Tag Archives: duurzaam

“Circulair is in de installatiesector een groen marketingsausje”

Gepubliceerd op

Het valt Marcel de Graaf, specialist circulariteit in de installatiesector, op dat veel partijen bij hun circulaire ambities niet verder komen dan recycling. “Ze gieten een groen marketingsausje over reguliere metaalrecycling. Dat is wat mij betreft niets meer of minder dan green washing. Lees eens heel kritisch al die uitingen over circulair en een tweede leven geven van producten en vraag bij die partijen na waar je die ‘circulaire’ pomp, cv-ketel, vuilafscheiders, groepenkasten en dergelijke kunt kopen. Het antwoord is vrijwel altijd ontluisterend.”

Nu nog inzetten op recycling is volgens De Graaf een achterhoedegevecht, “want recycling volgt vanzelf als echt hoogwaardig hergebruik door revisie niet meer mogelijk zou zijn. In vrijwel elke klimaatinstallatie zit tenslotte relatief veel materiaalwaarde.”

Toekomst
“We (de revisiepartijen) zijn nu vooral actief in ventilatie- en WTW-systemen en onderdelen voor cv-ketels”, vervolgt De Graaf. “Ik krijg regelmatig de vraag of ik geen angst heb om straks niet meer relevant te met mijn revisieproducten voor cv-ketels. Bij deze vraag wordt over het hoofd gezien dat eigenlijk elke klimaatinstallatie een printplaat en ventilator heeft die gereviseerd kan worden. Straks zullen warmtepompen en airco’s dus de plaats van de cv-ketels gaan innemen. Sinds een paar jaar zijn ook omvormers voor zonnesystemen aan het assortiment toegevoegd en zo zullen ongetwijfeld ook bijvoorbeeld besturingssystemen voor klimaatsystemen in de utiliteit gaan volgen. De vraag is vooral: Wanneer volgen de fabrikanten?”

Het gehele artikel over circulariteit in de installatiesector is te lezen in de apriluitgave van Installateurszaken, die 30 april a.s. zal verschijnen.

 

Eerste 100% waterstofketel voor de utiliteitsmarkt in bedrijf

Gepubliceerd op

De vestiging van Hollander Techniek, technisch dienstverlener binnen de utiliteit, retail en industrie, in Apeldoorn, wordt sinds kort op duurzame wijze verwarmd met de eerste 100% waterstofketel voor de utiliteitsmarkt. Niet eerder werd in Nederland een gebouw verwarmd op groene waterstof. Het hoofdkantoor van Hollander Techniek uit 1991 met een totale oppervlakte van 5.500 m2 biedt ruimte aan 400 werknemers. De verwarming via waterstof is bedoeld als pilotproject voor de toepassing van waterstof in grotere gebouwen en heeft een duur van minimaal 2 jaar.

Hollander Techniek neemt vanwege een uitbreidingsbehoefte, naast het huidige pand, naar verwachting in 2025 een nieuw pand in gebruik van in totaal 3.000 m2 op hetzelfde perceel. Omdat beide gebouwen aardgasloos worden opgeleverd, wordt naast de ketel die draait op 100% groene waterstof, gebruik gemaakt van verwarming via een hybride warmtepomp en een ketel op groen propaangas. Deze laatstgenoemde toepassing wordt alleen als aanvulling toegepast op hele koude dagen.

Eerste producent van Nederland
Remeha introduceert met deze pilot als eerste producent van Nederland een hoger vermogen waterstofketel. Bij Hollander Techniek wordt gebruik gemaakt van een Quinta Ace H2 100%, een 100% waterstofketel met een vermogen tot 40kW. Aangevuld met een Effenca MT40-warmtepomp, twee Quinta Ace 45-ketels - in zogenoemde cascade-opstelling – die worden aangestuurd door een miTera Plus systeem-regelaar. Het totale systeem is energieneutraal.

Pand, klant en personeel voorbereiden op een duurzame toekomst
Bij Hollander Techniek is men al jaren bezig om op natuurlijke vervangingsmomenten te verduurzamen. Erik Hollander, algemeen directeur licht de situatie toe: “Naast een nieuw pand in aanbouw willen we ook de stap maken ons huidige pand nog duurzamer te verwarmen en onze CO2-uitstoot hierbij te verminderen. Dat was nog niet zo eenvoudig. Door de isolatiewaarde van ons bestaande pand, de beperkte beschikbaarheid van elektriciteit op bedrijvenpark Apeldoorn-Noord, gecombineerd met de elektrificatie van ons wagenpark en ook de capaciteitsbehoefte van het pand in aanbouw, bleek verwarmen met all ellectric warmtepompen niet mogelijk. Na overleg met onze Apeldoornse partner Remeha, producent van duurzame binnenklimaatoplossingen, is gekozen voor een nieuwe systeemoplossing. Alle oplossingen samen - waaronder ons bestaande WKO-systeem - helpen bij onze ambitie om onze gebouwen in 2025 CO2-neutraal te laten zijn.”
Hollander vertelt over een tweede belangrijke drijfveer: “Wij willen graag vooroplopen in de energietransitie, daarom is het voor ons van groot belang om veel kennis op te doen over waterstof: wat komt erbij kijken, hoe leiden we onze mensen op en hoe trainen we hen om op een veilige manier met waterstof te werken? Daarom kiezen we er juist voor om ons eigen bedrijfspand te verduurzamen en waterstof toe te passen.”

Veel ervaring in waterstofprojecten
Al in 2017 begon Remeha met de ontwikkeling van de eerste waterstofketel voor woningen. Sinds 2019 heeft Remeha ruime ervaring opgedaan in het verwarmen van woonhuizen en appartementen op waterstof. Zo was Remeha in 2019 betrokken bij de verwarming van een appartementencomplex in Rozenburg op waterstof. Dit was destijds de eerste waterstoftoepassing ter wereld in een woongebouw. Daarna volgden succesvolle waterstofprojecten in bestaande en nieuwe woningen.
Waterstofprojecten voor utiliteitsgebouwen zijn de logische volgende stap. Remeha maakt, voor zowel residentiële bouw als utiliteitsgebouwen, gebruik van bewezen aardgasketelplatformen voor de aansturing van waterstofketels, dat ook in combinatie met warmtepompen of propaan aan de hoogste standaarden voldoet, aldus de fabrikant. Voor de utiliteitsmarkt is het Quinta-platform beschikbaar dat schaalbaar is tot grotere vermogens. Remeha heeft drie 100% waterstofketels met verschillende vermogens ontwikkeld voor pilotprojecten: de Tzerra Ace H2 100% 28C, de Tzerra Ace H2 100% 34C en de Quinta Ace H2 100% 45. Remeha is in afwachting van beschikbaarheid van infrastructuur en wet- en regelgeving om de commerciële waterstofketels op de markt te kunnen introduceren.
Maurice Meulenbrugge, productmanager renewable gas bij Remeha is blij met dit nieuwe project: “Bij Remeha geloven we in meerdere wegen naar duurzaam: gasvormigen, elektriciteit en warmtenetten. De oplossing zien wij in het gecombineerd gebruiken van energiedragers, passend bij de omgeving en aanwezige infrastructuur. Waterstof is daarbij een veelbelovende energiedrager. Juist bij toepassingen in de utiliteit, waar de gevraagde vermogens vaak groot zijn, hebben we de kans met waterstof de CO2-uitstoot sterk te reduceren. Daarom zijn wij verheugd om samen met Hollander Techniek dit pilot-project te kunnen draaien, zeker omdat het gaat om waterstof die is geproduceerd met energie uit hernieuwbare bronnen zoals wind- en zonne-energie.”

Waterstof in hybride systeemoplossing is nieuw
Meulenbrugge vertelt over een tweede nieuwtje in dit project: ‘’De hybride opstelling is een nationale primeur te noemen. Niet eerder werd een hybride warmtepomp, een 100% waterstofketel en twee ondersteunende propaanketels in cascade-opstelling, centraal aangestuurd door een systeemregelaar. Met dit project demonstreert Remeha dat waterstof onderdeel kan zijn van het comfortabel verwarmen van bedrijfspanden en creëert daarmee een rol voor waterstof in de duurzame systeemoplossingen. Op die manier leveren wij een bijdrage aan het creëren van een betere leefomgeving.”

 

Toch nog een nieuwe cv-ketel of over op een warmtepomp?

Gepubliceerd op

Vanwege de hoge aanschafkosten van een warmtepomp, die vanaf 2026 verplicht is, laten veel huishoudens nog snel een nieuwe cv-ketel installeren, zo berichtte RTL Nieuws onlangs. Duurzaamheidsplatform Slimster becijfert echter dat zij daarmee de komende 15 jaar al gauw 3600 euro duurder uit zijn dan wanneer zij hadden gekozen voor een warmtepomp. De kans is bovendien groot dat dit verder oploopt. Slimster komt daarom met drie tips om de investering in een warmtepomp alsnog mogelijk te maken.

Eerst het kostenverschil. Volgens Milieu Centraal kost een doorsnee lucht-waterwarmtepomp 12.000 euro, inclusief installatie. Daar gaat gemiddeld nog 3150 euro aan ISDE-subsidie af, maar goed, dat moet je wel eerst voorfinancieren. Al met al fors meer dan de 2100 euro die je gemiddeld kwijt bent aan een nieuwe HR-ketel. Daar staat - bij de huidige energietarieven - een jaarlijkse kostenbesparing van 692 euro tegenover. Doe je dit keer 15 en trek je daar de extra investeringskosten van een warmtepomp ten opzichte van een cv-ketel af, dan kom je na 15 jaar uit op een besparing van ruim 3600 euro. Daar komt nog bij dat een warmtepomp al gauw 15 tot 20 jaar meegaat, terwijl de verwachte levensduur van een hr-ketel vaak op 12 tot 15 jaar geschat wordt.

Gas wordt duurder, stroom goedkoper
Verder is, zo stelt Slimster, de verwachting dat gas de komende jaren in verhouding (nog) duurder wordt dan stroom. Dit jaar al verhoogde de overheid de energiebelasting op gas met liefst 11 cent per kuub, terwijl de belasting op elektra juist met 2 cent per kWh daalde. Slimster berekende wat het effect zou zijn als de gasbelasting tot en met 2030 jaarlijks met vijf cent zou stijgen, terwijl de stroombelasting met één cent per jaar zou dalen. Dat levert over de verwachte minimale levensduur van een warmtepomp - 15 jaar - een extra besparing van ruim 6200 euro op. Volgens Marvin Grouw van Slimster is de kans bovendien groot dat “de belastingverschillen in de praktijk nog ruimer zullen uitvallen.”

Financieringsmogelijkheden warmtepomp
“Al met al snijd je jezelf dus flink in de vingers door nu te kiezen voor een nieuwe cv-ketel in plaats van een warmtepomp. Desondanks begrijpen we dat lang niet iedereen duizenden euro’s op de spaarrekening heeft om te investeren”, aldus Grouw. Slimster geeft daarom drie tips voor het financieren van een warmtepomp:
1. De Energiebespaarlening van het Warmtefonds:
Huishoudens met een verzamelinkomen tot 60.000 euro kunnen bij het Warmtefonds lenen tegen 0% rente. Daarnaast biedt je gemeente mogelijk een SVn Duurzaamheidslening aan. Je kunt opzoeken wat er in jouw gemeente mogelijk is via de leningzoeker.
2. Combineer een warmtepomp met isolatie:
Naast dat isolatie het rendement van een warmtepomp verbetert, is deze combinatie ook gunstig met het oog op subsidies. Door gelijktijdig (of in elk geval binnen 24 maanden) isolatie te laten uitvoeren en een warmtepomp aan te schaffen, verdubbelt de subsidie die je voor de isolatiewerkzaamheden kunt aanvragen.
3. Kies niet voor een leaseconstructie:
Er komen steeds meer aanbieders van lease- of huurwarmtepompen. Voor een volledig elektrische warmtepomp gaan de maandelijkse kosten al gauw richting de 100 euro. Dat betekent dus 18000 euro over een periode van 15 jaar, waarmee de besparing ten opzichte van verwarmen op gas dus teniet wordt gedaan.

“CO2-plafond bouwsector meteen invoeren”

Gepubliceerd op

Naar aanleiding van het artikel ‘Een CO2-eis voor de bouw? Toch maar even niet’ in Trouw pleit David Thelen ervoor om meteen een CO2-plafond in de bouwsector toe te passen. Thelen is sectormanager gebouwde omgeving van MVO Nederland. Hij vindt het zorgelijk dat er geen CO2-eis voor de bouw is gekomen. “De maximale CO2 die de sector nog mag uitstoten om binnen de 1,5 graden opwarming te blijven, is vóór 2030 namelijk al bereikt. Daarna moeten we dus eigenlijk CO2-neutraal bouwen – doen we dat niet, dan komt de sector pas écht stil te liggen.”

Thelen: “Dus waarom zouden we dan niet nu al duidelijkheid geven aan de bouwsector en meteen een CO2-plafond toepassen? De bouw vraagt toch om langetermijnperspectief? Een plafond, mits goed uitgewerkt, en zonder al te veel poespas, kan juist die helderheid bieden. Dat stimuleert ook het denken over hoe we gebouwen construeren, verbouwen en renoveren met een duurzame mix aan bouwgrondstoffen: zowel biobased, als duurzaam beton en staal.

Natuurinclusief
Bijkomende kans: als we de nodige biobased bouwmaterialen op een natuurinclusieve manier telen, besparen we niet alleen op CO2-uitstoot, maar leggen we juist CO2 vast. Zo werken we nog sneller toe naar CO2-neutrale bouw en blijft het doel om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 1,5 graad nog in zicht.

Productie zonnepanelen staat CO2-reductie in de weg

Bij de productie van zonnepanelen voor de bouwsector komt te veel CO2 vrij om de klimaatdoelen van 2030 te halen ...

‘Warmtepompen dragen wel degelijk positief bij aan CO2-reductie’

ITHO Daalderop reageert ontstemd op alle negatieve berichtgeving over de milieubelasting van warmtepompen. De fabrikant is overtuigd van de positieve ...

Publicatie Nationaal Register CO2-meters

Om schoolbesturen en gemeentes te helpen de juiste keuze te maken in het doolhof van CO2-meters, lanceert Stichting Binnenklimaattechniek het ...

Met alleen een CO2-meter ben je er niet!

Goede ventilatie op scholen realiseer je niet met alleen CO2-meters. Hiermee los je de ventilatieproblemen niet op. Aan het woord ...

“Akkoord klimaattop biedt installatiebranche extra kansen”

Gepubliceerd op

Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland is hoopvol naar aanleiding van het akkoord op de klimaattop in Dubai. “Het besluit tot een transitie weg van fossiele brandstoffen is historisch. Een extra motivatie om in te zetten op een versnelde verduurzaming van ons land. Dat heeft grote voordelen. Door woningen goed te isoleren en te voorzien van zonnepanelen en warmtepompen brengen we de energierekening omlaag. Daarmee gaan we energiearmoede tegen en versterken we de bestaanszekerheid. Zo worden we minder afhankelijk van de levering van energie vanuit het buitenland.”

“Een snelle omschakeling naar een duurzame economie versterkt bovendien het verdienvermogen van ons land”, vervolgt Terpstra. “Er zijn enorme exportkansen voor een groene maakindustrie.” De voorzitter van Techniek Nederland benadrukt verder dat het meer dan ooit belangrijk is om méér mensen op te leiden voor de energietransitie. “Het tekort aan technische vakmensen mag een duurzame toekomst van ons land niet in de weg staan. Er is een geweldig carrièreperspectief voor jongeren én zij-instromers om in de duurzame energietechniek aan de slag te gaan.”

Installatiesector wil tempo maken met circulariteit

Gepubliceerd op

Technische installaties in de gebouwde omgeving kunnen sneller circulair worden. Dat stelt de technieksector in de Actieagenda Circulaire Installaties. Door circulair aan te besteden, beschikbaarheid van data, passende financiering en kennisdeling kunnen grote stappen worden gezet. Brancheorganisatie Techniek Nederland, Dutch Green Building Council (DGBC) en kennisplatform TVVL overhandigden de Actieagenda tijdens de conferentie Circulair Bouwen aan Morgen. Vincent Gruis, voorzitter van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie, nam het document in ontvangst.

Zonnepanelen, warmtepompen en andere installaties zijn onmisbaar in de energietransitie. Tegelijkertijd bevatten ze schaarse grondstoffen. Installatietechniek heeft een groot aandeel in de milieu-impact van gebouwen. Vermindering daarvan wordt steeds relevanter door de aanscherping van de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG). Vanuit verschillende invalshoeken wordt gewerkt aan de transitie naar een circulaire installatiebranche. Hierdoor ontstaat overlap, worden onderwerpen meerdere malen onderzocht en wordt essentiële kennis gemist. Brancheorganisatie Techniek Nederland, kennisplatform TVVL en Dutch Green Building Council (DGBC) sloegen daarom de handen ineen en organiseerden in het najaar van 2023 vier expertsessies om de installatiesector sneller circulair te maken. De uitkomsten presenteren zij in de Actieagenda.

Transitieversnellers
In de Actieagenda staan acht transitieversnellers met concrete actiepunten:
1.            Aanbesteden op basis van circulaire principes en contractvormen
2.            Beschikbaar stellen van milieudata van producten (levenscyclusanalyse/milieuproductverklaring)
3.            Aansluiten bij EU-standaarden voor milieudata van producten
4.            Vergroten van kennisdeling over circulaire installaties
5.            (Door)ontwikkelen van een beoordelings- en afwegingskader voor circulaire installaties
6.            Creëren van de juiste randvoorwaarden voor levensduurverlenging van producten en onderdelen (reuse, repair, refurbish, remanufacture en repurpose)
7.            Circulair uitvoeren van beheer en onderhoud
8.            (Door)ontwikkelen van een marktconforme/gestandaardiseerde methode voor bepaling financiële restwaarde

Circulaire installaties hebben prioriteit
Vincent Gruis, voorzitter van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie, is blij met de Actieagenda Circulaire Installaties: “Installaties zijn onontbeerlijk voor comfort, gezondheid en energiezuinigheid van onze gebouwen. Circulariteit is nodig om de installaties zelf óók duurzaam te produceren en hergebruiken. Circulaire installaties zijn daarom ook één van de prioritaire productgroepen in het Nationaal Programma Circulaire Economie en de Transitieteams Circulaire Bouweconomie en Circulaire Maakindustrie.”

Van lineair naar circulair
Programmamanager circulariteit Laurens de Vrijer van Techniek Nederland: “De omslag naar een circulaire economie is urgent. We kunnen de aarde niet blijven uitputten, we lopen nu al tegen de grenzen aan. Met de Actieagenda geven we het pad aan naar een circulaire installatiesector.’ Volgens De Vrijer is de sector zich steeds meer bewust van het belang van circulariteit. ‘Ik zie op tal van plekken mooie initiatieven, maar die zijn te versnipperd. We hebben een systeemverandering nodig. Hergebruik van componenten en volledige systemen wordt de standaard. We gaan versneld van lineair naar circulair.”

Beschikbaarheid data is cruciale voorwaarde
“De beschikbaarheid van data is een cruciale voorwaarde voor de beoordeling van circulaire installaties, en daar ligt ook een van de grootste uitdagingen”, zegt Ruben Zonnevijlle, programmamanager circulariteit bij DGBC. “Deze uitdaging is er in Nederland, maar ook internationaal, en moet je daarom op Europees niveau aanpakken. De meeste installatieproducenten leveren namelijk aan heel Europa en niet alleen aan Nederland. Harmonisatie van milieudata van producten met Europese standaarden is een grote stap vooruit om te versnellen. Vanwege het internationale karakter van installatieproducenten is de noodzaak groter dan bij andere bouwproducten en materialen.”

Actieagenda voor echte verandering en ketensamenwerking
Olaf Oosting, bestuurslid van TVVL en directeur bij Valstar Simonis: “In de installatiesector gebruiken we veel materialen. De productie daarvan zorgt voor een significante CO2-voetafdruk. Daarnaast werken we met systemen waarin veel schaarse metalen zijn verwerkt.” Oosting denkt dat de Actieagenda de aanzet geeft voor echte veranderingen. “Een volledig circulaire installatiesector is haalbaar. Als alle partijen in de keten samenwerken en financiële instellingen, overheid, kennisinstellingen en NGO’s  zich daarbij aansluiten, kan het snel gaan.”

Overhandiging Actieagenda Circulaire Installaties aan Vincent Gruis, voorzitter Transitieteam Circulaire Bouweconomie

Hulp bij circulair onderhoud van gebouw installaties

Het circulair maken van de gebouwde omgeving is een enorme uitdaging. Omdat de totale gebouwenvoorraad grotendeels bestaat uit bestaande bouw, ...

Daikin breidt circulaire koudemiddel strategie uit

Daikin Applied Europe heeft onlangs zijn L∞P programma uitgebreid en gaat gecertificeerd, gerecycled R-134a-koudemiddel gebruiken voor koudwatermachines/warmtepompen. De doelen van ...

Circulaire basisschool met duurzame installatietechniek

Basisschool De Verwondering in Almere is een circulair en duurzaam gebouw. Dat betekent dat het gebouw makkelijk is te demonteren ...

Wedstrijdje circulair bouwen, renoveren en installeren

Het team Kuijpers/HvA//ROC Tilburg mag zich de winnaar noemen van de Techathon 2021, een prestigieuze wedstrijd voor installatiebedrijven en technische ...

Investeren in een thuisbatterij loont nog niet

Gepubliceerd op

Een thuisbatterij voor het opslaan van zonne-energie verdient de investering ervan nog niet terug. Volgens energie-expert Koen Kuijper heeft de thuisbatterij duidelijke voordelen, maar overtreffen de huidige kosten vaak de besparingen op de energierekening. Zeker in het licht van de salderingsregeling die naar verwachting tot minstens 2025 van kracht blijft, zoals blijkt uit een analyse op energievergelijk.nl.

Een thuisbatterij, te vergelijken met een grote oplaadbare accu, slaat overtollige zonne-energie op om later te gebruiken, zoals wanneer de zon niet schijnt. Dit vermindert de afname van stroom uit het elektriciteitsnet. Milieucentraal stelt dat een huishouden gemiddeld 30 procent van de zonnestroom zelf gebruikt, terwijl 70 procent wordt teruggeleverd aan het net. Met een thuisbatterij kan dit zelfverbruik verdubbelen. Thuisbatterijen kunnen verder bijdragen aan vermindering van piekbelasting op het elektriciteitsnet en kunnen dienen als back-up bij stroomuitval.

Terugverdientijd zo'n 20 jaar
De financiële realiteit is echter complexer. Een thuisbatterij heeft momenteel een prijs tussen de 800 en 1.000 euro per kWh aan capaciteit. Een batterij van 10 kWh kost bijvoorbeeld tussen de 8.000 en 10.000 euro, inclusief installatie. Uit een rekenvoorbeeld van energievergelijk.nl blijkt dat bij een investering van 7.000 euro in een thuisbatterij de terugverdientijd zo'n 20 jaar bedraagt. Dat is aanzienlijk langer dan de gemiddelde levensduur van de accu van 15 jaar. “Het is echter wel belangrijk om te realiseren dat de uiteindelijke terugverdientijd kan variëren, afhankelijk van verschillende factoren, zoals stroomverbruik, investering per kilowattuur opslag, en de actuele elektriciteitsprijs”, stelt Kuijper.

Beter andere duurzaamheidsmaatregelen
Voorlopig mogen huishoudens de stroom die zij terug leveren aan het elektriciteitsnet nog volledig aftrekken van hun verbruik. De politiek moet zich nog buigen over de mogelijke aanpassing of beëindiging van deze regeling. Een interessant rendement van de thuisbatterij lijkt voorlopig dus niet behaald te kunnen worden. “Naarmate de kosten van thuisaccu’s dalen en beleidsmaatregelen veranderen, gaat de terugverdientijd omlaag, maar tot die tijd zijn er andere duurzaamheidsmaatregelen, zoals isolatie of warmtepomp, die in de meeste gevallen een betere investering zijn”, aldus Kuijper.

Unica neemt specialist in balancering energie en WKK’s over

Technisch dienstverlener Unica neemt Tenergy over. Met deze toevoeging krijgt Unica meer technologische kennis in huis om posities op de ...

Unica denkt binnen drie jaar 1 miljard omzetgroei te realiseren

Technisch dienstverlener Unica realiseerde in 2022 een groei van de bedrijfsomzet met 14% tot €758 miljoen. Het operationele resultaat groeide ...

Unica Building haalt grootste opdracht ooit binnen

Technisch dienstverlener Unica heeft opdracht gekregen om de klimaatinstallaties van 1.250 Defensiegebouwen in Noord- en Zuid-Nederland te inspecteren, keuren en ...

Acquisitie van Fries installatiebedrijf is grootste overname ooit van Unica

Technisch dienstverlener Unica heeft een overeenkomst getekend voor de acquisitie van de Friese Pranger-Rosier Groep. Dit is het grootste zelfstandige ...

Warmteconvenant voor verduurzamen centrumgebied Den Haag

Gepubliceerd op

Eneco heeft een warmteconvenant ondertekend met zes grote vastgoedpartijen in het centrumgebied van Den Haag. In het convenant maken de partijen afspraken om de energievoorziening van 35 gebouwen in de stad te verduurzamen. Zo testen ze of de aanvoertemperatuur van de geleverde warmte verlaagd kan worden en wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van lokale warmte/koudeopslagsystemen en gebruik van smart grids.

Met dit convenant zet Eneco samen met het Rijksvastgoedbedrijf, provincie Zuid-Holland, BAM, Unie van Waterschappen, Nationale Politie en Haaglanden Medisch Centrum een stap om gezamenlijk de belangrijkste (semi)-overheidsgebouwen in 2040 klimaatneutraal te maken. Eneco en de ondergetekende partijen onderschrijven met dit convenant dat samenwerking, kennisdeling en concrete maatregelen essentieel zijn om binnen de huidige infrastructuur een efficiënt en duurzaam warmtesysteem op elkaar af te stemmen. Het convenant sluit aan bij Eneco’s One Planet Plan, dat tot doel heeft om in 2035 klimaatneutraal te zijn, inclusief het energiegebruik van klanten. Het verduurzamen van de warmtelevering is hiervan een belangrijk onderdeel.

Test temperatuurverlaging
In het convenant is een aantal gezamenlijke stappen geïdentificeerd die bijdragen aan het transitiepad van de gebouwen:
•             Test om temperatuur te verlagen van de geleverde warmte
•             Onderzoek naar samenhang van gebouwtransitiepaden en verduurzaming warmtebronnen
•             Onderzoek naar mogelijke verduurzaming van piekcapaciteit
•             Onderzoek naar toekomstbestendige warmteleveringsvoorwaarden
•             Opzetten van een informatieplatform

Er is al een test door Eneco en ERDH uitgevoerd in het Stadhuis van Den Haag, waarin de aanvoertemperatuur van de geleverde warmte met succes werd verlaagd. De eerste onderzoeksresultaten geven aan dat ook met een lagere temperatuur van het stadsverwarmingsnet de gebruikers een comfortabele werkplek blijven hebben, met minder energiegebruik en minder CO2-uitstoot. De afspraken hierover leggen de partners vast in het convenant.

De betrokken vastgoedpartijen van (semi)-overheidsgebouwen hebben zich verenigd in het samenwerkingsverband EnergieRijk Den Haag (ERDH). Het convenant heeft een looptijd van drie jaar.

Slim samen verduurzamen

Brink, Essent Energy Infrastructure Solutions (EIS) en Kuijpers slaan de handen ineen. Als consortium Smart Business Parks gaan zij aan ...

“Verduurzamen is het nieuwe normaal”

“We zijn er klaar voor. Meer dan ooit speelt installatietechniek een hoofdrol in de energietransitie. Het belang van de sector ...

Verduurzamen van collectieve installaties

Verduurzamen van collectieve installaties Energy Bridge verduurzaamt collectieve installaties van wooncomplexen en kantoren. Een gat in de markt. Vandaar dat ...

Hulp bij circulair onderhoud van gebouw installaties

Gepubliceerd op

Het circulair maken van de gebouwde omgeving is een enorme uitdaging. Omdat de totale gebouwenvoorraad grotendeels bestaat uit bestaande bouw, speelt circulair onderhoud juist een belangrijke rol. ISSO brengt daarvoor het rapport Circulair onderhoud gebouwinstallaties uit, dat helpt om de juiste aanbieders en aanbiedingen hierbij te selecteren.

ISSO-rapport Circulair onderhoud gebouwinstallaties biedt professionals kennis om circulaire aanbieders te selecteren voor onderhoud en beheer van assets, en om hun aanbiedingen te kunnen beoordelen op mate van circulariteit. Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van twee onderzoeksvragen:
1. Op basis van welke inkoopstrategie en parameters bepaal je of een aanbieder zich kwalificeert om een circulaire aanbieding te mogen doen?
2. Op basis van welke strategie en parameters kun je de aanbiedingen vergelijken en beoordelen?
Objectieve en subjectieve criteria
In het beantwoorden van de onderzoeksvragen is een onderscheid gemaakt tussen objectieve en subjectieve criteria voor het selecteren van de aanbieders en aanbiedingen. Tot de subjectieve criteria behoren de visie, roadmap naar circulariteit en de waardering van referenties en afspraken met Ketenpartners. De genoemde objectieve criteria zijn de CO2-prestatieladder en een gewogen waardering van het plan van aanpak op basis van de R-ladder.

Het rapport 110930 is beschikbaar op ISSO Open. Het rapport is gratis te raadplegen met een ISSO-profiel.

Daikin breidt circulaire koudemiddel strategie uit

Daikin Applied Europe heeft onlangs zijn L∞P programma uitgebreid en gaat gecertificeerd, gerecycled R-134a-koudemiddel gebruiken voor koudwatermachines/warmtepompen. De doelen van ...

Circulatieleidingen voor tapwater en warmtepompen

In nieuwe, hogere smalle woonhuizen, die populair zijn in de stedelijke omgeving, komt het relatief vaak voor dat er een ...

Circulaire basisschool met duurzame installatietechniek

Basisschool De Verwondering in Almere is een circulair en duurzaam gebouw. Dat betekent dat het gebouw makkelijk is te demonteren ...

Wedstrijdje circulair bouwen, renoveren en installeren

Het team Kuijpers/HvA//ROC Tilburg mag zich de winnaar noemen van de Techathon 2021, een prestigieuze wedstrijd voor installatiebedrijven en technische ...

Verwarmen via stro

Gepubliceerd op

MILIEUBEWUSTE WAND- EN PLAFONDVERWARMING

Sinds kort is er wand- en plafondverwarming verkrijgbaar, gemaakt uit een restproduct van de landbouwoogst: stro. De 100 procent biobased Healture is een innovatie van Uniwarm. Deze systeemleverancier ontwikkelt vaker duurzame producten en brengt ze succesvol op de markt. De afgelopen jaren ontwikkelde het bedrijf onder meer een klimaatsysteem met een droogbouwoplossing en een lage opbouwhoogte. Ook introduceerde het bedrijf de ventilatievloer.

De Healture wand- en plafondmodule is een lagetemperatuurverwarming die bestaat uit het natuurlijke restproduct stro. Dit materiaal is samengeperst tot een hoogwaardige verwarmingsplaat met een harde densiteit, zodat de leidingen stevig vast blijven zitten.
Peter Riethorst van UniWarm ziet in stro een goed alternatief voor houtvezel. “Het is beter voor het milieu omdat er geen bomen voor hoeven te worden gekapt. Bovendien kunnen we het stro al na één jaar gebruiken, omdat het veel sneller groeit. Bovendien is het recyclebaar. Al deze voordelen maken deze wand- en plafondmodule zeer in trek onder klanten die geïnteresseerd zijn in natuurlijke bouwmaterialen. De eerste aanvragen stromen al binnen.”

Verwarmt, koelt én isoleert
De Healture wand- en plafondmodule is een kant-en-klare module die verwarmt, koelt én isoleert. Het product is te combineren met leem- of kalkstuc en kan op elke warmtebron worden aangesloten. De module is dampopen. Verder blijven de leidingen zelf schoon, dankzij de kern van aluminium die zuurstof buitenhoudt.
“Bewoners die voor dit product kiezen, ervaren dat hun woning snel behaaglijk wordt”, vertelt Riethorst. “De leidingen bevinden zich op slechts 7,5 centimeter van elkaar en aan de oppervlakte. Dit leidt tot een directe warmte- en koudereactie en een gelijkmatige temperatuurverspreiding over de stroplaten.”

Eenvoudige aanleg
Riethorst: “Omdat de stroplaten al zijn voorzien van leidingen en wij maatwerk leveren, is de aanleg van de plafond- of wandverwarming eenvoudig. Wij maken een legplan en, als de klant dat wil, begeleiden wij het gehele project van start tot finish.”
Inmiddels wordt al nagedacht over een vloerverwarmingsmodule van stro. Riethorst: “Het is onze missie om zoveel mogelijk milieuvriendelijke verwarmings- en koelingsproducten te ontwikkelen.” 

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Optimaal hybride verwarmen in de praktijk

De hybride warmtepomp werkt ideaal in de praktijk, maar vergt wel diverse aandachtspunten die je vaak met zogenaamde vuistregels simpel ...

Eenvoudig koelen en verwarmen

De HCC100 is een multizone-regeling die de verwarming en koeling individueel regelt in maximaal acht ruimtes in een woning of ...

Duurzaam warmte- en koudesysteem voor nieuwbouw

De gemeente Amsterdam en Eneco hebben een overeenkomst gesloten voor de aanleg van een van de grootste duurzame warmte- en ...

Nederlandse installateurs voorop in duurzaamheid

Nederlandse installateurs lijken voorop te lopen met het werken aan projecten waarbij rekening wordt gehouden met duurzaamheid. Dit komt naar ...

Slim samen verduurzamen

Gepubliceerd op

Brink, Essent Energy Infrastructure Solutions (EIS) en Kuijpers slaan de handen ineen. Als consortium Smart Business Parks gaan zij aan de slag met de verduurzaming van vijf aaneengesloten bedrijventerreinen in Veghel. Het doel is om een lokaal energienetwerk te realiseren waar vraag en aanbod van energie, warmte en koude op elkaar wordt afgestemd. Opdrachtgever is het Platform Ondernemend Meierijstad (POM) in samenwerking met de gemeente Meierijstad.

Een inhoudelijke bijeenkomst met verschillende bedrijven uit Veghel markeerde de start van de samenwerking en daarmee de verduurzaming van de bedrijventerreinen. Maya van Steenhoven, directeur energie van de Sustainable Scale-up foundation, trapte af en onderstreepte het belang van de samenwerking van het consortium. "Ondernemers willen graag verduurzamen en uitbreiden, maar dit wordt bemoeilijkt door de overal snel groeiende problemen van netcongestie. Door slim samen te werken kunnen bedrijven hier zelf heel veel aan doen." Bedrijven hebben vaak veel slimme ideeën omdat zij hun eigen gebied goed kennen. Overal in Nederland ziet van Steenhoven nu dit soort initiatieven ontstaan, waarbij veel wordt geleerd over slimme energiesamenwerking. "Veghel is koploper en 1 van de eerste 5 energiehubs die werkelijkheid wordt. In Veghel bevinden zich veel familiebedrijven en andere, lokale ondernemers die erg betrokken zijn bij hun directe omgeving. Dat draagt bij aan een succesvolle samenwerking", aldus van Steenhoven.

Helpende hand bieden
Alex Pols, Business Unit Manager bij VanderLinden Building Solutions, is een van de lokale ondernemers die uitlegde hoe deze samenwerking voor een doorbraak zorgt. "Wij als technisch dienstverlener lopen vaak tegen de netcongestie problematiek aan. Zo heeft één klant een dak vol zonnepanelen, maar mogen zij op sommige momenten de opgewekte stroom niet terug leveren. Het bedrijf aan de overkant van de straat kan deze stroom juist goed gebruiken om E-trucks te laden. Dankzij dit project kunnen we elkaar de helpende hand bieden." Jos van Asten, directeur van POM, voegde toe dat dit slechts een van de voorbeelden is. "Andere uitdagingen op de korte termijn zijn het niet kunnen elektrificeren van het wagenpark, bedrijfskavels die zonder netaansluiting worden uitgegeven en uitstel van automatisering," zo vulde hij aan. Het consortium biedt hier oplossing voor.

Rolverdeling
Namens het consortium bekrachtigden Peter Timmermans (Brink), Boudewijn den Herder (Essent), Menno Roozendaal (gemeente Meierijstad), Aukje Kuypers (Kuijpers) en Herman Molenaar (POM) met een symbolische handtekening de samenwerking. De partijen brengen ieder een eigen expertise mee. Brink pakt de rol van specialist in het ontwerpen en implementeren van complexe samenwerkingsprocessen op het gebied van bouw, vastgoed en infra. Kuijpers en Essent ontwikkelen het technische ontwerp en verzorgen de realisatie van de installatietechniek en digitale laag. Kuijpers blijft bovendien betrokken als servicepartner terwijl Essent (gedeeltelijk) eigenaar wordt van de infrastructuur en hoofdverantwoordelijk is voor de exploitatie. POM is belangenbehartiger van het collectieve bedrijfsleven en verbinder tussen partijen die zich inzetten voor een goed, duurzaam en toekomstbestendig vestigingsklimaat.

Lokaal energienetwerk als oplossing
Combinaties zoeken in vraag en aanbod en dat slim benutten, daar gelooft Smart Business Parks in. Smart Business Parks biedt met deze decentrale oplossing bedrijven en netbeheerders de helpende hand en wil samen met hen komen tot een juiste invulling van het netgebruik. De ambitie is om niet alleen in de toekomstige energiebehoefte te voorzien, maar al ruim voor 2040 fossielvrij te opereren, door bijvoorbeeld aardgas en diesel te vervangen door waterstof. Door daarnaast slim warmte, koude en elektriciteit uit te wisselen, kunnen pieken en dalen in energieopwekking en -afname worden opgevangen. Dit is duurzamer, ontlast het energienet en zorgt voor een daling van de kosten voor het transport van elektra. Daarvoor zijn al enkele pilots in Nederland gaande. Om hiermee verder te gaan, is het nodig de innovaties op te schalen, iets dat nu in Veghel gaat gebeuren. Zowel qua omvang als het collectieve belang een uniek project.

Stap voor stap verduurzamen
Op de vijf bedrijventerreinen in Veghel zijn ongeveer 400 bedrijven gevestigd. Na de afgeronde quickscan, een positieve business case en het bepalen van een technische standaard neemt Smart Business Parks nu de volgende stap met de eerste, concrete projecten. Dit start met een klein cluster van kansrijke bedrijven die veel energie gebruiken of juist opwekken en bovendien al concrete plannen hebben om te verduurzamen. Daarbij is de bedoeling dat binnen twee jaar alle bedrijven op de Veghelse bedrijventerreinen de eerste stappen hebben gezet op het gebied van verduurzaming en op de een of andere manier is gekoppeld aan het totale, gedeelde energiesysteem. Denk aan de start van het aanleggen van een warmtenet, het helpen van individuele bedrijven, het opzetten van kleine samenwerkingsverbanden van bedrijven, het creëren van aansluitovereenkomsten voor groepen en het werken aan de lobby voor aansluiting op nationale waterstofinfrastructuur. Naar verwachting worden de eerste contracten het komende half jaar getekend.

“Verduurzamen is het nieuwe normaal”

“We zijn er klaar voor. Meer dan ooit speelt installatietechniek een hoofdrol in de energietransitie. Het belang van de sector ...

Verduurzamen van collectieve installaties

Verduurzamen van collectieve installaties Energy Bridge verduurzaamt collectieve installaties van wooncomplexen en kantoren. Een gat in de markt. Vandaar dat ...

Geen planning bij woningcorporaties om woningen te verduurzamen

Woningcorporaties worstelen met de vraag hoe ze hun bestaande woningvoorraad moeten verduurzamen. Met name de onzekerheid over technische oplossingen en ...

Triple Solar verlengt garantie PVT-warmtepomp tot zeven jaar

Gepubliceerd op

Triple Solar wijzigt per direct de garantievoorwaarden voor nieuwe en bestaande klanten. De PVT-warmtepomp 3.5 wordt geleverd met zeven jaar fabrieksgarantie. Daarmee wordt de huidige garantietermijn met vijf jaar verlengd. Hiermee wil het merk een signaal afgeven dat zowel de kwaliteit als technologie van haar producten betrouwbaar zijn.

CEO en founder Cees Mager: “Als je met duurzaamheid bezig bent heeft dat consequenties: producten moeten lang meegaan en weinig onderhoud vergen voor een minimale milieu-impact. Bijkomend voordeel is dat de gebruiker met de lange levensduur van de PVT-panelen uiteindelijk in de minimaal dertig jaar dat de producten meegaan zeer lage gebruikskosten heeft, de zogenoemde Total Cost of Ownership (TCO).”

Ook voor bestaande klanten
De nieuwe garantiebepalingen zijn terug te vinden in de garantievoorwaarden op de Triple Solar-website. De vernieuwde garantieperiode geldt ook voor bestaande klanten die de PVT-warmtepomp reeds hebben gekocht.
Met betrekking tot Triple Solar PVT-warmtepomppanelen geldt al een garantie van tien jaar na datum van aflevering. Het PV-gedeelte biedt vijftien jaar productgarantie en 25 jaar vermogensgarantie van meer dan 85% van het initiële vermogen van het PV-laminaat.

‘PVT-panelen scoren beter dan een standaard zonnepaneel’

Triple Solar heeft een levenscyclusanalyse (LCA) laten uitvoeren om de milieu-impact van haar PVT-warmtepomppanelen in kaart te brengen. De PVT-panelen ...

Nog eens 10 miljoen groeikapitaal voor PVT-warmtepomp

Triple Solar, uitvinder van de PVT-warmtepomp en bijbehorende PVT-warmtepomppanelen, heeft met pensioenfonds ABP een belangrijke nieuwe aandeelhouder aangetrokken om ook ...

Subsidie op warmtepomp voor PVT-systemen

Ook voor de Triple Solar PVT-warmtepomp 3.5 geldt nu de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE). Woningeigenaren met een woning ...

Lichtgewicht PVT-warmtepomp in de prijzen

Met haar nieuwe lichtgewicht PVT-warmtepomp heeft Triple Solar de Cobouw Award gewonnen in de categorie Innovatie. De jury loofde de ...

Derde Open Energiedag

Gepubliceerd op

Dit jaar wordt voor de derde keer de Open Energiedag georganiseerd. Op 16 september a.s. kunnen geïnteresseerden op bezoek bij een windturbine, zonnepark, warmte-installatie of andere duurzame energieprojecten door heel Nederland. Dit jaar openen meer dan zestig locaties hun deuren voor publiek, waaronder de Daikin Experience Centers in Breukelen en Heerenveen

Nederland gaat de komende jaren steeds meer energie opwekken uit hernieuwbare bronnen, zoals met windturbines, zonnepanelen, bodemwarmte, warmtepompen of uit water. Tijdens de Open Energiedag kan iedereen zelf komen kijken en ervaren hoe dat werkt.

Zelf ervaren
De Daikin Experience Centers bieden consumenten de mogelijkheid om oplossingen voor koelen, verwarmen en luchtreiniging zelf ervaren. Experts leiden de consumenten rond. Als hoofdsponsor van de KNSB zal Daikin bovendien twee schaatstickets per bezoeker weggeven voor het World Cup Kwalificatietoernooi van 27 t/m 29 oktober in Thialf.

Meer informatie is te vinden op www.openenergiedag.nl.

Daikin en Duco gaan partnership aan

Daikin Europe gaat een samenwerking aan met de Belgische fabrikant van ventilatiesystemen Duco in het segment van woonhuisventilatie. Daikin zal ...

Vanaf maart volgend jaar subsidie op elektrische bestelauto

Er komt een subsidieregeling voor de aanschaf van een elektrische bestelauto. De subsidie gaat volgend jaar maart in en zal ...

Feenstra wil installateurs op elektrische bakfiets naar klant sturen

In 2018 nam Feenstra voor haar activiteiten in Amsterdam de eerste elektrische bussen in gebruik. Ook werd de ambitie uitgesproken ...

Groot deel wagenpark Feenstra over op elektrisch rijden

Technisch dienstverlener Feenstra vervangt een groot deel van het bestaande wagenpark door elektrische voertuigen. Het bedrijf wil met deze stap ...

Testcentrum voor verwarming op waterstof

Gepubliceerd op

Dit najaar start Nefit Bosch in Deventer met de realisatie van een testcentrum voor verwarmingstoestellen die op waterstof werken. De verwarmingsproducent ontwikkelde enkele jaren geleden al een cv-ketel die geschikt is voor waterstof. Naast waterstofketels werkt Bosch in Nederland ook aan componenten voor elektrolyzers, waarmee groene waterstof kan worden geproduceerd.

Nefit Bosch is sinds 2004 onderdeel van de internationale Bosch groep. Naast warmtepompen en andere elektrische oplossingen, richt Bosch zijn R&D activiteiten ook op waterstof. Waterstof wordt gezien als een veelbelovend alternatief voor aardgas in de gebouwde omgeving, met name omdat de bestaande gasinfrastructuur zonder grootschalige aanpassingen kan worden gebruikt voor de distributie van waterstof.

Waterstof en warmtepompen
Om het waterstoftestcentrum op de locatie van Nefit Bosch in Deventer te huisvesten, zal een bestaande productiehal worden heringericht en verbouwd. “Dit is mogelijk omdat de productie van cv-ketels grotendeels wordt geclusterd in Bosch-fabrieken in het buitenland”, aldus Markus Baumeister, directeur engineering bij Nefit Bosch. “Hierdoor komt er bijna 4000 m2 vrij in de productiehal.” Een derde deel van de productiehal wordt ingericht als testcentrum, inclusief een goed uitgeruste werkplaats voor het bouwen van prototypes. Twee derde van deze ruimte zal worden gebruikt voor andere activiteiten, zoals een configuratiecentrum voor prefab oplossingen en de productie van (dak)warmtepompen. “Oost NL, de ontwikkelingsmaatschappij van Oost-Nederland, en de gemeente Deventer ondersteunden ons bij de uitbreiding en brachten ons testcentrum onder de aandacht bij partijen in de regio en daar buiten”, aldus Baumeister.

Groene waterstof
Voor waterstoftests gelden andere regels en ze vereisen andere voorzieningen, met name op het gebied van veiligheid. “We deden altijd al veel onderzoek naar de verbrandingseigenschappen van aardgas en propaan. We breiden nu de laboratoriumcapaciteit aanzienlijk uit en voegen waterstof toe aan ons onderzoek”, legt Baumeister uit. Voor de tests zal overwegend groene waterstof worden gebruikt. Aan de voorzijde van de huidige productiehal wordt hiertoe een waterstofstation gerealiseerd met tube trailers voor de aanvoer van waterstof. Mogelijk gaat Nefit Bosch in een later stadium zelf groene waterstof opwekken met een eigen elektrolyzer, die mede door een ander onderdeel van Bosch in Tilburg wordt ontwikkeld.

H2 Ready cv-ketel
Hoewel installateurs niet direct met waterstof aan de slag hoeven, benadrukt Baumeister dat groene waterstof op termijn een component van de energiemix voor de gebouwde omgeving kan worden. “Nu hybride warmtepompen steeds populairder worden, kan de combinatie met een waterstofketel interessant zijn als CO2-vrije oplossing, omdat je dan profiteert van de voordelen van beide bronnen”, zegt Baumeister. “Onze H2 Ready cv-ketel kan binnen een uur worden omgezet van aardgas naar waterstof. Met de investeringen die we nu doen in het testcentrum zijn we klaar voor het moment dat de Nederlandse of Europese politiek besluit dat waterstof een onderdeel van de energiemix zal zijn. Certificering zal daar ook bij horen.”

Groene vloot in een groen bedrijf

Gepubliceerd op

DUCO wil op termijn haar volledige wagenpark vergroenen. Het bedrijf investeerde al 1,5 miljoen euro, waarmee het onlangs 30 diesel bedrijfswagens verving door 100% elektrische bedrijfswagens. De vloot telt 90 bedrijfsvoertuigen in totaal. DUCO vertegenwoordigers rijden nog hybride. Geleidelijk aan zal de omschakeling ook hier gebeuren, zodat het volledige wagenpark 100% elektrisch wordt.

De nieuwe elektrische vloot gaat gepaard met een investering in laadmogelijkheden. De parking telt 25 dubbele laadpalen (50 laadpunten), die zowel door werknemers, als door klanten én dealers kunnen worden gebruikt. Op de daken van de bedrijfsgebouwen liggen 4861 zonnepanelen met een vermogen van 1500 kWp. De stroom, opgebracht door de zonnepanelen, wordt gebruikt om de 50 laadpunten te voorzien. Om zo optimaal mogelijk de beschikbare zonnestroom te verdelen volgens de behoeften van de wagens aan de laadpalen, wordt een passende Load Balancing gebruikt. Een open systeem dat in de nabije toekomst uitgebreid kan houden met ‘weatherforecast’ en ‘day-ahead’ prijzen.
Dries legt uit: “Dit open systeem zorgt ervoor dat we uitgebalanceerd kunnen laden. Het laadt de wagens op onder de meest gunstige omstandigheden. Zo wacht de functie ‘weatherforecast’ met laden tot de zon het meest aanwezig is. Bij de functie ‘day-ahead’ wacht de software met laden op momenten in de markt waarbij de stroomprijs het laagst is.”

Daikin en Duco gaan partnership aan

Daikin Europe gaat een samenwerking aan met de Belgische fabrikant van ventilatiesystemen Duco in het segment van woonhuisventilatie. Daikin zal ...

Vanaf maart volgend jaar subsidie op elektrische bestelauto

Er komt een subsidieregeling voor de aanschaf van een elektrische bestelauto. De subsidie gaat volgend jaar maart in en zal ...

Feenstra wil installateurs op elektrische bakfiets naar klant sturen

In 2018 nam Feenstra voor haar activiteiten in Amsterdam de eerste elektrische bussen in gebruik. Ook werd de ambitie uitgesproken ...

Groot deel wagenpark Feenstra over op elektrisch rijden

Technisch dienstverlener Feenstra vervangt een groot deel van het bestaande wagenpark door elektrische voertuigen. Het bedrijf wil met deze stap ...

1,4 miljoen warmtepompen geïnstalleerd in de komende vijf jaar

Gepubliceerd op

Na maanden van schaarste viel er deze week positief nieuws te lezen over de warmtepomp: installateurs verwachten er dit jaar een recordaantal te plaatsen. De wachttijden zijn dan ook flink teruggelopen. Ook de komende jaren zal de vraag naar warmtepompen onverminderd groot blijven, zo verwacht Slimster.nl. Uit onderzoek van deze vergelijkingssite blijkt dat over vijf jaar 28 procent van de huishoudens over een warmtepomp beschikt. Daarentegen verwacht bijna de helft van de 2000 ondervraagden nooit een warmtepomp aan te schaffen.

Slimster vroeg aan 2000 Nederlanders of zij van plan zijn in de toekomst een warmtepomp te kopen. Ruim een op de tien gaf aan dit reeds gedaan te hebben, terwijl ruim vier procent verwacht dit het komende jaar te doen. 6,6 procent wacht hier nog maximaal drie jaar mee, 6,4 procent wil binnen vijf jaar de gasgestookte cv-ketel de deur uit doen.

120 duizend extra warmtepompen per jaar
In de komende vijf jaar moeten er dus ruim 1,4 miljoen warmtepompen geïnstalleerd worden, oftewel bijna 290 duizend per jaar. Techniek Nederland verwacht dat de branche dit jaar uitkomt op 170 duizend. Dat moeten er de komende vijf jaar dus gemiddeld genomen 120 duizend per jaar extra worden. Marco Schuurman, eigenaar van Slimster.nl, heeft grote twijfels of dit in de praktijk haalbaar is. Want waar de voorraden inmiddels op peil lijken, is er nog een ander probleem: we komen handen tekort.
“De installatie van een warmtepomp is, enigszins afhankelijk van het type warmtepomp, vrij complex. En dat terwijl we al jaren horen dat er grote personeelstekorten zijn in de techniek. Stel dat de installatie zo’n anderhalve dag kost, waarbij twee man personeel nodig is, dan heb je het de komende vijf jaar dus al over 3800 vakmensen die zich enkel en alleen bezighouden met de installatie van warmtepompen”, zo rekent Schuurman voor. “Die kunnen dan bijvoorbeeld dus niet ingezet worden voor de installatie van zonnepanelen, laadpalen, thuisaccu’s en andere zaken die Nederland duurzamer maken.”

Vooral jongeren willen warmtepomp
Een opvallende uitkomst van het onderzoek van Slimster is dat met name de jongere generatie warm loopt voor elektrisch verwarmen. Zo verwacht liefst 52 procent van de twintigers binnen vijf jaar een warmtepomp te hebben. Onder dertigers is dit nog 35 procent, maar daarna loopt het per leeftijdscategorie gauw af. Ook op geografisch niveau zijn er verschillen. Inwoners van Flevoland, Groningen en Drenthe hebben het meeste oren naar een warmtepomp, Zeeuwen staan er juist het minst om te springen.
Tot slot blijkt dat bijna de helft van de ondervraagden (47 procent) niet van plan is een warmtepomp aan te schaffen in de toekomst. Dat is opmerkelijk, aangezien het de bedoeling is dat het vanaf 2026 verplicht wordt een al dan niet hybride warmtepomp te laten installeren wanneer de huidige cv-ketel aan vervanging toe is. Daarvan lijkt een groot deel van Nederland zich dus nog niet bewust, of men verwacht dat er nog betere alternatieven voor de warmtepomp op de markt zullen verschijnen.

Remeha opent ’s lands grootste fabriek voor warmtepompen

Remeha, specialist op het gebied van warmtepompen en cv-ketels, heeft officieel haar nieuwste warmtepompfabriek in Apeldoorn geopend. Demissionair ministers Hugo ...

Examens voor Vakmanschap Warmtepomp geaccrediteerd

WasCollege, het opleidingsinstituut van groothandel Wasco, is geaccrediteerd om examens voor Vakmanschap Warmtepomp af te nemen. Installateurs kunnen zich hier ...

Recordaantal warmtepompen verwacht in 2023

Op dit moment staat het aantal dit jaar geplaatste warmtepompen in Nederland op circa 110.000. Daarmee heeft de techniekbranche nu ...

Warmtepomp voor binnen staat nu klaar

De nieuwe lucht/water warmtepomp Vincent van Itho Daalderop staat klaar om in grote aantallen geleverd te worden. De technische groothandels ...

Recordaantal warmtepompen verwacht in 2023

Gepubliceerd op

Op dit moment staat het aantal dit jaar geplaatste warmtepompen in Nederland op circa 110.000. Daarmee heeft de techniekbranche nu al evenveel warmtepompen geïnstalleerd als in heel 2022. Uiteindelijk denkt de branche dit jaar in totaal 170.000 warmtepompen te plaatsen blijkt uit een prognose van Vereniging Warmtepompen. Daarvan komen er naar verwachting 120.000 in bestaande woningen. Daarmee overtreft de plaatsing van warmtepompen in de bestaande bouw die in de nieuwbouw voor het eerst ruimschoots. Hybride warmtepompen zijn bezig aan een razendsnelle opmars.

Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland ziet dat de interesse voor duurzame verwarming snel toeneemt. ‘Sinds de inval van Rusland in Oekraïne en de stijging van de gasprijzen is er vooral veel vraag naar hybride warmtepompen. En de subsidie die de overheid geeft op de aanschaf van een warmtepomp helpt natuurlijk ook.’ Een hybride warmtepomp is bij uitstek geschikt voor de bestaande bouw. Het systeem werkt in combinatie met een cv-ketel en bespaart zo’n zestig procent op het gasverbruik.

Levertijden worden korter
Het afgelopen jaar waren warmtepompen moeilijk leverbaar. Dat kwam onder meer door het wereldwijde tekort aan microchips en door corona-lockdowns in Azië. Volgens directeur Martin Hoekstra van installatiebedrijf ST/Warmte uit Nieuwkoop gaat het momenteel beter met de beschikbaarheid van warmtepompen en aansluitmaterialen, maar de problemen zijn nog niet helemaal opgelost. ‘We hebben nog altijd levertijden van zo’n drie maanden. We proberen zo goed mogelijk in te spelen op de groeiende vraag door een grotere voorraad aan te houden.’

Prijsplafond, oplopende rente, stikstof
Of installateurs dit jaar inderdaad 170.000 warmtepompen gaan plaatsen is afhankelijk van diverse factoren. Zo is nog niet duidelijk welk effect het prijsplafond voor gas zal hebben dat het kabinet heeft ingesteld. Hetzelfde geldt voor de gevolgen van de oplopende rente. Ook de stikstofcrisis speelt een rol. Als er minder nieuwbouwwoningen worden gebouwd, zal met name het aantal geïnstalleerde all-electric warmtepompen achterblijven bij de verwachtingen.

Duizenden warmtepompmonteurs opleiden
De technieksector is volop bezig om warmtepompmonteurs op te leiden om aan de snel toenemende vraag te kunnen voldoen. Zowel cv-monteurs als zij-instromers worden opgeleid. Ze kunnen nu binnen zes maanden het mbo-deelcertificaat ‘Installeren en in bedrijf stellen van hybride warmtepompen’ behalen, maar er zijn ook andere opleidingsmogelijkheden. Inmiddels zijn al honderden warmtepompmonteurs opgeleid. Vanaf 2026 wordt het verplicht om een hybride warmtepomp te plaatsen bij vervanging van de cv-ketel. Dat betekent dat er nog duizenden warmtepompmonteurs extra nodig zijn. Terpstra: ‘Dat is een grote uitdaging, maar we gaan het redden.’

Fabrikanten voeren de productie op
Sinds de snelle vraagtoename afgelopen jaar hebben fabrikanten geïnvesteerd in de uitbreiding van hun productielijnen. Alle klassieke cv-ketelfabrikanten hebben inmiddels hybride warmtepompen in hun assortiment opgenomen. Ze nemen daarmee ook een voorschot op de normering van hybride warmtepompen in 2026. Vanaf dat moment zullen er alleen al in de bestaande bouw meer dan 200.000 hybride warmtepompen per jaar geplaatst worden.

Warmtepomp voor binnen staat nu klaar

De nieuwe lucht/water warmtepomp Vincent van Itho Daalderop staat klaar om in grote aantallen geleverd te worden. De technische groothandels ...

Warmtepomp voor nieuwe hoogbouw

Met de introductie van de WPU 5G 1,8kW brengt Itho Daalderop een warmtepomp op de markt die bij uitstek geschikt ...

All-electric of hybride? Met de Dynamis warmtepompen van Masterwatt is het mogelijk.

Met de Dynamis warmtepompen van Masterwatt plaatst u een All-electric -of hybride oplossing in zowel kleine woonhuizen als grote panden ...

Hybride warmtepomp

JUISTE OF OVERBODIGE VERPLICHTING? In 2022 maakte de overheid bekent dat iedere Nederlander vanaf 2026 bij de noodzakelijke vervanging van ...

A+++ status dankzij grootschalige verduurzaming

Gepubliceerd op

Aanleg warmtenet gaat Rotterdamse wijk aardgasvrij maken De gemeente Rotterdam, woningcorporatie Havensteder en energiebedrijf Eneco hebben een overeenkomst ondertekend om de komende jaren samen te werken aan het aardgasvrij maken van de Rotterdamse Agniesestraat en omgeving. Stadsverwarming bleek de beste en goedkoopste mogelijkheid is om aardgas te vervangen. Na de zomer wordt gestart met de vernieuwing van het riool in een aantal straten in de Agniesebuurt. Ook gaat de gemeente de wijk vergroenen en maatregelen nemen tegen wateroverlast. Voor deze werkzaamheden gaan delen van straten open, waardoor er een goed moment ontstaat om ook stadsverwarming aan te leggen. Petra de Groene, Directeur Economie en Duurzaam bij gemeente Rotterdam: "We zijn blij dat we samen deze stap kunnen zetten op weg naar een aardgasvrije Agniesestraat en omgeving. Door tegelijk met de vervanging van de riolering stadsverwarming aan te leggen, beperken we de overlast voor bewoners." Kostenvrije overstap Sander Uiterwaal, lid Raad van Bestuur Havensteder: "Met de aanleg van het warmtenet kan Havensteder straks ruim 500 woningen aansluiten. Voor huurders betekent dit een kostenvrije overstap naar een duurzamere warmtebron." Manja Thiry, Directeur Warmte Eneco: "Door de intensieve samenwerking met de gemeente Rotterdam en Havensteder zijn we weer een stap dichterbij een duurzame en comfortabele warmtevoorziening voor bewoners. Maar bovenal willen we dat de overstap naar aardgasvrij betaalbaar blijft voor bewoners. Hiertoe ontvangen wij vanuit het SOFIE Fonds en NWN! Groeifonds financiering voor dit project."

Het bekende kantoorpand Trinity in Rotterdam-Oost heeft sinds kort de A+++ status op het gebied van energie en duurzaamheid behaald. De eigenaren van het gebouw hebben afgelopen tijd fors ingezet op investeringen rondom verduurzamende maatregelen. Met de certificering sluit het pand zich aan bij een beperkte lijst van panden in regio Rijnmond die deze hoge mate van duurzaamheid behalen. Opmerkelijk is dat het een bestaand pand betreft dat op deze schaal duurzaam wordt gerenoveerd, in tegenstelling tot vele panden die worden gesloopt om duurzaam herbouwd te worden. Daarnaast is er een vergunning verkregen voor geothermische verwarming en koeling.

“Het is de ambitie om in 2030 net zero te opereren, dus alle duurzame aanpassingen die we kunnen doen rondom Trinity voeren we dan ook uit. Hier stopt het wat ons betreft niet; de volgende stap is geothermische energie te implementeren om de uitstoot nog verder naar beneden te brengen,” vertellen Luigi Gatti Bonati en Mark Valentine van Flemyn LLP, de eigenaar van het pand.

Aanpassingen voor de lange termijn
Naast het recent opgeleverde zonnepark van 1.600 panelen, is er nagedacht over de ruimtelijke ontwikkeling rondom Trinity. Om de kwaliteit van de omgeving te garanderen, zijn er over de lengte van de installatie groenstroken aangeplant ter bevordering van de afwatering en koelte. Ook de materiaalkeuze voor de aanpassingen past in de lange termijnvisie voor het gebouw: de gekozen Meyer Burger zonnepanelen worden ontwikkeld in Zwitserland en geproduceerd in Duitsland. Vanwege deze Europese productie heeft dit specifieke soort paneel een lage CO2 afdruk. “Wanneer het gaat om het verduurzamen van Trinity, willen we keuzes maken die op lange termijn het meeste rendement opleveren voor het klimaat. Zo heeft het zonnepark sinds de installatie drie maanden geleden al meer dan 250.000 kWh opgeleverd”, aldus Mark Valentine.

 

Onderzoek naar verduurzaming boerenbedrijf door gebruik waterstof 

Hygro zal binnen Fieldlab Waterstof onderzoek doen naar het produceren en toepassen van groene waterstof op basis van zonne- en ...

13 miljard euro voor verduurzaming woningen

Vorig jaar is onder meer het aardgasverbruik in woningen met zo’n 15 procent gedaald, zijn zo’n 100.000 warmtepompen geplaatst, verdubbelde ...

Maatwerkadvies voor verduurzaming

Met de lancering van twee nieuwe ISSO-publicaties hebben EP-maatwerkadviseurs alle kennis die zij nodig hebben voor het opstellen van maatwerkadviezen ...

Verduurzaming door flexibel te voorzien in energie

De energieflexibiliteit van een gebouw is de mate waarin de energiebehoefte en de energieproductie van een gebouw kunnen reageren op ...

Aanleg warmtenet gaat Rotterdamse wijk aardgasvrij maken

Gepubliceerd op

Aanleg warmtenet gaat Rotterdamse wijk aardgasvrij maken De gemeente Rotterdam, woningcorporatie Havensteder en energiebedrijf Eneco hebben een overeenkomst ondertekend om de komende jaren samen te werken aan het aardgasvrij maken van de Rotterdamse Agniesestraat en omgeving. Stadsverwarming bleek de beste en goedkoopste mogelijkheid is om aardgas te vervangen. Na de zomer wordt gestart met de vernieuwing van het riool in een aantal straten in de Agniesebuurt. Ook gaat de gemeente de wijk vergroenen en maatregelen nemen tegen wateroverlast. Voor deze werkzaamheden gaan delen van straten open, waardoor er een goed moment ontstaat om ook stadsverwarming aan te leggen. Petra de Groene, Directeur Economie en Duurzaam bij gemeente Rotterdam: "We zijn blij dat we samen deze stap kunnen zetten op weg naar een aardgasvrije Agniesestraat en omgeving. Door tegelijk met de vervanging van de riolering stadsverwarming aan te leggen, beperken we de overlast voor bewoners." Kostenvrije overstap Sander Uiterwaal, lid Raad van Bestuur Havensteder: "Met de aanleg van het warmtenet kan Havensteder straks ruim 500 woningen aansluiten. Voor huurders betekent dit een kostenvrije overstap naar een duurzamere warmtebron." Manja Thiry, Directeur Warmte Eneco: "Door de intensieve samenwerking met de gemeente Rotterdam en Havensteder zijn we weer een stap dichterbij een duurzame en comfortabele warmtevoorziening voor bewoners. Maar bovenal willen we dat de overstap naar aardgasvrij betaalbaar blijft voor bewoners. Hiertoe ontvangen wij vanuit het SOFIE Fonds en NWN! Groeifonds financiering voor dit project."

De gemeente Rotterdam, woningcorporatie Havensteder en energiebedrijf Eneco hebben een overeenkomst ondertekend om de komende jaren samen te werken aan het aardgasvrij maken van de Rotterdamse Agniesestraat en omgeving. Stadsverwarming bleek de beste en goedkoopste mogelijkheid is om aardgas te vervangen. Na de zomer wordt gestart met de vernieuwing van het riool in een aantal straten in de Agniesebuurt. Ook gaat de gemeente de wijk vergroenen en maatregelen nemen tegen wateroverlast. Voor deze werkzaamheden gaan delen van straten open, waardoor er een goed moment ontstaat om ook stadsverwarming aan te leggen.

Petra de Groene, Directeur Economie en Duurzaam bij gemeente Rotterdam: "We zijn blij dat we samen deze stap kunnen zetten op weg naar een aardgasvrije Agniesestraat en omgeving. Door tegelijk met de vervanging van de riolering stadsverwarming aan te leggen, beperken we de overlast voor bewoners."

Kostenvrije overstap
Sander Uiterwaal, lid Raad van Bestuur Havensteder: "Met de aanleg van het warmtenet kan Havensteder straks ruim 500 woningen aansluiten. Voor huurders betekent dit een kostenvrije overstap naar een duurzamere warmtebron."
Manja Thiry, Directeur Warmte Eneco: "Door de intensieve samenwerking met de gemeente Rotterdam en Havensteder zijn we weer een stap dichterbij een duurzame en comfortabele warmtevoorziening voor bewoners. Maar bovenal willen we dat de overstap naar aardgasvrij betaalbaar blijft voor bewoners. Hiertoe ontvangen wij vanuit het SOFIE Fonds en NWN! Groeifonds financiering voor dit project."

Gescheiden boren naar aardwarmte en drinkwater

Klimaatverandering, een groeiende drinkwatervraag en bedreigingen van drinkwaterbronnen zorgen ervoor dat aanvullende grondwatervoorraden aangewezen moeten worden voor de drinkwatervoorziening. Mijnbouwactiviteiten ...

Medisch Centrum Leeuwarden schakelt over op aardwarmte

Het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) kiest als eerste ziekenhuis in Nederland voor duurzame aardwarmte (geothermie). Het ziekenhuis heeft de ambitie ...

Aardwarmte kan voorzien in ruim een kwart van warmtevraag woningen

Op basis van de huidige inzichten kunnen in de toekomst zo’n 2,6 miljoen huizen en gebouwen met aardwarmte van warmte ...

Innovatie Award 2020 voor aardwarmteproject

Batenburg Techniek heeft met het project Aardwarmte Vogelaer de Techniek Nederland Innovatie Award 2020 gewonnen. Tijdens het innovatiecongres op de ...

Onderzoek naar verduurzaming boerenbedrijf door gebruik waterstof 

Gepubliceerd op

Hygro zal binnen Fieldlab Waterstof onderzoek doen naar het produceren en toepassen van groene waterstof op basis van zonne- en windenergie bij agrarische ondernemingen. Daarnaast onderzoekt het bedrfijf de mogelijkheid tot het opslaan van de waterstof en aansluiting op een distributienetwerk. De haalbaarheid zal worden getest middels een energiestudie bij agrariërs, het maken van een basisontwerp en het uitwerken van een business case.

De recente toekenning van de hydrogen valley status aan Noord-Holland heeft de ontwikkeling op het gebied van waterstof in een stroomversnelling gezet. De start van het Agri Fieldlab project is hier een voorbeeld van. Het uiteindelijke doel van Noord-Holland is om tegen 2050 één van de grootste waterstofhubs van Noordwest-Europa te zijn.

Haalbaarheid onderzoeken
Esther Lunenborg, Project Developer Hygro: “Veel agrarische bedrijven hebben de wens om zelf energie op te wekken, en hebben vaak veel ruimte voor zonnepanelen. Ze hebben niet altijd de mogelijkheid om de elektriciteit terug te leveren. Waterstof biedt hier kansen. In Agri Fieldlab gaan we aan de slag om de haalbaarheid van waterstofproductie, opslag en leveringssysteem bij agrarische bedrijven te onderzoeken. Hierbij is opslag en matchen van vraag- en aanbod cruciaal. Om op het juiste moment de juiste hoeveelheid waterstof beschikbaar te hebben, en overschotten kwijt te kunnen. Daarom onderzoeken we ook hoe agrarische bedrijven aangesloten kunnen worden op het distributienetwerk dat door Hygro wordt opgezet in Nederland.”

Fieldlab Waterstof
Het EFRO project Fieldlab Waterstof in Agri NHN is een publiek-private samenwerking waarbij niet voor, maar met ondernemers wordt samengewerkt. Het project wordt medegefinancierd door de Rabobank, New Energy Coalition, Kansen voor West en de Europese Unie. Greenport Noord-Holland Noord, Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord en New Energy Coalition realiseren met agrarisch ondernemers en diverse andere betrokkenen een Fieldlab voor toepassing van waterstof in de agrisector. Het Fieldlab Waterstof in Agri moet dé praktijkomgeving zijn waar bedrijven, kennisinstellingen en overheden samenwerken aan waterstoftoepassingen en -infrastructuur.

Waterstofhybrides in Groningse waterstofwijk

In de Groningse waterstofwijk Wagenborgen worden deze week de eerste bewoners aangesloten op waterstofhybrides. 33 woningen worden binnenkort verwarmd met ...

Duidelijkheid over toepassing waterstof in norm

NEN 1078 geeft de prestatie‐eisen voor ontwerp, aanleg en beproeving van gasleidinginstallaties met een nominale werkdruk tot en met 500 ...

Primeur: woningen met waterstof via bestaand gasnet

In Lochem worden in de wijk Berkeloord voor het eerst twaalf bewoonde woningen verwarmd met waterstof via het bestaande aardgasnet ...

Proef met cv-ketels op waterstof mag van waakhond

Netbeheerder Liander mag een proefproject starten waarbij cv-ketels van huizen op waterstof overgaan. Toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft ...

Positieve vooruitzichten voor branche, ondanks lichte krimp

Gepubliceerd op

Na jaren van forse groei daalt het productievolume in de installatiebranche in 2024 en 2025 licht. Minder vergunningen voor woningnieuwbouw zijn de voornaamste oorzaak van de daling. De vraag naar nieuwe utiliteitsgebouwen blijft hoog. De budgetsectoren overheid, zorg en onderwijs laten echter een lichte krimp zien. Dit blijkt uit het rapport Economische vooruitzichten 2024 en verder dat onderzoeksbureau Bouwkennis opstelde in opdracht van brancheorganisatie Techniek Nederland.

Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland zegt dat de vooruitzichten voor de technieksector nog altijd positief zijn: “Er is volop werk in de installatiebranche. De lichte daling van het productievolume geeft techniekbedrijven de mogelijkheid om achterstanden in te lopen. De kans is dus groot dat de wachttijden gaan afnemen en dat is goed nieuws voor opdrachtgevers. De vooruitzichten voor de periode na 2025 blijven uitstekend. De energietransitie krijgt steeds meer vaart en het aandeel techniek in bouwprojecten blijft groeien.”

Vooral bedrijven in klimaat- en elektrotechniek profiteren
Door de wettelijke verplichting voor gasvrije nieuwbouw, de eisen voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG) en de behoefte aan koeling tijdens de warmere zomers groeit de vraag naar duurzame klimaatinstallaties. Daar profiteren met name bedrijven in de klimaattechniek van. Elektrotechnisch installateurs zijn onmisbaar in de energietransitie, als gevolg van de elektrificatie van de energievoorziening. De positie van sanitair-installatiebedrijven is stabiel. Deze bedrijven hebben een belangrijke rol bij de drinkwatertransitie. Het waterverbruik zal de komende jaren flink moeten verminderen, bijvoorbeeld met behulp van technieken om hemelwater beter te benutten.

Belang van techniek blijft groeien
Techniek wordt steeds belangrijker in de gebouwde omgeving. De installatiequote -het aandeel installatietechniek in de totale bouwsom- is met bijna 45% het hoogst in de utiliteitsbouw. Ook in de woningbouw blijft de installatiequote groeien; bij groot onderhoud is die inmiddels 22%, bij nieuwbouw 19%.

Winstgevendheid installateurs onder druk door prijsstijgingen en haperende leveringen

Door aantrekkende economieën, waaronder die van de bouw en duurzame energiesector, is de wereldwijde vraag naar grondstoffen inmiddels aanzienlijk. De ...

Werkvoorraad in de bouw blijft op zeer hoog niveau

De orderportefeuille voor de totale bouw is in maart toegenomen met één tiende maand naar 10 maanden werk. De orderportefeuilles ...

Werkvoorraad bereikt recordhoogte

De orderportefeuille voor de totale bouw is in mei gestegen en komt uit op 10,1 ...

Gunstige economische vooruitzichten voor de installatiebranche

Vanmorgen overhandigde voorzitter Titia Siertsema van Uneto-VNI het rapport ‘Economische vooruitzichten installatiebranche 2017 en verder’ aan VNO-NCW voorzitter Hans de ...

Doekle Terpstra: ‘De energietransitie wacht niet op een nieuw kabinet’

Gepubliceerd op

Techniek Nederland vindt dat het demissionaire kabinet Rutte IV onverminderd moet doorgaan met het aanpakken van de grote maatschappelijke vraagstukken. Voorzitter Doekle Terpstra: “Ik begrijp dat de val van het kabinet en het vertrek van Mark Rutte nu nieuws is. Maar het verandert niets aan de problemen waar het land mee te maken heeft. Al is de energietransitie inmiddels flink op gang, we staan nog maar aan het begin. We kunnen niet wachten tot er een nieuw kabinet is, we moeten nú aan de slag met het vergroten van de instroom in de techniek. Want zonder voldoende vakmensen redden we het niet. Ook voor het stikstofprobleem en de woningnood geldt dat we ons geen stilstand kunnen permitteren. Anders loopt de Nederlandse economie enorme schade op.”

De voorzitter van Techniek Nederland wijst erop dat de klimaatcrisis zich niets aantrekt van verkiezingen of een lange kabinetsformatie. “Als we het beleid van minister Jetten niet doorzetten, raken de klimaatdoelen verder uit zicht. Dat is onnodig, want de technische oplossingen zijn beschikbaar. Onze leden staan klaar om de gebouwde omgeving verder te verduurzamen.” VNO-NCW en het Nationaal Klimaat Platform hebben samen met een groot aantal andere organisaties de Tweede Kamer opgeroepen om na het aftreden van het kabinet door te gaan met de klimaataanpak. Techniek Nederland staat vierkant achter die oproep.

Oplossing voor stikstofcrisis nodig
Techniek Nederland wil ook dat er snel een oplossing komt voor de slepende stikstofcrisis. Terpstra: “Het land zit op slot. Het aantal nieuwbouwwoningen daalt, terwijl we staan te springen om duurzame woningen. Ook nieuwe infrastructurele projecten komen niet van de grond.”

 

Alleen méér technische vakmensen maken energietransitie mogelijk

“De technieksector ondersteunt de stevige duurzame ambities van het kabinet”, zegt Doekle Terpstra voorzitter van Techniek Nederland. “Wij zijn onmisbaar ...

Werken in energietransitie: 2 op de 3 werkenden overweegt carrièreswitch

Om de energietransitie te doen slagen is personeel nodig. Met name technische vakmensen kunnen de komende decennia het verschil maken, ...

Scale-up haalt 125 miljoen euro op om de energietransitie te versnellen

Econic heeft 125 miljoen euro opgehaald bij een consortium van investeerders, die de snelgroeiende scale-up in staat moet stellen om ...

Energietransitie centraal op BouwBeurs 2023

Van maandag 6 tot en met vrijdag 10 februari vindt BouwBeurs 2023 in Koninklijke Jaarbeurs plaats. Centraal staat de transitie ...

Nederlandse maakindustrie loopt voorop met innovaties voor duurzamere gebouwen

Gepubliceerd op

Op 29 en 30 juni kwamen de belangrijkste Europese stakeholders die willen bijdragen aan een duurzaam binnenklimaat naar Amsterdam. Samen bespraken zij de vooruitgang, uitdagingen en kansen voor hun bijdrage aan de energietransitie en het terugdringen van de CO2-uitstoot. Tijdens het publieke deel van de bijeenkomst stond ‘Het Nederlandse perspectief op de implementatie van de EU Green Deal’ centraal. Hierbij was aandacht voor innovatieve projecten met verwarming op basis van waterstof en hybride warmtepompen.

De Nederlandse Verduurzamingsindustrie – Gebouwde Omgeving (NVI-GO) is mede-gastheer voor de 23e algemene vergadering van de European Heating Industry (EHI).

Voortrekkersrol
Tijdens de bijeenkomst lag de nadruk op innovatieve combinaties van verschillende technologieën en energiebronnen die aansluiten bij de specifieke eisen van de gebouwde omgeving. Op die manier draagt de maakindustrie direct bij aan de EU Green Deal. Dit geldt ook voor Nederland. De verenigingen van NVI-GO nemen een voortrekkersrol om de CO2-reductie in de gebouwde omgeving te versnellen. Om dit waar te maken heeft de NVI-GO in nauwe samenwerking programma’s ontwikkeld zoals de hybride route, legionella of milieudatabase. Mogelijke toekomstige programma’s zijn circulariteit, duurzaam tapwater, all electric, energieopslag of groen gas/waterstof.

Nederlandse projecten
Naast het reguliere programma was er een publieke sessie over het Nederlandse perspectief op de implementatie van de EU Green Deal. Eén van de maatregelen van deze deal is het instellen van strengere normen voor energiezuinige gebouwen. Nederland heeft op dit gebied al concrete stappen gezet. Bijvoorbeeld met de inzet van hybride warmtepompen. Tijdens de sessie wordt een studie gepresenteerd naar de inzet van deze efficiënte systemen bij 200 huishoudens en de impact op de gebouwde omgeving. Een ander project betreft het gebruik van waterstof voor verwarming. Het Nederlandse project ‘Stad aan 't Haringvliet’ is een goed voorbeeld van de impact die waterstof kan hebben op de energietransitie.

Andere landen inspireren
Annemarije Tillema, directeur van NVI-GO: “De energietransitie is in volle gang. Onze maakindustrie levert nu al de oplossingen om het binnenklimaat van gebouwen duurzamer te maken. Het is essentieel de krachten breed te bundelen en samen te werken in de nieuwe economie. Dat doen we binnen de NVI- GO en daarbuiten. Bijvoorbeeld met de installatiebranche in Team Duurzaam Installeren 500. Maar ook rondom de uitdagingen met het elektriciteitsnetwerk, die het tempo van de verduurzaming en verdere ontwikkeling beïnvloeden. Alleen samen komen we tot een nieuw energiesysteem. Als Nederlandse maakindustrie willen we hiermee ook andere landen inspireren.” De hybride warmtepomp staat ook centraal op de agenda. Recent zijn de meetresultaten van 120 woningen met een hybride warmtepomp gepresenteerd. Walid Atmar, manager kennisontwikkeling en innovatie bij NVI-GO geeft de Europese verwarmingsindustrie kijkje in dit ‘demoproject hybride’: “Door het installeren van een hybride cv-installatie daalde het gemiddeld gasgebruik in de woningen met 75%. Het is een mooie kans de kennis en bevindingen van het onderzoek met de Europese sectorgenoten te delen”.

Waterstofhybrides in Groningse waterstofwijk

Gepubliceerd op

In de Groningse waterstofwijk Wagenborgen worden deze week de eerste bewoners aangesloten op waterstofhybrides. 33 woningen worden binnenkort verwarmd met een hybride warmtepomp in combinatie met een cv-ketel op 100% waterstof – een primeur. De installatie is het sluitstuk van de zogeheten hybride route, waarbij de woningen worden geïsoleerd, een hybride warmtepomp wordt geïnstalleerd, en de restvraag wordt ingevuld met duurzaam gas – in dit geval waterstof.

Wagenborgen is één van de eerste wijken in Nederland die wordt aangesloten op een waterstofnetwerk. Samen met Groninger Huis, Enexis, Energiewacht, Eelshuis, Essent, Baas B.V. en de dertig bewoners, werkt Intergas aan het aardgasvrij maken van de wijk. Op 5 juli wordt de Waterstofwijk Wagenborgen feestelijk geopend.

Hybride route
De 33 jaren 70-woningen van Groninger Huis zijn eerst allemaal verduurzaamd tot energielabel B. Ondertussen heeft netbeheerder Enexis ervoor gezorgd dat waterstof getransporteerd kan worden door de bestaande gasleidingen. De laatste stap in de realisatie van het project is het aansluiten van de waterstofhybrides van Intergas. “Het is een mooi voorbeeld van hoe de hybride route er in de praktijk uitziet”, zegt Gerrit Zijlstra, projectleider vanuit Intergas. Het is de eerste keer dat de waterstofhybride op wijkschaal wordt geïnstalleerd. Intergas heeft installateurs van Energiewacht opgeleid om deze hybrides te kunnen installeren en te onderhouden. “De waterstof cv-ketel is zo ontworpen dat hij straks in de massaproductie meekan”, zegt Zijlstra.

Lokale groene waterstof
De groene waterstof waarmee de huizen worden verwarmd, wordt op termijn opgewekt bij een agrarisch bedrijf net buiten het dorp. Daar komt straks een elektrolyser te staan, die de lokaal opgewekte zonne- en windenergie direct om kan zetten in groene waterstof. Een belangrijk doel van het project is dan ook om te kijken hoe de bestaande gasinfrastructuur zo goed mogelijk hergebruikt kan worden voor het transport van waterstof. Voor de bewoners die niet mee wilden doen, is een nieuwe gasleiding aangelegd. Door nu ervaring op te doen met waterstofleidingen en toepassingen, kunnen we als de inzet van groene waterstof op grotere schaal beschikbaar is, snel opschalen.

Hybride als eindoplossing
Naast ervaring opdoen met het gebruik van waterstofleidingen, is een belangrijk doel van het project om aan te tonen dat gebruik van waterstof in de gebouwde omgeving technisch haalbaar is. Op deze manier kunnen relatief oudere huizen toch volledig duurzaam verwarmd worden zonder dat daar een verzwaring van het elektriciteitsnetwerk voor nodig is.
De hybride warmtepomp draait zoveel mogelijk op duurzaam opgewekte stroom en op koude momenten schakelt hij over naar waterstof. Door die restvraag in te vullen met duurzaam gas, wordt met dit project aangetoond dat de hybride route een eindoplossing voor aardgasvrij wonen is.

Actuele kennis voor ontwerp en realisatie gesloten bodemenergie-systemen

Gepubliceerd op

Met het actualiseren van ISSO-publicatie 73 komt er actuele kennis beschikbaar voor het ontwerpen en realiseren van gesloten bodemenergiesystemen. De inhoud van de publicatie is volledig herzien en aangepast aan alle inzichten en regelgeving van vandaag. ISSO-publicatie 73 is vooral van toepassing op het gebruik van gesloten bodemenergiesystemen in de woningbouw en kleine utiliteitsbouw.

ISSO-publicatie 73 biedt veel nieuwe kennis voor het ontwerp, de realisatie en het beheer van het ondergrondse deel van gesloten bodemenergiesystemen. De publicatie volgt ook het ontwerpproces zoals beschreven in de BRL SIKB 11000. Het betekent dat deze ISSO-publicatie de ontwerp-, detailengineering- en realisatiefase van gesloten bodemenergiesystemen behandelt en daarbij aansluit op de BRL 11000, het Protocol 11001 en de Leergang Bodemenergie. Al deze informatie vertaalt de nieuwe publicatie naar een praktijkgerichte toepassing. De beheerfase wordt beperkt behandeld.

Theoretische basis
Deze publicatie gaat onder andere in op het thermisch rendement, de werking van een bodemwarmtewisselaar, de hydraulische weerstand, warmtetransport in de bodem maar ook het ontwerpproces. In de beschrijving van de ontwerpfase is er onder meer aandacht voor verschillende typen gesloten bodemenergiesystemen. Denk dan aan verticale bodemwarmtewisselaars, horizontale en ring-collector bodemwarmtewisselaars, spiraalvormige bodemwarmtewisselaars of aardwarmtekorven. Verder komen aandachtspunten aan de orde bij het bepalen van de energievraag en het vermogen, of het documenteren van het ontwerp.

Ingaan op de details
In het deel van de publicatie dat de detailengineering beschrijft, gaat het bijvoorbeeld over de diverse onderdelen van het hydraulische circuit en de drukverliesberekeningen. Bij de kennis over realisatie en beheerfase is er aandacht voor onder meer horizontale leidingen, sparingen voor muurdoorvoer, afdichten boorgaten en testen en opleveren.
De publicatie werkt het thermische ontwerp van een gesloten bodemenergiesysteem uit aan de hand van drie voorbeelden. Een belangrijk onderdeel in een melding- of vergunningaanvraag van een gesloten bodemenergiesysteem is de zogeheten effectenstudie negatieve interferentie. Op basis van de gratis tool ITGBES toont de publicatie ook de uitwerking van enkele voorbeelden van interferentie.

Handvat voor gehele proces
Dit alles maakt dat ISSO-publicatie 73 ‘Ontwerp en realisatie van gesloten bodemenergiesystemen’ een handvat biedt voor het gehele proces. Deze ISSO-publicatie sluit aan bij ISSO-publicatie 72, die ingaat op het ontwerp en de uitvoering van het bovengrondse deel van individuele warmtepompsystemen voor woningen. Ook deze publicatie is recent in een volledig herziene versie gepubliceerd.

De nieuwe publicatie is beschikbaar via ISSO Open op www.isso.nl

Nieuwe publicatie over bodemgebonden warmtepompen verschenen

De herziene ISSO-publicatie 72 biedt de professional actuele kennis voor het ontwerpen, realiseren en onderhouden van bodemgebonden warmtepompsystemen. Deze recent ...

Nieuwbouw met bodemwarmte

Een oude boerderij in Vaassen heeft plaatsgemaakt voor een vrijstaande nieuwbouwwoning, voorzien van een bodemwarmtepomp. Samen met een 178 meter ...

Adviseur bodemenergie nu ook ondergronds actief

Techniplan Adviseurs heeft de certificering behaald voor het ontwerp van het ondergrondse deel van open bodemenergiesystemen. Hiermee ontwikkelt het adviesbureau ...

Bodemwarmtepomp geschikt voor conventionele radiatoren

 Deze zomer komt Nefit Bosch met een nieuwe bodemwarmte-pomp voor zowel nieuwbouw als bestaande bouw: de Compress 7800i LW(M)F. Deze ...

Nederlandse verwarmings-industrie maakt brede doorstart

Gepubliceerd op

De Nederlandse maakindustrie die werkt aan een duurzaam binnenklimaat voor de gebouwde omgeving heeft zich verenigt in de nieuwe stichting NVI-GO. De stichting is een brede doorstart van de Nederlandse Verwarmingsindustrie (NVI). De NVI-GO is nu de paraplu waaronder verschillende verenigingen (voorheen secties) samenwerken. Hierbij verzorgt NVI-GO de verbinding en samenhang tussen de technologieën en de positionering. Op die manier behartigt NVI-GO de belangen van de maakindustrie, is ze gesprekspartner voor de overheid én levert ze een concrete bijdrage aan de reductie van CO2 in de woningbouw en utiliteit.

Annemarije Tillema, directeur van NVI-GO: “Nederland zit midden in een energietransitie en we moeten de CO2-uitstoot terugdringen. Onze maakindustrie biedt gezamenlijk de oplossingen om het binnenklimaat van gebouwen comfortabeler én duurzamer te maken. Dit alles met betaalbare, innovatieve oplossingen en steeds afgestemd op de specifieke situatie. Hiermee lopen we in Nederland voorop. Het is de uitdaging deze voorsprong met doelgerichte programma’s te behouden en samen met alle stakeholders verder te versnellen. Hierbij werken we graag samen verenigingen en branches die deze beweging kunnen versterken.”

Snellere besluitvorming
Om zijn doelen te bereiken heeft NVI-GO een nieuwe organisatiestructuur met een stichting en een bestuur waarin de voormalige secties als verenigingen vertegenwoordigd zijn. De afgevaardigden in het bestuur hebben mandaat van hun vereniging, waardoor snellere besluitvorming mogelijk is. Door met alle verenigingen vanuit verbinding samen te werken, opereert NVI-GO als collectief en kan het verduurzaming versnellen.

Aansluiten
De nieuwe stichtingsstructuur maakt het makkelijker voor andere verenigingen om aan te sluiten bij NVI-GO. Zij kunnen eenvoudig meedoen met bestaande programma’s, zoals de hybride route, legionella of milieudatabase. Op die manier kan iedere vereniging profiteren van de bestaande kennis en ervaring en bijdragen. Bovendien kunnen zij vanuit hun expertise nieuwe programma’s initiëren en invullen.

Toekomst
Mogelijke toekomstige programma’s van NVI-GO zijn circulariteit, duurzaam tapwater, all electric, energieopslag of groen gas/waterstof. Een ander aandachtspunt van de NVI-GO is de aantrekkelijkheid voor bestaand en toekomstig technische talent dat nodig is om de innovatieve oplossingen te installeren.

Forse besparingen met hybride cv-installaties

Door het installeren van een hybride cv-installatie daalt het gemiddeld gasgebruik in een woning met 75%. Om deze besparing te ...

Hybride in de warmtetransitie

De hybride warmtepomp is de minimale norm vanaf 2026. Welke bijdrage kan deze hybride leveren aan de duurzaamheidsamibities van gemeentes ...

De Nederlandse Verwarmingsindustrie krijgt nieuwe voorman

Met ingang van 1 januari 2021 zal Anne Jaap Deinum aantreden als branchemanager van de Nederlandse Verwarmingsindustrie. Hij volgt daarmee ...

Ook wtw douchewater nu onderdeel Nederlandse Verwarmingsindustrie

De Nederlandse Verwarmingsindustrie heeft een nieuwe sectie toegevoegd: Douchewater & warmteterugwinning [D-wtw]. Q-Blue, Technea Duurzaam en Dutch Solar Systems hebben ...

13 miljard euro voor verduurzaming woningen

Gepubliceerd op

Vorig jaar is onder meer het aardgasverbruik in woningen met zo’n 15 procent gedaald, zijn zo’n 100.000 warmtepompen geplaatst, verdubbelde het aantal subsidieaanvragen en kregen meer dan tweehonderdduizend woningen een beter energielabel. Dat blijkt uit de voortgangsrapportage Versnelling verduurzaming gebouwde omgeving. Om de verduurzaming nog verder te versnellen heeft het kabinet een aanvullend pakket van 900 miljoen euro samengesteld speciaal voor lagere en middeninkomens. Tot en met 2030 wordt in totaal 13 miljard euro geïnvesteerd in verduurzamingsmaatregelen voor de hele gebouwde omgeving. Daar bovenop komt 1,5 miljard euro voor de verduurzaming van woningen in Groningen.

Het kabinet heeft als doel om voor 2030 2,5 miljoen woningen te isoleren, met focus op de 1,5 miljoen slecht geïsoleerde woningen. Vorig jaar is het aantal woningen met slechte E-, F-, en G-labels met zo’n 55.000 gedaald. Nu zijn er nog zo’n 1,4 miljoen van dit soort slecht geïsoleerde woningen; uiterlijk 2029 moeten al deze huizen zijn verduurzaamd tot minimaal een D-label. Vorig jaar nam ook het aantal woningen met C- en D-labels af met zo’n 75.000, terwijl het aantal woningen met A-label of beter met maar liefst 200.000 is toegenomen. Ook het aantal aanvragen voor Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE) verdubbeld. En die stijging zet zich door in de eerste vier maanden van dit jaar. Vooral de verkoop van warmtepompen laat een forse groei zien. In 2022 zijn er 100.000 geïnstalleerd, waarvan 50.000 in de bestaande bouw en in het eerste kwartaal van 2023 ligt de verkoop al op 42.000 warmtepompen.

Investering van 13 miljard
Tot en met 2030 wordt 13 miljard euro geïnvesteerd voor verduurzamingsmaatregelen in de gebouwde omgeving. Hierin zitten middelen om te zorgen dat iedereen mee kan doen, ook huurders en woningeigenaren met lagere en middeninkomens. Voor deze groep is het aanvullend pakket van 900 miljoen euro aan maatregelen genomen. Daar bovenop wordt nog 1,5 miljard euro beschikbaar wordt voor de verduurzaming van woningen in Groningen.  Het kabinet sprak via de nationale prestatieafspraken met  woningcorporaties af om sneller te verduurzamen, het niet meer verhuren van huurwoningen met E-, F- en G-labels vanaf 2029, het aardgasvrij maken van 450.000 woningen, én het toekomst-klaar isoleren van 675.000 sociale huurwoningen. Verder zet het kabinet in op huurverlaging voor woningen met slechte energielabels, het nationaal isolatieprogramma voor eigenaren van koopwoningen in kwetsbare wijken met veel energiearmoede, gerichte ontzorging voor verduurzamen van VvE’s, subsidie voor lokale bewonersinitiatieven en doe-het-zelf-initiatieven en de aanpak van energiearmoede en ondersteuning door energiefixers.

Verduurzamen van collectieve installaties

Verduurzamen van collectieve installaties Energy Bridge verduurzaamt collectieve installaties van wooncomplexen en kantoren. Een gat in de markt. Vandaar dat ...

Geen planning bij woningcorporaties om woningen te verduurzamen

Woningcorporaties worstelen met de vraag hoe ze hun bestaande woningvoorraad moeten verduurzamen. Met name de onzekerheid over technische oplossingen en ...

Vooral jongeren hebben ambitie om hun woning te verduurzamen

Ondanks dat het energielabel verplicht is sinds 2008, weten vier van de tien Nederlanders niet welk energielabel hun woning heeft ...

Gasloze herstelstraat voor autoschade

Gepubliceerd op

In Waalwijk is het nieuwe hoofdkantoor van Van Mossel Automotive Group verrezen. In het pand werken zo’n 450 mensen, waarvan 25 in de autoschadeherstelstraat. De werkwijze in het pand is duurzaam, efficiënt en netjes. Daar hoorde ook een gasloze uitvoering van de installaties bij.

Zo zijn er twee spuitcabines met elektrische verwarming en twee zonder verwarming gerealiseerd. “Ook hebben we twee bedrijfsverwarmingsinstallaties met warmtepompaansluiting en warmte-terugwininstallatie verwezenlijkt”, licht Martin Hofland van Wiltec toe, het bedrijf dat de installaties verzorgde. “De perfecte oplossing voor een gasloos pand. We hebben een speciaal systeem ontwikkeld, zodat alle aan- en afvoerkanalen op één plek samenkomen. Alle installaties en cabines zijn door ons klantspecifiek ontworpen, getekend, geproduceerd en geïnstalleerd.”

Gasloos renoveren met warmtepomp en convectoren

NIBE en Jaga organiseren op donderdag 15 april samen een gratis webinar waarin de mogelijkheden worden besproken om bestaande woningen ...

Luxe appartementen nu gasloos dankzij luchtwarmtepompen

Op de Koemarkt in Purmerend staat een compleet nieuwe, multifunctionele evenementenlocatie: De Markthal. De naam en de uitstraling van het ...

Flexibel gasloos

Op de radio hoort Karel steevast een reclame van een bekend ketelmerk voorbij komen. De fabrikant biedt bij aanschaf van ...

Warmtepomp mét waterkoeler maakt kaasfabriek bijna gasloos

Voor een nagenoeg gasloos en duurzaam productieproces van verschillende kaassoorten is in een nieuw gebouw van kaasfabriek Rouveen Kaasspecialiteiten in ...

Bedrijven investeerden afgelopen jaar flink in energiezuinige technieken

Gepubliceerd op

Bedrijven investeerden in 2022 voor 3,5 miljard euro in energiezuinige technieken en duurzame energie. Dat is een stijging van 61% ten opzichte van het jaar ervoor, dat ook al een uitzonderlijk jaar was. Zij maakten hierbij gebruik van de Energie-investeringsaftrek (EIA), een fiscale regeling die gemiddeld 11 procent belastingvoordeel oplevert. Dit blijkt uit cijfers van het EIA-jaarverslag 2022 van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Met de EIA wil de overheid energiezuinige investeringen stimuleren en een impuls geven aan de energietransitie. Bijna 18.000 ondernemers vroegen EIA aan, dat is een stijging van 57% ten opzichte van het jaar ervoor. De 3,5 miljard euro aan investeringen zorgen voor een verdere vermindering van de CO2 uitstoot; van 1.074 kiloton CO2 in 2021 naar 1.753 kiloton CO2 in 2022, een afname van maar liefst 63%. De energiebesparing die de investeringen opleveren is vergelijkbaar met het jaarlijkse energieverbruik van ongeveer 539.000 huishoudens.

Zonnepanelen
Ondernemers uit uiteenlopende sectoren kunnen gebruik maken van de EIA, zoals bijvoorbeeld de land- en tuinbouw, detailhandel, transport, horeca en industrie. Bedrijven dienden de meeste aanvragen in voor zonnepanelen, led-verlichting en warmtepompen. Het meeste geld gaven ondernemers uit aan het energiezuiniger maken van bestaande bedrijfsprocessen, zonnepanelen en systemen voor het benutten van afvalwarmte.

Financiële stimulans
Al meer dan 25 jaar is de Energie-investeringsaftrek (EIA) een financiële stimulans voor Nederlandse ondernemingen. Bedrijven die investeren in technieken uit de zogenoemde Energielijst, kunnen via de Energie-investeringsaftrek (EIA) tot 45,5% van de investeringskosten aftrekken van hun fiscale winst.

EIA-jaarbericht
De gegevens uit het EIA- jaarbericht 2022 hebben betrekking op de periode van 1 januari 2022 tot 1 april 2023 (peildatum 1 april 2023). In deze periode zijn alle aanvragen ingediend voor de EIA-regeling van 2022.

Nieuw deel handboek duurzame energie in gebouwen

Het nieuwe Deel 8 ‘Duurzame Energietechniek’ van het ISSO Handboek Bouw- en Installatietechniek behandelt de toepassing van duurzame energie in ...

Gaan energiezuinigheid en comfort samen?

Woningeigenaren staan voor de complexe taak om hun bezit te verduurzamen. Bij de omschakeling naar een duurzame energievoorziening zijn er ...

Haagse vastgoedprojecten aangesloten op duurzame energievoorziening

In Den Haag slaan ontwikkelaar Stebru en Eneco de handen ineen. Er worden 1141 woningen en 9.311 m2 nieuw te ...

Slimme glazen gevel zorgt voor energiezuinige koeling en verwarming

Een glazen gevel met geïntegreerde zonnecellen en sensoren is uitgeroepen tot beste MKB-innovatie. De zonnecellen zorgen ervoor dat er altijd ...

Hybride in de warmtetransitie

Gepubliceerd op

De hybride warmtepomp is de minimale norm vanaf 2026. Welke bijdrage kan deze hybride leveren aan de duurzaamheidsamibities van gemeentes en woningcorporaties? Hoe zit het precies met de capaciteit bij producenten en installateurs en wat zijn verwachte toekomstige ontwikkelingen? Deze vragen staan centraal op het congres ‘Hybride in de warmtetransitie; de vragen beantwoord’ op 21 juni as. in TivoliVredenburg Utrecht.

Tijdens het congres worden de resultaten bekend gemaakt van het demonstratieproject Hybride warmtepompen in de gebouwde omgeving (www.demoprojecthybride.nl). Dit project is een samenwerking van de Nederlandse Verwarmingsindustrie (NVI), Techniek Nederland, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), Universiteit Utrecht en Universiteit Twente.

Versnelling in de warmtetransitie
In dit project zijn 200 hybride warmtepompen in verschillende woningen een jaar lang gemonitord om hun energieprestaties te meten (energetisch, financieel en CO2-reductie). De conclusie is dat de hybride warmtepomp op korte termijn een grote bijdrage kan leveren aan het reduceren van het gasverbruik in de gebouwde omgeving. En in combinatie met (groen)gas zowel voor de korte als de lange termijn een goede oplossing kan zijn voor een versnelling in de warmtetransitie.
Het congres is kosteloos toegankelijk voor iedereen die betrokken is bij de energie- en warmtetransitie, waaronder professionals bij gemeentes en woningcorporaties.
Het volledige programma staat op https://hybrideverwarmd.nl/programma/

Nieuw deel handboek duurzame energie in gebouwen

Gepubliceerd op

Het nieuwe Deel 8 ‘Duurzame Energietechniek’ van het ISSO Handboek Bouw- en Installatietechniek behandelt de toepassing van duurzame energie in gebouwen. het betreft vooral de kennis die nodig is bij de uitvoering van stap 2 in de Trias Energetica. De warmtepomp, de met biomassa gestookte cv-ketel en de brandstofcel komen uitgebreid aan bod. Ook is er aandacht voor toepassing van zonne- en windenergie.

Wie duurzame gebouwen wil realiseren kan niet meer om de toepassing van duurzame energiebronnen heen. Of het nu om nieuwbouw, renovatie of vervanging gaat, vrijwel altijd worden nieuwe opwekkingstechnieken toegepast die gebruik maken van hernieuwbare energie.

Trias Energetica
Deze duurzame energietechnieken geven invulling aan stap 2 van de drie-stappen-strategie voor energiebewust ontwerpen (volgens het ‘Energievademecum Energiebewust ontwerpen van nieuwbouwwoningen’). Deze strategie, ook wel Trias Energetica genoemd, bestaat uit de volgende drie stappen:

1. Beperk zoveel mogelijk de energievraag en voorkom onnodig energiegebruik.
2. Gebruik duurzame energiebronnen.
3. Pas eindige energiebronnen zo efficiënt mogelijk toe.

Voor stap 1 en 3 is de kennis uit een groot aantal andere ISSO-publicaties van toepassing.

Inhoud van Deel 8
Deel 8 ‘Duurzame Energietechniek’ van het handboek behandelt vooral alle kennis die nodig is bij de uitvoering van de tweede stap in de Trias Energetica. De warmtepomp, de met biomassa gestookte cv-ketel en de brandstofcel komen uitgebreid aan bod. Ook is er aandacht voor toepassing van zonne- en windenergie. Omdat in de praktijk meestal een tijdverschil optreedt tussen de opwekking en het gebruik van duurzame energie, komt hier steeds vaker ook een vorm van opslag bij kijken. Daarom is ook (kleinschalige) energieopslag een onderwerp dat in deze module aan de orde komt.

Indeling Handboek
Het nieuwe Handboek Bouw- & Installatietechniek bestaat straks uit in totaal negen delen:
Deel 1: Basis – verschenen;
Deel 2: Bouwfysica;
Deel 3: Bouwtechniek;
Deel 4: Werktuigkundige installaties;
Deel 5: Binnenklimaat techniek;
Deel 6: Sanitairtechniek;
Deel 7: Elektrotechnische installaties;
Deel 8: Duurzame energietechniek;
Deel 9: Model kwaliteitsborging gebouwde omgeving – verschenen.

Als de serie compleet is, staat alle basiskennis over de meest uiteenlopende onderwerpen van bouw- en installatietechniek bij elkaar in één uitgave. Het nieuwe Handboek Bouw- & Installatietechniek is op dat moment beschikbaar als online handboek, maar ook als gedrukte uitgave. Wie het handboek wil inzien en/of gebruiken, kan terecht op ISSO Open

Nieuwe lector Duurzame Gebouwde Omgeving

Gepubliceerd op

Per 1 september 2023 start Ingrid Janssen als lector Duurzame Gebouwde Omgeving bij Avans Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht. Zij is op dit moment werkzaam als associate professor Real Estate Management aan TIAS School for Business and Society, en lid van de Raad van Commissarissen bij Wooninc. Jacomine Ravensbergen, lid van College van Bestuur van Avans Hogeschool, ziet de komst van Janssen als een uitstekende versterking: “Met haar halen we iemand binnen die echt impact gaat maken op de grote maatschappelijke uitdagingen voor de gebouwde omgeving in Nederland en Europa. De uitdagingen rondom duurzame, toekomstbestendige gebouwde omgeving vragen om een lector die zowel inhoudelijke kennis van de bouw bezit als het vermogen om, in samenwerking met partners uit het werkveld, nieuwe oplossingen te zoeken.”

Anita van Pol, directeur van Avans Academie voor Duurzame Gebouwde Omgeving (ADGO), over de aanstelling: “ADGO is blij met haar komst. Samen met onze docenten zal zij de studenten ook inspireren de toekomst vorm te geven. Onze studenten nemen het stokje van de huidige generatie over en zij dienen de skills te hebben om te zorgen voor een versnelling van de technische en sociale innovaties.”

Kloof tussen overheid en burger verkleinen
Henk Spies, lector van het programma Mind the Gap, dat zich richt op de kloof tussen overheid en burger, kijkt uit naar de verbinding met Janssen. “Zij wil zich richten op een toekomstbestendige aanpak van wonen en wijken. Haar manier van denken, haar netwerk en haar ervaring geeft een impuls aan onze ambitie van interdisciplinair samenwerken rond complexe wijken en aan verbindingen tussen onderzoek, praktijk en onderwijs.” Nina Kramer, onderzoeker bij het lectoraat Duurzame Gebouwde Omgeving, vult daarop aan: “Ik verheug me op de samenwerking met Janssen vanwege de combinatie van vakkennis, positieve houding en vermogen om over de grenzen van eigen expertise heen te kijken.”

Versnellen van de verduurzamingsopgave
Voor Janssen zelf komt de kans om lector bij Avans te worden op het juiste moment: “Ik verheug me enorm op de samenwerking met andere lectoren en onderzoekers binnen het Center of Expertise Veiligheid & Veerkracht. Het multidisciplinaire karakter van het team lectoren spreekt me erg aan. Ook al heb ik een bouwkundige achtergrond, ik ben me erg ervan bewust dat de vraagstukken in de gebouwde omgeving zoals het woningtekort en de verduurzaming vragen om het slim verknopen van kennis uit verschillende disciplines. Zo kunnen er mooie kruisbestuivingen ontstaan.”

Duurzaam én toekomstbestendig
Janssen: “Zelf zou ik het begrip duurzaamheid iets breder willen zien dan gebouwd met duurzame materialen en energiezuinige installaties. Ik spreek graag over toekomstbestendig. Een gebouwde omgeving met oog voor toekomstige generaties, opgewassen tegen klimaatveranderingen en met een menselijke maat. Daar waar het fijn is elkaar te ontmoeten, leefbaar en veilig is.”

Opgave ligt in bestaand stedelijk gebied
Namens de Provincie Noord-Brabant feliciteert Rick van den Berg, programmamanager Wonen, Werken en Leefomgeving, Avans met de komst van Janssen: “Er ligt een gigantische opgave in de bestaande stad. Hoe kunnen we stedelijke gebieden verder verdichten, het woningaanbod divers houden en het voorzieningenniveau op peil houden? Dit is een complexe ontwerpopgave, omdat we tegelijkertijd ook ruimte willen reserveren voor water en groen. Janssen is een expert in haar vakgebied, ze doorziet de belangen in de gebouwde omgeving goed. Een onmisbare kwaliteit voor praktisch relevant onderzoek in het ruimtelijke domein. Ik nodig haar en het lectoraat uit om hier een bijdrage aan te leveren.”

Nieuwe naam voor Installatie Vakbeurs Hardenberg

Installatie Vakbeurs wordt Installatie Vakdagen. De nieuwe naam sluit volgens de organisator beter aan bij de veranderende informatiebehoefte in de ...

Nieuwe algemeen directeur Van Dorp

Martin ten Brummeler is per 1 maart jl. is benoemd als Algemeen Directeur van Van Dorp installatiebedrijven. Ten Brummeler is ...

Warmteservice opent opnieuw drie vestigingen

Warmteservice heeft op 19 december een vestiging in Zutphen geopend. De start van deze vestiging onderstreept de groeiambities van het ...

Nieuwe directeur TKI Bouw en Techniek

Op 1 december 2022 start William van Niekerk als directeur van TKI Bouw en Techniek, het Topconsortium voor Kennis en ...

Onwetendheid over duurzame warmte

Gepubliceerd op

De laatste jaren is er veel te doen over het verduurzamen van woningen. Voor professionals in de branche is het onderwerp steeds meer de norm aan het worden, maar hoe zit dat met de consument? Weten consumenten wat de opties zijn om te verduurzamen en wat de voor- en nadelen van verschillende systemen zijn? Uit onderzoek van Jaga Climate Designers blijkt dat er veel onwetendheid over is. Zo heeft 64% van de ondervraagden geen idee wat er bedoeld wordt met de termen warmteopwekker en afgiftesysteem en wat de verschillen zijn.

Bert Kriekels, Sales Directeur Jaga: “Wij vinden dat verduurzaming voor iedereen toegankelijk moet zijn.” Jaga heeft in samenwerking met Markteffect onderzoek gedaan naar 1.000 woningeigenaren met een eigen koopwoning in Nederland. Uit het onderzoek blijkt dat bijna 75% van de ondervraagden duurzaamheid bij het kopen van een woning belangrijk of erg belangrijk vindt. Ook geeft 69% aan gedeeltelijk of zelf duurzame oplossingen aangebracht te hebben, zoals isolatie, zonnepanelen, HR++ glas of een warmtepomp. Kriekels: “Dat zijn goede ontwikkelingen. Door het nieuws rondom het milieu en de invoering van de warmtepomp, gaat verduurzamen van de woning steeds meer leven bij de consument. De wil om te verduurzamen is er dus steeds meer, maar vaak mist de inhoudelijke kennis over hoe de systemen precies werken en wat alle opties zijn.”

Onderzoeksresultaten
Uit het onderzoek blijkt dat 64% van de respondenten het verschil niet weet tussen een warmteopwekker en een afgiftesysteem. Kriekels: “We kunnen de consumenten niet kwalijk nemen dat ze het verschil niet weten tussen deze twee componenten. Er komen ook steeds meer opties en mogelijkheden bij.” De warmtepomp (74%), de cv-ketel (84%) en hr-ketel (73%) zijn wel bekend bij de consument als mogelijkheden om een woning te verwarmen. Dat is ook niet zo gek als we zien dat de warmteopwekker bij mensen thuis vaak nog een cv-ketel of hr-ketel is. Slechts 6% heeft een warmtepomp in huis. De traditionele radiatoren blijven het meest voorkomende afgiftesysteem, bij 77% bij de woningeigenaren.

Warmteopwekker vs. afgiftesysteem
Kriekels: “Er wordt momenteel gecommuniceerd in de media over warmtepompen als warmteopwekker. Dat is mooi, maar waar volgens ons nog een kans ligt, is dat de consument ook geïnformeerd wordt over het afgiftesysteem dat op een warmteopwekker wordt aangesloten. De kracht van een goed werkend verwarmingssysteem is dat alles op elkaar is afgestemd. Met gewone radiatoren en een warmtepomp krijg je het bijvoorbeeld bijna nooit behaaglijk warm in je woning. Je hebt daarvoor speciale lage temperatuurradiatoren nodig. Ook is isolatie een vereiste als je een warmtepomp in huis hebt.”

Verantwoordelijkheid voor de branche
“We zien dat de consument snel voor een herkenbaar afgiftesysteem kiest, zoals vloerverwarming. Hoewel hier veel duurzame voordelen aan zitten, is het zeker niet altijd de beste oplossing. Zo is het niet alleen lastig om vloerverwarming te plaatsen in een bestaande woning, het systeem werkt ook trager dan radiatoren. Je kan niet snel even de temperatuur aanpassen in huis. Het vervangen van traditionele radiatoren naar lage temperatuurradiatoren in een bestaande woning is een heel eenvoudige aanpassing. Het is de taak van installateurs en fabrikanten om de consument hier nog meer in mee te nemen. We moeten nog meer de voor- en nadelen belichten van alle systemen en helpen om de juiste keuze te maken. Dat is onze verantwoordelijkheid, om het makkelijker en overzichtelijker te maken voor de consument. Zo zorgen we samen voor een duurzamere toekomst.”

Gebouwde omgeving investeert flink in duurzame technieken

Bedrijven hebben in 2022 meer geïnvesteerd in innovatieve milieuvriendelijke technieken die in aanmerking komen voor belastingvoordeel. In de categorie gebouwde ...

Consument verwacht slimme woningen

Uit Amerikaans onderzoek komt naar voren dat consumenten in 2030 in een volledig duurzaam en slim willen wonen. 73 procent ...

Fabrikant warmtepompen zoekt bekendheid onder consumenten

Om met name haar warmtepompen nadrukkelijker onder de aandacht van de consument te brengen, is Daikin dit seizoen als sponsor ...

“Over vijf jaar kiest de consument nog steeds voor een hr-ketel”

De Telegraaf meldde gisteren dat installateurs nog geregeld huisbezitters adviseren om een moderne, zuinige cv-ketel te laten installeren in plaats ...

Productie zonnepanelen staat CO2-reductie in de weg

Gepubliceerd op

Bij de productie van zonnepanelen voor de bouwsector komt te veel CO2 vrij om de klimaatdoelen van 2030 te halen. Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau Metabolic in opdracht van Dutch Green Building Council (DGBC). Ook hebben zonnepanelenproducenten nog onvoldoende plannen om milieuvriendelijker te produceren. Terwijl dat wel nodig is, zeker omdat door de woningbouwopgave de vraag naar zonnepanelen naar verwachting blijft stijgen.

Metabolic en DGBC analyseerden in hun onderzoek de CO2-uitstoot van de productie van verschillende materiaalsoorten en producten voor de bouwsector. De meest impactvolle productgroepen werden onder de loep genomen. De toegepaste bouwmaterialen en producten die bij productie het meeste CO2 uitstoten, zijn staal, beton, glas, isolatie en installaties. In die laatste categorie vallen ook de zonnepanelen. Die zijn verantwoordelijk voor 88 procent van de uitstoot in de installatiebranche.

Reductie blijft steken
Met de huidige manier van produceren blijven producenten en leveranciers van staal, beton, installaties, isolatie en glas steken op 48 procent CO2-reductie in 2030, terwijl 60 procent nodig is. “Radicaal anders bouwen én produceren is daarom nodig om de klimaatdoelen te halen”, laat Laetitia Nossek van DGBC weten. “De installatiebranche, met zonnepanelenproducenten voorop, lijkt zich nog niet te realiseren dat er snel actie nodig is.”

Uitdagend
De grotere vraag naar bouwmaterialen door de nieuwbouwopgave, maar ook in toenemende mate de renovatieopgave, staat op gespannen voet met de doelen om de CO2-uitstoot te verminderen. De grote toepassing van zonnepanelen leidt met de huidige productiemethoden tot een verdubbeling van de uitstoot. Waar bij staal, beton en isolatie de verantwoording helder is en de zoektocht naar duurzamere alternatieven gaande is, blijft de installatiebranche achter. De zonnepanelenproducenten zijn het minst duidelijk over de uitstoot die de gebruikte materialen veroorzaken, constateerden de onderzoekers.

Productie is vervuilend
Zonnepanelen zijn uitgerekend noodzakelijk als opwekker van duurzame energie, voor nieuwbouw maar ook zeker bij de bestaande gebouwen. Sinds 2019 is de vraag naar zonnepanelen alleen maar toegenomen, en met de woningbouwopgave van bijna een miljoen woningen tot 2030 blijft deze vraag stijgen. “Zonnepanelen drukken inmiddels heel hard op de CO2-voetafdruk van de gebouwde omgeving”, zegt Nossek.

Nieuwe manier van produceren
De sector moet om, adviseren de onderzoekers. Dat betekent stoppen met de productie van vervuilende materialen en overstappen naar alternatieve producten. Toni Kuhlmann van Metabolic legt uit : “De uitstoot van de productie moet omlaag en we moeten minder nieuwe materialen en installaties toepassen. Naast de energietransitie is een grootschalige transformatie nodig naar een circulaire (bouw)economie: minder materialen gebruiken, bouwmaterialen toepassen die geen CO2 uitstoten bij de productie, en veel meer hergebruiken en/of biobased materialen toepassen.” Nossek besluit: “Zonder circulaire oplossingen heb je ook geen CO2-neutrale bouwkolom", besluit Nossek.

Installatiebranche dringt gebruik van verpakkingen flink terug

Gepubliceerd op

Eén jaar na de presentatie van het Brancheplan Verpakkingen slaagt de installatiebranche er al in om aanzienlijk minder verpakkingen te gebruiken. Bij de 35 deelnemende bedrijven is de hoeveelheid papieren en kartonnen verpakkingen met 10% afgenomen en van plastic verpakkingen met 12%. De deelnemende bedrijven plakken inmiddels 13% minder stickers op verpakkingen en in 16% van de gevallen kiezen ze voor een duurzaam alternatief voor het bedrukken van emballage. Techniek Nederland en de Federatie Elektrotechniek (FEDET) maakten de resultaten in het Bouwhuis in Zoetermeer bekend.

De technieksector presenteerde het Brancheplan Verpakkingen in maart 2022 aan staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat. Doel van het plan is om 20% minder plastic en kartonnen verpakkingen te gebruiken in 2025. Bovendien wil de branche dat de verpakkingen die dan nog worden gebruikt, volledig recyclebaar zijn. Het Brancheplan richt zich op het verduurzamen en verminderen van verpakkingen én op het hoogwaardig hergebruiken van verpakkingsmaterialen.

Voorbeeld voor andere branches
Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland is tevreden over de eerste resultaten. “Het mooie van dit plan is dat de partijen die deelnemen dat niet doen omdat het moet, maar omdat ze er zelf in geloven. Als sector zetten we hiermee een flinke stap op weg naar een circulaire economie. Hopelijk zijn we daarmee ook een voorbeeld voor andere branches.” Terpstra vindt wel dat financiële en facilitaire ondersteuning vanuit de overheid nodig is om het Brancheplan uit te bouwen en nóg meer vaart te geven.

Ultiem voorbeeld van ketensamenwerking
Directeur Anne-Jaap Deinum van FEDET en gastheer van de bijeenkomst ziet de samenwerking binnen het Brancheplan als een belangrijk resultaat. “Dit is een ultiem voorbeeld van optimale ketensamenwerking. Als fabrikanten, groothandel en installateurs elkaar op deze manier weten te vinden is er veel mogelijk. Ik ben ervan overtuigd dat we de doelstellingen gaan halen.”

Onontgonnen gebied
Laurens de Vrijer, programmamanager Circulariteit bij Techniek Nederland, vindt het belangrijk dat de eerste resultaten van het Brancheplan niet zijn behaald met een wetenschappelijke, maar met een praktische benadering. “Dit is nog grotendeels onontgonnen gebied. We leren dus terwijl we bezig zijn.”

Drie werkgroepen
Om de plannen in praktijk te brengen, zijn drie werkgroepen in het leven geroepen: Inkoop, Pilots en Monitoring. De werkgroep Inkoop ontwikkelde inkoopvoorwaarden voor verpakkingen. De werkgroep Pilots ging aan de slag met zes concrete proefprojecten: Kratten, bakken en retourafspraken, QR-codes, Wisselbox, Piepschuim, Zakjes verdunnen en afbreekbaar maken en Afvalloze bouwplaats. De monitoring van het plan is op verzoek van de branche in handen van Rijkswaterstaat. Op basis van de ervaringen in het eerste jaar zijn de doelstellingen van het Brancheplan inmiddels aangescherpt.

Alle Daikin VRV-systemen in Europa nu beschikbaar met gerecycled koudemiddel

Daikin Europe breidt zijn circulaire economie-programma verder uit naar alle VRV-units die in heel Europa worden geproduceerd en verkocht. Dit ...

Water recyclen

Met de Hydraloop is Nederland een interessante innovatie rijker. Het systeem recyclet douche- en badwater en daar profiteren zowel het ...

Technische Unie ontvangt prijs voor recyclen gereedschap

Groothandelsketen Technische Unie heeft de eerste Recycle Power Award ontvangen. Deze prijs wordt vanaf nu jaarlijks uitgereikt aan het bedrijf ...

Ventilatieslangen van gerecyclede plastic flessen

Qlimato, een nieuw bedrijf in Nederland met als specialisme flexibele ventilatieslangen en geluiddempers, introduceert thermisch geïsoleerde ventilatieslangen gemaakt van polyesterwol ...

Gebouwde omgeving investeert flink in duurzame technieken

Gepubliceerd op

Bedrijven hebben in 2022 meer geïnvesteerd in innovatieve milieuvriendelijke technieken die in aanmerking komen voor belastingvoordeel. In de categorie gebouwde omgeving is - net als vorig jaar - het grootste bedrag geïnvesteerd: €1.671 miljoen. Deze investeringen zijn in 2022 significant gestegen met 43% en kan mede worden verklaard door de inhaalvraag in de bouw na de coronaperiode. Daarnaast spelen de gestegen bouwkosten als gevolg van hogere grondstofprijzen een rol.

Dit blijkt uit het jaarverslag MIA\Vamil dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) publiceert. Dit jaarverslag geeft een beeld van innovatieve milieuvriendelijke technieken en bedrijfsmiddelen waarin bedrijven in 2022 met fiscaal voordeel van de MIA\Vamil hebben geïnvesteerd en hoeveel er is geïnvesteerd in verschillende branches. Via onder andere de fiscale regelingen Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) maakt de overheid het investeren in vernieuwende milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen extra aantrekkelijk.

Belastingvoordeel bijna verdubbeld
In totaal hebben in 2022 meer dan 11.000 ondernemers aanvragen ingediend. Er is in totaal over een investeringsbedrag van bijna €4 miljard MIA\Vamil aangevraagd. Dit is een stijging van zo’n 15 procent ten opzichte van een jaar eerder (2021: €3,5 miljard). Het totaalbedrag aan belastingvoordeel dat ondernemers naar verwachting via de MIA\Vamil ontvangen, komt in 2022 uit op €229 miljoen euro, bijna een verdubbeling vergeleken met een jaar eerder. Dit netto fiscale voordeel was in 2022 €119 miljoen. Hierbij wordt het per 2022 verhoogde budget (€169 miljoen MIA) volledig benut en wordt daarnaast geput uit de opgebouwde meerjarige budgetreserve van de MIA. Daarbij is het MIA budget per 2023 verder verhoogd.

Groei innovatieve duurzame investeringen
Mogelijke verklaringen voor de groei zijn gestegen grondstofprijzen en de toegenomen belangstelling voor verduurzaming als gevolg van de hoge gasprijzen. Ook zijn de MIA-aftrekpercentages per 2022 verhoogd, waardoor er per investering meer fiscaal voordeel naar ondernemers gaat. Mogelijk heeft dit ondernemers extra gestimuleerd om van de regelingen gebruik te maken. De investeringsbedragen per melding zijn in 2022 fors hoger dan in voorgaande jaren. Dit komt onder meer doordat de grens van €25 miljoen naar €50 miljoen per bedrijfsmiddel en per belastingplichtige in 2022 is verhoogd voor bepaalde technieken op de Milieulijst.

Duurzaam warmte- en koudesysteem voor nieuwbouw

De gemeente Amsterdam en Eneco hebben een overeenkomst gesloten voor de aanleg van een van de grootste duurzame warmte- en ...

Nederlandse installateurs voorop in duurzaamheid

Nederlandse installateurs lijken voorop te lopen met het werken aan projecten waarbij rekening wordt gehouden met duurzaamheid. Dit komt naar ...

Investering voor versnelling energietransitie met hybride warmtepompen

Het Zuid-Hollandse energie-innovatiefonds ENERGIIQ en duurzaam investeerder Fair Capital Partners Impact Investing gaan investeren in HeatTransformers. Het bedrijf is gespecialiseerd ...

Woningcorporaties investeren honderden miljoenen in verduurzaming

Door forse investeringen in woningverbetering zijn woningcorporaties hard op weg om gemiddeld energielabel B in 2021 te bereiken. Dat blijkt ...

Duidelijkheid over toepassing waterstof in norm

Gepubliceerd op

NEN 1078 geeft de prestatie‐eisen voor ontwerp, aanleg en beproeving van gasleidinginstallaties met een nominale werkdruk tot en met 500 mbar (0,05 MPa) van gebouwgebonden systemen in een niet‐industriële omgeving. Deze norm wordt aangepast om ook het gebruik van waterstof mogelijk te maken. Belanghebbenden kunnen de aanvullingen op het normontwerp tot 1 juli inzien en commentaar geven.

Er is behoefte aan zoveel mogelijk duidelijkheid over de veiligheidsaspecten bij het uitvoeren van pilots en de verdere uitrol van waterstoftoepassing. Dit geldt voor alle betrokken partijen en met name voor opdrachtgevers, installateurs, fabrikanten en bevoegd gezag. Deze behoefte leidde in 2021 tot een verzoek van het ministerie van BZK om de bestaande NEN 1078 aan te vullen naar aanleiding van de meest recente ontwikkelingen op het gebied van waterstof.

Commentaar
Belanghebbenden kunnen tot 1 juli 2023 de aanvullingen op het normontwerp inzien en reageren via www.normontwerpen.nen.nl. De aanvullingen zijn opgenomen in een apart te downloaden document.

Verduurzaming door flexibel te voorzien in energie

Gepubliceerd op

De energieflexibiliteit van een gebouw is de mate waarin de energiebehoefte en de energieproductie van een gebouw kunnen reageren op externe prikkels. Een (prijs)prikkel moet ervoor zorgen dat gebouwen extra vermogen vragen als er bijvoorbeeld een te groot aanbod van duurzame energie is of juist de vraag verminderen als er te weinig aanbod is. Dat staat in het TVVL Klimaattechniek (/KT) - 42 rapport ‘Energieflexibiliteit in gebouwen’. Het rapport biedt inzicht in hoe gebouwen kunnen bijdragen aan het verduurzamen van de energievoorziening door het flexibiliseren van de energiebehoefte. Voor dit rapport is ook een aanvullend document beschikbaar waarin een projectmatige aanpak wordt beschreven voor het in kaart brengen en ontsluiten van de energieflexibiliteit van een gebouw.

In de traditionele energievoorziening volgt de energieproductie de energiebehoefte. Bij de duurzame energievoorziening is het aanbod van duurzame energie niet stuurbaar. Om zo veel mogelijk gebruik te maken van de beschikbare duurzame energie is het zinvol als de energiebehoefte de duurzame energieproductie enigszins kan volgen. Dit is het doel van energieflexibiliteit. TVVL Expertgroep Klimaattechniek heeft met medewerking van de expertgroepen Gebouwbeheer en – automatisering en Elektrotechniek een rapport samengesteld dat inzicht biedt in manieren waarop de flexibilisering van de energiebehoefte ertoe leidt dat gebouwen kunnen bijdragen aan het verduurzamen van de energievoorziening.

Vorm van energieopslag
Energieflexibiliteit wordt in zijn algemeenheid gerealiseerd door een vorm van energieopslag. Dit kan een batterij zijn, maar ook een voorraadvat met warmwater. Het rapport beschrijft dat de massa van het gebouw zelf een thermische buffer is die gebruikt kan worden om energieflexibiliteit te realiseren. Daarnaast kan door het clusteren van vele gebouwen in combinatie met min of meer flexibel te schakelen apparatuur energieflexibiliteit opleveren. Ook is gekeken naar complexe factoren zoals energieflexibiliteit in samenhang met de andere gebouwsystemen en innovaties op het gebied van voorspellende regelingen.

Zowel het technische rapport als het aanvullende document is beschikbaar via het online platform van TVVL.
Technisch Rapport Energieflexibiliteit van gebouwen
Technisch Rapport Energieflexibiliteit van gebouwen, aanpak

Verduurzamen van collectieve installaties

Verduurzamen van collectieve installaties Energy Bridge verduurzaamt collectieve installaties van wooncomplexen en kantoren. Een gat in de markt. Vandaar dat ...

Geen planning bij woningcorporaties om woningen te verduurzamen

Woningcorporaties worstelen met de vraag hoe ze hun bestaande woningvoorraad moeten verduurzamen. Met name de onzekerheid over technische oplossingen en ...

Vooral jongeren hebben ambitie om hun woning te verduurzamen

Ondanks dat het energielabel verplicht is sinds 2008, weten vier van de tien Nederlanders niet welk energielabel hun woning heeft ...

The Green Village

Gepubliceerd op

PROEFTUIN VOOR INSTALLATIETECHNIEK

In The Green Village wordt de techniek van morgen getest. Het openlucht-laboratorium op de TU Delft Campus bestaat sinds 2017 en is een doorslaand succes. In de loop der jaren zijn er ruim honderd innovaties getest, waaronder een significant aantal op het gebied van installatietechniek. IZ ging op bezoek en sprak met Pieter van Schaik, Projectmanager duurzaam bouwen & renoveren.

Op het terrein van The Green Village staan verschillende panden, waarin nieuwe technieken worden uitgetest. Dat gebeurt op initiatief van uiteenlopende partijen. Van bij wijze van spreken fabrikanten, tot kennisinstellingen en start-ups die voortgekomen zijn uit de TU Delft.

Circulariteit
Op dit moment is onder andere circulariteit een belangrijk thema. Maar waar in bouwkundige concepten al forse stappen worden gezet, blijft de installatietechniek wat achter. Daar zijn verschillende oorzaken voor aan te wijzen. Betrokken partijen worstelen soms met de materialisatie, zeker als ze ook nog biobased varianten willen gebruiken. Daarnaast kunnen demontabiliteit, ruimtebeslag en firmware of software updates een belemmering vormen, licht Van Schaik toe.

Elektrische cv-ketel
Een ander thema is verduurzaming van bestaande gebouwen. Daarbij is natuurlijk volop aandacht voor all-electric concepten. Zo test Heatleap op dit moment de iCV in een proefwoning in The Green Village. Met deze elektrische cv-ketel kunnen bestaande woningen eenvoudig de overstap maken van stoken op aardgas naar 100% elektrisch verwarmen. De iCV levert ook warm water. Het systeem bestaat uit verschillende onderdelen, waaronder een elektrische infrarood cv-ketel, PV-panelen en een zonneboiler die tot 50% hernieuwbare elektriciteit en warmte leveren. De overige helft kan worden voorzien door klimaatneutrale energie van de leverancier. Opslag van warmte gebeurt in de warmteboiler.

Installatie
De iCV kan zonder bouwkundige aanpassingen in een dag tijd worden geïnstalleerd in een bestaande woning. De installatie komt op de plaats van de aardgasgestookte cv-ketel, er is enkel een drie-fase aansluiting nodig. PV-panelen en zonnecollector komen op het dak en er wordt gebruik gemaakt van het warmte-afgiftesysteem van de woning. Het grote voordeel van het systeem is het ontbreken van bewegende delen, waardoor het onderhoudsarm is. In vergelijking met een lucht-water warmtepomp is het bijkomende voordeel dat er geen buiten-unit is en dat het geen geluidsoverlast oplevert.

Peak-shaving
Een interessante mogelijkheid van het systeem is het dempen van piekbelasting op het elektriciteitsnet door de vraag van stroom uit te stellen of juist naar voren te trekken. Voor de voorziene piekbelasting kan de woning al worden voorverwarmd en tijdens de piekbelasting kan de opgeslagen warmte uit de zonneboiler aangesproken worden. Met deze smart-grid aansluiting kan optimaal gebruik gemaakt worden van schone energie en kan worden bespaard op de elektriciteitsrekening.

Nieuwe warmtepomp
Een andere interessante innovatie die wordt getest is de Tarnoc-turbineketel, een nieuw soort warmtepomp gebaseerd op de techniek die wordt gebruikt voor de airconditioning in vliegtuigen en bij het vloeibaar maken van aardgas. Wanneer je dit proces omdraait, kun je warmte maken.

Koudemiddel
Een groot verschil met reguliere warmtepompen is dat de turbineketel van Tarnoc geen fluorhoudend koudemiddel rondpompt, maar pure buitenlucht. Met de buitenlucht als 100% natuurlijk koudemiddel wordt warmte uit de lucht gehaald via een compressor en tot 80 graden afgegeven aan het bestaande verwarmingssysteem. Met een COP van 2 (bij -10°C) is de turbineketel een mogelijke een-op-een vervanger van de cv-ketel.

Bestaande woningen
De volledig elektrische turbineketel heeft geen buitenunit. Met deze oplossing is het mogelijk om bestaande woningen energiezuiniger en aardgasvrij maken zonder ingrijpende aanpassingen te hoeven doen. Zelfs als deze woningen beperkt geïsoleerd zijn.

Andere trends
Tijdens de rondgang over het terrein van The Green Village vertelt Van Schaik over andere belangrijke ontwikkelingen, zoals de toenemende systeemintegratie, prefabricage en de strengere geluidsnormen. Vooral warmtepompen krijgen hier nu volop mee te maken. Hoewel het soms lijkt alsof de meeste ontwikkelingen in de klimatisering plaatsvinden, staat ook de sanitairwereld niet stil, verduidelijkt Van Schaik.

Regenwater toilet
Zo wordt in één van de bewoonde huizen het regenwatertoilet getest van uitvinder Pim Wijnakker. Het is een eenvoudig systeem, waarbij een extra stortbak aan het plafond van het toilet of de badkamer wordt bevestigd. Dit kun je helemaal wegwerken met een verlaagd stukje plafond. Hier wordt het regenwater via de regenpijp in opgevangen. Het toilet wordt eerst met dit water doorgespoeld en als deze stortbak leeg is, schakelt dit systeem zonder elektra automatisch over op drinkwater. Het is mogelijk om meerdere regenwaterreservoirs als legoblokken aan elkaar te bevestigen en zo nog meer regenwater op te vangen. In een interview met Dunea vertelde Wijnakker vorig jaar al waarom zo’n testperiode in The Green Village zinvol is. “In principe is het product vrijwel af maar we gebruiken deze periode in The Green Village om het nog verder te verbeteren. Zo ontdekten we een vervelend druppelend geluid wanneer de stortbak met regenwater leeg was. Ook zijn we aan het kijken hoe we met behulp van filters de gelige kleur van het regenwater uit het water kunnen krijgen”, aldus Wijnakker.

2023
Het voert te ver om alle innovaties die worden getest te belichten, vandaar dat we er maar drie uitgeplukt hebben. Ook dit jaar gaan weer interessante trajecten van start. Zo worden onder andere diverse energiebuffers getest en op verschillende manieren gekeken hoe we op een simpele en betaalbare manier gevels kunnen vergroenen om hittestress te voorkomen. Voor alle duidelijkheid: in The Green Village vindt niet het hele testtraject van een nieuw product plaats. Het gaat om de fasen 4-6 van de internationale Technology Readiness Level standaard. Pas in fase 9 wordt een nieuwe oplossing daadwerkelijk op de markt gebracht

Meer weten?
Surf naar www.thegreenvillage.org

Openlucht-laboratorium

Onderzoekers, studenten, start-ups, ondernemers en overheden werken op The Green Village elke dag aan de innovatieopgaven van vandaag en morgen. De focus ligt hierbij op drie thema’s: Duurzaam bouwen en renoveren, Toekomstig energiesysteem en Klimaatadaptieve stad. Op The Green Village onderzoeken, experimenteren, valideren en demonstreren kennis- en onderwijsinstellingen, ondernemingen, overheden én burgers hun duurzame innovaties. Op elk thema kunnen er innovaties getest worden op de bestaande state-of-the-art infrastructuur. The Green Village beschikt onder andere over bewoonde rijtjeshuizen, kantoorgebouwen, straten en een waterstof-, gelijkspanning- en warmtenet. Eindgebruikers en bewoners houden je scherp en zorgen dat je na een testperiode op The Green Village echt klaar bent om de stap te zetten naar implementatie en opschaling. The Green Village is ook de ontmoetingsplek waar alle stakeholders bij elkaar komen om kennis te brengen, te halen en uit te wisselen.

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Minister De Jonge opent BouwBeurs 2023

Vanmorgen heeft minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening BouwBeurs 2023, het grootste bouwevent van Nederland, officieel geopend ...

Energietransitie centraal op BouwBeurs 2023

Van maandag 6 tot en met vrijdag 10 februari vindt BouwBeurs 2023 in Koninklijke Jaarbeurs plaats. Centraal staat de transitie ...

Strengere handhaving op apparatuur met F-gassen

Apparaten zoals airco’s, industriële koelinstallaties en warmtepompen worden doorgaans gekoeld met schadelijke koudemiddelen (F-gassen). In de praktijk blijkt dat deze ...

Subsidie voor de F-Gassen opleiding

Voor de opleiding F-Gassen Categorie 2/warmtepompen geldt bij WasCollege vanaf het nieuwe jaar een subsidieregeling van 1.000,- euro. Het gaat ...

‘PVT-panelen scoren beter dan een standaard zonnepaneel’

Gepubliceerd op

Triple Solar heeft een levenscyclusanalyse (LCA) laten uitvoeren om de milieu-impact van haar PVT-warmtepomppanelen in kaart te brengen. De PVT-panelen blijken zo’n 40% beter te scoren dan een standaard zonnepaneel. In een LCA wordt niet gekeken naar de energie-efficiëntie van een systeem, maar naar alle materiaalstromen van een product. Van grondstofwinning tot afvalverwerking. Het resultaat van een LCA wordt uitgedrukt in een milieuprofiel: de milieukostenindicator (MKI). Deze indicator geeft meer dan alleen de CO2-uitstoot aan. Zo wordt er bijvoorbeeld eveneens gekeken naar verzuring van de bodem, aantasting van de ozonlaag en het uitputten van materialen (bron: Nationale Milieudatabase).

Sinds 28 februari zijn de PVT-warmtepomppanelen van Triple Solar opgenomen in de @Nationale_Milieudatabase (NMD). Ze scoren zo’n 40% beter dan een standaard zonnepaneel. Voor een opname van de milieuscore in de NMD moet een product aan verschillende eisen voldoen. Onder meer dient de LCA te zijn uitgevoerd door een onafhankelijk erkend LCA-bureau en gevalideerd door een erkende NMD-toetser.

Brede duurzaamheid
Via de NMD kunnen betrokkenen bij bouwprojecten onderbouwde materiaal- en installatiekeuzes maken op basis van de milieu-impact ervan. Dankzij deze NMD kan de milieu-impact van gebouwen ook beter gecommuniceerd worden en er eisen aan worden gesteld. Voor de burgerlijke en utiliteitsbouw wordt de totale milieu-impact uitgedrukt in een Milieu Prestatie Gebouwen (MPG)-score. Voor MPG-berekeningen zijn de PVT-panelen vanaf nu in te vullen in de daarvoor bedoelde rekeninstrumenten.
Cees Mager, founder en CEO van Triple Solar: “De opname in het NMD is een officiële erkenning van de brede duurzaamheid van onze PVT-warmtepomppanelen. Maar dat niet alleen. Samen met onze leveranciers gaan we eraan werken om de milieu-impact van onze producten nog verder te verminderen.”

Nog eens 10 miljoen groeikapitaal voor PVT-warmtepomp

Triple Solar, uitvinder van de PVT-warmtepomp en bijbehorende PVT-warmtepomppanelen, heeft met pensioenfonds ABP een belangrijke nieuwe aandeelhouder aangetrokken om ook ...

Subsidie op warmtepomp voor PVT-systemen

Ook voor de Triple Solar PVT-warmtepomp 3.5 geldt nu de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE). Woningeigenaren met een woning ...

Lichtgewicht PVT-warmtepomp in de prijzen

Met haar nieuwe lichtgewicht PVT-warmtepomp heeft Triple Solar de Cobouw Award gewonnen in de categorie Innovatie. De jury loofde de ...

PVT-warmtepomp met propaan als koudemiddel

Tijdens de beurs Duurzaam Verwarmd introduceert Triple Solar een warmtepomp met propaan als koudemiddel. De warmtepomp werd specifiek ontwikkeld voor ...

Maar een derde bedrijven maakt budget vrij voor verduurzaming bedrijfspand

Gepubliceerd op

Ruim twee derde van de Nederlandse bedrijven maakt te weinig geld vrij voor de benodigde verduurzaming van bedrijfspanden, blijkt uit recent onderzoek van Heijmans onder 420 bedrijven. Bedrijven willen wel: drie kwart van de verantwoordelijken (76%) geeft aan dat er concrete toekomstplannen zijn om hun pand te verduurzamen. Dit staat namelijk binnen nu en drie jaar op de planning. Maar vaak is er onvoldoende kennis over de mogelijkheden én een te krap budget. Zes op de tien van de ondervraagden (61%) geeft aan dat het (deels) onduidelijk is welke mogelijkheden er allemaal zijn om het pand te verduurzamen.

Toch wordt de noodzaak om te verduurzamen steeds groter: vanaf 2024 zijn grote bedrijven verplicht te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu volgens de Europese richtlijn Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Van de ondervraagde organisaties die CSRD-plichtig zijn, is de meerderheid van de gebouwbeheerders en -eigenaren nog niet bezig met de CSRD-richtlijn die volgend jaar van kracht gaat. Bijna drie kwart van hen (73%) is (deels) op de hoogte van de aankomende richtlijn. In slechts 19 procent van de gevallen is de organisatie al bezig met verduurzaming van het pand. De meest genoemde plannen om het bedrijfspand te verduurzamen zijn zonnepanelen (58%), ledverlichting (44%), klimaatbeheersystemen (36%) en dak- en of muurisolatie (36%).

“Tijd om actie te ondernemen”
Bart Breedijk, programmamanager duurzame huisvesting bij Heijmans: “De nieuwe richtlijn maakt heel duidelijk zichtbaar welke bedrijven zich inzetten voor verduurzaming. Het is nu tijd om actie te ondernemen. Steeds vaker is duurzaamheid een voorwaarde om zaken te doen. Deze noodzaak wordt ook gezien door onze klanten. Bij verschillende opdrachtgevers is het daarnaast belangrijk om verduurzaming te koppelen aan andere dossiers, zoals imago, kostenbeheersing en eisen die opdrachtgevers en overheid stellen. Door bedrijfspanden voor te bereiden op de uitdagingen van de toekomst, verhoog je niet alleen de vastgoedwaarde, maar ook de waarde voor de gebruiker. Voor de lange duur. Dat noemen wij toekomstvastwaarde.”

Het onderzoek van Heijmans is uitgevoerd in november 2022 onder 420 respondenten, allen (mede)verantwoordelijk voor beslissingen met betrekking tot beheer, onderhoud en/of verduurzaming van bedrijfspanden in Nederland.

Uitdaging: energieneutrale ijsbanen

Gepubliceerd op

Kunstijsbanen en energieprijzen, daar is veel over te doen. Hoe zorg je ervoor dat ijsbanen snel verduurzamen, dat ze klimaatneutraal en energiezuinig worden? De KNSB breekt zich daar het hoofd over. Daikin, hoofdsponsor en specialist in koelen en verwarmen, denkt mee. “In 2040 moeten alle ijsbanen energieneutraal kunnen zijn.”

Op de vraag of het mogelijk is om in 2040 alle ijsbanen in Nederland energieneutraal te maken, antwoorden de Daikin-experts Alphons Stevens en Bauke Hulsebosch volmondig: Ja. “Zeker als er een dak op die ijsbaan zit”, zegt Hulsebosch. Stevens: “Voor bestaande bouw zal het wel lastig zijn, maar voor nieuwbouw moet dit kunnen. Zeker!” Ze geven wel eerlijk toe dat er op weg naar dat ideale plaatje ‘nog wat uitdagingen’ te overwinnen zijn.

Taskforce
Maar daaraan wordt al hard gewerkt. Eind 2021 richtte de KNSB, samen met onder meer NOC*NSF en de Vereniging Kunstijsbanen Nederland, de Taskforce Verduurzaming IJsbanen op. Dat was voordat Poetin Oekraïne binnenviel. Als gevolg van die oorlog stegen de energieprijzen, wat ook de 22 kunstijsbanen in ons land raakt. Een versnelde verduurzaming van deze accommodaties, onmisbaar voor de schaatssport, blijkt ineens hard nodig. Het actieplan van de taskforce kwam geen dag te vroeg…

Hart voor het schaatsen
Bij Daikin volgen ze dit verhaal op de voet. Het van oorsprong Japanse bedrijf, actief op het gebied van airconditioningsystemen, is sinds 2018 hoofdsponsor van de KNSB. “Wij hebben hart voor het schaatsen en de kennis in huis om echt mee te helpen aan het verduurzamen van ijsbanen”, zegt Edwin Hoogerwerf, Managing Director van Daikin Nederland. “We denken graag mee, om ervoor te zorgen dat de schaatssport in Nederland kan blijven bestaan.”

Ervaring
Met name bij de Italiaanse tak van Daikin bestaat al ruime ervaring met ijsbanen. Dochterbedrijf Zanotti was betrokken bij de bouw van meer dan 25 ijs(hockey)stadions. Het leverde onder meer de koelinstallaties voor ijshockey- en curlinghal bij de Winterspelen van Turijn in 2006. Later volgden grote stadions in onder meer Astana (Kazachstan), Minsk (Wit-Rusland) en Moskou (Rusland). Daikin levert ook de vriesinstallaties voor mobiele ijsbanen, bijvoorbeeld van Disney on Ice. Het bedrijf is geen aannemer die stadions bouwt, maar zorgt binnen die gebouwen wel voor de installaties die het ijs maken en de lucht behandelen.

Totaaloplossing
“We praten het liefst over het hele complex”, zegt Bauke Hulsebosch, Manager Consulting Sales bij Daikin. “Het gaat om koelen, verwarmen, ventileren en wat ook belangrijk is: monitoren en regelen. De totaaloplossing moet energetisch zijn: wat voor energie gebruik je en wat doe je ermee? En het moet passen bij de situatie. Daar zit per ijsbaan wel verschil in.” Dat laatste is helemaal waar: alle 22 ijsbanen in Nederland hebben een compleet andere (energie)huishouding. De ene is al best ver met het verduurzamen van zijn installaties, bij de andere staat dit proces nog in de kinderschoenen.

Betrokken
Daikin maakt geen deel uit van de Taskforce, maar is wel betrokken bij diverse werkgroepen. Het bedrijf geeft cursussen aan ijsmeesters en adviseert sommige ijsbanen om het proces van verduurzaming in gang te zetten. “We raken steeds meer bij de ijsbanen betrokken, en dan vooral op de vraag hoe verduurzaamd kan worden”, vertelt Alphons Stevens, Manager SBU Applied bij Daikin (SBU staat voor strategische business unit). “Een grote aannemer kijkt bouwkundig mee, wij doen de energetische kant.”

Simpel verhaal
De energiehuishouding van een ijsbaan is ingewikkeld en voer voor specialisten. Maar als je het terugbrengt tot de kern is het best een simpel verhaal, vertelt Hulsebosch. “Je maakt ijs, dat is bevroren water, en voor die vriesinstallatie heb je energie nodig: gas of elektra. Om het ijspakket in stand te houden, moet je blijven vriezen. Om sporters en publiek een beetje aangenaam in de hal te laten vertoeven, moet je de lucht binnen verwarmen. Als je een slim systeem hebt, benut je daarvoor… de warmte die vrijkomt bij het ijs maken.”

Benutten van restwarmte
Hulsebosch: “Denk maar aan je koelkast thuis: die is van binnen koud en aan de achterkant warm. Energie gaat nooit verloren. Bij het maken van ijs, ofwel het koelen van water, komt warmte vrij. Daar kun je wat mee.” Dit is natuurlijk geen nieuwe ontdekking. Zo zijn er voorbeelden van ijsbanen die al gekoppeld zijn aan zwembaden. Met de warmte die vrijkomt bij het ijsmaken wordt het zwemwater op een aangename temperatuur gebracht. Toch zijn zulke combinaties meer uitzondering dan regel. Het benutten van de restwarmte kan nog veel verder worden doorgevoerd.

Nul CO2-uitstoot
In Alkmaar zetten ze al grote stappen bij sportcomplex De Meent. Daar wordt groene energie opgewekt, onder meer via een grote massa zonnepanelen, waarop de koelmachines draaien. De ijsbaan levert zijn restwarmte aan de aangrenzende  sporthal, wielerbaan en andere gebouwen. Op termijn zorgt dit complex voor nul CO2-uitstoot en levert het dus zelf opgewekte energie aan zijn directe omgeving. Hulsebosch: “Dit is een voorbeeld van zo’n moderne ijsbaan die straks geen energieslurper meer is, maar juist onderdeel van een energieneutraal gebouw, ENG in vakjargon, die zelfs restwarmte aan de omgeving levert.”

Energieneutraal
“Een ijsbaan ENG maken, ofwel energieneutraal krijgen, dat is heel goed mogelijk”, zegt Stevens. “Als je een goede schil neerzet, een slim gebouw, dan kun je het daarbinnen met de koelmachines en luchtbehandelingskasten heel goed energieneutraal maken. Als we nu naar de tekentafel gaan, zou dat bij wijze van spreken volgende week al kunnen.”

Combinatie
Hulsebosch: “Maar dan moet alles er omheen ook kloppen. De apparatuur is er nu al geschikt voor en die ontwikkelt zich nog verder door. Maar stand alone een ijsbaan neerzetten moet je niet meer doen. Je zult altijd een combinatie moeten maken: liefst bouw je een ijsbaan in combinatie met een zwembad, met daarbij ook woningen en/of kantoren. Plaats daar zonnepanelen en een windmolen bij en maak een gesloten circuit, waarin je de restwarmte van de ijsbaan benut voor die woningen/kantoren. Die maken ook dat het totale complex geld oplevert. Dit verhaal klinkt eenvoudig en dat is het eigenlijk ook. Wij zijn klaar voor de toekomst.”

Water door de Maas
De mannen van Daikin beseffen dat er nog wel wat water door de Maas zal stromen, voordat deze ideale ijsbaanwereld is gerealiseerd. Het bouwen ervan, of het omtoveren van bestaande banen tot zulke multifunctionele gebouwen, dat kost (vele) jaren en is afhankelijk van politiek draagvlak en particulier initiatief. In de tussentijd is het, zeker nu de energiemarkt ongewis blijft, noodzaak om in de dagelijkse bedrijfsvoering al besparingen te realiseren. Hulsebosch: “De overheid adviseert om thuis de thermostaat van de cv een graadje lager te zetten. Ook bij ijsbanen kun je kijken hoe je je energiegebruik kunt terugdringen.”

Deken over het ijs
Een ijsbaan die restwarmte van de koelmachine nog gewoon ‘affakkelt’, ofwel de buitenlucht in blaast, is eigenlijk niet meer van deze tijd. Moeten banen nog wel open zijn van begin oktober tot eind maart? Kan het ijs toe met iets minder harde koeling? Zijn er ook technische aanpassingen die energiegebruik kunnen besparen? Stevens: “We bekijken nu samen met een aannemer ook de mogelijkheid om ’s nachts, als er niet geschaatst wordt, een soort deken over het ijs te leggen. Daarmee voorkom je dat kou weglekt naar de lucht in de hal. Je hebt minder energie nodig om je ijspakket dik genoeg te houden en het kost je ook minder energie om de hal te verwarmen.”

Coole ijsbanen
Zo zijn er nog tal van besparingen te bedenken, waarmee niet alleen Daikin bezig is, maar waaraan ook vanuit de Taskforce Verduurzaming IJsbanen hard wordt gewerkt. Op het hoofdkantoor van de KNSB-hoofdsponsor in Capelle aan den IJssel blijven ze nauw betrokken bij die ontwikkelingen.
Hulsebosch: “Wij praten niet alleen over die koelmachine, warmtepomp of luchtbehandelingskast, maar over totaaloplossingen. Wij praten over geconditioneerde lucht: koelen, verwarmen en ventileren. In feite verkopen we lucht: geen gebakken lucht, maar aangename lucht. En dus ook ijs. We zorgen voor frisse scholen, gezonde kantoren en ook coole ijsbanen.”
Managing director Edwin Hoogerwerf: “Maar als er op korte termijn niks gebeurt, weten we zeker dat er ijsbanen afvallen. Dat moeten we met zijn allen zien te voorkomen, daarom is dit proces van verduurzaming zo belangrijk. Het liefst realiseer je er zelfs nog een paar ijsbanen bij.”

Geothermie voor regio Eemland

Gepubliceerd op

Larderel Energy gaat geothermie inzetten om de regio Eemland (Amersfoort, Eemnes, Baarn, Soest, Leusden, Bunschoten en Nijkerk) te voorzien van duurzame verwarming en elektriciteit. Hierbij leveren zeven centrales warmte aan een groot warmtenetwerk, waarmee het warme water van de centrales naar de gebruikers wordt getransporteerd. Met deze warmte kunnen onder andere woningen, kantoren, zwembaden en bedrijven van duurzame warmte voorzien worden. De duurzame stroom wordt aan het bestaande elektriciteitsnet geleverd.

Een groot voordeel van geothermie is dat de het een betrouwbare energiebron is, onafhankelijk van weersomstandigheden. Zo wordt ook duurzame energie geproduceerd als de zon niet schijnt en het niet waait. Geothermie is onafhankelijk van buitenlandse invloeden. Dit resulteert in een betrouwbare energierekening. Warmte uit geothermie is goedkoper dan verwarming met aardgas, en is tevens beter voor het klimaat. Daarnaast levert geothermie dezelfde temperatuur als nu de cv-ketel levert. Dit betekent dat een bewoner de bestaande verwarmingsinstallatie kan blijven gebruiken, en dus geen grote aanpassingen aan de woning nodig zijn. Zo kan de aardwarmte direct worden toegepast in de woning.

Geothermie wordt in Nederland al toegepast voor verwarming van kassen. Er zijn al 22 geothermielocaties gerealiseerd (zie https://geothermie.nl/geothermie/locaties-in-nederland/).

Scale-up haalt 125 miljoen euro op om de energietransitie te versnellen

Gepubliceerd op

Econic heeft 125 miljoen euro opgehaald bij een consortium van investeerders, die de snelgroeiende scale-up in staat moet stellen om bij te dragen aan het versnellen van de energietransitie in zowel Nederland als Duitsland. Met haar digitale platform en partnerships ontzorgt econic het verduurzamingstraject voor zowel consumenten en woningcorporaties, als projectontwikkelaars en bouwers. Daarbij neemt econic de regie over de installatie van apparaten zoals warmtepompen, zonnepanelen, batterijen en laadpalen.

Econic biedt keuze tussen koop of lease. In de lease-propositie wordt voor een vast bedrag per maand alle apparatuur geïnstalleerd en onderhouden. Het bedrijf is door een strategie van organische groei en enkele acquisities de afgelopen twee jaar explosief gegroeid. Op dit moment werken er meer dan 150 mensen bij het bedrijf.

Verandering in management
Vanwege deze nieuwe fase is besloten om de statutaire directie per direct aan te passen. De directie bestaat nu uit Joris Jonker (CEO), Jaap Smid (CFO) en Age Reijenga (COO). De rollen van voormalig directieleden en medeoprichters Jan-Willem van Wensem en Frits Verhoef wijzigen. Jan-Willem van Wensem neemt afscheid van econic en neemt zitting in de raad van advies. Frits Verhoef neemt de rol van Head of Impact op zich.

Immense opgave
Joris Jonker, CEO econic: “Om de doelen voor CO2-reductie in de gebouwde omgeving te halen, moeten er in Nederland per dag minstens duizend woningen worden verduurzaamd. Dit is een immense opgave, maar dankzij deze nieuwe investeringsronde zijn we in staat om hier een substantiële bijdrage aan te leveren. Ik beschouw het als een groot compliment dat een investeerder als Rabo Investments en financiers als Triodos, ASR en Rabobank ons de afgelopen jaren hebben gevolgd, inzagen dat wij een belangrijke rol spelen in het versnellen van de energietransitie en daar onderdeel van willen uitmaken. Daarnaast voelen wij ons zeer gesteund door Rinkelberg Capital en Meewind die met hun herhaalde commitment groot vertrouwen blijven uitspreken in onze aanpak en visie.”

Samen de vergroening van de huizenmarkt versnellen
Arjan van der Hout, Investment Director Rabo Investments: “Met het verduurzamen van zowel nieuwe als bestaande woningen geeft econic de hoogstnoodzakelijke energietransitie handen en voeten. Dit sluit naadloos aan bij onze ambitie om met Rabo Investments duurzame bedrijven te ondersteunen bij hun groeiplannen. Als actief betrokken aandeelhouder kijken wij ernaar uit om samen de vergroening van de huizenmarkt te versnellen.”
Jan Moulijn, Head Private Equity Rinkelberg: “Als betrokken investeerder staan wij innovatieve en duurzame start- en scale-ups (financieel) bij. Vanaf de eerste dag zijn we nauw betrokken bij econic en hebben we met eigen ogen gezien dat de visie en het concept aanslaan, waarmee ze een stevige bijdrage leveren aan het versnellen van de energietransitie. Gezien de groeiambities en de ervaring van het management zijn we verheugd om samen met hen en de nieuwe investeerders en projectfinanciers een stevig fundament onder de onderneming te leggen.”
Johan Swager, Directeur Fondsbeheer Meewind: “Meewind investeert bij voorkeur in succesvolle bedrijven die een stevig fundament voor een duurzame toekomst leggen en meer bijdragen dan een incidenteel project. econic heeft bewezen zo’n duurzame koploper te zijn. De resultaten tot nu toe, de groeiambities en de ervaring van de directie passen dan ook goed bij onze eigen ambitie. Meewind groeit graag mee met de bedrijven waarin het investeert en blijft die vervolgens steunen op hun groeipad.”

‘In utiliteit twee keer zoveel energiebesparing door WTW’

Gepubliceerd op

Een van de thema's van de internationale vakbeurs voor HVAC en water, ISH 2023, is energie-efficiëntie en duurzaamheid in gebouwen. In de verwarmingssector moeten alle bestaande mogelijkheden worden benut om de vereiste vermindering van CO2-uitstoot in gebouwen te realiseren. Belangrijk daarbij is het efficiënte gebruik van verwarmingsenergie via warmteterugwinning

De huidige energiesituatie heeft geleid tot een sterke toename van energiebesparende maatregelen. Naast de verschuiving naar hernieuwbare energiebronnen is een efficiënter gebruik van energie een doorslaggevende factor om onder andere een betrouwbare en betaalbare warmtevoorziening voor gebouwen te waarborgen. Vraaggestuurde ventilatiesystemen met warmteterugwinning kunnen een substantiële bijdrage leveren aan een efficiënt gebruik van verwarmingsenergie. Ze houden ventilatiewarmteverliezen laag door een groot deel van de warmte van de afgezogen lucht naar de aanzuigzijde over te brengen.

Utiliteitsgebouwen
Een studie van de Milieucampus Birkenfeld van de Trier University of Applied Sciences heeft het potentieel van deze technologie aangetoond. Uit de analyse van de impact van warmteterugwinning op de energiebesparing van centrale ventilatiesystemen in utiliteitsgebouwen bleek dat de aldus teruggewonnen warmte in 2021 een primaire energiebesparing opleverde van ruim 30 terawattuur per jaar (TWh/j). , een verdubbeling ten opzichte van 2011. Het is aannemelijk dat deze ontwikkeling zich de komende jaren zal voortzetten doordat oude installaties worden vervangen door nieuwe, efficiëntere systemen. Naast een grotere energie-efficiëntie verbetert de continue luchtcirculatie die wordt gecreëerd door ventilatiesystemen niet alleen de binnenluchtkwaliteit door het CO2-gehalte te beperken, maar zorgt het er ook voor dat verontreinigende stoffen en ziektekiemen worden verwijderd met de 'gebruikte' lucht. Bovendien profiteren mensen met een allergie van luchtfiltratie, terwijl de montage van bevochtigingssystemen op de ventilatiesystemen ervoor zorgt dat de aanbevolen minimale luchtvochtigheid in de kamer (40 procent) zelfs in de winter kan worden bereikt.

Woningen
Ook in woningen kan ventilatie met warmteterugwinning een aanzienlijke energiebesparing opleveren, zeker als het om energiezuinige woningen gaat. In dit geval is het warmteverlies door de gebouwschil zeer laag, zodat ventilatiewarmteverliezen een belangrijkere rol spelen. Zo kan vraaggestuurd ventileren met warmteterugwinning een besparing opleveren van 25 tot 50 procent verwarmingsenergie en een vergelijkbare verlaging van het CO2-gehalte. Tegelijkertijd zijn ventilatiesystemen met warmteterugwinning een voorwaarde voor gezonde lucht in energiezuinige gebouwen.

Op de beurs in Frankfurt am Main, van 13 tot 17 maart 2023, presenteren fabrikanten een breed scala aan centrale en decentrale ventilatiesystemen voor allerlei soorten ruimten in woon- en utiliteitsbouw.

De meest installatievriendelijke WTW-units met nieuwe slimme zoneringsoplossingen

Ventilatie wordt steeds vaker gezien als belangrijk onderdeel van een gezond, energiezuinig en comfortabel binnenklimaat. Zonering aanbrengen binnen ventilatie biedt ...

Verbeterde plafond WTW-HR unit

Door toepassing van nieuwe ventilatoren is de ventilatie-unit CFL van WOLF verder verbeterd. De EC-ventilatormotoren reduceren het stroomverbruik en zijn ...

Zeer compacte WTW-unit

Excellente Lucht In Kleine Woningen En Appartementen De nieuwe Flair 200 van Brink Climate Systems is klein van formaat, maar ...

Douche-wtw versterkt (hybride) warmtepomp

Badkamers worden luxer en zijn steeds vaker een ruimte voor ontspanning, met een grotere vraag naar warm tapwater als gevolg ...

Primeur: woningen met waterstof via bestaand gasnet

Gepubliceerd op

In Lochem worden in de wijk Berkeloord voor het eerst twaalf bewoonde woningen verwarmd met waterstof via het bestaande aardgasnet. Bij deze pilot onderzoekt Alliander op verzoek van de bewoners van deze monumentale panden of waterstof een goed alternatief is voor aardgas voor het verwarmen van woningen. Alliander werkt daarbij samen met onder andere LochemEnergie, Remeha en Westfalen Gassen Nederland BV.

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2050 7 miljoen woningen en 1 miljoen gebouwen van het aardgas af zijn. Daardoor verandert het energiesysteem en Alliander bereidt zich hierop voor. Waterstof is één van de alternatieven voor aardgas om woningen en gebouwen mee te verwarmen. Zo kan het een goed alternatief zijn voor met name woningen die moeilijk te isoleren zijn en waarvoor elektrische warmtepompen geen oplossing bieden, of in wijken waar geen warmtenet kan worden aangelegd. Een bijkomend voordeel is dat voor het transport van waterstof naar de woningen gebruik kan worden gemaakt van de gasleidingen die al in de grond liggen.

Unieke pilot
Arthur van Schayk, algemeen directeur Remeha: “De energietransitie moet versnellen en dat kunnen we alleen door als ketenpartners nauw samen te werken. Waterstof gaat, naast elektrificatie en warmtenetten, een belangrijke rol spelen in de verduurzaming van de bebouwde omgeving. Na de projecten in Rozenburg en Uithoorn hebben we nu in Lochem de primeur dat bewoonde woningen via het bestaande netwerk door middel van waterstof worden verwarmd. Met dit project willen we als fabrikant aantonen dat de Remeha cv-ketel voor waterstoftechnologie klaar is voor toepassing in de praktijk.”
Naast het feit dat in Lochem voor het leveren van waterstof het bestaande aardgasnet wordt gebruikt, is het ook een kans voor de bewoners om hun veelal monumentale woningen te verduurzamen met behoud van de waarde van hun erfgoed. Zowel bewoners als betrokken partijen hebben dan ook geïnvesteerd om deze pilot mogelijk te maken.

Veel voorbereidingen
Aan de overstap naar waterstof ging veel voorbereiding vooraf. Zo is onder meer aan de Stijgoord in Lochem door Westfalen een locatie gebouwd waar het waterstof in het bestaande gasnet wordt gevoed. In deze zogeheten invoed-installatie wordt de druk van het waterstof geregeld en wordt die voorzien van een geurstof omdat waterstof van nature geurloos is. De woningen zelf zijn eerst goed geïsoleerd. Vervolgens zijn de bestaande cv-ketels vervangen door de wereldwijd eerste gecertificeerde 100% waterstofketels van Remeha. In de straat zijn extra gasleidingen aangelegd om de woningen die niet meedoen aan de pilot te kunnen blijven voorzien van aardgas.

Werken aan het waterstofnet
Het onderhoud aan het waterstofnet gebeurt door netbeheerder Liander. Deze pilot is ook voor de netbeheerder een nieuwe stap. De werkzaamheden lijken in eerste instantie veel op het werk dat gasmonteurs dagelijks uitvoeren. Wel vraagt het om een aantal extra handelingen. Daarom heeft een groep monteurs eerder dit jaar een opleiding gevolgd, specifiek gericht op waterstof, in een speciaal voor dit doel gebouwd waterstofhuis in Apeldoorn. Begin september slaagde deze groep voor hun examen.

Drie jaar onderzoek
De pilot in Lochem duurt drie jaar. Zo kan voldoende ervaring worden opgedaan tijdens koude winters. De ervaringen worden vervolgens gedeeld met andere netbeheerders die plannen hebben voor vervolgprojecten met meer bewoners. Op die manier ontstaat steeds meer inzicht in hoe waterstof een aanvulling kan zijn bij de verduurzaming van bestaande woningen.
De pilot in Lochem is een samenwerking van burger-energiecoöperatie LochemEnergie, Remeha, Westfalen Gassen Nederland BV, Kimenai Installatiebeheer BV, Belangenvereniging Beschermd Stadsgezicht Berkeloord (BBSB) en Alliander. Mogelijk gemaakt door de gemeente Lochem en provincie Gelderland.

Proef met cv-ketels op waterstof mag van waakhond

Netbeheerder Liander mag een proefproject starten waarbij cv-ketels van huizen op waterstof overgaan. Toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft ...

Zuivere waterstofketel voor commerciële toepassingen klaar voor veldtesten

BDR Thermea Group, een fabrikant van binnenklimaatoplossingen, bereidt zich voor op de eerste real-life proeven van ketels op zuivere waterstof ...

Voorbereid op verwarmen met waterstof

De Vaillant ecoTEC plus is nu geschikt voor bijmenging van 20 procent waterstof aan het aardgas. De cv-ketel is getest ...

Woning op waterstof moet draagvlak creëren voor aardgasvrij gasnet

Sinds deze week stroomt er via een container waterstof naar een woning in het Zuid-Hollandse Stad aan ’t Haringvliet. In ...

Biogas voor verwarming en warmtapwater

Gepubliceerd op

Remeha zet in op de hybridisering van klimaat- en warmtapwaterinstallaties om het gasgebruik te minimaliseren. Via een samenwerking met scale-up Circ biedt de fabrikant haar klanten een nieuwe optie om installaties met biogas in plaats van aardgas te voeden.

Remeha en Circ produceren en leveren producten die elkaar aanvullen, waar het gaat om het reduceren of vervangen van het aardgasgebruik. Circ is een ontwikkelaar en producent van mini-vergisters – BioTransformers, zoals zij de apparaten noemen – die GFE-reststromen omzetten in biogas en biowater. Het biogas kan, zo nodig met een kleine nabewerking, aardgas vervangen en zo de verwarmings- of warmtapwaterinstallatie van een CO2-neutrale energiebron voorzien.

Groente- fruit- en etensresten
“Onze klanten voeden de BioTransformers hoofdzakelijk met groente- fruit- en etensresten”, vertelt Robert Kooloos, chief commercial officer bij Circ. “Daarmee produceren zij twee producten; biogas en biowater. Als het biogas vervolgens wordt gebruikt in de cv-toestellen, komt daarbij uitsluitend kortcyclische CO2 vrij. Deze CO2 uit voedselresten was anders bij verbranden of storten ook vrijgekomen. Het tweede product, biowater, is zeer rijk aan nutriënten en kan in veel gevallen als plantenvoeding worden gebruikt in bijvoorbeeld de land- en tuinbouw.” De BioTransformers van Circ zijn al te vinden in de hotelwereld en horeca, de zorgsector, de voedingsindustrie en andere sectoren met veel GFE-stromen.

“Biogas en groen gas kunnen belangrijke rol spelen”

“Remeha ziet in Circ een mooie partner waarmee onze adviseurs een extra oplossing voor handen hebben zodra zij klanten aan een efficiënte en CO2-neutrale verwarmings- of tapwaterinstallatie willen helpen” zegt Rick Bruins, business development manager bij Remeha. “In Nederland gebruiken we ongeveer 15 miljard kubieke meter aardgas in de gebouwde omgeving. Circa de helft daarvan gebruiken we in de utiliteit. Wij denken dat het realistisch is om via hybridisering het gasverbruik in de utiliteit uiteindelijk naar 2 miljard kubieke meter te reduceren. Die 2 miljard kuub zullen we door CO2-neutrale gassen moeten vervangen. Dat kan met waterstof, maar dat gas zal niet het volledige aandeel voor zijn rekening kunnen nemen. Daarom denken wij dat ook biogas en groen gas een belangrijke rol kunnen en zullen spelen.”

Zo’n 50 miljoen m3 aardgas vervangen
De BioTransformers die Circ ontwikkelt en produceert hebben verschillende capaciteiten. De kleinste verwerken 30 kilo per dag en de grootste 600 kilo GFE per dag. Het bedrijf produceert zowel de hardware als de software en zorgt dat de apparaten via een installateur bij de klant worden geïnstalleerd. “Onze klanten kopen de machine omdat zij hiermee meerdere doelen behalen. Ze vergroenen hun energievoorziening. Ze minimaliseren hun kosten voor het afvoeren van GFE-stromen. En sommige klanten kunnen het andere restproduct, biowater, goed gebruiken als voeding voor planten of leveren dit aan nabijgelegen locaties. In elk geval zorgen onze BioTransformers voor een duurzame businesscase die meestal in 2 tot 5 jaar is terugverdiend. Onze prognose is dat de toestellen die we in de jaren tot 2030 zullen verkopen in totaal zo’n 50 miljoen m3 aardgas kunnen vervangen”, zegt Kooloos.

Versnelling
Remeha en Circ willen via hun samenwerking een versnelling teweegbrengen; enerzijds in de hybridisering van cv- en warmtapwaterinstallaties, en anderzijds bij de inzet van biogas als vervanger van aardgas. “In veel horecabedrijven of voedingsindustrieën komen we als adviseur over de vloer omdat deze bedrijven willen verduurzamen”, zegt Bruins. “Maar lang niet overal is een all-electric oplossing mogelijk. Soms kun je bijvoorbeeld wel voor verwarming een warmtepomp gebruiken maar niet voor tapwater”. “En zelfs als een all-electric oplossing past, gaat Kooloos verder, “kan het alsnog interessant zijn om de BioTransformer te gebruiken. Puur omdat die bedrijven hun organische reststromen in dat geval effectief en rendabel voor verwarming en warmtapwater kunnen inzetten, en dus niet hoeven af te voeren.”

Praktijkvoorbeelden
Kortgeleden leverde Circ al een BioTransformers die feilloos samenwerkt met een cv-systeem van Remeha. Zorgcentrum de Koperhorst in Amersfoort kocht een BioTransformer50 – voor 50 kilo GFE-reststroom per dag – en gebruikt het geproduceerde biogas als energiebron voor de Remeha Quinta Ace cv-toestellen die het gebouw verwarmen. En in december wordt bij het Van der Valk Hotel in Gorinchem een BioTransformer200 -  voor 200 kilo per dag – geïnstalleerd. Het biogas van dat apparaat wordt gebruikt voor een Remeha cv-ketel, die straks met voorrang zal worden gestookt. Pas als er niet genoeg biogas is, zullen de in hybride geschakelde warmtepompen in werking treden. Volgend jaar zullen er nog enkele combinaties van een BioTransformer met Remeha cv-ketels worden geïnstalleerd, zoals bij Van der Valk Hotel Nuland en De Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwersluis.

 

Binnen een dag plannen voor een duurzame wijk

Gepubliceerd op

Amersfoort kreeg deze week tijdens Techathon 2022 verschillende innovatieve plannen voorgeschoteld. Zeven teams kregen één dag de tijd om plannen uit te werken voor een duurzame toekomst van de wijk Hoefkwartier. Ieder team bestond uit mbo-studenten, hbo-studenten en veelbelovende talenten van technische bedrijven. Uiteindelijk koos de jury voor het plan Next gen digitale wijk van team Croonwolter&dros/Haagse Hogeschool/mboRijnland.

De Techathon is een jaarlijks terugkerend spektakel. Studenten en professionele talenten krijgen de opdracht om in één dag tijd een concreet plan te maken voor een bestaande uitdaging in de openbare ruimte. Dit jaar ging het om de herontwikkeling van de wijk Hoefkwartier. De teams gingen  in de ochtend in alle vroegte aan het werk in Playground 33 in Amersfoort. De deelnemers moesten woekeren met de beschikbare ruimte, maar ook rekening houden met regels en randvoorwaarden op het gebied van klimaatadaptatie, circulariteit, energie, natuur en veiligheid.

Vijftig jaar vooruit
Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland en burgemeester Lucas Bolsius van de gemeente Amersfoort gaven het startschot. Terpstra maakte duidelijk dat de Techathon geen spelletje is: ‘We verbinden de praktijk van technische bedrijven met de ideeën van studenten op het mbo en het hbo. Dat is een serieuze zaak. Samenwerking en communicatieve vaardigheden worden steeds belangrijker in de techniek. Tijdens de Techathon moet je van die vaardigheden volop gebruikmaken.’ De burgemeester keek reikhalzend uit naar de plannen. Bolsius: ‘Hoefkwartier wordt een heel nieuw, spannend stuk stad, duurzaam en dynamisch. Met de herontwikkeling van de wijk moeten we weer vijftig jaar vooruit kunnen. Er zijn veel knappe koppen voor nodig om dat zover te krijgen. Deze talenten hebben we daarbij heel hard nodig.’

Digital-twin
De jury was verrast door de kwaliteit van de gepresenteerde plannen. De teams slaagden erin om de problemen op een originele manier en vanuit verschillende perspectieven te benaderen. Toch waren de juryleden het erover eens dat het plan van team Croonwolter&dros/Haagse Hogeschool/mboRijnland eruit sprong. Met name over het idee van de Digital-twin, een digitale wijk waarin het echte Hoefkwartier kan worden gesimuleerd en geregeld, was de jury enthousiast.

5.000 euro voor de winnaars
Na het verlossende woord van de juryvoorzitter kon algemeen directeur Erik van Engelen van Techniek Nederland de captain van team Croonwolter&dros/Haagse Hogeschool/mboRijnland de beker overhandigen. Een mooie trofee, maar captain Noëlle Choong was uiteraard óók blij met de cheque van 5.000 euro die haar team in ontvangst mocht nemen. Het winnende team krijgt verder een aantal vaktechnische boeken, een energietransitiespel én een circulair bierpakket. Al in december krijgen de winnaars de gelegenheid om de inhoud van hun plan voor de herontwikkeling van Hoefkwartier voor te leggen aan de gemeenteraad van Amersfoort.

Organisatie
Techniek Nederland organiseerde de Techathon in samenwerking met de gemeente Amersfoort en de kennisorganisaties Wij Techniek, ISSO en TVVL. Techathon 2022 komt voort uit de toekomstverkenningen voor de techniekbranche: CONNECT2025, SCENARIO2040 en CONNECT2030.

Duurzaam warmte- en koudesysteem voor nieuwbouw

De gemeente Amsterdam en Eneco hebben een overeenkomst gesloten voor de aanleg van een van de grootste duurzame warmte- en ...

Nederlandse installateurs voorop in duurzaamheid

Nederlandse installateurs lijken voorop te lopen met het werken aan projecten waarbij rekening wordt gehouden met duurzaamheid. Dit komt naar ...

Wedstrijdje circulair bouwen, renoveren en installeren

Het team Kuijpers/HvA//ROC Tilburg mag zich de winnaar noemen van de Techathon 2021, een prestigieuze wedstrijd voor installatiebedrijven en technische ...

Duurzaam warmte- en koudesysteem voor drie deelgebieden in Amsterdam

Energieleverancier Eneco gaat zorgen voor het collectief warmte- en koudenet voor verwarming, koeling en warm kraanwater in drie deelgebieden in ...

100 jaar oude kazerne stapt over op gasloze stadsverwarming

Gepubliceerd op

Fort Isabella, met haar geschiedenis als verdedigingswerk van ’s-Hertogenbosch en als kazerne, gaat over op een volledig gasloos verwarmings- en koelsysteem. Op vrijdag 21 oktober wordt het systeem geactiveerd. Twee Vughtenaren realiseren op het 10 hectare grote terrein momenteel een nieuwe samenleving waar wonen, werken, educatie en recreatie worden samengebracht.

Samen met OVVIA en Van Hout Installateurs en adviseurs heeft de Isabella Groep enkele jaren geleden een 2-staps strategie bedacht om het gasloze verwarmings- en koelingssysteem te realiseren. Ten eerste zijn alle bestaande (deels monumentale, meer dan honderd jaar oude) gebouwen geïsoleerd naar energielabel A of hoger. Daarnaast is op het terrein een netwerk van warmte en koude leidingen aangelegd die alle gebouwen verbindt met de (elektrisch aangedreven) energiecentrale. Hierdoor werkt het terrein als een warmtebatterij; in de zomer wordt overtollige warmte van de gebouwen opgeslagen in de grond en in de winter wordt dit opnieuw gebruikt. In de tussenseizoenen kan overtollige energie op de ene plek direct worden hergebruikt op een andere locatie. Door het ontwerp van het systeem kan dit zeer efficiënt gebeuren. De benodigde elektriciteit voor het systeem en het terrein wordt grotendeels geleverd door meer dan 1800 PV-panelen.

Samenwerking
Het terrein gaat hiermee van meer dan 1.800.000 m3 gas verbruik per jaar in het verleden (2004) naar een volledig elektrisch systeem dat grotendeels gevoed wordt door eigen PV-panelen. Voor zover bekend is Fort Isabella het eerste gecombineerde renovatie- en nieuwbouwproject dat overgaat op een volledig gasvrij systeem.
“De keuze om hier extra in te investeren was voor ons de enige juiste. Om een dergelijke herontwikkeling en verduurzaming te kunnen realiseren heb je de hulp en samenwerking met andere partijen nodig”, aldus Olivier Koning. Samen met Tjeerd Saatrube is hij initiatiefnemer van het project en eigenaar van het terrein. “Gelukkig zagen de gemeente Vught en de provincie Noord-Brabant direct de toegevoegde waarde van het plan voor de nieuwe samenleving voor de locatie zelf en de omgeving”, vervolgt Saatrube. Vanuit de gemeente Vught kwam de goedkeuring om het terrein van het COA te kopen en de medewerking aan de benodigde wijziging van het bestemmingsplan. Voor de Erfgoedfabriek was Fort Isabella een van de belangrijke militaire erfgoederen in de provincie. De door hen verstrekte subsidie heeft haalbaarheidsonderzoeken naar de verduurzaming mogelijk gemaakt.

Binnenklimaat Label voor kantoorgebouw DGMR

Gepubliceerd op

Het kantoorgebouw van DGMR Den Haag heeft het Binnenklimaat Label gekregen van het kenniscentrum Binnenklimaattechniek. Dit Label is gebaseerd op het Programma van Eisen (PvE) gezonde kantoren, waarin standaard eisen staan voor een gezond en comfortabel binnenklimaat. De eisen gaan over de thema’s lucht, licht, klimaat en geluid. In het PvE staan praktische informatie en handvatten om de eisen te beoordelen. bba binnenmilieu werkte mee aan de ontwikkeling van het verificatieprotocol voor het label. Hiermee is op een efficiënte manier in kaart te brengen aan welke klasse een kantoorgebouw voldoet.

Er zijn drie categorieën voor de beoordeling, klasse C geeft een ‘voldoende’ aan, klasse B betekent ‘goed’ en de beste beoordeling is klasse A, met een ‘zeer goed’. De beoordeling van de thema’s gebeurt door middel van een gebouwinspectie, een vragenlijst onder de gebruikers en duurmetingen van het binnenklimaat.

‘Practice what you preach’
Paul van Bergen van DGMR: “Wij zijn als bureau dagelijks bezig met het binnenklimaat en binnenklimaat vraagstukken. Niet alleen thermisch, akoestisch en visueel maar ook met gezonde materialen, beweging en groen. ‘Practice what you preach’ is ons motto en daarom lieten wij ook een Binnenklimaat Label voor ons eigen pand opstellen. Nu eerst voor ons kantoor in Den Haag en als we gesetteld zijn in ons nieuwe kantoor in Arnhem en ook in Drachten. Meten is een belangrijk onderdeel van het label, dus het gaat om werkelijke prestaties: het heeft echte waarde.”

Inzicht waar kansen liggen
“Wij zijn er trots op dat we het label goed - Klasse B - hebben gekregen, zegt Marije te Kulve van bba binnenmilieu, ook werkzaam in het pand van DGMR in Den Haag. “De uitkomsten van de beoordeling geven echt inzicht in waar kansen liggen voor verdere verbetering van het binnenklimaat. Na het behalen van dit label blijven wij de luchtkwaliteit natuurlijk monitoren en verbeteren, voor zowel onze eigen medewerkers als voor onze klanten.”

Onafhankelijke methodiek
Remi Hompe, voorzitter kenniscentrum Binnenklimaattechniek: “Met deze onafhankelijke methodiek zorgen we ervoor dat in één oogopslag duidelijk is hoe het met het binnenklimaat van een gebouw gesteld is. Je moet als eigenaar kunnen aangeven welke klasse wenselijk is en er zeker van zijn dat de vooraf gestelde prestatie-eisen ook behaald kunnen worden. Daarom is borgen en monitoren een belangrijk onderdeel van het label. Scoor je een B? Dan geven we advies over hoe je een A kunt bereiken. We zijn ontzettend trots dat we nu bij DGMR het tweede label mogen uitreiken en hopen dat er nog vele zullen volgen.”

Database van gebouwen
Organisaties die het Binnenklimaat Label behalen, komen in een database van gebouwen die aantoonbaar gezond zijn. Het label is ontwikkeld vanuit kenniscentrum Binnenklimaattechniek, door Binnenklimaat Nederland, TVVL, TNO, BBA, OfficeVitae en DWA.