar van Slimster.nl, heeft grote twijfels of dit in de praktijk haalbaar is. Want waar de voorraden inmiddels op peil lijken, is er nog een ander probleem: we komen handen tekort.
“De installatie van een warmtepomp is, enigszins afhankelijk van het type warmtepomp, vrij complex. En dat terwijl we al jaren horen dat er grote personeelstekorten zijn in de techniek. Stel dat de installatie zo’n anderhalve dag kost, waarbij twee man personeel nodig is, dan heb je het de komende vijf jaar dus al over 3800 vakmensen die zich enkel en alleen bezighouden met de installatie van warmtepompen”, zo rekent Schuurman voor. “Die kunnen dan bijvoorbeeld dus niet ingezet worden voor de installatie van zonnepanelen, laadpalen, thuisaccu’s en andere zaken die Nederland duurzamer maken.”

Vooral jongeren willen warmtepomp
Een opvallende uitkomst van het onderzoek van Slimster is dat met name de jongere generatie warm loopt voor elektrisch verwarmen. Zo verwacht liefst 52 procent van de twintigers binnen vijf jaar een warmtepomp te hebben. Onder dertigers is dit nog 35 procent, maar daarna loopt het per leeftijdscategorie gauw af. Ook op geografisch niveau zijn er verschillen. Inwoners van Flevoland, Groningen en Drenthe hebben het meeste oren naar een warmtepomp, Zeeuwen staan er juist het minst om te springen.
Tot slot blijkt dat bijna de helft van de ondervraagden (47 procent) niet van plan is een warmtepomp aan te schaffen in de toekomst. Dat is opmerkelijk, aangezien het de bedoeling is dat het vanaf 2026 verplicht wordt een al dan niet hybride warmtepomp te laten installeren wanneer de huidige cv-ketel aan vervanging toe is. Daarvan lijkt een groot deel van Nederland zich dus nog niet bewust, of men verwacht dat er nog betere alternatieven voor de warmtepomp op de markt zullen verschijnen.

Remeha opent ’s lands grootste fabriek voor warmtepompen

Remeha, specialist op het gebied van warmtepompen en cv-ketels, heeft officieel haar nieuwste warmtepompfabriek in Apeldoorn geopend. Demissionair ministers Hugo ...

Examens voor Vakmanschap Warmtepomp geaccrediteerd

WasCollege, het opleidingsinstituut van groothandel Wasco, is geaccrediteerd om examens voor Vakmanschap Warmtepomp af te nemen. Installateurs kunnen zich hier ...

Recordaantal warmtepompen verwacht in 2023

Op dit moment staat het aantal dit jaar geplaatste warmtepompen in Nederland op circa 110.000. Daarmee heeft de techniekbranche nu ...

Warmtepomp voor binnen staat nu klaar

De nieuwe lucht/water warmtepomp Vincent van Itho Daalderop staat klaar om in grote aantallen geleverd te worden. De technische groothandels ...

Remeha opent ’s lands grootste fabriek voor warmtepompen

Gepubliceerd op

Remeha, specialist op het gebied van warmtepompen en cv-ketels, heeft officieel haar nieuwste warmtepompfabriek in Apeldoorn geopend. Demissionair ministers Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) en Rob Jetten (Klimaat en Energie) waren bij de opening aanwezig. In deze grootste warmtepompfabriek van Nederland lopen dit jaar nog 50.000 hybride warmtepompen van de band. Vanaf volgend jaar kan de productiecapaciteit worden opgeschaald naar 140.000 exemplaren. Het realiseren van productiecapaciteit is een belangrijke voorwaarde voor het versnellen van de energietransitie.

De fabriek in Apeldoorn richt zich voornamelijk op de Nederlandse markt, waarna België en Duitsland volgen. Hybride warmtepompen worden internationaal steeds meer toegepast, met name in de bestaande bouw. Cv-ketel en warmtepomp werken hierbij samen om zo efficiënt mogelijk te voorzien in warmte en warm water. Uit recent praktijkonderzoek in ons land, in 120 uiteenlopende type woningen, bleek een gemiddelde reductie van het gasverbruik van 75% en een totale jaarlijkse besparing van bijna €1000 per woning mogelijk (uitgaande van energietarieven volgens het prijsplafond).

Leveringsachterstanden ingelopen
In Apeldoorn wordt met een totale productiestaf van 100 werknemers de hybride warmtepomp Elga Ace geproduceerd, die een verkoopprijs heeft vanaf ca. €3.900 (incl. installatie, na aftrek van ISDE-subsidie). Arthur van Schayk, algemeen directeur van Remeha: “De opening van deze fabriek zal de beschikbaarheid van hybride warmtepompen in de Nederlandse markt aanzienlijk gaan helpen. Volgende maand verwachten wij de leveringsachterstanden helemaal te hebben ingelopen. De woningmarkt is erg belangrijk maar ook in de utiliteitsbouw, zoals kantoren en andere gebouwen zonder woonfunctie, willen wij onze sterke positie verder gaan uitbouwen als marktleider op het gebied van duurzame verwarmingsoplossingen.”

Samenwerking overheid en industrie
Substantiële opschaling van de productiecapaciteit van warmtepompen is onderdeel van het ‘Actieplan Hybride Warmtepompen 2022-2024’. Hierbij spannen overheid en industrie zich in om de productiecapaciteit op te schalen en tegelijkertijd de productiekosten te verlagen, de gemiddelde installatietijd te verkorten en een groei van het aantal installateurs te realiseren. Ook worden publiekscampagnes ingezet om de informatievoorziening aan consumenten te verbeteren. Per 1 januari 2026 worden eisen gesteld aan de efficiëntie van de verwarmingsinstallatie. Dat betekent dat bij vervanging van een cv-ketel gekozen dient te worden voor een duurzamer alternatief, bijvoorbeeld de combinatie van cv-ketel met een hybride warmtepomp.

Grotere installatiecapaciteit noodzakelijk
Nu de beschikbaarheid van warmtepompen op orde is vormt de installatiecapaciteit een bepalende factor in de versnelling van de energietransitie. Remeha traint jaarlijks meer dan 5000 installateurs om hen te helpen de warmtepompen zo efficiënt mogelijk te kunnen installeren. Bij de ontwikkeling van nieuwe warmtepompen speelt een hoge mate van efficiency en gemak tijdens installatie en inbedrijfstelling een steeds belangrijkere rol. Zo zijn de warmtepompen van Remeha, zoals de Elga Ace, uitgerust met slimme tools om eenvoudig en snel een warmtepomp in bedrijf te kunnen stellen.
In Nederland verwacht Vereniging Warmtepompen over 2023 een groei van 60% tot 170.000 exemplaren in de woningbouw. Warmtepompen spelen een belangrijke en groeiende rol in de energietransitie van de gebouwde omgeving.

Centrale R&D
In het Franse Mertzwiller is een Competence Center op het gebied van warmtepompen van BDR Thermea Group gevestigd, waar Remeha onderdeel van is. Die concentratie levert voordelen op voor de merken van BDR Thermea, waaronder Remeha. Het leidt onder meer tot aantrekkelijke consumentenprijzen waardoor duurzame verwarmingsoplossingen voor een zo breed mogelijk publiek beschikbaar zijn, aldus de fabrikant.

Remeha en Rabobank gaan MKB’ers helpen bij verduurzaming warmtevraag

Remeha en Rabobank gaan een samenwerking aan om de komende zes maanden MKB-ondernemers actief te helpen bij het verduurzamen van ...

Remeha start volgend jaar productie hybride warmtepomp in Apeldoorn

Vanaf uiterlijk 1 juli 2023 start Remeha met de productie van de hybride warmtepomp Elga Ace op een moderne productielijn ...

Stimuleren vaktalenten speerpunt voor Remeha

Remeha heeft zich als partner verbonden aan WorldSkills Netherlands, de Nederlandse organisator van vakwedstrijden voor het beroepsonderwijs. Op 2 februari ...

Remeha in documentaire National Geographic over waterstof

Remeha is betrokken bij de National Geographic documentaire ‘Waterstof, onze nieuwe energie? Hierin onderzoekt presentatrice Anic van Damme de mogelijkheden ...

Recordaantal warmtepompen verwacht in 2023

Gepubliceerd op

Op dit moment staat het aantal dit jaar geplaatste warmtepompen in Nederland op circa 110.000. Daarmee heeft de techniekbranche nu al evenveel warmtepompen geïnstalleerd als in heel 2022. Uiteindelijk denkt de branche dit jaar in totaal 170.000 warmtepompen te plaatsen blijkt uit een prognose van Vereniging Warmtepompen. Daarvan komen er naar verwachting 120.000 in bestaande woningen. Daarmee overtreft de plaatsing van warmtepompen in de bestaande bouw die in de nieuwbouw voor het eerst ruimschoots. Hybride warmtepompen zijn bezig aan een razendsnelle opmars.

Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland ziet dat de interesse voor duurzame verwarming snel toeneemt. ‘Sinds de inval van Rusland in Oekraïne en de stijging van de gasprijzen is er vooral veel vraag naar hybride warmtepompen. En de subsidie die de overheid geeft op de aanschaf van een warmtepomp helpt natuurlijk ook.’ Een hybride warmtepomp is bij uitstek geschikt voor de bestaande bouw. Het systeem werkt in combinatie met een cv-ketel en bespaart zo’n zestig procent op het gasverbruik.

Levertijden worden korter
Het afgelopen jaar waren warmtepompen moeilijk leverbaar. Dat kwam onder meer door het wereldwijde tekort aan microchips en door corona-lockdowns in Azië. Volgens directeur Martin Hoekstra van installatiebedrijf ST/Warmte uit Nieuwkoop gaat het momenteel beter met de beschikbaarheid van warmtepompen en aansluitmaterialen, maar de problemen zijn nog niet helemaal opgelost. ‘We hebben nog altijd levertijden van zo’n drie maanden. We proberen zo goed mogelijk in te spelen op de groeiende vraag door een grotere voorraad aan te houden.’

Prijsplafond, oplopende rente, stikstof
Of installateurs dit jaar inderdaad 170.000 warmtepompen gaan plaatsen is afhankelijk van diverse factoren. Zo is nog niet duidelijk welk effect het prijsplafond voor gas zal hebben dat het kabinet heeft ingesteld. Hetzelfde geldt voor de gevolgen van de oplopende rente. Ook de stikstofcrisis speelt een rol. Als er minder nieuwbouwwoningen worden gebouwd, zal met name het aantal geïnstalleerde all-electric warmtepompen achterblijven bij de verwachtingen.

Duizenden warmtepompmonteurs opleiden
De technieksector is volop bezig om warmtepompmonteurs op te leiden om aan de snel toenemende vraag te kunnen voldoen. Zowel cv-monteurs als zij-instromers worden opgeleid. Ze kunnen nu binnen zes maanden het mbo-deelcertificaat ‘Installeren en in bedrijf stellen van hybride warmtepompen’ behalen, maar er zijn ook andere opleidingsmogelijkheden. Inmiddels zijn al honderden warmtepompmonteurs opgeleid. Vanaf 2026 wordt het verplicht om een hybride warmtepomp te plaatsen bij vervanging van de cv-ketel. Dat betekent dat er nog duizenden warmtepompmonteurs extra nodig zijn. Terpstra: ‘Dat is een grote uitdaging, maar we gaan het redden.’

Fabrikanten voeren de productie op
Sinds de snelle vraagtoename afgelopen jaar hebben fabrikanten geïnvesteerd in de uitbreiding van hun productielijnen. Alle klassieke cv-ketelfabrikanten hebben inmiddels hybride warmtepompen in hun assortiment opgenomen. Ze nemen daarmee ook een voorschot op de normering van hybride warmtepompen in 2026. Vanaf dat moment zullen er alleen al in de bestaande bouw meer dan 200.000 hybride warmtepompen per jaar geplaatst worden.

Warmtepomp voor binnen staat nu klaar

De nieuwe lucht/water warmtepomp Vincent van Itho Daalderop staat klaar om in grote aantallen geleverd te worden. De technische groothandels ...

Warmtepomp voor nieuwe hoogbouw

Met de introductie van de WPU 5G 1,8kW brengt Itho Daalderop een warmtepomp op de markt die bij uitstek geschikt ...

All-electric of hybride? Met de Dynamis warmtepompen van Masterwatt is het mogelijk.

Met de Dynamis warmtepompen van Masterwatt plaatst u een All-electric -of hybride oplossing in zowel kleine woonhuizen als grote panden ...

Hybride warmtepomp

JUISTE OF OVERBODIGE VERPLICHTING? In 2022 maakte de overheid bekent dat iedere Nederlander vanaf 2026 bij de noodzakelijke vervanging van ...

Aanleg warmtenet gaat Rotterdamse wijk aardgasvrij maken

Gepubliceerd op

Aanleg warmtenet gaat Rotterdamse wijk aardgasvrij maken De gemeente Rotterdam, woningcorporatie Havensteder en energiebedrijf Eneco hebben een overeenkomst ondertekend om de komende jaren samen te werken aan het aardgasvrij maken van de Rotterdamse Agniesestraat en omgeving. Stadsverwarming bleek de beste en goedkoopste mogelijkheid is om aardgas te vervangen. Na de zomer wordt gestart met de vernieuwing van het riool in een aantal straten in de Agniesebuurt. Ook gaat de gemeente de wijk vergroenen en maatregelen nemen tegen wateroverlast. Voor deze werkzaamheden gaan delen van straten open, waardoor er een goed moment ontstaat om ook stadsverwarming aan te leggen. Petra de Groene, Directeur Economie en Duurzaam bij gemeente Rotterdam: "We zijn blij dat we samen deze stap kunnen zetten op weg naar een aardgasvrije Agniesestraat en omgeving. Door tegelijk met de vervanging van de riolering stadsverwarming aan te leggen, beperken we de overlast voor bewoners." Kostenvrije overstap Sander Uiterwaal, lid Raad van Bestuur Havensteder: "Met de aanleg van het warmtenet kan Havensteder straks ruim 500 woningen aansluiten. Voor huurders betekent dit een kostenvrije overstap naar een duurzamere warmtebron." Manja Thiry, Directeur Warmte Eneco: "Door de intensieve samenwerking met de gemeente Rotterdam en Havensteder zijn we weer een stap dichterbij een duurzame en comfortabele warmtevoorziening voor bewoners. Maar bovenal willen we dat de overstap naar aardgasvrij betaalbaar blijft voor bewoners. Hiertoe ontvangen wij vanuit het SOFIE Fonds en NWN! Groeifonds financiering voor dit project."

De gemeente Rotterdam, woningcorporatie Havensteder en energiebedrijf Eneco hebben een overeenkomst ondertekend om de komende jaren samen te werken aan het aardgasvrij maken van de Rotterdamse Agniesestraat en omgeving. Stadsverwarming bleek de beste en goedkoopste mogelijkheid is om aardgas te vervangen. Na de zomer wordt gestart met de vernieuwing van het riool in een aantal straten in de Agniesebuurt. Ook gaat de gemeente de wijk vergroenen en maatregelen nemen tegen wateroverlast. Voor deze werkzaamheden gaan delen van straten open, waardoor er een goed moment ontstaat om ook stadsverwarming aan te leggen.

Petra de Groene, Directeur Economie en Duurzaam bij gemeente Rotterdam: "We zijn blij dat we samen deze stap kunnen zetten op weg naar een aardgasvrije Agniesestraat en omgeving. Door tegelijk met de vervanging van de riolering stadsverwarming aan te leggen, beperken we de overlast voor bewoners."

Kostenvrije overstap
Sander Uiterwaal, lid Raad van Bestuur Havensteder: "Met de aanleg van het warmtenet kan Havensteder straks ruim 500 woningen aansluiten. Voor huurders betekent dit een kostenvrije overstap naar een duurzamere warmtebron."
Manja Thiry, Directeur Warmte Eneco: "Door de intensieve samenwerking met de gemeente Rotterdam en Havensteder zijn we weer een stap dichterbij een duurzame en comfortabele warmtevoorziening voor bewoners. Maar bovenal willen we dat de overstap naar aardgasvrij betaalbaar blijft voor bewoners. Hiertoe ontvangen wij vanuit het SOFIE Fonds en NWN! Groeifonds financiering voor dit project."

Gescheiden boren naar aardwarmte en drinkwater

Klimaatverandering, een groeiende drinkwatervraag en bedreigingen van drinkwaterbronnen zorgen ervoor dat aanvullende grondwatervoorraden aangewezen moeten worden voor de drinkwatervoorziening. Mijnbouwactiviteiten ...

Medisch Centrum Leeuwarden schakelt over op aardwarmte

Het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) kiest als eerste ziekenhuis in Nederland voor duurzame aardwarmte (geothermie). Het ziekenhuis heeft de ambitie ...

Aardwarmte kan voorzien in ruim een kwart van warmtevraag woningen

Op basis van de huidige inzichten kunnen in de toekomst zo’n 2,6 miljoen huizen en gebouwen met aardwarmte van warmte ...

Innovatie Award 2020 voor aardwarmteproject

Batenburg Techniek heeft met het project Aardwarmte Vogelaer de Techniek Nederland Innovatie Award 2020 gewonnen. Tijdens het innovatiecongres op de ...

Warmtepomp voor binnen staat nu klaar

Gepubliceerd op

De nieuwe lucht/water warmtepomp Vincent van Itho Daalderop staat klaar om in grote aantallen geleverd te worden. De technische groothandels TU, Wasco en Rensa worden momenteel bevoorraad met deze toestellen inclusief alle benodigde accessoires. De fabrikant heeft voor de installateur bovendien een online training ontwikkeld, waarna hij of zij binnen een uur alle kennis heeft om de warmtepomp goed te installeren.

De nieuwe lucht/water warmtepomp is geschikt voor zowel nieuwbouw als bestaande bouw. Dankzij het ontbreken van een buitendeel wordt Vincent volledig binnen in de woning opgesteld. Hierdoor is de warmtepomp snel en gemakkelijk te plaatsen en te onderhouden. Bovendien is hij klein van stuk en daardoor makkelijk inpasbaar, ook op kleine zolders en onder schuine daken. Vincent kan hybride worden opgesteld met elk merk- en type cv-ketel, of - mits de woning daar geschikt voor is – volledig elektrisch met voorraadvaten van Itho Daalderop.

Online training
Voor de installateur is een online training ontwikkeld waarna hij binnen een uur alle kennis heeft om Vincent goed te kunnen installeren. Ook is er een naast de Installatiehandleiding voor de hybride en all-electric uitvoering een technische brochure gemaakt waarin de belangrijkste technische informatie en het installatievoorschrift worden vermeld.

Kennistoets
Na het volgen van de online training wordt de installateur gevraagd een kennistoets te maken. Bij het behalen van een voldoende resultaat wordt hij via de Itho Daalderop Service-app geautoriseerd om Vincent in bedrijf te stellen. Hierbij is het belangrijk dat hij voorafgaand aan het maken van deze kennistoets over een Itho Daalderop account beschikt (via de website of in de Service-app aan te vragen) en de Service-app heeft gedownload. Dit kan zowel in de Appstore als de Playstore.

Warmtepomp voor nieuwe hoogbouw

Met de introductie van de WPU 5G 1,8kW brengt Itho Daalderop een warmtepomp op de markt die bij uitstek geschikt ...

All-electric of hybride? Met de Dynamis warmtepompen van Masterwatt is het mogelijk.

Met de Dynamis warmtepompen van Masterwatt plaatst u een All-electric -of hybride oplossing in zowel kleine woonhuizen als grote panden ...

Hybride warmtepomp

JUISTE OF OVERBODIGE VERPLICHTING? In 2022 maakte de overheid bekent dat iedere Nederlander vanaf 2026 bij de noodzakelijke vervanging van ...

Sportclubs winnen premium warmtepomp tijdens Groene Clubweken

Bijna 400 clubs namen deel aan de Groene Clubweken van KNVB-duurzaamheidspartner Mitsubishi Electric en de KNVB Groene Club. Op basis ...

Cv-ketel Ferroli mogelijk oorzaak legionella besmetting

Gepubliceerd op

Zeker elf mensen hebben sinds juli vorig jaar Legionella opgelopen, waarschijnlijk door toedoen van een cv-ketel van fabrikant Ferroli. Twee mensen zijn aan de besmetting overleden. Dat melden Ferroli en het RIVM. Volgens het RIVM gaat het om twee typen combiketels van Ferroli als meest waarschijnlijke oorzaak van deze besmettingen.

Alle werknemers die deze ketels hebben geïnstalleerd zijn inmiddels geïnformeerd over de reinigingsmaatregelen die moeten worden genomen. Omdat niet alle ketels op tijd te achterhalen zijn, heeft Ferroli een waarschuwingsbericht op de website gezet. Ferroli raadt daarin mensen in het bezit van een Ferroli cv-ketel van het type BlueSense en BlueHelix geproduceerd ná 1 januari 2022 zo spoedig mogelijk reinigingsmaatregelen te nemen. De serienummers beginnen met het cijfer 22 of 23.

Aanleiding van dit alles is een risico-analyse van het RIVM. Deze analyse is uitgevoerd naar aanleiding van 11 meldingen over legionella infecties verspreid over het hele land sinds juli 2022 waaraan 2 mensen zijn overleden.

 

Reactie Techniek Nederland op NVWA-onderzoek Ferroli cv-ketels

Techniek Nederland is blij dat er na onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) nu duidelijkheid is over de ...

“Er moet snel duidelijkheid komen over de ‘levensgevaarlijke’ Agpo Ferroli cv-ketels”

Techniek Nederland roept Kiwa en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op zo snel mogelijk duidelijkheid te geven over de ...

‘150.000 levensgevaarlijke cv-ketels van Agpo Ferroli’, meldt Kassa

Het consumentenprogramma Kassa besteedt in haar tv-uitzending vanavond aandacht aan ongeveer 150.000 ‘levensgevaarlijke’ cv-ketels van het merk Agpo Ferroli die ...

Koper is goed, kunststof waterleiding vereist zorgvuldige keuze

Gepubliceerd op

Het type kunststof blijkt van grote invloed op de bacteriële veiligheid van leidingmaterialen. Daarentegen zijn koperen leidingen eigenlijk een veiligere keuze, als we puur kijken naar bacteriële veiligheid van drinkwatersystemen. Zo luiden de conclusies in het ISSO-rapport ‘Koper versus kunststof materiaal in leidingwatersystemen’. Dit rapport kwam tot stand na bestudering van de bevindingen uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken.

De focus in dit rapport ligt vooral bij de verschillen in bacteriologische aangroeipotentie tussen koperen en kunststof waterleidingen. Het beschrijft ook de verschillen tussen de diverse kunststof waterleidingen en hoe men hier verstandig mee kan omgaan. Uiteindelijk staat in het rapport wat de invloed van het leidingmateriaal is op de bacteriële groei en het effect dat het materiaal heeft op de kwaliteit van het leidingwater. Met het rapport wil ISSO professionals helpen bij het selecteren van het juiste leidingmateriaal voor drinkwaterleidingen bij aanvang van een project.

Bacteriële veiligheid
Het rapport concludeert dat, gezien de BPP-waarden (Biomassa Productie Potentie) van koper leidingwerk, de bacteriële veiligheid in drinkwatersystemen met koperen buizen is gewaarborgd. Bij kunststof leidingwerk moeten ontwerpers en installateurs nadrukkelijk aandacht besteden aan de keuze van het juiste type kunststof. Het onderzoek laat namelijk zien dat de BPP-waarden tussen de kunststofsoorten sterk verschillen. Het rapport toont dat marktpartijen zowel koper, PVC-C als PE-Xc in drinkwaterinstallaties met redelijk veel vertrouwen kunnen toepassen. Ook ongeplastificeerd PVC (PVC-U) heeft, zo blijkt uit een eerder onderzoek, een relatief lage BPP-waarde. Leidingwerk van PVC-P, PE-Xb en PE-100 kan men door de hoge BPP-waarden maar beter vermijden in leidingwaterwatersystemen. Flexibele kunststoffen hebben doorgaans een hogere concentratie weekmakers, die een belangrijke voedingsbodem vormen voor bacteriën.

Grote variatie tussen fabrikanten
Er geldt echter wel een waarschuwing bij het gebruik van de ‘veilige’ kunststofsoorten. Er bestaan namelijk grote variaties in BPP-waarden van PE-materialen, zowel tussen fabrikanten als tussen PE-typen. Die waarden kunnen zelfs boven de wettelijk toegestane grens van 1.000 pg ATP/cm2 uitkomen. Dit blijkt uit onderzoek waarin de variatie in BPP-waarden van 38 PE-materialen van 4 verschillende fabrikanten en 3 verschillende typen is onderzocht. Vandaar dat de auteur van het onderzoek benadrukt dat het bij prioritaire installaties verstandig is om geen kunststof leidingwerk te gebruiken. Wellicht, zo staat beschreven, zou RVS wel een alternatief kunnen zijn voor koper.

Kijk ook naar appendages
Omdat een installatie niet alleen uit leidingen bestaat, is het ook belangrijk om naar appendages, zoals afsluiters, regelventielen en filters te kijken. Bij koperen leidingen zijn dit voornamelijk metalen – meestal messing – appendages. Bij kunststof kan het type kunststof van de appendages afwijken van het type kunststof van het leidingsysteem. Afhankelijk van de gekozen appendages en het materiaal ervan, hebben deze een positieve of negatieve invloed op bacteriegroei. Denk bij de selectie van de appendages dan ook na over het BPP van het toegepaste kunststof en welk effect dit kan hebben op het totale leidingsysteem, concludeert het rapport.

Gebruikte methode
Om de bacteriegroei te kunnen kwantificeren, is bij de onderzoeken gebruik gemaakt van een BPP-test. De BPP-test geeft een vollediger beeld van de biomassa groeipotentie van drinkwater dan de traditioneel gebruikte AOC-methode (Assimilable Organic Carbon). In dit proces namen de onderzoekers telkens watermonsters, en monsters van het leidingmateriaal. Daarvan mat men dan de concentratie adenosine trifosfaat (ATP). ATP blijkt een betrouwbare graadmeter voor actieve biomassa. Dat is biomassa waarin actieve (pathogene) bacteriegroei plaatsvindt. Het blijkt dat hoe hoger het niveau van ATP, hoe groter het aandeel bacteriën.

Het rapport is beschikbaar via ISSO Open op www.isso.nl

Nieuwe kennis over installaties voor leidingwater

De vernieuwde ISSO-publicatie 55 biedt een update van bestaande kennis, maar ook een aantal nieuwe onderwerpen voor het ontwerpen en ...

Nederlands eerste biobased waterleiding in Brabantse Oirschot

Een PVC waterleiding gemaakt met gebruikt frituurvet, houtpulp of resten van suikerriet als basisgrondstof. Voor het eerst in Nederland gaat ...

Met de juiste leiding wordt het geen lijdensweg

Het aansluiten van radiatoren doen we al jaren met kunststof leidingsystemen. Meestal met mantelbuis en weggewerkt in de afwerkvloer. Dit ...

Aan de slag: honderdduizenden woningen kunnen energiezuiniger

De bouw- en installatiesector staat klaar om honderdduizenden woningen echt energiezuinig te maken. “Na veel voorwerk in de afgelopen jaren ...

Positieve vooruitzichten voor branche, ondanks lichte krimp

Gepubliceerd op

Na jaren van forse groei daalt het productievolume in de installatiebranche in 2024 en 2025 licht. Minder vergunningen voor woningnieuwbouw zijn de voornaamste oorzaak van de daling. De vraag naar nieuwe utiliteitsgebouwen blijft hoog. De budgetsectoren overheid, zorg en onderwijs laten echter een lichte krimp zien. Dit blijkt uit het rapport Economische vooruitzichten 2024 en verder dat onderzoeksbureau Bouwkennis opstelde in opdracht van brancheorganisatie Techniek Nederland.

Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland zegt dat de vooruitzichten voor de technieksector nog altijd positief zijn: “Er is volop werk in de installatiebranche. De lichte daling van het productievolume geeft techniekbedrijven de mogelijkheid om achterstanden in te lopen. De kans is dus groot dat de wachttijden gaan afnemen en dat is goed nieuws voor opdrachtgevers. De vooruitzichten voor de periode na 2025 blijven uitstekend. De energietransitie krijgt steeds meer vaart en het aandeel techniek in bouwprojecten blijft groeien.”

Vooral bedrijven in klimaat- en elektrotechniek profiteren
Door de wettelijke verplichting voor gasvrije nieuwbouw, de eisen voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG) en de behoefte aan koeling tijdens de warmere zomers groeit de vraag naar duurzame klimaatinstallaties. Daar profiteren met name bedrijven in de klimaattechniek van. Elektrotechnisch installateurs zijn onmisbaar in de energietransitie, als gevolg van de elektrificatie van de energievoorziening. De positie van sanitair-installatiebedrijven is stabiel. Deze bedrijven hebben een belangrijke rol bij de drinkwatertransitie. Het waterverbruik zal de komende jaren flink moeten verminderen, bijvoorbeeld met behulp van technieken om hemelwater beter te benutten.

Belang van techniek blijft groeien
Techniek wordt steeds belangrijker in de gebouwde omgeving. De installatiequote -het aandeel installatietechniek in de totale bouwsom- is met bijna 45% het hoogst in de utiliteitsbouw. Ook in de woningbouw blijft de installatiequote groeien; bij groot onderhoud is die inmiddels 22%, bij nieuwbouw 19%.

Winstgevendheid installateurs onder druk door prijsstijgingen en haperende leveringen

Door aantrekkende economieën, waaronder die van de bouw en duurzame energiesector, is de wereldwijde vraag naar grondstoffen inmiddels aanzienlijk. De ...

Werkvoorraad in de bouw blijft op zeer hoog niveau

De orderportefeuille voor de totale bouw is in maart toegenomen met één tiende maand naar 10 maanden werk. De orderportefeuilles ...

Werkvoorraad bereikt recordhoogte

De orderportefeuille voor de totale bouw is in mei gestegen en komt uit op 10,1 ...

Gunstige economische vooruitzichten voor de installatiebranche

Vanmorgen overhandigde voorzitter Titia Siertsema van Uneto-VNI het rapport ‘Economische vooruitzichten installatiebranche 2017 en verder’ aan VNO-NCW voorzitter Hans de ...

Nederlandse maakindustrie loopt voorop met innovaties voor duurzamere gebouwen

Gepubliceerd op

Op 29 en 30 juni kwamen de belangrijkste Europese stakeholders die willen bijdragen aan een duurzaam binnenklimaat naar Amsterdam. Samen bespraken zij de vooruitgang, uitdagingen en kansen voor hun bijdrage aan de energietransitie en het terugdringen van de CO2-uitstoot. Tijdens het publieke deel van de bijeenkomst stond ‘Het Nederlandse perspectief op de implementatie van de EU Green Deal’ centraal. Hierbij was aandacht voor innovatieve projecten met verwarming op basis van waterstof en hybride warmtepompen.

De Nederlandse Verduurzamingsindustrie – Gebouwde Omgeving (NVI-GO) is mede-gastheer voor de 23e algemene vergadering van de European Heating Industry (EHI).

Voortrekkersrol
Tijdens de bijeenkomst lag de nadruk op innovatieve combinaties van verschillende technologieën en energiebronnen die aansluiten bij de specifieke eisen van de gebouwde omgeving. Op die manier draagt de maakindustrie direct bij aan de EU Green Deal. Dit geldt ook voor Nederland. De verenigingen van NVI-GO nemen een voortrekkersrol om de CO2-reductie in de gebouwde omgeving te versnellen. Om dit waar te maken heeft de NVI-GO in nauwe samenwerking programma’s ontwikkeld zoals de hybride route, legionella of milieudatabase. Mogelijke toekomstige programma’s zijn circulariteit, duurzaam tapwater, all electric, energieopslag of groen gas/waterstof.

Nederlandse projecten
Naast het reguliere programma was er een publieke sessie over het Nederlandse perspectief op de implementatie van de EU Green Deal. Eén van de maatregelen van deze deal is het instellen van strengere normen voor energiezuinige gebouwen. Nederland heeft op dit gebied al concrete stappen gezet. Bijvoorbeeld met de inzet van hybride warmtepompen. Tijdens de sessie wordt een studie gepresenteerd naar de inzet van deze efficiënte systemen bij 200 huishoudens en de impact op de gebouwde omgeving. Een ander project betreft het gebruik van waterstof voor verwarming. Het Nederlandse project ‘Stad aan 't Haringvliet’ is een goed voorbeeld van de impact die waterstof kan hebben op de energietransitie.

Andere landen inspireren
Annemarije Tillema, directeur van NVI-GO: “De energietransitie is in volle gang. Onze maakindustrie levert nu al de oplossingen om het binnenklimaat van gebouwen duurzamer te maken. Het is essentieel de krachten breed te bundelen en samen te werken in de nieuwe economie. Dat doen we binnen de NVI- GO en daarbuiten. Bijvoorbeeld met de installatiebranche in Team Duurzaam Installeren 500. Maar ook rondom de uitdagingen met het elektriciteitsnetwerk, die het tempo van de verduurzaming en verdere ontwikkeling beïnvloeden. Alleen samen komen we tot een nieuw energiesysteem. Als Nederlandse maakindustrie willen we hiermee ook andere landen inspireren.” De hybride warmtepomp staat ook centraal op de agenda. Recent zijn de meetresultaten van 120 woningen met een hybride warmtepomp gepresenteerd. Walid Atmar, manager kennisontwikkeling en innovatie bij NVI-GO geeft de Europese verwarmingsindustrie kijkje in dit ‘demoproject hybride’: “Door het installeren van een hybride cv-installatie daalde het gemiddeld gasgebruik in de woningen met 75%. Het is een mooie kans de kennis en bevindingen van het onderzoek met de Europese sectorgenoten te delen”.

Waterstofhybrides in Groningse waterstofwijk

Gepubliceerd op

In de Groningse waterstofwijk Wagenborgen worden deze week de eerste bewoners aangesloten op waterstofhybrides. 33 woningen worden binnenkort verwarmd met een hybride warmtepomp in combinatie met een cv-ketel op 100% waterstof – een primeur. De installatie is het sluitstuk van de zogeheten hybride route, waarbij de woningen worden geïsoleerd, een hybride warmtepomp wordt geïnstalleerd, en de restvraag wordt ingevuld met duurzaam gas – in dit geval waterstof.

Wagenborgen is één van de eerste wijken in Nederland die wordt aangesloten op een waterstofnetwerk. Samen met Groninger Huis, Enexis, Energiewacht, Eelshuis, Essent, Baas B.V. en de dertig bewoners, werkt Intergas aan het aardgasvrij maken van de wijk. Op 5 juli wordt de Waterstofwijk Wagenborgen feestelijk geopend.

Hybride route
De 33 jaren 70-woningen van Groninger Huis zijn eerst allemaal verduurzaamd tot energielabel B. Ondertussen heeft netbeheerder Enexis ervoor gezorgd dat waterstof getransporteerd kan worden door de bestaande gasleidingen. De laatste stap in de realisatie van het project is het aansluiten van de waterstofhybrides van Intergas. “Het is een mooi voorbeeld van hoe de hybride route er in de praktijk uitziet”, zegt Gerrit Zijlstra, projectleider vanuit Intergas. Het is de eerste keer dat de waterstofhybride op wijkschaal wordt geïnstalleerd. Intergas heeft installateurs van Energiewacht opgeleid om deze hybrides te kunnen installeren en te onderhouden. “De waterstof cv-ketel is zo ontworpen dat hij straks in de massaproductie meekan”, zegt Zijlstra.

Lokale groene waterstof
De groene waterstof waarmee de huizen worden verwarmd, wordt op termijn opgewekt bij een agrarisch bedrijf net buiten het dorp. Daar komt straks een elektrolyser te staan, die de lokaal opgewekte zonne- en windenergie direct om kan zetten in groene waterstof. Een belangrijk doel van het project is dan ook om te kijken hoe de bestaande gasinfrastructuur zo goed mogelijk hergebruikt kan worden voor het transport van waterstof. Voor de bewoners die niet mee wilden doen, is een nieuwe gasleiding aangelegd. Door nu ervaring op te doen met waterstofleidingen en toepassingen, kunnen we als de inzet van groene waterstof op grotere schaal beschikbaar is, snel opschalen.

Hybride als eindoplossing
Naast ervaring opdoen met het gebruik van waterstofleidingen, is een belangrijk doel van het project om aan te tonen dat gebruik van waterstof in de gebouwde omgeving technisch haalbaar is. Op deze manier kunnen relatief oudere huizen toch volledig duurzaam verwarmd worden zonder dat daar een verzwaring van het elektriciteitsnetwerk voor nodig is.
De hybride warmtepomp draait zoveel mogelijk op duurzaam opgewekte stroom en op koude momenten schakelt hij over naar waterstof. Door die restvraag in te vullen met duurzaam gas, wordt met dit project aangetoond dat de hybride route een eindoplossing voor aardgasvrij wonen is.

Warmtepomp voor nieuwe hoogbouw

Gepubliceerd op

Met de introductie van de WPU 5G 1,8kW brengt Itho Daalderop een warmtepomp op de markt die bij uitstek geschikt is voor nieuwe hoogbouw, waar door uitstekende isolatie en compacte appartementen de warmtevraag zeer bescheiden is. Met een opgenomen elektrisch vermogen van  500 W is dit de kleinste warmtepomp in zijn soort, verkrijgbaar in vier varianten.

De WPU 5G 1,8kW kan worden gecombineerd met het 90L WPV 2G vat of met het 120L WPV 3G vat. Deze laatste, met een vloeroppervlak van 50x50cm, wordt in het vierde kwartaal van dit jaar geïntroduceerd op de Nederlandse markt. De warmtepomp-voorraadvaten produceert Itho Daalderop zelf in Tiel.

Het eerste project dat uitgevoerd wordt met deze warmtepomp is het 18 verdiepingen en 243 appartementen tellende ‘Fibonacci’ van VORM. Dit project wordt in Amsterdam gerealiseerd.

Van de WPU zijn de volgende vier varianten zijn beschikbaar:
-W/W Warmtepomp WPU 5G - 1,8 kW klein collectief
-W/W Warmtepomp WPU 5G - 1,8 kW klein collectief/Individueel + elektrisch element
-W/W Warmtepomp WPU 5G - 1,8 kW collectieve bron
-W/W Warmtepomp WPU 5G - 1,8 kW collectief open bron + elektrisch element

Hybride warmtepomp

JUISTE OF OVERBODIGE VERPLICHTING? In 2022 maakte de overheid bekent dat iedere Nederlander vanaf 2026 bij de noodzakelijke vervanging van ...

Norm voor gebouwriolering en buitenriolering binnen perceel gewijzigd

NEN 3215 stelt eisen aan de riolering voor een goede afvoer van zowel hemelwater als huishoudelijk afvalwater. Een belangrijke wijziging ...

Afvoersysteem voor hoogbouw zonder extra omloopleiding

Geberit introduceert met SuperTube een nieuw afvoersysteem voor hoogbouw. Drie gepatenteerde  fittingen zorgen bij verdiepingsaansluitingen en bij de richtingverandering in ...

Nul op de Meter met stadswarmte voor hoogbouw

Woningcorporatie Portaal en energiebedrijf Eneco tekenen een intentieovereenkomst om de haalbaarheid te onderzoeken voor de realisatie van Nul op de ...

Actuele kennis voor ontwerp en realisatie gesloten bodemenergie-systemen

Gepubliceerd op

Met het actualiseren van ISSO-publicatie 73 komt er actuele kennis beschikbaar voor het ontwerpen en realiseren van gesloten bodemenergiesystemen. De inhoud van de publicatie is volledig herzien en aangepast aan alle inzichten en regelgeving van vandaag. ISSO-publicatie 73 is vooral van toepassing op het gebruik van gesloten bodemenergiesystemen in de woningbouw en kleine utiliteitsbouw.

ISSO-publicatie 73 biedt veel nieuwe kennis voor het ontwerp, de realisatie en het beheer van het ondergrondse deel van gesloten bodemenergiesystemen. De publicatie volgt ook het ontwerpproces zoals beschreven in de BRL SIKB 11000. Het betekent dat deze ISSO-publicatie de ontwerp-, detailengineering- en realisatiefase van gesloten bodemenergiesystemen behandelt en daarbij aansluit op de BRL 11000, het Protocol 11001 en de Leergang Bodemenergie. Al deze informatie vertaalt de nieuwe publicatie naar een praktijkgerichte toepassing. De beheerfase wordt beperkt behandeld.

Theoretische basis
Deze publicatie gaat onder andere in op het thermisch rendement, de werking van een bodemwarmtewisselaar, de hydraulische weerstand, warmtetransport in de bodem maar ook het ontwerpproces. In de beschrijving van de ontwerpfase is er onder meer aandacht voor verschillende typen gesloten bodemenergiesystemen. Denk dan aan verticale bodemwarmtewisselaars, horizontale en ring-collector bodemwarmtewisselaars, spiraalvormige bodemwarmtewisselaars of aardwarmtekorven. Verder komen aandachtspunten aan de orde bij het bepalen van de energievraag en het vermogen, of het documenteren van het ontwerp.

Ingaan op de details
In het deel van de publicatie dat de detailengineering beschrijft, gaat het bijvoorbeeld over de diverse onderdelen van het hydraulische circuit en de drukverliesberekeningen. Bij de kennis over realisatie en beheerfase is er aandacht voor onder meer horizontale leidingen, sparingen voor muurdoorvoer, afdichten boorgaten en testen en opleveren.
De publicatie werkt het thermische ontwerp van een gesloten bodemenergiesysteem uit aan de hand van drie voorbeelden. Een belangrijk onderdeel in een melding- of vergunningaanvraag van een gesloten bodemenergiesysteem is de zogeheten effectenstudie negatieve interferentie. Op basis van de gratis tool ITGBES toont de publicatie ook de uitwerking van enkele voorbeelden van interferentie.

Handvat voor gehele proces
Dit alles maakt dat ISSO-publicatie 73 ‘Ontwerp en realisatie van gesloten bodemenergiesystemen’ een handvat biedt voor het gehele proces. Deze ISSO-publicatie sluit aan bij ISSO-publicatie 72, die ingaat op het ontwerp en de uitvoering van het bovengrondse deel van individuele warmtepompsystemen voor woningen. Ook deze publicatie is recent in een volledig herziene versie gepubliceerd.

De nieuwe publicatie is beschikbaar via ISSO Open op www.isso.nl

Nieuwe publicatie over bodemgebonden warmtepompen verschenen

De herziene ISSO-publicatie 72 biedt de professional actuele kennis voor het ontwerpen, realiseren en onderhouden van bodemgebonden warmtepompsystemen. Deze recent ...

Nieuwbouw met bodemwarmte

Een oude boerderij in Vaassen heeft plaatsgemaakt voor een vrijstaande nieuwbouwwoning, voorzien van een bodemwarmtepomp. Samen met een 178 meter ...

Adviseur bodemenergie nu ook ondergronds actief

Techniplan Adviseurs heeft de certificering behaald voor het ontwerp van het ondergrondse deel van open bodemenergiesystemen. Hiermee ontwikkelt het adviesbureau ...

Bodemwarmtepomp geschikt voor conventionele radiatoren

 Deze zomer komt Nefit Bosch met een nieuwe bodemwarmte-pomp voor zowel nieuwbouw als bestaande bouw: de Compress 7800i LW(M)F. Deze ...

Nederlandse verwarmings-industrie maakt brede doorstart

Gepubliceerd op

De Nederlandse maakindustrie die werkt aan een duurzaam binnenklimaat voor de gebouwde omgeving heeft zich verenigt in de nieuwe stichting NVI-GO. De stichting is een brede doorstart van de Nederlandse Verwarmingsindustrie (NVI). De NVI-GO is nu de paraplu waaronder verschillende verenigingen (voorheen secties) samenwerken. Hierbij verzorgt NVI-GO de verbinding en samenhang tussen de technologieën en de positionering. Op die manier behartigt NVI-GO de belangen van de maakindustrie, is ze gesprekspartner voor de overheid én levert ze een concrete bijdrage aan de reductie van CO2 in de woningbouw en utiliteit.

Annemarije Tillema, directeur van NVI-GO: “Nederland zit midden in een energietransitie en we moeten de CO2-uitstoot terugdringen. Onze maakindustrie biedt gezamenlijk de oplossingen om het binnenklimaat van gebouwen comfortabeler én duurzamer te maken. Dit alles met betaalbare, innovatieve oplossingen en steeds afgestemd op de specifieke situatie. Hiermee lopen we in Nederland voorop. Het is de uitdaging deze voorsprong met doelgerichte programma’s te behouden en samen met alle stakeholders verder te versnellen. Hierbij werken we graag samen verenigingen en branches die deze beweging kunnen versterken.”

Snellere besluitvorming
Om zijn doelen te bereiken heeft NVI-GO een nieuwe organisatiestructuur met een stichting en een bestuur waarin de voormalige secties als verenigingen vertegenwoordigd zijn. De afgevaardigden in het bestuur hebben mandaat van hun vereniging, waardoor snellere besluitvorming mogelijk is. Door met alle verenigingen vanuit verbinding samen te werken, opereert NVI-GO als collectief en kan het verduurzaming versnellen.

Aansluiten
De nieuwe stichtingsstructuur maakt het makkelijker voor andere verenigingen om aan te sluiten bij NVI-GO. Zij kunnen eenvoudig meedoen met bestaande programma’s, zoals de hybride route, legionella of milieudatabase. Op die manier kan iedere vereniging profiteren van de bestaande kennis en ervaring en bijdragen. Bovendien kunnen zij vanuit hun expertise nieuwe programma’s initiëren en invullen.

Toekomst
Mogelijke toekomstige programma’s van NVI-GO zijn circulariteit, duurzaam tapwater, all electric, energieopslag of groen gas/waterstof. Een ander aandachtspunt van de NVI-GO is de aantrekkelijkheid voor bestaand en toekomstig technische talent dat nodig is om de innovatieve oplossingen te installeren.

Forse besparingen met hybride cv-installaties

Door het installeren van een hybride cv-installatie daalt het gemiddeld gasgebruik in een woning met 75%. Om deze besparing te ...

Hybride in de warmtetransitie

De hybride warmtepomp is de minimale norm vanaf 2026. Welke bijdrage kan deze hybride leveren aan de duurzaamheidsamibities van gemeentes ...

De Nederlandse Verwarmingsindustrie krijgt nieuwe voorman

Met ingang van 1 januari 2021 zal Anne Jaap Deinum aantreden als branchemanager van de Nederlandse Verwarmingsindustrie. Hij volgt daarmee ...

Ook wtw douchewater nu onderdeel Nederlandse Verwarmingsindustrie

De Nederlandse Verwarmingsindustrie heeft een nieuwe sectie toegevoegd: Douchewater & warmteterugwinning [D-wtw]. Q-Blue, Technea Duurzaam en Dutch Solar Systems hebben ...

Forse besparingen met hybride cv-installaties

Gepubliceerd op

Door het installeren van een hybride cv-installatie daalt het gemiddeld gasgebruik in een woning met 75%. Om deze besparing te behalen, gebruikten de woningen gemiddeld 2360 kWh aan extra elektriciteit per woning. Afgezet tegen elkaar resulteert dit in een jaarlijkse besparing op energiekosten van bijna 1000 euro per woning. Dit zijn enkele van de resultaten uit het 'Demonstratieproject Hybride Warmtepompen in de gebouwde omgeving’, een uitgebreid onderzoek dat op 21 juni tijdens Het congres ‘Hybride in de warmtetransitie’ in Utrecht wordt gepresenteerd.

Het onderzoek gebeurde op initiatief van de Nederlandse Verduurzamingsindustrie Gebouwde Omgeving (NVI-GO), Techniek Nederland, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland reageert enthousiast op de uitkomsten: “Die laten zien dat hybride warmtepompen onmisbaar zijn in de energietransitie. Ik verwacht dan ook dat de groei van hybride warmtepompen de komende jaren net zo hard zal gaan als we de afgelopen jaren hebben gezien bij zonnepanelen. Zo komen de klimaatdoelen snel dichterbij.” De uitkomsten onderstrepen volgens Terpstra nog eens dat dat minister De Jonge van Binnenlandse Zaken terecht heeft gekozen voor normering van cv-installaties vanaf 2026. “Hybride warmtepompen worden de standaard voor het verwarmen van woningen. Dat gaat veel klimaatwinst opleveren.”

Eerste conclusies mogelijk
In het demonstratieproject worden hybride installaties in circa 200 woningen, die qua bouwjaar en type uiteenlopen, gedurende minimaal één stookseizoen gemonitord. Op dit moment zijn de resultaten van 120 woningen met toestellen van diverse merken geanalyseerd. Daarmee is voldoende data verzameld om de eerste conclusies te trekken. Uitgebreide metingen tonen een verlaging van het energiegebruik die de hybride installatie realiseert. Zo is het nu mogelijk om zonder aannamen of fictieve berekeningen vast te stellen wat de gevolgen zijn voor het gasgebruik, de CO2-uitstoot en de energiekosten.

Forse besparingen
Het project levert nu al enkele belangrijke conclusies op:
•             De deelnemende woningen hadden over de twee jaar voorafgaand aan het project een gemiddeld gasgebruik van 1850 m3.
•             Door plaatsing van het hybride systeem is het gemiddeld gasgebruik 75% verminderd tot 475 m3.
•             Om deze besparing te behalen, gebruikten de woningen gemiddeld 2360 kWh aan extra elektriciteit per woning.
•             Dit resulteert in een jaarlijkse besparing van bijna 1000 euro per woning. Daarbij werden de energietarieven volgens het prijsplafond gehanteerd: 1,45 euro voor een m3 gas en 0,40 euro voor een kWh. Gerekend met de huidige (mei 2023) marktgemiddelde tarieven is deze besparing 1250 euro per jaar. Met de verwachting dat de energieprijzen in de toekomst zullen stijgen, wordt de besparing voor de bewoners groter en neemt de terugverdientijd verder af.
•             Veel deelnemers aan het project hebben zonnepanelen, voor hen zal de besparing nog groter zijn.

Geen bouwkundige aanpassingen
De woningen in het project zijn bouwkundig niet aangepast. Van 120 deelnemers is inmiddels voldoende data van goede kwaliteit beschikbaar om de prestatie van het hybride warmtepompsysteem definitief te kunnen bepalen. Daarmee is een vergelijk gemaakt van het jaarlijks energiegebruik van de deelnemende woning vóór plaatsing van de hybride warmtepomp met het energiegebruik na plaatsing. Deze bepaling komt het dichtst bij de beleving van de bewoner die zijn energiegebruik (de energierekening) voor en na plaatsing van het hybride systeem met elkaar zal vergelijken. Voor dit project is een app ontwikkeld die de bewoner uitgebreid inzage geeft in de prestaties van zijn hybride installatie en het effect op zijn energiegebruik.

Alle woningen hebben besparingspotentieel
In de resultaten is een spreiding zichtbaar: hoewel elke bewoner aanzienlijk op energiekosten bespaart, zijn er deelnemers met meer dan 90% gasbesparing maar ook deelnemers met minder dan 40%. Die spreiding zien we ook bij het elektriciteitsgebruik van de hybride warmtepomp. Een goede gasbesparing gaat in enkele gevallen toch gepaard met een relatief hoog elektriciteitsgebruik. De resultaten van het demonstratieproject laten dan ook zien dat met relatief kleine verbeteringen al snel een verhoging van de besparing te realiseren is. Zo blijken de kwaliteit van het afgiftesysteem en de regeltechniek van cruciaal belang om in elke situatie tot goede prestaties te komen. Deelnemers met een duidelijk minder dan gemiddelde gasbesparing of een sterk hoger elektriciteitsgebruik, is één van die onderdelen vaak niet optimaal en dat vermindert het financiële resultaat.

Gemiddeld 75% gasbesparing
Hoofdconclusie is dat de installatie van een hybride warmtepomp, zonder verdere maatregelen, gemiddeld 75% gasbesparing en een lagere energierekening met bijna 1000 euro per jaar kan opleveren. Om de spreiding van de resultaten verder te kunnen onderzoeken en daarmee aanbevelingen te kunnen doen voor het optimaliseren van de prestaties, is besloten om de termijn van het project met een jaar te verlengen.

Norm brandveiligheid rookgasafvoer gepubliceerd

Gepubliceerd op

Het normontwerp voor NEN 6062 is gepubliceerd en vervangt de versie uit 2017. Deze norm betreft rookgasafvoervoorzieningen van stook- en verbrandingstoestellen voor zowel vaste als niet-vaste brandstoffen. Voor de beoordeling van de brandveiligheid van een rookgasafvoervoorziening verwijst het Bouwbesluit (en binnenkort het Besluit Bouwwerken leefomgeving) naar deze norm.

De belangrijkste wijzigingen in de nieuwe uitgave zijn:
•             Op verzoek van de wetgever is de voormalige in het Bouwbesluit opgenomen eis met betrekking tot onbrandbare materialen bij een te hoge temperatuur in dat materiaal toegevoegd.
•             De tekst over ‘afstand tot brandbare materialen’ is ingrijpend aangepast.
Met betrekking tot de maatregelen gerelateerd aan de afstand tot brandbare materialen zijn de drie te onderscheiden situaties verduidelijkt.
•             Helder is gemaakt dat tot een uittredetemperatuur van T250 een rookgasafvoerkanaal kan worden opgenomen in een schacht of koker waarin ook brandbare materialen zijn opgenomen, mits de afstand tot brandbare materialen en de ventilatiecondities in de schacht of koker in acht zijn genomen.
•             Voorbeelden van proefopstellingen voor de Nederlandse situatie zijn toegevoegd.
•             De terminologie is beter in lijn gebracht met de geharmoniseerde Europese normen.
•             De criteria voor duurzaamheid zijn verduidelijkt

Iedere belanghebbende of geïnteresseerde kan via www.normontwerpen.nen.nl het normontwerp inzien en tot 1 september commentaar leveren. 

NEN 3028 nu ook voor installaties met vaste brandstoffen

NEN 3028 is in 2022 uitgebreid: naast eisen voor verbrandingsinstallaties die gestookt worden met gas of op vloeibare brandstoffen, bevat ...

Herziene norm voor verbrandingsinstallaties

NEN 3028 ‘Eisen voor verbrandingsinstallaties’ is herzien en gepubliceerd ter commentaar. Tot nu toe was de norm van toepassing op ...

Veilig werken aan installaties voor gasverbranding

Om het aantal ongelukken door koolmonoxide terug te dringen, mogen werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties vanaf 2022 alleen nog worden uitgevoerd door ...

‘Brandrisico zonnepanelen wordt overdreven’

Techniek Nederland en Holland Solar ontvangen signalen dat verzekeraars de premies voor zonne-energie-installaties sinds deze zomer soms wel verdubbelen in ...

Nieuwe kennis over het berekenen van warmteverlies in woningen

Gepubliceerd op

ISSO-publicatie 51 ‘Warmteverliesberekening voor woningen en woongebouwen’ is verschenen. Hiermee kunnen verwarmingsinstallaties in woningen en woongebouwen worden ontworpen. Dit geldt voor het te installeren vermogen per vertrek of voor de gehele woning of het woongebouw. De methode in publicatie 51 volgt hiervoor de norm NEN-EN 12831-1. Alleen voor het onderdeel ‘warmteverlies naar de buren’ wijkt de publicatie af van deze norm, door bij de warmteverliezen niet uit te gaan van lagere temperaturen naar alle buren tegelijk.

De kennis in deze publicatie is te gebruiken in nieuwbouw- en renovatieprojecten. Ze is niet specifiek bedoeld voor tijdelijk bouw. Installateurs en adviseurs vinden in de publicatie berekeningsmethodes waarmee zij het te installeren verwarmingsvermogen per vertrek kunnen bepalen. Ook gaat de informatie nader in op het maximaal vermogen voor een individuele of een collectieve aansluiting. De berekeningsmethode maakt onderscheid tussen woningen en woongebouwen die aan de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit 2020 voldoen en woningen en woongebouwen van voor die tijd.

Verschillende berekeningsmethoden
De berekeningsmethoden in de publicatie verschillen voor beide typen woningen of woongebouwen:
•             Er is een verkorte methode voor het bepalen van het maximaal vermogen op basis van het schilverlies.
•             Er is een methode voor het bepalen van het vermogen dat men per vertrek moet opstellen.
•             Er is een methode voor het bepalen van het maximaal benodigde vermogen voor individuele en/of collectieve aansluitingen.

Het vermogen dat men in een vertrek moet opstellen, bestaat uit twee bijdragen:
•             Warmteverliezen die altijd optreden (zoals transmissie door buitenwanden en infiltratie).
•             Warmteverliezen en/of toeslagen die niet altijd of niet altijd gelijktijdig optreden (bijvoorbeeld opwarmtoeslag of verliezen naar de buren).

Aansluiten bij regelgeving
De nieuwe methode houdt rekening met ltv-systemen en woningen met een geringe warmtevraag. Qua terminologie en maatvoering sluiten de diverse teksten zoveel mogelijk aan bij de relevante teksten in het Bouwbesluit 2012. Voor het bepalen van de U-waarde van een constructie sluit de kennis zo naadloos mogelijk aan bij de NTA 8800. Ook de verschillende ventilatiesystemen die we in de woningbouw kennen, komen uitgebreid aan de orde.

De vernieuwde ISSO-publicatie 51 is beschikbaar via ISSO Open.

Sneller en betrouwbaar berekening warmteverlies

Verduurzamingsstart-up hoomie en softwarebedrijf Heat-Box zijn een samenwerking aangegaan om sneller een betrouwbare warmteverliesberekening te kunnen maken. Om een huis ...

Warmteverlies

Het komende jaar krijgen ontwerpers en installateurs van werktuigkundige installaties de beschikking over veel nieuwe kennis. Niet alleen via drie ...

Kennisproducten voor warmteverliesberekening vernieuwd

ISSO heeft al haar kennisproducten over warmteverlies vernieuwd. Een warmteverliesberekening voor moderne, hedendaagse woningen en gebouwen vraagt vandaag de dag ...

Warmteverliesberekeningen volgens vernieuwde ISSO-publicaties 51, 53 en 57

DGMR Bink Software introduceert een module voor warmteverliesberekeningen waarin de vernieuwde ISSO-publicaties 51, 53 en 57 zijn geïntegreerd. Er zijn ...

Hybride in de warmtetransitie

Gepubliceerd op

De hybride warmtepomp is de minimale norm vanaf 2026. Welke bijdrage kan deze hybride leveren aan de duurzaamheidsamibities van gemeentes en woningcorporaties? Hoe zit het precies met de capaciteit bij producenten en installateurs en wat zijn verwachte toekomstige ontwikkelingen? Deze vragen staan centraal op het congres ‘Hybride in de warmtetransitie; de vragen beantwoord’ op 21 juni as. in TivoliVredenburg Utrecht.

Tijdens het congres worden de resultaten bekend gemaakt van het demonstratieproject Hybride warmtepompen in de gebouwde omgeving (www.demoprojecthybride.nl). Dit project is een samenwerking van de Nederlandse Verwarmingsindustrie (NVI), Techniek Nederland, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), Universiteit Utrecht en Universiteit Twente.

Versnelling in de warmtetransitie
In dit project zijn 200 hybride warmtepompen in verschillende woningen een jaar lang gemonitord om hun energieprestaties te meten (energetisch, financieel en CO2-reductie). De conclusie is dat de hybride warmtepomp op korte termijn een grote bijdrage kan leveren aan het reduceren van het gasverbruik in de gebouwde omgeving. En in combinatie met (groen)gas zowel voor de korte als de lange termijn een goede oplossing kan zijn voor een versnelling in de warmtetransitie.
Het congres is kosteloos toegankelijk voor iedereen die betrokken is bij de energie- en warmtetransitie, waaronder professionals bij gemeentes en woningcorporaties.
Het volledige programma staat op https://hybrideverwarmd.nl/programma/

Al 100 jaar warmtenetten in ons land

Gepubliceerd op

In 1923 werd het Algemeen Ziekenhuis aan de Catharijnesingel in Utrecht aangesloten op het eerste warmtenet van Nederland dat was aangelegd door Pegus, een rechtsvoorganger van Eneco. 100 jaar later bieden warmtenetten goede kansen voor het collectief verduurzamen van ons warmteverbruik. Van de kolen toen, naar duurzame warmtebronnen nu.

100 jaar geleden was het gebruikelijk om een kolenkachel te plaatsen in de ruimtes die je wilde verwarmen. Met de komst van het warmtenet veranderde dit. De elektriciteitscentrale leverde voortaan de restwarmte aan het warmtenet. Zo werd warmte efficiënter ingezet, nam het gebruik van kolen af en was er sprake van een sterke afname van de rookoverlast. Het begin van de warmtetransitie die nog steeds voortduurt; nu met als doel vergroening.

Duurzame warmtevoorziening
Een eeuw na de aanleg van het eerste warmtenet maken we de overstap naar duurzame warmtebronnen. Er liggen kansen bijvoorbeeld door de inzet van restwarmte van het Rotterdamse havengebied uit te breiden in de Randstad. Maar ook door te investeren in nieuwe niet-fossiele bronnen. Zo werkt Eneco momenteel aan de bouw van een nieuwe aquathermie-installatie in Utrecht. Hiermee kan Eneco straks warmte halen uit het gezuiverde afvalwater van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden voor het warmtenet van Utrecht en Nieuwegein.

Investeren in warmtenetten
Naast de ontwikkeling van bronnen blijven investeringen in de warmtenetten ook van essentieel belang om te garanderen dat klanten altijd kunnen rekenen op een betrouwbare warmtevoorziening. Zo investeert Eneco momenteel in de vervanging van het warmtenet van de Haverstraat van Utrecht. Hier worden 70 jaar oude warmteleidingen vervangen door nieuwe. Geen eenvoudige klus, aangezien de oude leidingen waren aangelegd in de werfkelders onder de straten. Rekening houdend met dit monumentale erfgoed werkt Eneco momenteel aan de vervanging van de leidingen.

Nieuwe Warmtewet
Eneco zet zich, mede via haar rechtsvoorgangers, al 100 jaar in voor de ontwikkeling van collectieve warmtenetten. In stedelijke gebieden bieden warmtenetten kansen voor een snelle verduurzaming van de warmtevoorziening. Het is daarbij van belang dat de warmtewet voldoende perspectief biedt voor warmtebedrijven, zodat er ruimte is en blijft om in verduurzaming en uitbreiding te blijven investeren. Alleen op deze wijze is een transitie naar duurzame verwarming tegen optimale maatschappelijke kosten mogelijk.
Binnen de huidige plannen van de nieuwe warmtewet moet een nieuw evenwicht gevonden worden tussen ontwikkeling van warmtenetten en -bronnen. Samenwerking tussen alle partijen is daarbij van groot belang. “Het uiteindelijk doel moet blijven dat we de warmtetransitie versnellen met oog voor de betaalbaarheid van warmte voor de consument en een vermindering van de CO2-uitstoot zodat de transitie ten goede komt aan een beter klimaat.”

Onwetendheid over duurzame warmte

Gepubliceerd op

De laatste jaren is er veel te doen over het verduurzamen van woningen. Voor professionals in de branche is het onderwerp steeds meer de norm aan het worden, maar hoe zit dat met de consument? Weten consumenten wat de opties zijn om te verduurzamen en wat de voor- en nadelen van verschillende systemen zijn? Uit onderzoek van Jaga Climate Designers blijkt dat er veel onwetendheid over is. Zo heeft 64% van de ondervraagden geen idee wat er bedoeld wordt met de termen warmteopwekker en afgiftesysteem en wat de verschillen zijn.

Bert Kriekels, Sales Directeur Jaga: “Wij vinden dat verduurzaming voor iedereen toegankelijk moet zijn.” Jaga heeft in samenwerking met Markteffect onderzoek gedaan naar 1.000 woningeigenaren met een eigen koopwoning in Nederland. Uit het onderzoek blijkt dat bijna 75% van de ondervraagden duurzaamheid bij het kopen van een woning belangrijk of erg belangrijk vindt. Ook geeft 69% aan gedeeltelijk of zelf duurzame oplossingen aangebracht te hebben, zoals isolatie, zonnepanelen, HR++ glas of een warmtepomp. Kriekels: “Dat zijn goede ontwikkelingen. Door het nieuws rondom het milieu en de invoering van de warmtepomp, gaat verduurzamen van de woning steeds meer leven bij de consument. De wil om te verduurzamen is er dus steeds meer, maar vaak mist de inhoudelijke kennis over hoe de systemen precies werken en wat alle opties zijn.”

Onderzoeksresultaten
Uit het onderzoek blijkt dat 64% van de respondenten het verschil niet weet tussen een warmteopwekker en een afgiftesysteem. Kriekels: “We kunnen de consumenten niet kwalijk nemen dat ze het verschil niet weten tussen deze twee componenten. Er komen ook steeds meer opties en mogelijkheden bij.” De warmtepomp (74%), de cv-ketel (84%) en hr-ketel (73%) zijn wel bekend bij de consument als mogelijkheden om een woning te verwarmen. Dat is ook niet zo gek als we zien dat de warmteopwekker bij mensen thuis vaak nog een cv-ketel of hr-ketel is. Slechts 6% heeft een warmtepomp in huis. De traditionele radiatoren blijven het meest voorkomende afgiftesysteem, bij 77% bij de woningeigenaren.

Warmteopwekker vs. afgiftesysteem
Kriekels: “Er wordt momenteel gecommuniceerd in de media over warmtepompen als warmteopwekker. Dat is mooi, maar waar volgens ons nog een kans ligt, is dat de consument ook geïnformeerd wordt over het afgiftesysteem dat op een warmteopwekker wordt aangesloten. De kracht van een goed werkend verwarmingssysteem is dat alles op elkaar is afgestemd. Met gewone radiatoren en een warmtepomp krijg je het bijvoorbeeld bijna nooit behaaglijk warm in je woning. Je hebt daarvoor speciale lage temperatuurradiatoren nodig. Ook is isolatie een vereiste als je een warmtepomp in huis hebt.”

Verantwoordelijkheid voor de branche
“We zien dat de consument snel voor een herkenbaar afgiftesysteem kiest, zoals vloerverwarming. Hoewel hier veel duurzame voordelen aan zitten, is het zeker niet altijd de beste oplossing. Zo is het niet alleen lastig om vloerverwarming te plaatsen in een bestaande woning, het systeem werkt ook trager dan radiatoren. Je kan niet snel even de temperatuur aanpassen in huis. Het vervangen van traditionele radiatoren naar lage temperatuurradiatoren in een bestaande woning is een heel eenvoudige aanpassing. Het is de taak van installateurs en fabrikanten om de consument hier nog meer in mee te nemen. We moeten nog meer de voor- en nadelen belichten van alle systemen en helpen om de juiste keuze te maken. Dat is onze verantwoordelijkheid, om het makkelijker en overzichtelijker te maken voor de consument. Zo zorgen we samen voor een duurzamere toekomst.”

Gebouwde omgeving investeert flink in duurzame technieken

Bedrijven hebben in 2022 meer geïnvesteerd in innovatieve milieuvriendelijke technieken die in aanmerking komen voor belastingvoordeel. In de categorie gebouwde ...

Consument verwacht slimme woningen

Uit Amerikaans onderzoek komt naar voren dat consumenten in 2030 in een volledig duurzaam en slim willen wonen. 73 procent ...

Fabrikant warmtepompen zoekt bekendheid onder consumenten

Om met name haar warmtepompen nadrukkelijker onder de aandacht van de consument te brengen, is Daikin dit seizoen als sponsor ...

“Over vijf jaar kiest de consument nog steeds voor een hr-ketel”

De Telegraaf meldde gisteren dat installateurs nog geregeld huisbezitters adviseren om een moderne, zuinige cv-ketel te laten installeren in plaats ...

Sportclubs winnen premium warmtepomp tijdens Groene Clubweken

Gepubliceerd op

Bijna 400 clubs namen deel aan de Groene Clubweken van KNVB-duurzaamheidspartner Mitsubishi Electric en de KNVB Groene Club. Op basis van de beste motivatie hebben drie clubs een premium warmtepomp t.w.v. € 30.000 gewonnen. Energietrainer John Williams deelde de prijzen uit.

“Steeds meer verenigingen willen verduurzamen maar weten niet hoe te beginnen. Wij adviseren graag zowel met de technische mogelijkheden als op het gebied van subsidies”, vertelt clubexpert Martijn van Leerdam van Mitsubishi Electric. “Dat honderden clubs meegedaan hebben aan de Groene Clubweken bewijst dat het thema verduurzamen leeft. Ik ben supertrots dat ik samen met Energietrainer John Williams de prijzen heb mogen overhandigen aan drie prachtige voetbalverenigingen.”

Clubadvies blijft ook na Groene Clubweken mogelijk
Het doel van de Groene Clubweken was om voetbalverengingen te informeren, inspireren en motiveren aan de slag te gaan met het verduurzamen van het sportcomplex. Daarom organiseerden Mitsubishi Electric en de KNVB onder andere een Webinar met energiebesparende tips en informatie over de diverse subsidiemogelijkheden. Daarnaast ontvingen clubs wekelijks een informatieve nieuwsbrief. Ook stonden de KNVB-verengingsadviseurs en experts van Mitsubishi Electric klaar om clubs persoonlijk te adviseren. Iets wat Mitsubishi Electric blijft doen gezien de vele verzoeken voor een afspraak.

4 miljoen subsidie voor opleiders in de techniek

Er komt minimaal 4 miljoen beschikbaar voor opleiders in de techniek. De subsidieregeling is een initiatief vanuit de overheid voor ...

Branche kiest beste leerling- en praktijkbegeleiders

Ruim 700 praktijkbegeleiders maken kans TopCoach van dit jaar te worden. Ontwikkelingsfonds Wij Techniek (voorheen OTIB) organiseert op woensdag 4 ...

Winnaars beste praktijkbegeleiders in installatiebranche bekend

De praktijkbegeleiders Daan van den Berg (Daan Installatietechniek), Sanjay Bhoendie (Lomans) en Theo van den Elzen (InstallatieWerk Zuid-Oost) zijn uitgeroepen ...

Officieel diploma voor praktijkopleiders voor het eerst uitgereikt

Het Pedagogisch Didactisch Diploma (PDD) is voor het eerst uitgereikt aan nu officieel gediplomeerde praktijkopleiders. De PDD-opleiding leidt vakmensen in ...

Bart van Meurs en Leen van Leeuwen winnen WKO Duurzaamheid Award 2023

Gepubliceerd op

Bart van Meurs en Leen van Leeuwen van Koppert Cress/Division Q zijn de winnaars van de WKO Duurzaamheid Award 2023. De twee ontvingen de onderscheiding voor de manier waarop zij zich inzetten voor hun WKO-systeem en de promotie van bodemenergie in het algemeen. Van Meurs en Van Leeuwen kregen de prijs op donderdag 11 mei uit handen van professor Annelies Huygen tijdens het Nationaal Symposium Bodemenergie in Utrecht.

De uitreiking van de WKO Duurzaamheid Award is een vast onderdeel van het jaarlijkse symposium. Genomineerden voor deze prijs zijn professionals die zich met toewijding inzetten voor hun WKO-systeem en actief bezig zijn met het delen van hun kennis. Het was dit jaar de zevende keer dat de prijs werd uitgereikt. Prof.Dr. Annelies Huygen, hoogleraar Ordening van energiemarkten aan de Universiteit van Utrecht, verzorgde de uitreiking in het a.s.r. hoofdkantoor in Utrecht.

Verduurzaming in de glastuinbouw
Van Meurs en Van Leeuwen, productontwikkelaar en beheerder bij Division Q, het technologiebedrijf van Koppert Cress, zijn geen onbekenden van de WKO Duurzaamheid Award. In 2018 werden de twee ook al eens genomineerd. Het duo maakt op een onderscheidende manier gebruik van bodemenergie, waarbij vooral Van Meurs ook voor innovaties op dit gebied zorgt. Dankzij hen speelt Koppert Cress een prominente rol op het gebied van verduurzaming in de glastuinbouw. Om die reden werden de twee dit jaar opnieuw genomineerd, en mochten zij de prijs dit jaar ook mee naar huis nemen. ‘Van Meurs en Van Leeuwen zijn grote drijvende krachten binnen de toepassing van bodemenergie in de glastuinbouw’, oordeelde de jury.

Volledig emissieloos telen
Op verschillende manieren zetten Van Meurs en Van Leeuwen zich in voor optimale verduurzaming binnen Koppert Cress. Het bedrijf maakt bijvoorbeeld gebruik van Hoge Temperatuur Opslag (HTO) en onttrekt warmte aan alles wat een bijdrage kan leveren, zoals de lucht, het water, de motoren in de koelcel, het kantoor en de kas. Ook geothermie ligt in het vooruitzicht. De volgende stap voor Koppert Cress is om volledig emissieloos te gaan telen.

Samenwerken met Division Q
Van Meurs en Van Leeuwen willen niet alleen hun eigen bedrijf, maar de gehele sector helpen om verder te verduurzamen. Het bedrijf gaat bijvoorbeeld ook samenwerkingen aan met veelbelovende startups. Dat is de reden dat Koppert Cress in 2022 zelfs een aparte divisie oprichtte, waarmee ze ook de rest van de tuinbouwsector wil helpen en inspireren. Deze nieuwe organisatie, Division Q, richt zich onder leiding van Van Meurs op technische innovaties die de hele sector kunnen verduurzamen.

Radboud UMC
Ook de twee andere genomineerden zetten zich actief in voor hun eigen WKO-systeem en voor bodemenergie in het algemeen. Aat Builtjes werkt als strategisch energieadviseur en voorzitter van het WKO-team bij het Radboud Universitair Medisch Centrum (UMC) in Nijmegen. Samen met zijn collega’s zet hij zich in om de campusbrede WKO-installatie van het academisch ziekenhuis optimaal te laten draaien. Daarnaast deelt hij de kennis uit zijn werkzaamheden maar al te graag. Zijn belangrijkste boodschap? “Durf ook buiten je eigen gebouwen en terreinen te kijken.”

Wageningen University & Research
De andere genomineerde is Wim Bruins, coördinator Meet- en Regeltechniek bij Wageningen University & Research. Een reden voor zijn nominatie is de manier waarop hij altijd boven op de laatste innovaties zit, en deze ook in de praktijk weet toe te passen. Het eigen WKO-systeem optimaliseert hij door middel van intensief monitoren en bijsturen op basis van de weersverwachting. Ook het op strategische momenten laden en de overgang naar ‘gasloos’ zet hij zodanig effectief in dat de warmte- en koudebalans na de omzetting van de gebouwen naar warmtepompen bewaakt blijft. Tot slot is Bruins actief bezig met kennisdeling door contacten met andere universiteit en het voorlichten van interne collega’s.

Diederick Hilckmann wint WKO Duurzaamheid Award 2022

Op 19 mei ontving Diederick Hilckmann, beheerder van de werktuigkundige installaties aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, de WKO Duurzaamheid ...

WKO-installatie maakt 100-jarig grachtenpand duurzaam

Een kantoorpand uit 1920 aan de Nieuwe Herengracht in Amsterdam is omgebouwd tot een modern, energiezuinig gebouw. Met behoud van ...

Adri Meijdam wint WKO Duurzaamheid Award

WKO-beheerder en MVO-specialist bij a.s.r. Adri Meijdam heeft de vijfde WKO Duurzaamheid Award gewonnen. Meijdam kreeg deze onderscheiding, die sinds ...

Winnende duurzame woonwijk combineert WKO met booster warmtepomp

Acht teams met medewerkers van installatiebedrijven én studenten hebben in één dag een concreet plan ontwikkeld voor een duurzame woonwijk ...

Instapoplossing voor hybride systemen

Gepubliceerd op

Vaillant introduceert de aroTHERM pure, een lichte en compacte lucht/water-warmtepomp die geschikt is voor hybride systemen. De warmtepomp is voorzien van R32 split technologie en beschikbaar in vermogens van 4, 6, 8 of 10 kW. De aroTHERM pure is vanaf najaar 2023 beschikbaar bij de groothandel.

De nieuwe aroTHERM is een instapoplossing voor hybride systemen die qua prijsstelling onder de aroTHERM plus monobloc lucht-waterwarmtepomp is gepositioneerd. Door het compacte formaat en vermogens van 4 tot 10 kW kan voor ieder woningtype een passend hybride warmtepompsysteem worden ontworpen. Het nieuw vormgegeven binnendeel van het aroTHERM pure hybridesysteem kan bovendien met of zonder back-up heater worden geïnstalleerd. Mét backup heater is men optimaal voorbereid op een toekomstige all-electric situatie, indien men nu kiest voor een zogenaamde all-electric ready hybride opstelling.
De aroTHERM pure kan als add-on bij ieder type bestaande cv-ketel worden geplaatst of als onderdeel van een compleet nieuw verwarmingssysteem worden geïnstalleerd. In het laatste geval kan gelijktijdig een nieuwe Vaillant cv-ketel worden geplaatst. Naast hybride kan de aroTHERM pure tevens als all-electric oplossing worden toegepast in combinatie met een uniTOWER pure hydraulische toren voor warm tapwater.

Energiezuinig
De aroTHERM pure werkt tot -25°C buitentemperatuur voor verwarming. Met het energielabel A+++ voor verwarming en een COP van maximaal 5,3 (A7/W35) komt de warmtepomp in aanmerking voor geldende subsidies. Het koudemiddel R32 heeft een GWP (Global Warming Potential) van 675. De triVAI hybridemanager van Vaillant biedt gebruikers de mogelijkheid om zowel de actuele gas- als elektraprijs op te geven. Aan de hand van de buitentemperatuur berekent de regelaar vervolgens wat economisch gezien de meest voordelige optie is: de warmtepomp aanzetten of de cv-ketel gebruiken voor ruimteverwarming.

Duidelijkheid over toepassing waterstof in norm

Gepubliceerd op

NEN 1078 geeft de prestatie‐eisen voor ontwerp, aanleg en beproeving van gasleidinginstallaties met een nominale werkdruk tot en met 500 mbar (0,05 MPa) van gebouwgebonden systemen in een niet‐industriële omgeving. Deze norm wordt aangepast om ook het gebruik van waterstof mogelijk te maken. Belanghebbenden kunnen de aanvullingen op het normontwerp tot 1 juli inzien en commentaar geven.

Er is behoefte aan zoveel mogelijk duidelijkheid over de veiligheidsaspecten bij het uitvoeren van pilots en de verdere uitrol van waterstoftoepassing. Dit geldt voor alle betrokken partijen en met name voor opdrachtgevers, installateurs, fabrikanten en bevoegd gezag. Deze behoefte leidde in 2021 tot een verzoek van het ministerie van BZK om de bestaande NEN 1078 aan te vullen naar aanleiding van de meest recente ontwikkelingen op het gebied van waterstof.

Commentaar
Belanghebbenden kunnen tot 1 juli 2023 de aanvullingen op het normontwerp inzien en reageren via www.normontwerpen.nen.nl. De aanvullingen zijn opgenomen in een apart te downloaden document.

Compacte ontgasser voor lagetemperatuur-systemen

Gepubliceerd op

Lagetemperatuursystemen worden steeds meer toegepast. Een minpunt van deze systemen is de kwetsbaarheid: luchtbelletjes veroorzaken op den duur corrosie en biofilm waardoor leidingen verstoppen. Het energiegebruik neemt dan toe terwijl het comfort en de levensduur van het systeem afnemen. Flamco heeft hiervoor een ontgasser voor kleinere lagetemperatuursystemen ontwikkeld: de VacuStream. Het compacte apparaat maakt (chemisch) spoelen overbodig.

Steeds meer woningen worden verduurzaamd door ze uit te rusten met vloerverwarming, al of niet in combinatie met een warmtepomp. Het rendement van deze duurzame investeringen gaat deels teniet doordat gassen in het systeem een optimale werking belemmeren. Vervuiling van lage temperatuursystemen is een sluipend proces.

Corrosie en biofilm verstoppen leidingen
Door corrosie en de aangroei van biofilm door aanwezigheid van zuurstof verstoppen de leidingen en slijt de installatie sneller. Het opwarmen duurt langer (minder thermische overdracht), er ontstaan koude zones (afname comfort) en het systeem kan zelfs uitvallen. Doorspoelen was tot nu toe de enige (tijdelijke) remedie, maar voorkomen is beter, goedkoper en duurzamer dan genezen, aldus Flamco.

VacuStream ontgast lage temperatuursystemen
Conventionele luchtafscheiders werken minder goed bij lage temperaturen. Vacuüm-ontgassers zijn wél effectief, maar deze zijn vaak relatief groot en duur voor kleine systemen én maken relatief veel geluid. De VacuStream is daarentegen een compacte en stille ontgasser (ca. 45 x 15 cm) voor systemen tot 500 liter inhoud. Mede door haar afmeting en ontgassingscapaciteit is de ontgasser geschikt voor kleinere lagetemperatuursystemen in de woningbouw en voor klein-zakelijke toepassingen. Door het ruime temperatuurbereik (-5 ºC tot 65 ºC) functioneert het apparaat bij zowel verwarmen als koelen. De VacuStream ontgast het systeemwater volgens een vaste cyclus, waarbij er een vacuüm wordt gecreëerd met het te ontgassen systeemwater. De luchtdeeltjes die hierbij vrijkomen, drijven naar boven en worden, zodra de zuiger in de oorspronkelijke positie terugkeert, via de Flexvent automatische vlotterontluchter aan de bovenzijde snel en effectief afgevoerd.

Behoud van rendement en comfort
De VacuStream kan naast de warmtepomp of vloerverwarmingsverdeler (eventueel in de verdelerkast) worden ingebouwd. Het apparaat is voorzien van een ingebouwde 24V adapter waardoor hij op het lichtnet kan worden aangesloten. Doordat de ontgasser verstopping, slijtage en energieverspilling voorkomt, helpt de VacuStream het rendement en comfort van de lage temperatuursystemen te behouden. De ontgasser is geschikt voor zowel nieuwbouw als renovatie van installaties.

Complete range lucht- en vuilafscheiders
Met de VacuStream breidt Flamco haar assortiment op het gebied van lucht- en vuilafscheiding verder uit. Deze range bestaat naast de Flexvent vlotterontluchters onder andere uit de XStream microbellen lucht- en vuilafscheiders en, voor de grotere utiliteitsgebouwen, de Vacumat Eco ontgassers en de SideFlow Clean deelstroomfilters. De VacuStream is vanaf medio 2023 leverbaar.

Een optimaal afgiftesysteem

Je kunt de krant niet openen of je ziet wel een bericht over (hybride) warmtepompen. Mensen wordt een beeld geschetst ...

Geruisloos ontgassen van kleine en middelgrote installaties

Spirotech breidt het assortiment vacuümontgassers uit met de Superior S250. Deze verbetert de efficiency van kleine en middelgrote verwarmings- en ...

Installateur als duurzaamheidsambassadeur

Na een jaar lang proberen, onderzoeken en uitwerken in de praktijk, keert het tij voor wat betreft de uitvoering van ...

Slimme maatregelen om efficiënter te verwarmen

Het duurzaam verwarmen van de bestaande gebouwde omgeving en daarmee de CO2-uitstoot verlagen is een enorme uitdaging. Het energiegebruik moet ...