Tag Archives: duurzaam

Nieuw deel handboek duurzame energie in gebouwen

Gepubliceerd op

Het nieuwe Deel 8 ‘Duurzame Energietechniek’ van het ISSO Handboek Bouw- en Installatietechniek behandelt de toepassing van duurzame energie in gebouwen. het betreft vooral de kennis die nodig is bij de uitvoering van stap 2 in de Trias Energetica. De warmtepomp, de met biomassa gestookte cv-ketel en de brandstofcel komen uitgebreid aan bod. Ook is er aandacht voor toepassing van zonne- en windenergie.

Wie duurzame gebouwen wil realiseren kan niet meer om de toepassing van duurzame energiebronnen heen. Of het nu om nieuwbouw, renovatie of vervanging gaat, vrijwel altijd worden nieuwe opwekkingstechnieken toegepast die gebruik maken van hernieuwbare energie.

Trias Energetica
Deze duurzame energietechnieken geven invulling aan stap 2 van de drie-stappen-strategie voor energiebewust ontwerpen (volgens het ‘Energievademecum Energiebewust ontwerpen van nieuwbouwwoningen’). Deze strategie, ook wel Trias Energetica genoemd, bestaat uit de volgende drie stappen:

1. Beperk zoveel mogelijk de energievraag en voorkom onnodig energiegebruik.
2. Gebruik duurzame energiebronnen.
3. Pas eindige energiebronnen zo efficiënt mogelijk toe.

Voor stap 1 en 3 is de kennis uit een groot aantal andere ISSO-publicaties van toepassing.

Inhoud van Deel 8
Deel 8 ‘Duurzame Energietechniek’ van het handboek behandelt vooral alle kennis die nodig is bij de uitvoering van de tweede stap in de Trias Energetica. De warmtepomp, de met biomassa gestookte cv-ketel en de brandstofcel komen uitgebreid aan bod. Ook is er aandacht voor toepassing van zonne- en windenergie. Omdat in de praktijk meestal een tijdverschil optreedt tussen de opwekking en het gebruik van duurzame energie, komt hier steeds vaker ook een vorm van opslag bij kijken. Daarom is ook (kleinschalige) energieopslag een onderwerp dat in deze module aan de orde komt.

Indeling Handboek
Het nieuwe Handboek Bouw- & Installatietechniek bestaat straks uit in totaal negen delen:
Deel 1: Basis – verschenen;
Deel 2: Bouwfysica;
Deel 3: Bouwtechniek;
Deel 4: Werktuigkundige installaties;
Deel 5: Binnenklimaat techniek;
Deel 6: Sanitairtechniek;
Deel 7: Elektrotechnische installaties;
Deel 8: Duurzame energietechniek;
Deel 9: Model kwaliteitsborging gebouwde omgeving – verschenen.

Als de serie compleet is, staat alle basiskennis over de meest uiteenlopende onderwerpen van bouw- en installatietechniek bij elkaar in één uitgave. Het nieuwe Handboek Bouw- & Installatietechniek is op dat moment beschikbaar als online handboek, maar ook als gedrukte uitgave. Wie het handboek wil inzien en/of gebruiken, kan terecht op ISSO Open

Nieuwe lector Duurzame Gebouwde Omgeving

Gepubliceerd op

Per 1 september 2023 start Ingrid Janssen als lector Duurzame Gebouwde Omgeving bij Avans Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht. Zij is op dit moment werkzaam als associate professor Real Estate Management aan TIAS School for Business and Society, en lid van de Raad van Commissarissen bij Wooninc. Jacomine Ravensbergen, lid van College van Bestuur van Avans Hogeschool, ziet de komst van Janssen als een uitstekende versterking: “Met haar halen we iemand binnen die echt impact gaat maken op de grote maatschappelijke uitdagingen voor de gebouwde omgeving in Nederland en Europa. De uitdagingen rondom duurzame, toekomstbestendige gebouwde omgeving vragen om een lector die zowel inhoudelijke kennis van de bouw bezit als het vermogen om, in samenwerking met partners uit het werkveld, nieuwe oplossingen te zoeken.”

Anita van Pol, directeur van Avans Academie voor Duurzame Gebouwde Omgeving (ADGO), over de aanstelling: “ADGO is blij met haar komst. Samen met onze docenten zal zij de studenten ook inspireren de toekomst vorm te geven. Onze studenten nemen het stokje van de huidige generatie over en zij dienen de skills te hebben om te zorgen voor een versnelling van de technische en sociale innovaties.”

Kloof tussen overheid en burger verkleinen
Henk Spies, lector van het programma Mind the Gap, dat zich richt op de kloof tussen overheid en burger, kijkt uit naar de verbinding met Janssen. “Zij wil zich richten op een toekomstbestendige aanpak van wonen en wijken. Haar manier van denken, haar netwerk en haar ervaring geeft een impuls aan onze ambitie van interdisciplinair samenwerken rond complexe wijken en aan verbindingen tussen onderzoek, praktijk en onderwijs.” Nina Kramer, onderzoeker bij het lectoraat Duurzame Gebouwde Omgeving, vult daarop aan: “Ik verheug me op de samenwerking met Janssen vanwege de combinatie van vakkennis, positieve houding en vermogen om over de grenzen van eigen expertise heen te kijken.”

Versnellen van de verduurzamingsopgave
Voor Janssen zelf komt de kans om lector bij Avans te worden op het juiste moment: “Ik verheug me enorm op de samenwerking met andere lectoren en onderzoekers binnen het Center of Expertise Veiligheid & Veerkracht. Het multidisciplinaire karakter van het team lectoren spreekt me erg aan. Ook al heb ik een bouwkundige achtergrond, ik ben me erg ervan bewust dat de vraagstukken in de gebouwde omgeving zoals het woningtekort en de verduurzaming vragen om het slim verknopen van kennis uit verschillende disciplines. Zo kunnen er mooie kruisbestuivingen ontstaan.”

Duurzaam én toekomstbestendig
Janssen: “Zelf zou ik het begrip duurzaamheid iets breder willen zien dan gebouwd met duurzame materialen en energiezuinige installaties. Ik spreek graag over toekomstbestendig. Een gebouwde omgeving met oog voor toekomstige generaties, opgewassen tegen klimaatveranderingen en met een menselijke maat. Daar waar het fijn is elkaar te ontmoeten, leefbaar en veilig is.”

Opgave ligt in bestaand stedelijk gebied
Namens de Provincie Noord-Brabant feliciteert Rick van den Berg, programmamanager Wonen, Werken en Leefomgeving, Avans met de komst van Janssen: “Er ligt een gigantische opgave in de bestaande stad. Hoe kunnen we stedelijke gebieden verder verdichten, het woningaanbod divers houden en het voorzieningenniveau op peil houden? Dit is een complexe ontwerpopgave, omdat we tegelijkertijd ook ruimte willen reserveren voor water en groen. Janssen is een expert in haar vakgebied, ze doorziet de belangen in de gebouwde omgeving goed. Een onmisbare kwaliteit voor praktisch relevant onderzoek in het ruimtelijke domein. Ik nodig haar en het lectoraat uit om hier een bijdrage aan te leveren.”

Nieuwe naam voor Installatie Vakbeurs Hardenberg

Installatie Vakbeurs wordt Installatie Vakdagen. De nieuwe naam sluit volgens de organisator beter aan bij de veranderende informatiebehoefte in de ...
Verder Lezen

Nieuwe algemeen directeur Van Dorp

Martin ten Brummeler is per 1 maart jl. is benoemd als Algemeen Directeur van Van Dorp installatiebedrijven. Ten Brummeler is ...
Verder Lezen

Warmteservice opent opnieuw drie vestigingen

Warmteservice heeft op 19 december een vestiging in Zutphen geopend. De start van deze vestiging onderstreept de groeiambities van het ...
Verder Lezen

Nieuwe directeur TKI Bouw en Techniek

Op 1 december 2022 start William van Niekerk als directeur van TKI Bouw en Techniek, het Topconsortium voor Kennis en ...
Verder Lezen

Onwetendheid over duurzame warmte

Gepubliceerd op

De laatste jaren is er veel te doen over het verduurzamen van woningen. Voor professionals in de branche is het onderwerp steeds meer de norm aan het worden, maar hoe zit dat met de consument? Weten consumenten wat de opties zijn om te verduurzamen en wat de voor- en nadelen van verschillende systemen zijn? Uit onderzoek van Jaga Climate Designers blijkt dat er veel onwetendheid over is. Zo heeft 64% van de ondervraagden geen idee wat er bedoeld wordt met de termen warmteopwekker en afgiftesysteem en wat de verschillen zijn.

Bert Kriekels, Sales Directeur Jaga: “Wij vinden dat verduurzaming voor iedereen toegankelijk moet zijn.” Jaga heeft in samenwerking met Markteffect onderzoek gedaan naar 1.000 woningeigenaren met een eigen koopwoning in Nederland. Uit het onderzoek blijkt dat bijna 75% van de ondervraagden duurzaamheid bij het kopen van een woning belangrijk of erg belangrijk vindt. Ook geeft 69% aan gedeeltelijk of zelf duurzame oplossingen aangebracht te hebben, zoals isolatie, zonnepanelen, HR++ glas of een warmtepomp. Kriekels: “Dat zijn goede ontwikkelingen. Door het nieuws rondom het milieu en de invoering van de warmtepomp, gaat verduurzamen van de woning steeds meer leven bij de consument. De wil om te verduurzamen is er dus steeds meer, maar vaak mist de inhoudelijke kennis over hoe de systemen precies werken en wat alle opties zijn.”

Onderzoeksresultaten
Uit het onderzoek blijkt dat 64% van de respondenten het verschil niet weet tussen een warmteopwekker en een afgiftesysteem. Kriekels: “We kunnen de consumenten niet kwalijk nemen dat ze het verschil niet weten tussen deze twee componenten. Er komen ook steeds meer opties en mogelijkheden bij.” De warmtepomp (74%), de cv-ketel (84%) en hr-ketel (73%) zijn wel bekend bij de consument als mogelijkheden om een woning te verwarmen. Dat is ook niet zo gek als we zien dat de warmteopwekker bij mensen thuis vaak nog een cv-ketel of hr-ketel is. Slechts 6% heeft een warmtepomp in huis. De traditionele radiatoren blijven het meest voorkomende afgiftesysteem, bij 77% bij de woningeigenaren.

Warmteopwekker vs. afgiftesysteem
Kriekels: “Er wordt momenteel gecommuniceerd in de media over warmtepompen als warmteopwekker. Dat is mooi, maar waar volgens ons nog een kans ligt, is dat de consument ook geïnformeerd wordt over het afgiftesysteem dat op een warmteopwekker wordt aangesloten. De kracht van een goed werkend verwarmingssysteem is dat alles op elkaar is afgestemd. Met gewone radiatoren en een warmtepomp krijg je het bijvoorbeeld bijna nooit behaaglijk warm in je woning. Je hebt daarvoor speciale lage temperatuurradiatoren nodig. Ook is isolatie een vereiste als je een warmtepomp in huis hebt.”

Verantwoordelijkheid voor de branche
“We zien dat de consument snel voor een herkenbaar afgiftesysteem kiest, zoals vloerverwarming. Hoewel hier veel duurzame voordelen aan zitten, is het zeker niet altijd de beste oplossing. Zo is het niet alleen lastig om vloerverwarming te plaatsen in een bestaande woning, het systeem werkt ook trager dan radiatoren. Je kan niet snel even de temperatuur aanpassen in huis. Het vervangen van traditionele radiatoren naar lage temperatuurradiatoren in een bestaande woning is een heel eenvoudige aanpassing. Het is de taak van installateurs en fabrikanten om de consument hier nog meer in mee te nemen. We moeten nog meer de voor- en nadelen belichten van alle systemen en helpen om de juiste keuze te maken. Dat is onze verantwoordelijkheid, om het makkelijker en overzichtelijker te maken voor de consument. Zo zorgen we samen voor een duurzamere toekomst.”

Gebouwde omgeving investeert flink in duurzame technieken

Bedrijven hebben in 2022 meer geïnvesteerd in innovatieve milieuvriendelijke technieken die in aanmerking komen voor belastingvoordeel. In de categorie gebouwde ...
Verder Lezen

Consument verwacht slimme woningen

Uit Amerikaans onderzoek komt naar voren dat consumenten in 2030 in een volledig duurzaam en slim willen wonen. 73 procent ...
Verder Lezen

Fabrikant warmtepompen zoekt bekendheid onder consumenten

Om met name haar warmtepompen nadrukkelijker onder de aandacht van de consument te brengen, is Daikin dit seizoen als sponsor ...
Verder Lezen

“Over vijf jaar kiest de consument nog steeds voor een hr-ketel”

De Telegraaf meldde gisteren dat installateurs nog geregeld huisbezitters adviseren om een moderne, zuinige cv-ketel te laten installeren in plaats ...
Verder Lezen

Productie zonnepanelen staat CO2-reductie in de weg

Gepubliceerd op

Bij de productie van zonnepanelen voor de bouwsector komt te veel CO2 vrij om de klimaatdoelen van 2030 te halen. Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau Metabolic in opdracht van Dutch Green Building Council (DGBC). Ook hebben zonnepanelenproducenten nog onvoldoende plannen om milieuvriendelijker te produceren. Terwijl dat wel nodig is, zeker omdat door de woningbouwopgave de vraag naar zonnepanelen naar verwachting blijft stijgen.

Metabolic en DGBC analyseerden in hun onderzoek de CO2-uitstoot van de productie van verschillende materiaalsoorten en producten voor de bouwsector. De meest impactvolle productgroepen werden onder de loep genomen. De toegepaste bouwmaterialen en producten die bij productie het meeste CO2 uitstoten, zijn staal, beton, glas, isolatie en installaties. In die laatste categorie vallen ook de zonnepanelen. Die zijn verantwoordelijk voor 88 procent van de uitstoot in de installatiebranche.

Reductie blijft steken
Met de huidige manier van produceren blijven producenten en leveranciers van staal, beton, installaties, isolatie en glas steken op 48 procent CO2-reductie in 2030, terwijl 60 procent nodig is. “Radicaal anders bouwen én produceren is daarom nodig om de klimaatdoelen te halen”, laat Laetitia Nossek van DGBC weten. “De installatiebranche, met zonnepanelenproducenten voorop, lijkt zich nog niet te realiseren dat er snel actie nodig is.”

Uitdagend
De grotere vraag naar bouwmaterialen door de nieuwbouwopgave, maar ook in toenemende mate de renovatieopgave, staat op gespannen voet met de doelen om de CO2-uitstoot te verminderen. De grote toepassing van zonnepanelen leidt met de huidige productiemethoden tot een verdubbeling van de uitstoot. Waar bij staal, beton en isolatie de verantwoording helder is en de zoektocht naar duurzamere alternatieven gaande is, blijft de installatiebranche achter. De zonnepanelenproducenten zijn het minst duidelijk over de uitstoot die de gebruikte materialen veroorzaken, constateerden de onderzoekers.

Productie is vervuilend
Zonnepanelen zijn uitgerekend noodzakelijk als opwekker van duurzame energie, voor nieuwbouw maar ook zeker bij de bestaande gebouwen. Sinds 2019 is de vraag naar zonnepanelen alleen maar toegenomen, en met de woningbouwopgave van bijna een miljoen woningen tot 2030 blijft deze vraag stijgen. “Zonnepanelen drukken inmiddels heel hard op de CO2-voetafdruk van de gebouwde omgeving”, zegt Nossek.

Nieuwe manier van produceren
De sector moet om, adviseren de onderzoekers. Dat betekent stoppen met de productie van vervuilende materialen en overstappen naar alternatieve producten. Toni Kuhlmann van Metabolic legt uit : “De uitstoot van de productie moet omlaag en we moeten minder nieuwe materialen en installaties toepassen. Naast de energietransitie is een grootschalige transformatie nodig naar een circulaire (bouw)economie: minder materialen gebruiken, bouwmaterialen toepassen die geen CO2 uitstoten bij de productie, en veel meer hergebruiken en/of biobased materialen toepassen.” Nossek besluit: “Zonder circulaire oplossingen heb je ook geen CO2-neutrale bouwkolom", besluit Nossek.

Installatiebranche dringt gebruik van verpakkingen flink terug

Gepubliceerd op

Eén jaar na de presentatie van het Brancheplan Verpakkingen slaagt de installatiebranche er al in om aanzienlijk minder verpakkingen te gebruiken. Bij de 35 deelnemende bedrijven is de hoeveelheid papieren en kartonnen verpakkingen met 10% afgenomen en van plastic verpakkingen met 12%. De deelnemende bedrijven plakken inmiddels 13% minder stickers op verpakkingen en in 16% van de gevallen kiezen ze voor een duurzaam alternatief voor het bedrukken van emballage. Techniek Nederland en de Federatie Elektrotechniek (FEDET) maakten de resultaten in het Bouwhuis in Zoetermeer bekend.

De technieksector presenteerde het Brancheplan Verpakkingen in maart 2022 aan staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat. Doel van het plan is om 20% minder plastic en kartonnen verpakkingen te gebruiken in 2025. Bovendien wil de branche dat de verpakkingen die dan nog worden gebruikt, volledig recyclebaar zijn. Het Brancheplan richt zich op het verduurzamen en verminderen van verpakkingen én op het hoogwaardig hergebruiken van verpakkingsmaterialen.

Voorbeeld voor andere branches
Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland is tevreden over de eerste resultaten. “Het mooie van dit plan is dat de partijen die deelnemen dat niet doen omdat het moet, maar omdat ze er zelf in geloven. Als sector zetten we hiermee een flinke stap op weg naar een circulaire economie. Hopelijk zijn we daarmee ook een voorbeeld voor andere branches.” Terpstra vindt wel dat financiële en facilitaire ondersteuning vanuit de overheid nodig is om het Brancheplan uit te bouwen en nóg meer vaart te geven.

Ultiem voorbeeld van ketensamenwerking
Directeur Anne-Jaap Deinum van FEDET en gastheer van de bijeenkomst ziet de samenwerking binnen het Brancheplan als een belangrijk resultaat. “Dit is een ultiem voorbeeld van optimale ketensamenwerking. Als fabrikanten, groothandel en installateurs elkaar op deze manier weten te vinden is er veel mogelijk. Ik ben ervan overtuigd dat we de doelstellingen gaan halen.”

Onontgonnen gebied
Laurens de Vrijer, programmamanager Circulariteit bij Techniek Nederland, vindt het belangrijk dat de eerste resultaten van het Brancheplan niet zijn behaald met een wetenschappelijke, maar met een praktische benadering. “Dit is nog grotendeels onontgonnen gebied. We leren dus terwijl we bezig zijn.”

Drie werkgroepen
Om de plannen in praktijk te brengen, zijn drie werkgroepen in het leven geroepen: Inkoop, Pilots en Monitoring. De werkgroep Inkoop ontwikkelde inkoopvoorwaarden voor verpakkingen. De werkgroep Pilots ging aan de slag met zes concrete proefprojecten: Kratten, bakken en retourafspraken, QR-codes, Wisselbox, Piepschuim, Zakjes verdunnen en afbreekbaar maken en Afvalloze bouwplaats. De monitoring van het plan is op verzoek van de branche in handen van Rijkswaterstaat. Op basis van de ervaringen in het eerste jaar zijn de doelstellingen van het Brancheplan inmiddels aangescherpt.

Alle Daikin VRV-systemen in Europa nu beschikbaar met gerecycled koudemiddel

Daikin Europe breidt zijn circulaire economie-programma verder uit naar alle VRV-units die in heel Europa worden geproduceerd en verkocht. Dit ...
Verder Lezen

Water recyclen

Met de Hydraloop is Nederland een interessante innovatie rijker. Het systeem recyclet douche- en badwater en daar profiteren zowel het ...
Verder Lezen

Technische Unie ontvangt prijs voor recyclen gereedschap

Groothandelsketen Technische Unie heeft de eerste Recycle Power Award ontvangen. Deze prijs wordt vanaf nu jaarlijks uitgereikt aan het bedrijf ...
Verder Lezen

Ventilatieslangen van gerecyclede plastic flessen

Qlimato, een nieuw bedrijf in Nederland met als specialisme flexibele ventilatieslangen en geluiddempers, introduceert thermisch geïsoleerde ventilatieslangen gemaakt van polyesterwol ...
Verder Lezen

Gebouwde omgeving investeert flink in duurzame technieken

Gepubliceerd op

Bedrijven hebben in 2022 meer geïnvesteerd in innovatieve milieuvriendelijke technieken die in aanmerking komen voor belastingvoordeel. In de categorie gebouwde omgeving is - net als vorig jaar - het grootste bedrag geïnvesteerd: €1.671 miljoen. Deze investeringen zijn in 2022 significant gestegen met 43% en kan mede worden verklaard door de inhaalvraag in de bouw na de coronaperiode. Daarnaast spelen de gestegen bouwkosten als gevolg van hogere grondstofprijzen een rol.

Dit blijkt uit het jaarverslag MIA\Vamil dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) publiceert. Dit jaarverslag geeft een beeld van innovatieve milieuvriendelijke technieken en bedrijfsmiddelen waarin bedrijven in 2022 met fiscaal voordeel van de MIA\Vamil hebben geïnvesteerd en hoeveel er is geïnvesteerd in verschillende branches. Via onder andere de fiscale regelingen Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) maakt de overheid het investeren in vernieuwende milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen extra aantrekkelijk.

Belastingvoordeel bijna verdubbeld
In totaal hebben in 2022 meer dan 11.000 ondernemers aanvragen ingediend. Er is in totaal over een investeringsbedrag van bijna €4 miljard MIA\Vamil aangevraagd. Dit is een stijging van zo’n 15 procent ten opzichte van een jaar eerder (2021: €3,5 miljard). Het totaalbedrag aan belastingvoordeel dat ondernemers naar verwachting via de MIA\Vamil ontvangen, komt in 2022 uit op €229 miljoen euro, bijna een verdubbeling vergeleken met een jaar eerder. Dit netto fiscale voordeel was in 2022 €119 miljoen. Hierbij wordt het per 2022 verhoogde budget (€169 miljoen MIA) volledig benut en wordt daarnaast geput uit de opgebouwde meerjarige budgetreserve van de MIA. Daarbij is het MIA budget per 2023 verder verhoogd.

Groei innovatieve duurzame investeringen
Mogelijke verklaringen voor de groei zijn gestegen grondstofprijzen en de toegenomen belangstelling voor verduurzaming als gevolg van de hoge gasprijzen. Ook zijn de MIA-aftrekpercentages per 2022 verhoogd, waardoor er per investering meer fiscaal voordeel naar ondernemers gaat. Mogelijk heeft dit ondernemers extra gestimuleerd om van de regelingen gebruik te maken. De investeringsbedragen per melding zijn in 2022 fors hoger dan in voorgaande jaren. Dit komt onder meer doordat de grens van €25 miljoen naar €50 miljoen per bedrijfsmiddel en per belastingplichtige in 2022 is verhoogd voor bepaalde technieken op de Milieulijst.

Duurzaam warmte- en koudesysteem voor nieuwbouw

De gemeente Amsterdam en Eneco hebben een overeenkomst gesloten voor de aanleg van een van de grootste duurzame warmte- en ...
Verder Lezen

Nederlandse installateurs voorop in duurzaamheid

Nederlandse installateurs lijken voorop te lopen met het werken aan projecten waarbij rekening wordt gehouden met duurzaamheid. Dit komt naar ...
Verder Lezen

Investering voor versnelling energietransitie met hybride warmtepompen

Het Zuid-Hollandse energie-innovatiefonds ENERGIIQ en duurzaam investeerder Fair Capital Partners Impact Investing gaan investeren in HeatTransformers. Het bedrijf is gespecialiseerd ...
Verder Lezen

Woningcorporaties investeren honderden miljoenen in verduurzaming

Door forse investeringen in woningverbetering zijn woningcorporaties hard op weg om gemiddeld energielabel B in 2021 te bereiken. Dat blijkt ...
Verder Lezen

Duidelijkheid over toepassing waterstof in norm

Gepubliceerd op

NEN 1078 geeft de prestatie‐eisen voor ontwerp, aanleg en beproeving van gasleidinginstallaties met een nominale werkdruk tot en met 500 mbar (0,05 MPa) van gebouwgebonden systemen in een niet‐industriële omgeving. Deze norm wordt aangepast om ook het gebruik van waterstof mogelijk te maken. Belanghebbenden kunnen de aanvullingen op het normontwerp tot 1 juli inzien en commentaar geven.

Er is behoefte aan zoveel mogelijk duidelijkheid over de veiligheidsaspecten bij het uitvoeren van pilots en de verdere uitrol van waterstoftoepassing. Dit geldt voor alle betrokken partijen en met name voor opdrachtgevers, installateurs, fabrikanten en bevoegd gezag. Deze behoefte leidde in 2021 tot een verzoek van het ministerie van BZK om de bestaande NEN 1078 aan te vullen naar aanleiding van de meest recente ontwikkelingen op het gebied van waterstof.

Commentaar
Belanghebbenden kunnen tot 1 juli 2023 de aanvullingen op het normontwerp inzien en reageren via www.normontwerpen.nen.nl. De aanvullingen zijn opgenomen in een apart te downloaden document.

Verduurzaming door flexibel te voorzien in energie

Gepubliceerd op

De energieflexibiliteit van een gebouw is de mate waarin de energiebehoefte en de energieproductie van een gebouw kunnen reageren op externe prikkels. Een (prijs)prikkel moet ervoor zorgen dat gebouwen extra vermogen vragen als er bijvoorbeeld een te groot aanbod van duurzame energie is of juist de vraag verminderen als er te weinig aanbod is. Dat staat in het TVVL Klimaattechniek (/KT) - 42 rapport ‘Energieflexibiliteit in gebouwen’. Het rapport biedt inzicht in hoe gebouwen kunnen bijdragen aan het verduurzamen van de energievoorziening door het flexibiliseren van de energiebehoefte. Voor dit rapport is ook een aanvullend document beschikbaar waarin een projectmatige aanpak wordt beschreven voor het in kaart brengen en ontsluiten van de energieflexibiliteit van een gebouw.

In de traditionele energievoorziening volgt de energieproductie de energiebehoefte. Bij de duurzame energievoorziening is het aanbod van duurzame energie niet stuurbaar. Om zo veel mogelijk gebruik te maken van de beschikbare duurzame energie is het zinvol als de energiebehoefte de duurzame energieproductie enigszins kan volgen. Dit is het doel van energieflexibiliteit. TVVL Expertgroep Klimaattechniek heeft met medewerking van de expertgroepen Gebouwbeheer en – automatisering en Elektrotechniek een rapport samengesteld dat inzicht biedt in manieren waarop de flexibilisering van de energiebehoefte ertoe leidt dat gebouwen kunnen bijdragen aan het verduurzamen van de energievoorziening.

Vorm van energieopslag
Energieflexibiliteit wordt in zijn algemeenheid gerealiseerd door een vorm van energieopslag. Dit kan een batterij zijn, maar ook een voorraadvat met warmwater. Het rapport beschrijft dat de massa van het gebouw zelf een thermische buffer is die gebruikt kan worden om energieflexibiliteit te realiseren. Daarnaast kan door het clusteren van vele gebouwen in combinatie met min of meer flexibel te schakelen apparatuur energieflexibiliteit opleveren. Ook is gekeken naar complexe factoren zoals energieflexibiliteit in samenhang met de andere gebouwsystemen en innovaties op het gebied van voorspellende regelingen.

Zowel het technische rapport als het aanvullende document is beschikbaar via het online platform van TVVL.
Technisch Rapport Energieflexibiliteit van gebouwen
Technisch Rapport Energieflexibiliteit van gebouwen, aanpak

Verduurzamen van collectieve installaties

Verduurzamen van collectieve installaties Energy Bridge verduurzaamt collectieve installaties van wooncomplexen en kantoren. Een gat in de markt. Vandaar dat ...
Verder Lezen

Geen planning bij woningcorporaties om woningen te verduurzamen

Woningcorporaties worstelen met de vraag hoe ze hun bestaande woningvoorraad moeten verduurzamen. Met name de onzekerheid over technische oplossingen en ...
Verder Lezen

Vooral jongeren hebben ambitie om hun woning te verduurzamen

Ondanks dat het energielabel verplicht is sinds 2008, weten vier van de tien Nederlanders niet welk energielabel hun woning heeft ...
Verder Lezen

The Green Village

Gepubliceerd op

PROEFTUIN VOOR INSTALLATIETECHNIEK

In The Green Village wordt de techniek van morgen getest. Het openlucht-laboratorium op de TU Delft Campus bestaat sinds 2017 en is een doorslaand succes. In de loop der jaren zijn er ruim honderd innovaties getest, waaronder een significant aantal op het gebied van installatietechniek. IZ ging op bezoek en sprak met Pieter van Schaik, Projectmanager duurzaam bouwen & renoveren.

Op het terrein van The Green Village staan verschillende panden, waarin nieuwe technieken worden uitgetest. Dat gebeurt op initiatief van uiteenlopende partijen. Van bij wijze van spreken fabrikanten, tot kennisinstellingen en start-ups die voortgekomen zijn uit de TU Delft.

Circulariteit
Op dit moment is onder andere circulariteit een belangrijk thema. Maar waar in bouwkundige concepten al forse stappen worden gezet, blijft de installatietechniek wat achter. Daar zijn verschillende oorzaken voor aan te wijzen. Betrokken partijen worstelen soms met de materialisatie, zeker als ze ook nog biobased varianten willen gebruiken. Daarnaast kunnen demontabiliteit, ruimtebeslag en firmware of software updates een belemmering vormen, licht Van Schaik toe.

Elektrische cv-ketel
Een ander thema is verduurzaming van bestaande gebouwen. Daarbij is natuurlijk volop aandacht voor all-electric concepten. Zo test Heatleap op dit moment de iCV in een proefwoning in The Green Village. Met deze elektrische cv-ketel kunnen bestaande woningen eenvoudig de overstap maken van stoken op aardgas naar 100% elektrisch verwarmen. De iCV levert ook warm water. Het systeem bestaat uit verschillende onderdelen, waaronder een elektrische infrarood cv-ketel, PV-panelen en een zonneboiler die tot 50% hernieuwbare elektriciteit en warmte leveren. De overige helft kan worden voorzien door klimaatneutrale energie van de leverancier. Opslag van warmte gebeurt in de warmteboiler.

Installatie
De iCV kan zonder bouwkundige aanpassingen in een dag tijd worden geïnstalleerd in een bestaande woning. De installatie komt op de plaats van de aardgasgestookte cv-ketel, er is enkel een drie-fase aansluiting nodig. PV-panelen en zonnecollector komen op het dak en er wordt gebruik gemaakt van het warmte-afgiftesysteem van de woning. Het grote voordeel van het systeem is het ontbreken van bewegende delen, waardoor het onderhoudsarm is. In vergelijking met een lucht-water warmtepomp is het bijkomende voordeel dat er geen buiten-unit is en dat het geen geluidsoverlast oplevert.

Peak-shaving
Een interessante mogelijkheid van het systeem is het dempen van piekbelasting op het elektriciteitsnet door de vraag van stroom uit te stellen of juist naar voren te trekken. Voor de voorziene piekbelasting kan de woning al worden voorverwarmd en tijdens de piekbelasting kan de opgeslagen warmte uit de zonneboiler aangesproken worden. Met deze smart-grid aansluiting kan optimaal gebruik gemaakt worden van schone energie en kan worden bespaard op de elektriciteitsrekening.

Nieuwe warmtepomp
Een andere interessante innovatie die wordt getest is de Tarnoc-turbineketel, een nieuw soort warmtepomp gebaseerd op de techniek die wordt gebruikt voor de airconditioning in vliegtuigen en bij het vloeibaar maken van aardgas. Wanneer je dit proces omdraait, kun je warmte maken.

Koudemiddel
Een groot verschil met reguliere warmtepompen is dat de turbineketel van Tarnoc geen fluorhoudend koudemiddel rondpompt, maar pure buitenlucht. Met de buitenlucht als 100% natuurlijk koudemiddel wordt warmte uit de lucht gehaald via een compressor en tot 80 graden afgegeven aan het bestaande verwarmingssysteem. Met een COP van 2 (bij -10°C) is de turbineketel een mogelijke een-op-een vervanger van de cv-ketel.

Bestaande woningen
De volledig elektrische turbineketel heeft geen buitenunit. Met deze oplossing is het mogelijk om bestaande woningen energiezuiniger en aardgasvrij maken zonder ingrijpende aanpassingen te hoeven doen. Zelfs als deze woningen beperkt geïsoleerd zijn.

Andere trends
Tijdens de rondgang over het terrein van The Green Village vertelt Van Schaik over andere belangrijke ontwikkelingen, zoals de toenemende systeemintegratie, prefabricage en de strengere geluidsnormen. Vooral warmtepompen krijgen hier nu volop mee te maken. Hoewel het soms lijkt alsof de meeste ontwikkelingen in de klimatisering plaatsvinden, staat ook de sanitairwereld niet stil, verduidelijkt Van Schaik.

Regenwater toilet
Zo wordt in één van de bewoonde huizen het regenwatertoilet getest van uitvinder Pim Wijnakker. Het is een eenvoudig systeem, waarbij een extra stortbak aan het plafond van het toilet of de badkamer wordt bevestigd. Dit kun je helemaal wegwerken met een verlaagd stukje plafond. Hier wordt het regenwater via de regenpijp in opgevangen. Het toilet wordt eerst met dit water doorgespoeld en als deze stortbak leeg is, schakelt dit systeem zonder elektra automatisch over op drinkwater. Het is mogelijk om meerdere regenwaterreservoirs als legoblokken aan elkaar te bevestigen en zo nog meer regenwater op te vangen. In een interview met Dunea vertelde Wijnakker vorig jaar al waarom zo’n testperiode in The Green Village zinvol is. “In principe is het product vrijwel af maar we gebruiken deze periode in The Green Village om het nog verder te verbeteren. Zo ontdekten we een vervelend druppelend geluid wanneer de stortbak met regenwater leeg was. Ook zijn we aan het kijken hoe we met behulp van filters de gelige kleur van het regenwater uit het water kunnen krijgen”, aldus Wijnakker.

2023
Het voert te ver om alle innovaties die worden getest te belichten, vandaar dat we er maar drie uitgeplukt hebben. Ook dit jaar gaan weer interessante trajecten van start. Zo worden onder andere diverse energiebuffers getest en op verschillende manieren gekeken hoe we op een simpele en betaalbare manier gevels kunnen vergroenen om hittestress te voorkomen. Voor alle duidelijkheid: in The Green Village vindt niet het hele testtraject van een nieuw product plaats. Het gaat om de fasen 4-6 van de internationale Technology Readiness Level standaard. Pas in fase 9 wordt een nieuwe oplossing daadwerkelijk op de markt gebracht

Meer weten?
Surf naar www.thegreenvillage.org

Openlucht-laboratorium

Onderzoekers, studenten, start-ups, ondernemers en overheden werken op The Green Village elke dag aan de innovatieopgaven van vandaag en morgen. De focus ligt hierbij op drie thema’s: Duurzaam bouwen en renoveren, Toekomstig energiesysteem en Klimaatadaptieve stad. Op The Green Village onderzoeken, experimenteren, valideren en demonstreren kennis- en onderwijsinstellingen, ondernemingen, overheden én burgers hun duurzame innovaties. Op elk thema kunnen er innovaties getest worden op de bestaande state-of-the-art infrastructuur. The Green Village beschikt onder andere over bewoonde rijtjeshuizen, kantoorgebouwen, straten en een waterstof-, gelijkspanning- en warmtenet. Eindgebruikers en bewoners houden je scherp en zorgen dat je na een testperiode op The Green Village echt klaar bent om de stap te zetten naar implementatie en opschaling. The Green Village is ook de ontmoetingsplek waar alle stakeholders bij elkaar komen om kennis te brengen, te halen en uit te wisselen.

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Minister De Jonge opent BouwBeurs 2023

Vanmorgen heeft minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening BouwBeurs 2023, het grootste bouwevent van Nederland, officieel geopend ...
Verder Lezen

Energietransitie centraal op BouwBeurs 2023

Van maandag 6 tot en met vrijdag 10 februari vindt BouwBeurs 2023 in Koninklijke Jaarbeurs plaats. Centraal staat de transitie ...
Verder Lezen

Strengere handhaving op apparatuur met F-gassen

Apparaten zoals airco’s, industriële koelinstallaties en warmtepompen worden doorgaans gekoeld met schadelijke koudemiddelen (F-gassen). In de praktijk blijkt dat deze ...
Verder Lezen

Subsidie voor de F-Gassen opleiding

Voor de opleiding F-Gassen Categorie 2/warmtepompen geldt bij WasCollege vanaf het nieuwe jaar een subsidieregeling van 1.000,- euro. Het gaat ...
Verder Lezen

‘PVT-panelen scoren beter dan een standaard zonnepaneel’

Gepubliceerd op

Triple Solar heeft een levenscyclusanalyse (LCA) laten uitvoeren om de milieu-impact van haar PVT-warmtepomppanelen in kaart te brengen. De PVT-panelen blijken zo’n 40% beter te scoren dan een standaard zonnepaneel. In een LCA wordt niet gekeken naar de energie-efficiëntie van een systeem, maar naar alle materiaalstromen van een product. Van grondstofwinning tot afvalverwerking. Het resultaat van een LCA wordt uitgedrukt in een milieuprofiel: de milieukostenindicator (MKI). Deze indicator geeft meer dan alleen de CO2-uitstoot aan. Zo wordt er bijvoorbeeld eveneens gekeken naar verzuring van de bodem, aantasting van de ozonlaag en het uitputten van materialen (bron: Nationale Milieudatabase).

Sinds 28 februari zijn de PVT-warmtepomppanelen van Triple Solar opgenomen in de @Nationale_Milieudatabase (NMD). Ze scoren zo’n 40% beter dan een standaard zonnepaneel. Voor een opname van de milieuscore in de NMD moet een product aan verschillende eisen voldoen. Onder meer dient de LCA te zijn uitgevoerd door een onafhankelijk erkend LCA-bureau en gevalideerd door een erkende NMD-toetser.

Brede duurzaamheid
Via de NMD kunnen betrokkenen bij bouwprojecten onderbouwde materiaal- en installatiekeuzes maken op basis van de milieu-impact ervan. Dankzij deze NMD kan de milieu-impact van gebouwen ook beter gecommuniceerd worden en er eisen aan worden gesteld. Voor de burgerlijke en utiliteitsbouw wordt de totale milieu-impact uitgedrukt in een Milieu Prestatie Gebouwen (MPG)-score. Voor MPG-berekeningen zijn de PVT-panelen vanaf nu in te vullen in de daarvoor bedoelde rekeninstrumenten.
Cees Mager, founder en CEO van Triple Solar: “De opname in het NMD is een officiële erkenning van de brede duurzaamheid van onze PVT-warmtepomppanelen. Maar dat niet alleen. Samen met onze leveranciers gaan we eraan werken om de milieu-impact van onze producten nog verder te verminderen.”

Nog eens 10 miljoen groeikapitaal voor PVT-warmtepomp

Triple Solar, uitvinder van de PVT-warmtepomp en bijbehorende PVT-warmtepomppanelen, heeft met pensioenfonds ABP een belangrijke nieuwe aandeelhouder aangetrokken om ook ...
Verder Lezen

Subsidie op warmtepomp voor PVT-systemen

Ook voor de Triple Solar PVT-warmtepomp 3.5 geldt nu de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE). Woningeigenaren met een woning ...
Verder Lezen

Lichtgewicht PVT-warmtepomp in de prijzen

Met haar nieuwe lichtgewicht PVT-warmtepomp heeft Triple Solar de Cobouw Award gewonnen in de categorie Innovatie. De jury loofde de ...
Verder Lezen

PVT-warmtepomp met propaan als koudemiddel

Tijdens de beurs Duurzaam Verwarmd introduceert Triple Solar een warmtepomp met propaan als koudemiddel. De warmtepomp werd specifiek ontwikkeld voor ...
Verder Lezen

Maar een derde bedrijven maakt budget vrij voor verduurzaming bedrijfspand

Gepubliceerd op

Ruim twee derde van de Nederlandse bedrijven maakt te weinig geld vrij voor de benodigde verduurzaming van bedrijfspanden, blijkt uit recent onderzoek van Heijmans onder 420 bedrijven. Bedrijven willen wel: drie kwart van de verantwoordelijken (76%) geeft aan dat er concrete toekomstplannen zijn om hun pand te verduurzamen. Dit staat namelijk binnen nu en drie jaar op de planning. Maar vaak is er onvoldoende kennis over de mogelijkheden én een te krap budget. Zes op de tien van de ondervraagden (61%) geeft aan dat het (deels) onduidelijk is welke mogelijkheden er allemaal zijn om het pand te verduurzamen.

Toch wordt de noodzaak om te verduurzamen steeds groter: vanaf 2024 zijn grote bedrijven verplicht te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu volgens de Europese richtlijn Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Van de ondervraagde organisaties die CSRD-plichtig zijn, is de meerderheid van de gebouwbeheerders en -eigenaren nog niet bezig met de CSRD-richtlijn die volgend jaar van kracht gaat. Bijna drie kwart van hen (73%) is (deels) op de hoogte van de aankomende richtlijn. In slechts 19 procent van de gevallen is de organisatie al bezig met verduurzaming van het pand. De meest genoemde plannen om het bedrijfspand te verduurzamen zijn zonnepanelen (58%), ledverlichting (44%), klimaatbeheersystemen (36%) en dak- en of muurisolatie (36%).

“Tijd om actie te ondernemen”
Bart Breedijk, programmamanager duurzame huisvesting bij Heijmans: “De nieuwe richtlijn maakt heel duidelijk zichtbaar welke bedrijven zich inzetten voor verduurzaming. Het is nu tijd om actie te ondernemen. Steeds vaker is duurzaamheid een voorwaarde om zaken te doen. Deze noodzaak wordt ook gezien door onze klanten. Bij verschillende opdrachtgevers is het daarnaast belangrijk om verduurzaming te koppelen aan andere dossiers, zoals imago, kostenbeheersing en eisen die opdrachtgevers en overheid stellen. Door bedrijfspanden voor te bereiden op de uitdagingen van de toekomst, verhoog je niet alleen de vastgoedwaarde, maar ook de waarde voor de gebruiker. Voor de lange duur. Dat noemen wij toekomstvastwaarde.”

Het onderzoek van Heijmans is uitgevoerd in november 2022 onder 420 respondenten, allen (mede)verantwoordelijk voor beslissingen met betrekking tot beheer, onderhoud en/of verduurzaming van bedrijfspanden in Nederland.

Uitdaging: energieneutrale ijsbanen

Gepubliceerd op

Kunstijsbanen en energieprijzen, daar is veel over te doen. Hoe zorg je ervoor dat ijsbanen snel verduurzamen, dat ze klimaatneutraal en energiezuinig worden? De KNSB breekt zich daar het hoofd over. Daikin, hoofdsponsor en specialist in koelen en verwarmen, denkt mee. “In 2040 moeten alle ijsbanen energieneutraal kunnen zijn.”

Op de vraag of het mogelijk is om in 2040 alle ijsbanen in Nederland energieneutraal te maken, antwoorden de Daikin-experts Alphons Stevens en Bauke Hulsebosch volmondig: Ja. “Zeker als er een dak op die ijsbaan zit”, zegt Hulsebosch. Stevens: “Voor bestaande bouw zal het wel lastig zijn, maar voor nieuwbouw moet dit kunnen. Zeker!” Ze geven wel eerlijk toe dat er op weg naar dat ideale plaatje ‘nog wat uitdagingen’ te overwinnen zijn.

Taskforce
Maar daaraan wordt al hard gewerkt. Eind 2021 richtte de KNSB, samen met onder meer NOC*NSF en de Vereniging Kunstijsbanen Nederland, de Taskforce Verduurzaming IJsbanen op. Dat was voordat Poetin Oekraïne binnenviel. Als gevolg van die oorlog stegen de energieprijzen, wat ook de 22 kunstijsbanen in ons land raakt. Een versnelde verduurzaming van deze accommodaties, onmisbaar voor de schaatssport, blijkt ineens hard nodig. Het actieplan van de taskforce kwam geen dag te vroeg…

Hart voor het schaatsen
Bij Daikin volgen ze dit verhaal op de voet. Het van oorsprong Japanse bedrijf, actief op het gebied van airconditioningsystemen, is sinds 2018 hoofdsponsor van de KNSB. “Wij hebben hart voor het schaatsen en de kennis in huis om echt mee te helpen aan het verduurzamen van ijsbanen”, zegt Edwin Hoogerwerf, Managing Director van Daikin Nederland. “We denken graag mee, om ervoor te zorgen dat de schaatssport in Nederland kan blijven bestaan.”

Ervaring
Met name bij de Italiaanse tak van Daikin bestaat al ruime ervaring met ijsbanen. Dochterbedrijf Zanotti was betrokken bij de bouw van meer dan 25 ijs(hockey)stadions. Het leverde onder meer de koelinstallaties voor ijshockey- en curlinghal bij de Winterspelen van Turijn in 2006. Later volgden grote stadions in onder meer Astana (Kazachstan), Minsk (Wit-Rusland) en Moskou (Rusland). Daikin levert ook de vriesinstallaties voor mobiele ijsbanen, bijvoorbeeld van Disney on Ice. Het bedrijf is geen aannemer die stadions bouwt, maar zorgt binnen die gebouwen wel voor de installaties die het ijs maken en de lucht behandelen.

Totaaloplossing
“We praten het liefst over het hele complex”, zegt Bauke Hulsebosch, Manager Consulting Sales bij Daikin. “Het gaat om koelen, verwarmen, ventileren en wat ook belangrijk is: monitoren en regelen. De totaaloplossing moet energetisch zijn: wat voor energie gebruik je en wat doe je ermee? En het moet passen bij de situatie. Daar zit per ijsbaan wel verschil in.” Dat laatste is helemaal waar: alle 22 ijsbanen in Nederland hebben een compleet andere (energie)huishouding. De ene is al best ver met het verduurzamen van zijn installaties, bij de andere staat dit proces nog in de kinderschoenen.

Betrokken
Daikin maakt geen deel uit van de Taskforce, maar is wel betrokken bij diverse werkgroepen. Het bedrijf geeft cursussen aan ijsmeesters en adviseert sommige ijsbanen om het proces van verduurzaming in gang te zetten. “We raken steeds meer bij de ijsbanen betrokken, en dan vooral op de vraag hoe verduurzaamd kan worden”, vertelt Alphons Stevens, Manager SBU Applied bij Daikin (SBU staat voor strategische business unit). “Een grote aannemer kijkt bouwkundig mee, wij doen de energetische kant.”

Simpel verhaal
De energiehuishouding van een ijsbaan is ingewikkeld en voer voor specialisten. Maar als je het terugbrengt tot de kern is het best een simpel verhaal, vertelt Hulsebosch. “Je maakt ijs, dat is bevroren water, en voor die vriesinstallatie heb je energie nodig: gas of elektra. Om het ijspakket in stand te houden, moet je blijven vriezen. Om sporters en publiek een beetje aangenaam in de hal te laten vertoeven, moet je de lucht binnen verwarmen. Als je een slim systeem hebt, benut je daarvoor… de warmte die vrijkomt bij het ijs maken.”

Benutten van restwarmte
Hulsebosch: “Denk maar aan je koelkast thuis: die is van binnen koud en aan de achterkant warm. Energie gaat nooit verloren. Bij het maken van ijs, ofwel het koelen van water, komt warmte vrij. Daar kun je wat mee.” Dit is natuurlijk geen nieuwe ontdekking. Zo zijn er voorbeelden van ijsbanen die al gekoppeld zijn aan zwembaden. Met de warmte die vrijkomt bij het ijsmaken wordt het zwemwater op een aangename temperatuur gebracht. Toch zijn zulke combinaties meer uitzondering dan regel. Het benutten van de restwarmte kan nog veel verder worden doorgevoerd.

Nul CO2-uitstoot
In Alkmaar zetten ze al grote stappen bij sportcomplex De Meent. Daar wordt groene energie opgewekt, onder meer via een grote massa zonnepanelen, waarop de koelmachines draaien. De ijsbaan levert zijn restwarmte aan de aangrenzende  sporthal, wielerbaan en andere gebouwen. Op termijn zorgt dit complex voor nul CO2-uitstoot en levert het dus zelf opgewekte energie aan zijn directe omgeving. Hulsebosch: “Dit is een voorbeeld van zo’n moderne ijsbaan die straks geen energieslurper meer is, maar juist onderdeel van een energieneutraal gebouw, ENG in vakjargon, die zelfs restwarmte aan de omgeving levert.”

Energieneutraal
“Een ijsbaan ENG maken, ofwel energieneutraal krijgen, dat is heel goed mogelijk”, zegt Stevens. “Als je een goede schil neerzet, een slim gebouw, dan kun je het daarbinnen met de koelmachines en luchtbehandelingskasten heel goed energieneutraal maken. Als we nu naar de tekentafel gaan, zou dat bij wijze van spreken volgende week al kunnen.”

Combinatie
Hulsebosch: “Maar dan moet alles er omheen ook kloppen. De apparatuur is er nu al geschikt voor en die ontwikkelt zich nog verder door. Maar stand alone een ijsbaan neerzetten moet je niet meer doen. Je zult altijd een combinatie moeten maken: liefst bouw je een ijsbaan in combinatie met een zwembad, met daarbij ook woningen en/of kantoren. Plaats daar zonnepanelen en een windmolen bij en maak een gesloten circuit, waarin je de restwarmte van de ijsbaan benut voor die woningen/kantoren. Die maken ook dat het totale complex geld oplevert. Dit verhaal klinkt eenvoudig en dat is het eigenlijk ook. Wij zijn klaar voor de toekomst.”

Water door de Maas
De mannen van Daikin beseffen dat er nog wel wat water door de Maas zal stromen, voordat deze ideale ijsbaanwereld is gerealiseerd. Het bouwen ervan, of het omtoveren van bestaande banen tot zulke multifunctionele gebouwen, dat kost (vele) jaren en is afhankelijk van politiek draagvlak en particulier initiatief. In de tussentijd is het, zeker nu de energiemarkt ongewis blijft, noodzaak om in de dagelijkse bedrijfsvoering al besparingen te realiseren. Hulsebosch: “De overheid adviseert om thuis de thermostaat van de cv een graadje lager te zetten. Ook bij ijsbanen kun je kijken hoe je je energiegebruik kunt terugdringen.”

Deken over het ijs
Een ijsbaan die restwarmte van de koelmachine nog gewoon ‘affakkelt’, ofwel de buitenlucht in blaast, is eigenlijk niet meer van deze tijd. Moeten banen nog wel open zijn van begin oktober tot eind maart? Kan het ijs toe met iets minder harde koeling? Zijn er ook technische aanpassingen die energiegebruik kunnen besparen? Stevens: “We bekijken nu samen met een aannemer ook de mogelijkheid om ’s nachts, als er niet geschaatst wordt, een soort deken over het ijs te leggen. Daarmee voorkom je dat kou weglekt naar de lucht in de hal. Je hebt minder energie nodig om je ijspakket dik genoeg te houden en het kost je ook minder energie om de hal te verwarmen.”

Coole ijsbanen
Zo zijn er nog tal van besparingen te bedenken, waarmee niet alleen Daikin bezig is, maar waaraan ook vanuit de Taskforce Verduurzaming IJsbanen hard wordt gewerkt. Op het hoofdkantoor van de KNSB-hoofdsponsor in Capelle aan den IJssel blijven ze nauw betrokken bij die ontwikkelingen.
Hulsebosch: “Wij praten niet alleen over die koelmachine, warmtepomp of luchtbehandelingskast, maar over totaaloplossingen. Wij praten over geconditioneerde lucht: koelen, verwarmen en ventileren. In feite verkopen we lucht: geen gebakken lucht, maar aangename lucht. En dus ook ijs. We zorgen voor frisse scholen, gezonde kantoren en ook coole ijsbanen.”
Managing director Edwin Hoogerwerf: “Maar als er op korte termijn niks gebeurt, weten we zeker dat er ijsbanen afvallen. Dat moeten we met zijn allen zien te voorkomen, daarom is dit proces van verduurzaming zo belangrijk. Het liefst realiseer je er zelfs nog een paar ijsbanen bij.”

Geothermie voor regio Eemland

Gepubliceerd op

Larderel Energy gaat geothermie inzetten om de regio Eemland (Amersfoort, Eemnes, Baarn, Soest, Leusden, Bunschoten en Nijkerk) te voorzien van duurzame verwarming en elektriciteit. Hierbij leveren zeven centrales warmte aan een groot warmtenetwerk, waarmee het warme water van de centrales naar de gebruikers wordt getransporteerd. Met deze warmte kunnen onder andere woningen, kantoren, zwembaden en bedrijven van duurzame warmte voorzien worden. De duurzame stroom wordt aan het bestaande elektriciteitsnet geleverd.

Een groot voordeel van geothermie is dat de het een betrouwbare energiebron is, onafhankelijk van weersomstandigheden. Zo wordt ook duurzame energie geproduceerd als de zon niet schijnt en het niet waait. Geothermie is onafhankelijk van buitenlandse invloeden. Dit resulteert in een betrouwbare energierekening. Warmte uit geothermie is goedkoper dan verwarming met aardgas, en is tevens beter voor het klimaat. Daarnaast levert geothermie dezelfde temperatuur als nu de cv-ketel levert. Dit betekent dat een bewoner de bestaande verwarmingsinstallatie kan blijven gebruiken, en dus geen grote aanpassingen aan de woning nodig zijn. Zo kan de aardwarmte direct worden toegepast in de woning.

Geothermie wordt in Nederland al toegepast voor verwarming van kassen. Er zijn al 22 geothermielocaties gerealiseerd (zie https://geothermie.nl/geothermie/locaties-in-nederland/).

Scale-up haalt 125 miljoen euro op om de energietransitie te versnellen

Gepubliceerd op

Econic heeft 125 miljoen euro opgehaald bij een consortium van investeerders, die de snelgroeiende scale-up in staat moet stellen om bij te dragen aan het versnellen van de energietransitie in zowel Nederland als Duitsland. Met haar digitale platform en partnerships ontzorgt econic het verduurzamingstraject voor zowel consumenten en woningcorporaties, als projectontwikkelaars en bouwers. Daarbij neemt econic de regie over de installatie van apparaten zoals warmtepompen, zonnepanelen, batterijen en laadpalen.

Econic biedt keuze tussen koop of lease. In de lease-propositie wordt voor een vast bedrag per maand alle apparatuur geïnstalleerd en onderhouden. Het bedrijf is door een strategie van organische groei en enkele acquisities de afgelopen twee jaar explosief gegroeid. Op dit moment werken er meer dan 150 mensen bij het bedrijf.

Verandering in management
Vanwege deze nieuwe fase is besloten om de statutaire directie per direct aan te passen. De directie bestaat nu uit Joris Jonker (CEO), Jaap Smid (CFO) en Age Reijenga (COO). De rollen van voormalig directieleden en medeoprichters Jan-Willem van Wensem en Frits Verhoef wijzigen. Jan-Willem van Wensem neemt afscheid van econic en neemt zitting in de raad van advies. Frits Verhoef neemt de rol van Head of Impact op zich.

Immense opgave
Joris Jonker, CEO econic: “Om de doelen voor CO2-reductie in de gebouwde omgeving te halen, moeten er in Nederland per dag minstens duizend woningen worden verduurzaamd. Dit is een immense opgave, maar dankzij deze nieuwe investeringsronde zijn we in staat om hier een substantiële bijdrage aan te leveren. Ik beschouw het als een groot compliment dat een investeerder als Rabo Investments en financiers als Triodos, ASR en Rabobank ons de afgelopen jaren hebben gevolgd, inzagen dat wij een belangrijke rol spelen in het versnellen van de energietransitie en daar onderdeel van willen uitmaken. Daarnaast voelen wij ons zeer gesteund door Rinkelberg Capital en Meewind die met hun herhaalde commitment groot vertrouwen blijven uitspreken in onze aanpak en visie.”

Samen de vergroening van de huizenmarkt versnellen
Arjan van der Hout, Investment Director Rabo Investments: “Met het verduurzamen van zowel nieuwe als bestaande woningen geeft econic de hoogstnoodzakelijke energietransitie handen en voeten. Dit sluit naadloos aan bij onze ambitie om met Rabo Investments duurzame bedrijven te ondersteunen bij hun groeiplannen. Als actief betrokken aandeelhouder kijken wij ernaar uit om samen de vergroening van de huizenmarkt te versnellen.”
Jan Moulijn, Head Private Equity Rinkelberg: “Als betrokken investeerder staan wij innovatieve en duurzame start- en scale-ups (financieel) bij. Vanaf de eerste dag zijn we nauw betrokken bij econic en hebben we met eigen ogen gezien dat de visie en het concept aanslaan, waarmee ze een stevige bijdrage leveren aan het versnellen van de energietransitie. Gezien de groeiambities en de ervaring van het management zijn we verheugd om samen met hen en de nieuwe investeerders en projectfinanciers een stevig fundament onder de onderneming te leggen.”
Johan Swager, Directeur Fondsbeheer Meewind: “Meewind investeert bij voorkeur in succesvolle bedrijven die een stevig fundament voor een duurzame toekomst leggen en meer bijdragen dan een incidenteel project. econic heeft bewezen zo’n duurzame koploper te zijn. De resultaten tot nu toe, de groeiambities en de ervaring van de directie passen dan ook goed bij onze eigen ambitie. Meewind groeit graag mee met de bedrijven waarin het investeert en blijft die vervolgens steunen op hun groeipad.”

‘In utiliteit twee keer zoveel energiebesparing door WTW’

Gepubliceerd op

Een van de thema's van de internationale vakbeurs voor HVAC en water, ISH 2023, is energie-efficiëntie en duurzaamheid in gebouwen. In de verwarmingssector moeten alle bestaande mogelijkheden worden benut om de vereiste vermindering van CO2-uitstoot in gebouwen te realiseren. Belangrijk daarbij is het efficiënte gebruik van verwarmingsenergie via warmteterugwinning

De huidige energiesituatie heeft geleid tot een sterke toename van energiebesparende maatregelen. Naast de verschuiving naar hernieuwbare energiebronnen is een efficiënter gebruik van energie een doorslaggevende factor om onder andere een betrouwbare en betaalbare warmtevoorziening voor gebouwen te waarborgen. Vraaggestuurde ventilatiesystemen met warmteterugwinning kunnen een substantiële bijdrage leveren aan een efficiënt gebruik van verwarmingsenergie. Ze houden ventilatiewarmteverliezen laag door een groot deel van de warmte van de afgezogen lucht naar de aanzuigzijde over te brengen.

Utiliteitsgebouwen
Een studie van de Milieucampus Birkenfeld van de Trier University of Applied Sciences heeft het potentieel van deze technologie aangetoond. Uit de analyse van de impact van warmteterugwinning op de energiebesparing van centrale ventilatiesystemen in utiliteitsgebouwen bleek dat de aldus teruggewonnen warmte in 2021 een primaire energiebesparing opleverde van ruim 30 terawattuur per jaar (TWh/j). , een verdubbeling ten opzichte van 2011. Het is aannemelijk dat deze ontwikkeling zich de komende jaren zal voortzetten doordat oude installaties worden vervangen door nieuwe, efficiëntere systemen. Naast een grotere energie-efficiëntie verbetert de continue luchtcirculatie die wordt gecreëerd door ventilatiesystemen niet alleen de binnenluchtkwaliteit door het CO2-gehalte te beperken, maar zorgt het er ook voor dat verontreinigende stoffen en ziektekiemen worden verwijderd met de 'gebruikte' lucht. Bovendien profiteren mensen met een allergie van luchtfiltratie, terwijl de montage van bevochtigingssystemen op de ventilatiesystemen ervoor zorgt dat de aanbevolen minimale luchtvochtigheid in de kamer (40 procent) zelfs in de winter kan worden bereikt.

Woningen
Ook in woningen kan ventilatie met warmteterugwinning een aanzienlijke energiebesparing opleveren, zeker als het om energiezuinige woningen gaat. In dit geval is het warmteverlies door de gebouwschil zeer laag, zodat ventilatiewarmteverliezen een belangrijkere rol spelen. Zo kan vraaggestuurd ventileren met warmteterugwinning een besparing opleveren van 25 tot 50 procent verwarmingsenergie en een vergelijkbare verlaging van het CO2-gehalte. Tegelijkertijd zijn ventilatiesystemen met warmteterugwinning een voorwaarde voor gezonde lucht in energiezuinige gebouwen.

Op de beurs in Frankfurt am Main, van 13 tot 17 maart 2023, presenteren fabrikanten een breed scala aan centrale en decentrale ventilatiesystemen voor allerlei soorten ruimten in woon- en utiliteitsbouw.

De meest installatievriendelijke WTW-units met nieuwe slimme zoneringsoplossingen

Ventilatie wordt steeds vaker gezien als belangrijk onderdeel van een gezond, energiezuinig en comfortabel binnenklimaat. Zonering aanbrengen binnen ventilatie biedt ...
Verder Lezen

Verbeterde plafond WTW-HR unit

Door toepassing van nieuwe ventilatoren is de ventilatie-unit CFL van WOLF verder verbeterd. De EC-ventilatormotoren reduceren het stroomverbruik en zijn ...
Verder Lezen

Zeer compacte WTW-unit

Excellente Lucht In Kleine Woningen En Appartementen De nieuwe Flair 200 van Brink Climate Systems is klein van formaat, maar ...
Verder Lezen

Douche-wtw versterkt (hybride) warmtepomp

Badkamers worden luxer en zijn steeds vaker een ruimte voor ontspanning, met een grotere vraag naar warm tapwater als gevolg ...
Verder Lezen

Primeur: woningen met waterstof via bestaand gasnet

Gepubliceerd op

In Lochem worden in de wijk Berkeloord voor het eerst twaalf bewoonde woningen verwarmd met waterstof via het bestaande aardgasnet. Bij deze pilot onderzoekt Alliander op verzoek van de bewoners van deze monumentale panden of waterstof een goed alternatief is voor aardgas voor het verwarmen van woningen. Alliander werkt daarbij samen met onder andere LochemEnergie, Remeha en Westfalen Gassen Nederland BV.

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2050 7 miljoen woningen en 1 miljoen gebouwen van het aardgas af zijn. Daardoor verandert het energiesysteem en Alliander bereidt zich hierop voor. Waterstof is één van de alternatieven voor aardgas om woningen en gebouwen mee te verwarmen. Zo kan het een goed alternatief zijn voor met name woningen die moeilijk te isoleren zijn en waarvoor elektrische warmtepompen geen oplossing bieden, of in wijken waar geen warmtenet kan worden aangelegd. Een bijkomend voordeel is dat voor het transport van waterstof naar de woningen gebruik kan worden gemaakt van de gasleidingen die al in de grond liggen.

Unieke pilot
Arthur van Schayk, algemeen directeur Remeha: “De energietransitie moet versnellen en dat kunnen we alleen door als ketenpartners nauw samen te werken. Waterstof gaat, naast elektrificatie en warmtenetten, een belangrijke rol spelen in de verduurzaming van de bebouwde omgeving. Na de projecten in Rozenburg en Uithoorn hebben we nu in Lochem de primeur dat bewoonde woningen via het bestaande netwerk door middel van waterstof worden verwarmd. Met dit project willen we als fabrikant aantonen dat de Remeha cv-ketel voor waterstoftechnologie klaar is voor toepassing in de praktijk.”
Naast het feit dat in Lochem voor het leveren van waterstof het bestaande aardgasnet wordt gebruikt, is het ook een kans voor de bewoners om hun veelal monumentale woningen te verduurzamen met behoud van de waarde van hun erfgoed. Zowel bewoners als betrokken partijen hebben dan ook geïnvesteerd om deze pilot mogelijk te maken.

Veel voorbereidingen
Aan de overstap naar waterstof ging veel voorbereiding vooraf. Zo is onder meer aan de Stijgoord in Lochem door Westfalen een locatie gebouwd waar het waterstof in het bestaande gasnet wordt gevoed. In deze zogeheten invoed-installatie wordt de druk van het waterstof geregeld en wordt die voorzien van een geurstof omdat waterstof van nature geurloos is. De woningen zelf zijn eerst goed geïsoleerd. Vervolgens zijn de bestaande cv-ketels vervangen door de wereldwijd eerste gecertificeerde 100% waterstofketels van Remeha. In de straat zijn extra gasleidingen aangelegd om de woningen die niet meedoen aan de pilot te kunnen blijven voorzien van aardgas.

Werken aan het waterstofnet
Het onderhoud aan het waterstofnet gebeurt door netbeheerder Liander. Deze pilot is ook voor de netbeheerder een nieuwe stap. De werkzaamheden lijken in eerste instantie veel op het werk dat gasmonteurs dagelijks uitvoeren. Wel vraagt het om een aantal extra handelingen. Daarom heeft een groep monteurs eerder dit jaar een opleiding gevolgd, specifiek gericht op waterstof, in een speciaal voor dit doel gebouwd waterstofhuis in Apeldoorn. Begin september slaagde deze groep voor hun examen.

Drie jaar onderzoek
De pilot in Lochem duurt drie jaar. Zo kan voldoende ervaring worden opgedaan tijdens koude winters. De ervaringen worden vervolgens gedeeld met andere netbeheerders die plannen hebben voor vervolgprojecten met meer bewoners. Op die manier ontstaat steeds meer inzicht in hoe waterstof een aanvulling kan zijn bij de verduurzaming van bestaande woningen.
De pilot in Lochem is een samenwerking van burger-energiecoöperatie LochemEnergie, Remeha, Westfalen Gassen Nederland BV, Kimenai Installatiebeheer BV, Belangenvereniging Beschermd Stadsgezicht Berkeloord (BBSB) en Alliander. Mogelijk gemaakt door de gemeente Lochem en provincie Gelderland.

Proef met cv-ketels op waterstof mag van waakhond

Netbeheerder Liander mag een proefproject starten waarbij cv-ketels van huizen op waterstof overgaan. Toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft ...
Verder Lezen

Zuivere waterstofketel voor commerciële toepassingen klaar voor veldtesten

BDR Thermea Group, een fabrikant van binnenklimaatoplossingen, bereidt zich voor op de eerste real-life proeven van ketels op zuivere waterstof ...
Verder Lezen

Voorbereid op verwarmen met waterstof

De Vaillant ecoTEC plus is nu geschikt voor bijmenging van 20 procent waterstof aan het aardgas. De cv-ketel is getest ...
Verder Lezen

Woning op waterstof moet draagvlak creëren voor aardgasvrij gasnet

Sinds deze week stroomt er via een container waterstof naar een woning in het Zuid-Hollandse Stad aan ’t Haringvliet. In ...
Verder Lezen

Biogas voor verwarming en warmtapwater

Gepubliceerd op

Remeha zet in op de hybridisering van klimaat- en warmtapwaterinstallaties om het gasgebruik te minimaliseren. Via een samenwerking met scale-up Circ biedt de fabrikant haar klanten een nieuwe optie om installaties met biogas in plaats van aardgas te voeden.

Remeha en Circ produceren en leveren producten die elkaar aanvullen, waar het gaat om het reduceren of vervangen van het aardgasgebruik. Circ is een ontwikkelaar en producent van mini-vergisters – BioTransformers, zoals zij de apparaten noemen – die GFE-reststromen omzetten in biogas en biowater. Het biogas kan, zo nodig met een kleine nabewerking, aardgas vervangen en zo de verwarmings- of warmtapwaterinstallatie van een CO2-neutrale energiebron voorzien.

Groente- fruit- en etensresten
“Onze klanten voeden de BioTransformers hoofdzakelijk met groente- fruit- en etensresten”, vertelt Robert Kooloos, chief commercial officer bij Circ. “Daarmee produceren zij twee producten; biogas en biowater. Als het biogas vervolgens wordt gebruikt in de cv-toestellen, komt daarbij uitsluitend kortcyclische CO2 vrij. Deze CO2 uit voedselresten was anders bij verbranden of storten ook vrijgekomen. Het tweede product, biowater, is zeer rijk aan nutriënten en kan in veel gevallen als plantenvoeding worden gebruikt in bijvoorbeeld de land- en tuinbouw.” De BioTransformers van Circ zijn al te vinden in de hotelwereld en horeca, de zorgsector, de voedingsindustrie en andere sectoren met veel GFE-stromen.

“Biogas en groen gas kunnen belangrijke rol spelen”

“Remeha ziet in Circ een mooie partner waarmee onze adviseurs een extra oplossing voor handen hebben zodra zij klanten aan een efficiënte en CO2-neutrale verwarmings- of tapwaterinstallatie willen helpen” zegt Rick Bruins, business development manager bij Remeha. “In Nederland gebruiken we ongeveer 15 miljard kubieke meter aardgas in de gebouwde omgeving. Circa de helft daarvan gebruiken we in de utiliteit. Wij denken dat het realistisch is om via hybridisering het gasverbruik in de utiliteit uiteindelijk naar 2 miljard kubieke meter te reduceren. Die 2 miljard kuub zullen we door CO2-neutrale gassen moeten vervangen. Dat kan met waterstof, maar dat gas zal niet het volledige aandeel voor zijn rekening kunnen nemen. Daarom denken wij dat ook biogas en groen gas een belangrijke rol kunnen en zullen spelen.”

Zo’n 50 miljoen m3 aardgas vervangen
De BioTransformers die Circ ontwikkelt en produceert hebben verschillende capaciteiten. De kleinste verwerken 30 kilo per dag en de grootste 600 kilo GFE per dag. Het bedrijf produceert zowel de hardware als de software en zorgt dat de apparaten via een installateur bij de klant worden geïnstalleerd. “Onze klanten kopen de machine omdat zij hiermee meerdere doelen behalen. Ze vergroenen hun energievoorziening. Ze minimaliseren hun kosten voor het afvoeren van GFE-stromen. En sommige klanten kunnen het andere restproduct, biowater, goed gebruiken als voeding voor planten of leveren dit aan nabijgelegen locaties. In elk geval zorgen onze BioTransformers voor een duurzame businesscase die meestal in 2 tot 5 jaar is terugverdiend. Onze prognose is dat de toestellen die we in de jaren tot 2030 zullen verkopen in totaal zo’n 50 miljoen m3 aardgas kunnen vervangen”, zegt Kooloos.

Versnelling
Remeha en Circ willen via hun samenwerking een versnelling teweegbrengen; enerzijds in de hybridisering van cv- en warmtapwaterinstallaties, en anderzijds bij de inzet van biogas als vervanger van aardgas. “In veel horecabedrijven of voedingsindustrieën komen we als adviseur over de vloer omdat deze bedrijven willen verduurzamen”, zegt Bruins. “Maar lang niet overal is een all-electric oplossing mogelijk. Soms kun je bijvoorbeeld wel voor verwarming een warmtepomp gebruiken maar niet voor tapwater”. “En zelfs als een all-electric oplossing past, gaat Kooloos verder, “kan het alsnog interessant zijn om de BioTransformer te gebruiken. Puur omdat die bedrijven hun organische reststromen in dat geval effectief en rendabel voor verwarming en warmtapwater kunnen inzetten, en dus niet hoeven af te voeren.”

Praktijkvoorbeelden
Kortgeleden leverde Circ al een BioTransformers die feilloos samenwerkt met een cv-systeem van Remeha. Zorgcentrum de Koperhorst in Amersfoort kocht een BioTransformer50 – voor 50 kilo GFE-reststroom per dag – en gebruikt het geproduceerde biogas als energiebron voor de Remeha Quinta Ace cv-toestellen die het gebouw verwarmen. En in december wordt bij het Van der Valk Hotel in Gorinchem een BioTransformer200 -  voor 200 kilo per dag – geïnstalleerd. Het biogas van dat apparaat wordt gebruikt voor een Remeha cv-ketel, die straks met voorrang zal worden gestookt. Pas als er niet genoeg biogas is, zullen de in hybride geschakelde warmtepompen in werking treden. Volgend jaar zullen er nog enkele combinaties van een BioTransformer met Remeha cv-ketels worden geïnstalleerd, zoals bij Van der Valk Hotel Nuland en De Penitentiaire Inrichting (PI) Nieuwersluis.

 

Binnen een dag plannen voor een duurzame wijk

Gepubliceerd op

Amersfoort kreeg deze week tijdens Techathon 2022 verschillende innovatieve plannen voorgeschoteld. Zeven teams kregen één dag de tijd om plannen uit te werken voor een duurzame toekomst van de wijk Hoefkwartier. Ieder team bestond uit mbo-studenten, hbo-studenten en veelbelovende talenten van technische bedrijven. Uiteindelijk koos de jury voor het plan Next gen digitale wijk van team Croonwolter&dros/Haagse Hogeschool/mboRijnland.

De Techathon is een jaarlijks terugkerend spektakel. Studenten en professionele talenten krijgen de opdracht om in één dag tijd een concreet plan te maken voor een bestaande uitdaging in de openbare ruimte. Dit jaar ging het om de herontwikkeling van de wijk Hoefkwartier. De teams gingen  in de ochtend in alle vroegte aan het werk in Playground 33 in Amersfoort. De deelnemers moesten woekeren met de beschikbare ruimte, maar ook rekening houden met regels en randvoorwaarden op het gebied van klimaatadaptatie, circulariteit, energie, natuur en veiligheid.

Vijftig jaar vooruit
Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland en burgemeester Lucas Bolsius van de gemeente Amersfoort gaven het startschot. Terpstra maakte duidelijk dat de Techathon geen spelletje is: ‘We verbinden de praktijk van technische bedrijven met de ideeën van studenten op het mbo en het hbo. Dat is een serieuze zaak. Samenwerking en communicatieve vaardigheden worden steeds belangrijker in de techniek. Tijdens de Techathon moet je van die vaardigheden volop gebruikmaken.’ De burgemeester keek reikhalzend uit naar de plannen. Bolsius: ‘Hoefkwartier wordt een heel nieuw, spannend stuk stad, duurzaam en dynamisch. Met de herontwikkeling van de wijk moeten we weer vijftig jaar vooruit kunnen. Er zijn veel knappe koppen voor nodig om dat zover te krijgen. Deze talenten hebben we daarbij heel hard nodig.’

Digital-twin
De jury was verrast door de kwaliteit van de gepresenteerde plannen. De teams slaagden erin om de problemen op een originele manier en vanuit verschillende perspectieven te benaderen. Toch waren de juryleden het erover eens dat het plan van team Croonwolter&dros/Haagse Hogeschool/mboRijnland eruit sprong. Met name over het idee van de Digital-twin, een digitale wijk waarin het echte Hoefkwartier kan worden gesimuleerd en geregeld, was de jury enthousiast.

5.000 euro voor de winnaars
Na het verlossende woord van de juryvoorzitter kon algemeen directeur Erik van Engelen van Techniek Nederland de captain van team Croonwolter&dros/Haagse Hogeschool/mboRijnland de beker overhandigen. Een mooie trofee, maar captain Noëlle Choong was uiteraard óók blij met de cheque van 5.000 euro die haar team in ontvangst mocht nemen. Het winnende team krijgt verder een aantal vaktechnische boeken, een energietransitiespel én een circulair bierpakket. Al in december krijgen de winnaars de gelegenheid om de inhoud van hun plan voor de herontwikkeling van Hoefkwartier voor te leggen aan de gemeenteraad van Amersfoort.

Organisatie
Techniek Nederland organiseerde de Techathon in samenwerking met de gemeente Amersfoort en de kennisorganisaties Wij Techniek, ISSO en TVVL. Techathon 2022 komt voort uit de toekomstverkenningen voor de techniekbranche: CONNECT2025, SCENARIO2040 en CONNECT2030.

Duurzaam warmte- en koudesysteem voor nieuwbouw

De gemeente Amsterdam en Eneco hebben een overeenkomst gesloten voor de aanleg van een van de grootste duurzame warmte- en ...
Verder Lezen

Nederlandse installateurs voorop in duurzaamheid

Nederlandse installateurs lijken voorop te lopen met het werken aan projecten waarbij rekening wordt gehouden met duurzaamheid. Dit komt naar ...
Verder Lezen

Wedstrijdje circulair bouwen, renoveren en installeren

Het team Kuijpers/HvA//ROC Tilburg mag zich de winnaar noemen van de Techathon 2021, een prestigieuze wedstrijd voor installatiebedrijven en technische ...
Verder Lezen

Duurzaam warmte- en koudesysteem voor drie deelgebieden in Amsterdam

Energieleverancier Eneco gaat zorgen voor het collectief warmte- en koudenet voor verwarming, koeling en warm kraanwater in drie deelgebieden in ...
Verder Lezen

100 jaar oude kazerne stapt over op gasloze stadsverwarming

Gepubliceerd op

Fort Isabella, met haar geschiedenis als verdedigingswerk van ’s-Hertogenbosch en als kazerne, gaat over op een volledig gasloos verwarmings- en koelsysteem. Op vrijdag 21 oktober wordt het systeem geactiveerd. Twee Vughtenaren realiseren op het 10 hectare grote terrein momenteel een nieuwe samenleving waar wonen, werken, educatie en recreatie worden samengebracht.

Samen met OVVIA en Van Hout Installateurs en adviseurs heeft de Isabella Groep enkele jaren geleden een 2-staps strategie bedacht om het gasloze verwarmings- en koelingssysteem te realiseren. Ten eerste zijn alle bestaande (deels monumentale, meer dan honderd jaar oude) gebouwen geïsoleerd naar energielabel A of hoger. Daarnaast is op het terrein een netwerk van warmte en koude leidingen aangelegd die alle gebouwen verbindt met de (elektrisch aangedreven) energiecentrale. Hierdoor werkt het terrein als een warmtebatterij; in de zomer wordt overtollige warmte van de gebouwen opgeslagen in de grond en in de winter wordt dit opnieuw gebruikt. In de tussenseizoenen kan overtollige energie op de ene plek direct worden hergebruikt op een andere locatie. Door het ontwerp van het systeem kan dit zeer efficiënt gebeuren. De benodigde elektriciteit voor het systeem en het terrein wordt grotendeels geleverd door meer dan 1800 PV-panelen.

Samenwerking
Het terrein gaat hiermee van meer dan 1.800.000 m3 gas verbruik per jaar in het verleden (2004) naar een volledig elektrisch systeem dat grotendeels gevoed wordt door eigen PV-panelen. Voor zover bekend is Fort Isabella het eerste gecombineerde renovatie- en nieuwbouwproject dat overgaat op een volledig gasvrij systeem.
“De keuze om hier extra in te investeren was voor ons de enige juiste. Om een dergelijke herontwikkeling en verduurzaming te kunnen realiseren heb je de hulp en samenwerking met andere partijen nodig”, aldus Olivier Koning. Samen met Tjeerd Saatrube is hij initiatiefnemer van het project en eigenaar van het terrein. “Gelukkig zagen de gemeente Vught en de provincie Noord-Brabant direct de toegevoegde waarde van het plan voor de nieuwe samenleving voor de locatie zelf en de omgeving”, vervolgt Saatrube. Vanuit de gemeente Vught kwam de goedkeuring om het terrein van het COA te kopen en de medewerking aan de benodigde wijziging van het bestemmingsplan. Voor de Erfgoedfabriek was Fort Isabella een van de belangrijke militaire erfgoederen in de provincie. De door hen verstrekte subsidie heeft haalbaarheidsonderzoeken naar de verduurzaming mogelijk gemaakt.

Binnenklimaat Label voor kantoorgebouw DGMR

Gepubliceerd op

Het kantoorgebouw van DGMR Den Haag heeft het Binnenklimaat Label gekregen van het kenniscentrum Binnenklimaattechniek. Dit Label is gebaseerd op het Programma van Eisen (PvE) gezonde kantoren, waarin standaard eisen staan voor een gezond en comfortabel binnenklimaat. De eisen gaan over de thema’s lucht, licht, klimaat en geluid. In het PvE staan praktische informatie en handvatten om de eisen te beoordelen. bba binnenmilieu werkte mee aan de ontwikkeling van het verificatieprotocol voor het label. Hiermee is op een efficiënte manier in kaart te brengen aan welke klasse een kantoorgebouw voldoet.

Er zijn drie categorieën voor de beoordeling, klasse C geeft een ‘voldoende’ aan, klasse B betekent ‘goed’ en de beste beoordeling is klasse A, met een ‘zeer goed’. De beoordeling van de thema’s gebeurt door middel van een gebouwinspectie, een vragenlijst onder de gebruikers en duurmetingen van het binnenklimaat.

‘Practice what you preach’
Paul van Bergen van DGMR: “Wij zijn als bureau dagelijks bezig met het binnenklimaat en binnenklimaat vraagstukken. Niet alleen thermisch, akoestisch en visueel maar ook met gezonde materialen, beweging en groen. ‘Practice what you preach’ is ons motto en daarom lieten wij ook een Binnenklimaat Label voor ons eigen pand opstellen. Nu eerst voor ons kantoor in Den Haag en als we gesetteld zijn in ons nieuwe kantoor in Arnhem en ook in Drachten. Meten is een belangrijk onderdeel van het label, dus het gaat om werkelijke prestaties: het heeft echte waarde.”

Inzicht waar kansen liggen
“Wij zijn er trots op dat we het label goed - Klasse B - hebben gekregen, zegt Marije te Kulve van bba binnenmilieu, ook werkzaam in het pand van DGMR in Den Haag. “De uitkomsten van de beoordeling geven echt inzicht in waar kansen liggen voor verdere verbetering van het binnenklimaat. Na het behalen van dit label blijven wij de luchtkwaliteit natuurlijk monitoren en verbeteren, voor zowel onze eigen medewerkers als voor onze klanten.”

Onafhankelijke methodiek
Remi Hompe, voorzitter kenniscentrum Binnenklimaattechniek: “Met deze onafhankelijke methodiek zorgen we ervoor dat in één oogopslag duidelijk is hoe het met het binnenklimaat van een gebouw gesteld is. Je moet als eigenaar kunnen aangeven welke klasse wenselijk is en er zeker van zijn dat de vooraf gestelde prestatie-eisen ook behaald kunnen worden. Daarom is borgen en monitoren een belangrijk onderdeel van het label. Scoor je een B? Dan geven we advies over hoe je een A kunt bereiken. We zijn ontzettend trots dat we nu bij DGMR het tweede label mogen uitreiken en hopen dat er nog vele zullen volgen.”

Database van gebouwen
Organisaties die het Binnenklimaat Label behalen, komen in een database van gebouwen die aantoonbaar gezond zijn. Het label is ontwikkeld vanuit kenniscentrum Binnenklimaattechniek, door Binnenklimaat Nederland, TVVL, TNO, BBA, OfficeVitae en DWA.

Ruim kwart voetbalclubs bezig met aanschaf warmtepomp

Gepubliceerd op

Door de gestegen energieprijzen is een gemiddelde sportvereniging dit jaar €15.000 extra kwijt aan de energierekening. Dit is een stijging van bijna 100% ten opzichte van vorig jaar. Verenigingen hebben ontzettend veel moeite om de energierekeningen te kunnen betalen en maar liefst 38% van alle verenigingen vreest inmiddels voor het voortbestaan van de club. De helft van alle clubs hebben op dit moment een variabel contract en van nog eens 22% loopt het contract binnen 6 maanden af. Deze verontrustende cijfers komen uit recent onderzoek dat de KNVB samen met Groene Club sponsor Mitsubishi Electric heeft laten uitvoeren.

“Als duurzaamheidspartner van de KNVB herkennen we de onzekerheden waar veel voetbalverenigingen mee te maken hebben. Maar waar voor veel verenigingen een warmtepomp eerst nog geen interessante investering was is dit nu volledig omgeslagen”, geeft Arjen de Jong, algemeen directeur bij Alklima de exclusief distributeur van Mitsubishi Electric aan. “Steeds meer verenigingen hebben baat bij het plaatsen van een warmtepomp als één van de mogelijkheden om energie te besparen en de club te verduurzamen. Ondanks dat we merken dat meer bedrijven, particulieren en zeker ook sportverenigingen interesse tonen in verduurzamen en de aanschaf van een warmtepomp hebben we er begrip voor dat veel zaken nog onduidelijk zijn. Daarom ben ik enorm trots dat we onze campagne “de Energietrainer” kunnen aankondigen.”

‘Energietrainer’ John Williams
“Iedereen heeft het over verduurzamen en het verlagen van de energierekening. Maar waar begin je en waar houdt het op? Ook ik worstel daarmee”, geeft John Williams aan. “Als Energietrainer help ik samen met de experts van Mitsubishi Electric de Nederlandse voetbalclubs met het verduurzamen en verlagen van de energierekening. Naast mijn presentatie-werk bij onder andere “Help mijn man is klusser” ben ik een groot voetballiefhebber en iemand die enorm veel affiniteit heeft met verduurzamen. Ik hoefde in ieder geval niet lang na te denken toen Mitsubishi Electric en de KNVB mij vroegen voor de functie van Energietrainer. Ik ben heel erg trots en blij dat ik een onderdeel mag zijn van dit project. Want hiermee kunnen wij heel veel clubs en dus mensen helpen. Want dit zijn zware tijden voor iedereen.”

Veel verenigingen maken al goede stappen
Marc Nipius is vanuit de KNVB één van de grondleggers van De groene Club: “We zijn de Groene Club in 2018 gestart om verenigingen te helpen met verduurzamen. En we zien dat veel verenigingen al goede stappen hebben gemaakt. Voornamelijk met zonnepanelen en LED-verlichting. Maar de vraag vanuit verenigingen is veranderd. We zien op dit moment een stijgende vraag naar warmteoplossingen bij verenigingen. Met Mitsubishi Electric hebben wij een partner met veel kennis op het gebied van warmtepompen. Iets waar onze verenigingen veel naar vragen. Maar liefst 27% van de verenigingen is nu al bezig met het aanschaffen van een warmtepomp en dat zal de komende jaren alleen maar toenemen. We zijn daarom ook enorm blij dat Mitsubishi Electric partner is geworden van De Groene Club.”

BDR Thermea Group verhoogt productie van warmtepompen

BDR Thermea Group, fabrikant van binnenklimaatoplossingen, breidt zijn warmtepompproductie uit om aan de snelgroeiende vraag van consumenten te voldoen naar ...
Verder Lezen

Prefab warmtepompen voor op het dak

Nefit Bosch en iBuild hebben een contract getekend waarin een meerjarige samenwerking wordt vastgelegd. Nefit Bosch gaat iBuild honderden prefab-installaties ...
Verder Lezen

Ook verhoogd prijsplafond maakt warmtepomp duur

Ook het verhoogde prijsplafond biedt geen soelaas voor wie een warmtepomp heeft of van plan was deze aan te schaffen ...
Verder Lezen

Nieuw bedrijfspand voor fabrikant warmtepompen

Binnenkort zal in opdracht van projectontwikkelaar Prohuis op bedrijventerrein Bagven Park in Breda worden gestart met de bouw van een ...
Verder Lezen

Prefab warmtepompen voor op het dak

Gepubliceerd op

Nefit Bosch en iBuild hebben een contract getekend waarin een meerjarige samenwerking wordt vastgelegd. Nefit Bosch gaat iBuild honderden prefab-installaties leveren op basis van de all-electric dakwarmtepomp die Nefit Bosch volgend jaar op de markt brengt.

Als ambitieuze start-up komt iBuild met een nieuw woningbouwconcept dat het bouwproces versnelt. Woningen worden gebouwd vanuit een vaste bodemplaat met volledig in de fabrieken van partners voorgeproduceerde elementen. Voor de duurzame verwarming en warmwatervoorziening kiest iBuild voor de nieuwe lucht-water dakwarmtepompen van Nefit Bosch, de Compress 5800i AWR ('Air Water Rooftop'). Deze specifiek voor schuine daken ontwikkelde, volledige geïntegreerde monoblockoplossing wordt in zijn geheel op het dak geplaatst. Alleen de aansluitingen, waarvoor geen specifieke certificering vereist is, gaan door het dak.

Prefab installatie
Het binnendeel, bestaande uit de compacte binnenunit, een 200 of 300 liter warmwaterboiler en een buffervat, wordt samen met een WTW-unit voorgemonteerd in het prefab configuratiecentrum van Nefit Bosch in Deventer. De complete unit wordt aangeleverd als prefab skid, zodat de installatiewerkzaamheden op locatie tot een minimum worden beperkt.

Dingen slimmer doen
“Deze werkwijze bespaart niet alleen veel tijd en schaarse menskracht, hij verlaagt ook faalkosten en minimaliseert de impact op het milieu. Als iBuild willen we een bijdrage leveren aan het oplossen van de woningnood, door dingen slimmer te doen. Maar wel met oog voor de prijs én op een zo duurzaam mogelijke wijze”, zegt William van Rijn, één van de oprichters van iBuild.
Mark Dekker, key accountmanager nieuwbouw bij Nefit Bosch, vult aan: “Als Nefit Bosch hebben we sterke ambities om te groeien op de nieuwbouwmarkt met de nieuwste warmtepomptechnologie, maar ook met prefab oplossingen. Voor ons is de samenwerking met iBuild een perfecte match.”
“Door jarenlange ervaring in de bouwwereld en het ontwerpen van gebouwen met diverse functies te combineren, hebben we een samenwerking gevonden die baanbrekend kan zijn voor de toekomstige huizenmarkt”, stelt William van Rijn.

Onderhoudsarm
“Dat iBuild kiest voor deze oplossing is eigenlijk heel logisch. Een dakopstelling kent minder beperkingen ten aanzien van geluid en ruimte”, licht Mark Dekker toe. “Onze nieuwe dakwarmtepomp is uniek in de markt. Superstil en geen risico op trillingen in de dakconstructie. Het ontwerp is gebaseerd op Nederlandse woningen en windbelastingen. Er wordt gebruikgemaakt van een natuurlijk koudemiddel (Propaan) waardoor hoge aanvoertemperaturen worden gehaald. De unit kent een lange levensduur en is onderhoudsarm.”
De nieuwe dakwarmtepomp rolt vanaf medio 2023 van de band bij Nefit Bosch in Deventer.

Ook verhoogd prijsplafond maakt warmtepomp duur

Ook het verhoogde prijsplafond biedt geen soelaas voor wie een warmtepomp heeft of van plan was deze aan te schaffen ...
Verder Lezen

Nieuw bedrijfspand voor fabrikant warmtepompen

Binnenkort zal in opdracht van projectontwikkelaar Prohuis op bedrijventerrein Bagven Park in Breda worden gestart met de bouw van een ...
Verder Lezen

Collectieve hoog temperatuur warmtepomp nu ook te waarderen in BENG

Het Bureau Controle en Registratie Gelijkwaardigheid (BCRG) heeft de SWP warmtepomp een gelijkwaardigheidsverklaring toegekend voor tapwater en ruimteverwarming. Woningbouwcorporaties en ...
Verder Lezen

Warmtepomp door prijsplafond bijna 900 euro duurder dan cv-ketel

Het prijsplafond op energie dat het kabinet op Prinsjesdag aankondigde maakt dat veel Nederlanders de aanschaf van een warmtepomp voorlopig ...
Verder Lezen

Ook verhoogd prijsplafond maakt warmtepomp duur

Gepubliceerd op

Ook het verhoogde prijsplafond biedt geen soelaas voor wie een warmtepomp heeft of van plan was deze aan te schaffen. In de meeste gevallen speel je quitte ten opzichte van verwarmen met een cv-ketel. Huishoudens die onlangs een nieuw energiecontract afsloten zijn zelfs ruim 700 euro meer kwijt wanneer zij de warmtepomp prefereren boven verwarmen op gas. Dat concludeert vergelijkingswebsite Slimster, nadat het twee weken geleden al berekende dat de eerste variant van het prijsplafond voor warmtepompeigenaren een klap in het gezicht was.

Nadat er de nodige ophef ontstond over het vorige prijsplafond - het bedrag van 70 cent per kWh was te hoog en het verbruiksplafond van 2400 kWh per jaar juist te laag - besloot het kabinet dit aan te passen naar 40 cent en 2900 kWh. Slimster berekende wat deze aanpassingen voor verschillende soorten huishoudens betekenen. Een huishouden met een gemiddeld verbruik ziet de energiekosten door de aanschaf van een al dan niet hybride warmtepomp met 100 tot 120 euro per jaar dalen. “Een minieme besparing die niet opweegt tegen de hoge aanschafkosten van een warmtepomp, zeker niet in een periode waarin veel gezinnen het spaargeld ook goed voor andere zaken kunnen gebruiken”, aldus Marco Schuurman, eigenaar van Slimster.

Nieuw contract
Huishoudens die onlangs overstapten naar een andere energieleverancier zijn nog veel duurder uit. Sterker, voor hen is het gunstiger om op gas te blijven verwarmen dan de stap naar elektrisch te zetten, concludeert Slimster. Dat komt omdat je met een warmtepomp gegarandeerd ruim over het verbruiksplafond van 2900 kWh heengaat. Heb je daarbij net een nieuw contract afgesloten, dan betaal je de torenhoge prijzen die leveranciers momenteel hanteren in hun modelcontracten. Bij Vattenfall, Eneco en Essent gaat het om gemiddeld 92 cent per kWh. Die prijs geldt dan voor bijna de helft van je elektriciteitsverbruik, wat dus niet onder het prijsplafond valt. In de praktijk komt het erop neer dat huishoudens in deze situatie met een volledig elektrische warmtepomp ruim 700 euro per jaar meer kwijt zijn aan energiekosten dan met een ouderwetse cv-ketel. Bij de keuze voor een hybride warmtepomp komt het neer op een nadeel van ruim 300 euro, blijkt uit de berekeningen van Slimster.

Elektrisch bijverwarmen
Wat nog wel uitkomst kan bieden is gebruikmaken van een airco of infraroodpaneel als elektrische bijverwarming. De thermostaat kan dan lager worden gezet, waardoor flink wordt bespaard op gaskosten en alleen de ruimte op stroom wordt verwarmd waar iemand op dat moment verblijft. Dat kan gunstig zijn wanneer iemand bijvoorbeeld overdag thuiswerkt.

Duurzame flats met extreem lage energiekosten

Gepubliceerd op

In Den Bosch heeft woningcorporatie BrabantWonen twee duurzaame flats gebouwd. Een groot deel van het jaar verwarmt de zon de woningen, een collectieve warmtepomp vult in de koude maanden aan. Dit project is een voorbeeld van betaalbare duurzaamheid voor bewoner én verhuurder: voor verwarmen en koelen betalen de bewoners maandelijks niet meer dan 35 euro.

Gevels met grote glasvlakken laten zonlicht het hele jaar maximaal binnen. Iedere woning heeft een niet geïsoleerde serre die de warmtevraag vermindert. De woningen hebben daardoor maar heel weinig verwarming nodig, gemiddeld 800-1500 watt per woning. Doordat prefab luchtdicht is gebouwd, kan snel worden verwarmd en gekoeld. Het hele gebouw wordt met een warmtepomp van 40 kW verwarmd (een gemiddeld huishouden heeft 20 kW nodig). Op het dak een dakterras met tuin, overkapt door 308 PV-panelen.
Voor warm water heeft ieder appartement een zoutbatterij, het zout wordt opgewarmd door de zonnepanelen en houdt zijn warmte 3 dagen vast. Voor de ventilatie zorgen individuele balansventilatieboxen in iedere berging.
De klimaatadaptieve flats zijn industrieel, flexibel en demontabel prefab gebouwd. Alle materialen zijn te hergebruiken en zo gekozen dat de gebouwen 3x lichter zijn dan vergelijkbare systemen.

Betaalbaar perspectief voor de energietransitie
Bahman Laké, projectleider BrabantWonen: “We zijn in 2020 gestart met het ontwerp van deze twee gebouwen met beide 31 appartementen, waarvan de helft sociale huurwoningen. Ons doel was toekomstbestendigheid zonder gas, met zoveel mogelijk natuurlijk opgewekte energie. Niet wetend dat wij geconfronteerd zouden worden met de huidige energieproblematiek. Het resultaat van die inspanning en de gedane investering is dat de energiekosten voor de verwarming en warm water ver onder het ingestelde prijsplafond ligt. Dat voordeel gaat geheel naar de bewoner.”
Bewoners betalen een maandelijks voorschot van 20 euro voor warm tapwater en voor verwarming en koeling 15 euro, of 12,50 euro in een kleinere woning. Dit is 10 keer minder dan in een gemiddeld nieuw appartementengebouw.

Miljoenennota: “Energietransitie urgenter dan ooit”

Het verduurzamen van woningen en gebouwen in Nederland is volgens ondernemersorganisatie Techniek Nederland belangrijker dan ooit. Voorzitter Doekle Terpstra vindt ...
Verder Lezen

Energietransitie en duurzaam sanitair centraal op SHK Essen

Van 6 tot en met 9 september a.s. wordt in het Duitse Essen de vakbeurs SHK georganiseerd. Ongeveer 400 exposanten ...
Verder Lezen

Beoogde energietransitie onhaalbaar door tekort aan technici

Als er niets gebeurt om het technicitekort op te lossen, is het volgens de meerderheid van de technici (56%) en ...
Verder Lezen

Nederlandse huishoudens beperken energieverbruik

Uit een onderzoek van tado°, actief op het gebied van intelligent klimaatbeheer voor woningen, blijkt dat 61,1% van de huishoudens ...
Verder Lezen

Verduurzamen van collectieve installaties

Gepubliceerd op

Verduurzamen van collectieve installaties Energy Bridge verduurzaamt collectieve installaties van wooncomplexen en kantoren. Een gat in de markt. Vandaar dat het bedrijf flink doorgroeit. Directeur Jan-Maarten Elias legt aan de hand van een project in Spijkenisse uit hoe Energy Bridge te werk gaat. Volgens Elias zijn er drie trends die nu een belangrijke stempel drukken op de bouwkolom. Ten eerste de prijsstijgingen die voortvloeien uit de schaarste aan materialen. Daarnaast is efficiency een belangrijk thema om zo goed mogelijk met bestaande arbeid en grondstoffen om te gaan en verspilling te voorkomen. Tot slot wordt er steeds meer gestuurd op CO2-uitstoot, onder andere vanuit de EPBD III. Adviseur en installateur Energy Bridge is zowel een adviseur als installateur. Elias: “In principe pakken we het gehele traject. Van consultancy tot realisatie. Maar de klant kan ook beslissen om ons slechts in te schakelen voor één van beide.” Nichespeler Het bedrijf richt zich op een niche: het verduurzamen van collectieve installaties. “Vaak gaat het om lange besluitvormingstrajecten voordat er tot realisatie wordt overgegaan”, vertelt Elias. “Energy Bridge wil een toonaangevende speler worden die op termijn ook steeds meer gestandaardiseerde producten en prefaboplossingen kan aanbieden. Project Het bedrijf schakelt het liefst zoveel mogelijk over op all-electric installaties bij verduurzamingsopgaven. Maar dat is niet altijd haalbaar. In Spijkenisse werd er daarom gekozen voor een hybride installatie met twee HT-warmtepompen van ieder 55 kW. Hiermee kan het aardgasgebruik met bijna 80 % worden teruggebracht. Uitdagingen “We werden ingeschakeld om de collectieve ketelinstallatie van een galerijflat van woningcorporatie Woonbron met 10 verdiepingen en 90 woningen te verduurzamen”, legt Elias uit. Hij kreeg daarbij te maken met twee grote uitdagingen. Ten eerste was de aansluiting op het elektriciteitsnet ontoereikend voor de nieuwe installatie. Ten tweede moesten de nieuwe warmtepompen op het dak worden gekoppeld aan de ketels en het buffervat beneden op de begane grond. Oplossingen Het project ging afgelopen mei van start en heeft een doorlooptijd van circa 6 maanden. “We hebben de aansluiting op het net verzwaard”, vertelt Elias. “De nieuwe aanvoer- en retourleidingen van de warmtepompen naar de buffervaten laten we via een aparte schacht naast de lift lopen. Om het transportverlies zoveel mogelijk te beperken worden de leidingen geïsoleerd.” Op het dak komen 140 PV-panelen te liggen, daarmee is het complex nog niet zelfvoorzienend. Bovendien blijft gelijktijdigheid een issue. De warmtepompen draaien vooral als de PV-panelen weinig opbrengen. Met een buffervat ondervangt Energy Bridge dit probleem grotendeels. “As a service” Na oplevering wordt de installatie via remote access continu gemonitord. Mocht er onderhoud en service nodig zijn dan kan de servicemonteur overal bij, mede dankzij nieuwe plateaus bij de leidingen in de lange schacht. Energy Bridge blijft verantwoordelijk voor de thermische en energetische prestaties, want de warmte wordt “as a service” aangeboden. Dit is een verkorte versie van een artikel dat binnenkort verschijnt in het praktijkblad InstallateursZaken, novemberuitgave 2022.

Energy Bridge verduurzaamt collectieve installaties van wooncomplexen en kantoren. Een gat in de markt. Vandaar dat het bedrijf flink doorgroeit. Directeur Jan-Maarten Elias legt aan de hand van een project in Spijkenisse uit hoe Energy Bridge te werk gaat.

Volgens Elias zijn er drie trends die nu een belangrijke stempel drukken op de bouwkolom. Ten eerste de prijsstijgingen die voortvloeien uit de schaarste aan materialen. Daarnaast is efficiency een belangrijk thema om zo goed mogelijk met bestaande arbeid en grondstoffen om te gaan en verspilling te voorkomen. Tot slot wordt er steeds meer gestuurd op CO2-uitstoot, onder andere vanuit de EPBD III.

Adviseur en installateur
Energy Bridge is zowel een adviseur als installateur. Elias: “In principe pakken we het gehele traject. Van consultancy tot realisatie. Maar de klant kan ook beslissen om ons slechts in te schakelen voor één van beide.”

Nichespeler
Het bedrijf richt zich op een niche: het verduurzamen van collectieve installaties. “Vaak gaat het om lange besluitvormingstrajecten voordat er tot realisatie wordt overgegaan”, vertelt Elias. “Energy Bridge wil een toonaangevende speler worden die op termijn ook steeds meer gestandaardiseerde producten en prefaboplossingen kan aanbieden.

Project
Het bedrijf schakelt het liefst zoveel mogelijk over op all-electric installaties bij verduurzamingsopgaven. Maar dat is niet altijd haalbaar. In Spijkenisse werd er daarom gekozen voor een hybride installatie met twee HT-warmtepompen van ieder 55 kW. Hiermee kan het aardgasgebruik met bijna 80 % worden teruggebracht.

Uitdagingen
“We werden ingeschakeld om de collectieve ketelinstallatie van een galerijflat van woningcorporatie Woonbron met 10 verdiepingen en 90 woningen te verduurzamen”, legt Elias uit. Hij kreeg daarbij te maken met twee grote uitdagingen. Ten eerste was de aansluiting op het elektriciteitsnet ontoereikend voor de nieuwe installatie. Ten tweede moesten de nieuwe warmtepompen op het dak worden gekoppeld aan de ketels en het buffervat beneden op de begane grond.

Oplossingen
Het project ging afgelopen mei van start en heeft een doorlooptijd van circa 6 maanden. “We hebben de aansluiting op het net verzwaard”, vertelt Elias. “De nieuwe aanvoer- en retourleidingen van de warmtepompen naar de buffervaten laten we via een aparte schacht naast de lift lopen. Om het transportverlies zoveel mogelijk te beperken worden de leidingen geïsoleerd.” Op het dak komen 140 PV-panelen te liggen, daarmee is het complex nog niet zelfvoorzienend. Bovendien blijft gelijktijdigheid een issue. De warmtepompen draaien vooral als de PV-panelen weinig opbrengen. Met een buffervat ondervangt Energy Bridge dit probleem grotendeels.

“As a service”

Na oplevering wordt de installatie via remote access continu gemonitord. Mocht er onderhoud en service nodig zijn dan kan de servicemonteur overal bij, mede dankzij nieuwe plateaus bij de leidingen in de lange schacht. Energy Bridge blijft verantwoordelijk voor de thermische en energetische prestaties, want de warmte wordt “as a service” aangeboden.

Dit is een verkorte versie van een artikel dat binnenkort verschijnt in het praktijkblad InstallateursZaken, novemberuitgave 2022.

 

 

 

 

 

 

 

 

Warmtepomp door prijsplafond bijna 900 euro duurder dan cv-ketel

Gepubliceerd op

Het prijsplafond op energie dat het kabinet op Prinsjesdag aankondigde maakt dat veel Nederlanders de aanschaf van een warmtepomp voorlopig zullen uitstellen. Dat vermoedt vergelijkingssite Slimster, na berekend te hebben wat de maatregel betekent voor huishoudens met enerzijds een cv-ketel of anderzijds een (hybride) warmtepomp. Waar zo’n warmtepomp tot meer dan 2000 euro per jaar kon besparen, zijn huishoudens met een cv-ketel in de nieuwe situatie juist tot bijna 900 euro goedkoper uit.

Slimster rekende uit wat de energiekosten voor een gemiddeld huishouden met een cv-ketel, hybride warmtepomp of all-electric warmtepomp zijn in de huidige en in de nieuwe situatie. Het gebruikte daarvoor de gemiddelde tarieven die de drie grootste energieleveranciers in hun modelcontracten hanteren als uitgangspunt en ging uit van het gemiddelde verbruik dat Milieu Centraal noemt. Daaruit blijkt dat huishoudens met een cv-ketel hun energierekening ruimschoots gehalveerd zien worden. Met een hybride warmtepomp bespaar je zo’n 31 procent, terwijl de rekening met een volledig elektrische warmtepomp met slechts 10 procent afneemt.

Elektrisch verwarmen duurder
In de huidige situatie bespaart een gezin met een hybride warmtepomp tot 1417 euro per jaar ten opzichte van een cv-ketel. Wie een all-electric warmtepomp heeft en dus volledig ‘van het gas af’ is, ziet de kosten met 2361 euro per jaar afnemen. Maar wanneer straks het prijsplafond is ingevoerd zijn een hybride en volledig elektrische warmtepomp juist respectievelijk 524 tot 871 euro per jaar duurder dan een gasgestookte cv-ketel.

Verhouding tussen gas- en stroomprijs zoek
De reden voor deze opmerkelijke verschillen is het feit dat het plafond op de gasprijs veel lager ligt dan de ‘cap’ op de stroomprijs. Waar het verschil tussen een modelcontract en het plafondtarief van de overheid wat betreft stroom slechts 24 procent bedraagt, gaat het bij gas om een afname van liefst 65 procent. Voorheen lag de prijs voor een kilowattuur stroom zo’n vier keer lager dan de prijs voor een kuub gas. Nu is dat verschil nog maar een factor twee. Ook bijvoorbeeld elektrisch koken wordt om deze reden oninteressant zolang het prijsplafond geldt.

Bijverwarmen met airco
De uitzondering geldt uiteraard voor huishoudens met zonnepanelen, die het gros van hun huidige elektriciteitsverbruik kunnen wegstrepen. Volgens Slimster tonen zonnepaneleneigenaren de laatste tijd bovendien veel interesse in airco’s. Niet alleen om ‘s zomers te kunnen koelen, maar ook om ‘s winters te kunnen bijverwarmen. De thermostaat kan dan omlaag en de airco verwarmt bijvoorbeeld de woonkamer - de ruimte waar je doorgaans het meest bent - bij tot een aangename temperatuur. Zolang je dit niet de hele dag doet, kan de combi van zonnepanelen en een airco aanzienlijk schelen in de energiekosten.

Belgische woningbezitters overwegen warmtepomp om geld te besparen

Ook onze zuiderburen maken zich druk om de energietransitie, juist nu de energieprijzen de pan uitrijzen. Eén derde van de ...
Verder Lezen

Daikin start fabriek voor warmtepompen in Polen

Daikin Europe gaat 300 miljoen euro investeren in een nieuwe fabriek in het Poolse Łódź. In juli 2024 gaat de ...
Verder Lezen

Bouw grootste warmtepomp van Nederland van start

Op dinsdag 5 juli is het startsein gegeven voor de bouw van de grootste warmtepomp van Nederland. De pomp maakt ...
Verder Lezen

In jaar tijd 17 keer zoveel aanvragen voor warmtepompen

Dinsdag 17 mei werd bekend dat de (hybride) warmtepomp vanaf 2026 de standaard wordt. Uit cijfers van de Nederlandse offertevergelijker ...
Verder Lezen

Belgische woningbezitters overwegen warmtepomp om geld te besparen

Gepubliceerd op

Ook onze zuiderburen maken zich druk om de energietransitie, juist nu de energieprijzen de pan uitrijzen. Eén derde van de woningbezitters in België overweegt om van verwarmingsinstallatie te veranderen vanwege de stijgende energiefactuur. Daarvan denkt 41% over te schakelen op een warmtepomp. Twee op drie woningbezitters ziet het zelfs als noodzaak om over te stappen op hernieuwbare energie om de energiefactuur laag te houden. 70% denkt bovendien dat de stijgende prijzen de energietransitie zullen versnellen. Dit blijkt uit een grootschalige enquête die Daikin onlangs afnam.

Onze zuiderburen verwarmen nog heel klassiek. Maar liefst 58% bezit nog een gasketel. Een deel van de verklaring hiervoor ligt bij het verouderd woningbestand. Vier op de vijf Belgische woningbezitters woont namelijk in een woning die ouder is dan 15 jaar. Toch zien veel Belgen het belang in van de overstap naar hernieuwbare energie. 65% vindt het zelfs een noodzaak, gezien de huidige economische situatie.

Hernieuwbare energie
De Belg denkt toekomstgericht en wil bijdragen aan een beter klimaat. Drie kwart van de ondervraagde Belgische woningbezitters vindt dit belangrijk. Twee op de vijf verwarmt zelfs hun woning liever niet met fossiele brandstoffen. Ook al omdat het een manier is om de energiekosten te drukken.
Van degenen die van verwarmingsinstallatie willen veranderen, overweegt 41% over te schakelen op een warmtepomp. Desondanks denkt de helft van de Belgische woningbezitters dat warmtepompen alleen interessant zijn voor nieuwbouw. Roderik Desiere, Managing Director bij Daikin Belgium, is het daar niet mee eens: “Er bestaan duurzame alternatieve verwarmingsoplossingen voor ieder bouwproject of het nu gaat om nieuwbouw of renovatie. Bij een renovatie zijn er wellicht nog bijkomende werkzaamheden nodig om de staat van de woning te verbeteren en zo het hoogst mogelijke rendement uit de warmtepomp te halen.”

Werk aan de winkel
Uit de enquête blijkt dat slechts 5% van de ondervraagden over een warmtepomp beschikt om de woning te verwarmen en koelen. Als voornaamste reden om een warmtepomp te hebben of te overwegen, geven de woningbezitters aan dat ze hiermee geld willen besparen. Eén op de vijf wil vooral zekerheid over de energietoevoer in de toekomst. Iets waar de Belg duidelijk van wakker ligt. Hij/zij is zich bewust van de veranderingen en investeringen die er nodig zijn om futureproof te verwarmen en het hoofd te bieden aan de huidige en toekomstige uitdagingen. Drie op de vijf woningbezitters zijn ervan overtuigd dat dankzij technologische innovaties de huidige energieproblemen in de toekomst opgelost kunnen worden. De keerzijde? Vier op de vijf denkt dat alleen wie veel geld heeft erin zal slagen om de energietransitie te volgen en dat de kloof tussen arm en rijk hierdoor groter zal worden.

Nederlandse huishoudens beperken energieverbruik

Uit een onderzoek van tado°, actief op het gebied van intelligent klimaatbeheer voor woningen, blijkt dat 61,1% van de huishoudens ...
Verder Lezen

Stijgende energieprijzen

Met de oorlog in Oekraïne en de daardoor stijgende energieprijzen realiseert de westerse wereld zich meer dan ooit hoe belangrijk ...
Verder Lezen

Is de kwaliteit en veiligheid van zonnesystemen in België echt beter?

De markt voor zonnestroom groeit onstuimig terwijl er ondertussen een overspannen vraag is naar installateurs. Dat levert de nodige problemen ...
Verder Lezen

Weinig animo bij Belgen om data slimme verwarming te delen

Volgens een onderzoek dat Remeha België heeft laten uitvoeren wil driekwart van de Belgen de informatie van zijn slim verwarmingstoestel ...
Verder Lezen

Duurzaam hemelwater

Gepubliceerd op

SSAB breidt haar GreenCoat® assortiment in colorcoat stalen hemelwatersystemen uit met de introductie van GreenCoat RWS Pural BT. Het hemelwatersysteem is voorzien van een coating met Bio-based Technology (BT) op basis van Zweedse koolzaadolie in plaats van fossiele olie.

Het hemelwatersysteem is verkrijgbaar in een veelheid aan kleuren en kan worden afgestemd op een GreenCoat® dak om een consistent uiterlijk voor het hele gebouw te garanderen. GreenCoat RWS producten hebben een dubbelzijdig coatingsysteem dat bescherming biedt tegen corrosie (RC5) en mechanische slijtage om de zwaarste weersomstandigheden te weerstaan. Ze zijn flexibel en vervormbaar, zodat ze op vrijwel elke manier kunnen worden gevormd. De nieuwe hemelwatersystemen bieden verder glansbehoud en kleurechtheid die de hoogste klasse (Ruv5) bereikt volgens de bijgewerkte EN 10169.

De Verwondering

Basisschool De Verwondering in Almere kan met recht een landmark worden genoemd. Het gebouw is circulair, duurzaam en opgetrokken volgens ...
Verder Lezen

Kleine update voor ISSO-kleintje Riolering

ISSO-kleintje Riolering is laatst weer op kleine punten herzien. installateurs en servicemonteurs kunnen hierin de meest gebruikte richtlijnen voor het ...
Verder Lezen

Norm voor gebouwriolering en buitenriolering binnen perceel gewijzigd

NEN 3215 stelt eisen aan de riolering voor een goede afvoer van zowel hemelwater als huishoudelijk afvalwater. Een belangrijke wijziging ...
Verder Lezen

Hemelwater afvoeren bij gebouwen met gecombineerd gebruik

Bij gebouwen met gecombineerde functies worden steeds hogere eisen gesteld aan functionaliteit, brandveiligheid en vandaal-bestendigheid van dakafvoeren- en leidingsystemen. Hoe ...
Verder Lezen

High end innovatie

Gepubliceerd op

Er komen steeds meer geïntegreerde duurzame woonconcepten op de markt. Toch blijft het voor gebruikers in veel gevallen nog pionieren. Zo ook voor Huub Lambriex en zijn vrouw Ester van Kuffeler, die een kalkhennephuis met duurzame installatietechniek lieten bouwen in het Friese Oudega.

Lambriex woonde jarenlang in Heemstede, maar had een vakantiehuis in Friesland. Daar raakte hij onder de bekoring van het landschap en de rust. Toen zich een kans voordeed om in Oudega een ecologische woning te realiseren, greep hij die met beide handen aan.

Eisen
De voormalige ondernemer legde een lijstje neer met duidelijke eisen. “We wilden een ecologisch verantwoorde woning. Niet te hoog en gestroomlijnd, omdat we hier aan het water op een windrijke locatie zitten”, vertelt hij.

Kalkhennep
Het echtpaar schakelde architectenbureau Werkstatt in voor het ontwerp. Zowel het huis als het bijgebouw zijn opgetrokken in kalhennep, dat is gestort in lagen. Een bijzondere keuze. “Kalkhennep biedt een aantal voordelen. Het ‘ademt’, haalt CO2 uit de lucht, is brandwerend, heeft isolerende en akoestische kwaliteiten en is aan het einde van de levensduur makkelijk te composteren.”

Stucwerk
De kalkhennep bestaat uit de houterige kernen van de hennepstengels, gemengd met water en kalk. Het wordt gestort in een bekisting en hardt in de lucht uit. De muren van de Oudegase woning zijn aan de binnenkant gestuct met kalk en bij het noord- en zuidwesten waar de weersinvloeden het sterkst zijn, is ook aan de buitenkant kalkstuc aangebracht.

Hout
Zowel de woning als het bijgebouw hebben een zinken dak met spouw en isolatielaag van hennepwol. Voor de constructie is gebruik gemaakt van eikenhout. Ook elders in de woning is hout toegepast, zoals Red Cedar voor de kozijnen. Het huis heeft een kanaalplaatvloer met cementdekking en een afwerklaag van kalk.

Passieve maatregelen
Door slim gebruik te maken van de lokale omstandigheden wist Werkstatt de energievraag danig te minimaliseren. Zo opent de glazen pui (HR++) aan de zuidwestelijke zijde de woning naar het zonlicht toe. Aan de andere kant is het huis juist zo dicht mogelijk van opzet. Overstekken voorkomen onnodige opwarming in de warme maanden.

RV
De ‘ademende kalkhennepgevel’ heeft nog een ander voordeel: een gunstige RV. Waar menig duurzame woning een ‘woestijnklimaat’ heeft, omdat de isolatie de luchtvochtigheid ongunstig beïnvloedt, blijft het aangenaam vertoeven in de Friese woning. Overigens heeft de woning ook een eigen natuurlijk ventilatiesysteem met schuiven onder en boven in de gevels.

PV-panelen
Het dakoppervlak is goed benut: er liggen 26 pv-panelen, daarmee heeft het echtpaar een ‘energieplus woning’. “Helemaal off-grid gaan is een optie zodra er goede accu’s op de markt zijn en de grondstoffen daarvoor kunnen worden gewonnen zonder kinderarbeid en zonder een aanslag te doen op de natuur.”

Houtkachel
Voor het koken, de productie van warm tapwater en de ruimteverwarming beschikt het huis over twee houtkachels. Ze werken op basis van het rocket stove principe. “Daardoor is er sprake van een zo schoon en efficiënt mogelijke verbranding”, vertelt Lambriex. De twee houtkachels staan aan de weerszijden van een lemen tussenwand. Deze fungeert als massa accumulator. Tegelijkertijd is ook de rookgasafvoer in de lemen wand opgenomen. Daarnaast liggen er op het dak van het bijgebouw 50 heatpipes. Deze zorgen voor de lokale verwarming en de productie van warm tapwater. Mede daarom staat er een buffervat beneden van 1000 l. Mocht het bijgebouw een overschot hebben, dan kan via een transportleiding ook een tweede buffervat (1000 l) in de bijkeuken van het huis worden gevoed. Beide buffervaten beschikken overigens ook over een elektrisch verwarmingselement voor de bovenste helft, mochten de heatpipes net iets tekortschieten. De ruimteverwarming vindt plaats via vloerverwarming op de begane grond. Daarnaast beschikt de badkamer boven in het huis over een eigen vloerverwarmingssysteem.

Sanitair
De twee gebouwen beschikken in het totaal over drie toiletten, waarvan één in een standaarduitvoering en twee composttoiletten. De composttoiletten zijn in feite houten stoelen, waaronder emmers staan met versgemaaid gras en houtzaagsel. De opbrengst wordt gebruikt voor de planten in de tuin en de eigen fruit- en groenenteelt. “Voor de rest is het sanitair vrij standaard, ja we hebben nog wel douchewater-wtw”, vertelt Lambriex.

Waterleiding
De woning heeft een eigen waterleidingaansluiting, maar die is, wonderlijk genoeg, alleen tijdens de bouw gebruikt. “We beschikken over een eigen regenwateropvang. Het regenwater gaat eerst door een helofytenfilter en komt dan in een betonnen bak van 20 kuub terecht. Voldoende om in het ergste geval 3 maanden te overleven. Als we het water willen drinken, voeren we het eerst door een koolstoffilter in de keuken. Daarnaast hebben we een septic tank voor grijs water met een overstort naar een slootje”, vertelt Lambriex.

Eindresultaat
Lambriex is erg in zijn nopjes met het eindresultaat. Hij had ook geluk met het bouwteam. De architect had al affiniteit met ecologisch bouwen, de aannemer wilde graag innoveren en de installateur was al vertrouwd met zelfvoorzienende concepten. “Het is wel een pré, heb ik gemerkt als opdrachtgever dat je weet wat je wilt en goed bent ingelezen.” Hoewel de eerste contacten al rond 2013 werden gelegd, ging de bouw pas drie jaar later van start. “We hadden veel voorbereidingstijd nodig, het was toch pionieren.” In 2019 werden de woning en bijgebouw opgeleverd. “Alles is naar wens verlopen. We hadden weliswaar alles top-geïsoleerd gebouwd, alleen het later binnen alles afstucen zette nog een keer de puntjes op de i.” 

Rocket stove

De houtkachels werken volgens het rocket stove principe, vertelt Lambriex. Wat betekent dat precies? Een rocket stove is een hittebron die gebruik maakt van een relatief kleine verbrandingskamer waarin hout wordt verbrand, en een geïsoleerde schoorsteen waarin de rookgassen vrij volledig worden verbrand voordat ze het kook-oppervlak bereiken. Door de efficiënte werking is slechts ongeveer de helft van de hoeveelheid brandstof nodig als bij een traditioneel open vuur waarboven gekookt wordt. De rocket stove wordt veel gebruikt in ontwikkelingslanden voor koken, het verwarmen van water en ruimteverwarming. De belangrijkste onderdelen van een rocket stove zijn:

1. De brandstofkamer: hierin wordt de brandstof (doorgaans hout) gestopt, van waaraf het naar de verbrandingskamer wordt aangevoerd.
2. De verbrandingskamer waar de verbranding van de brandstof plaatsvindt.
3. De schoorsteen, verticaal boven de verbrandingskamer, waarin verbrandingsgassen verbranden en waarin trek wordt opgewekt die het vuur brandende houdt.
4. De warmtewisselaar waar de warmte wordt overgedragen, bijvoorbeeld op een kookpan. Rondom de verbrandingskamer en de schoorsteen bevindt zich isolatie, waardoor de verbranding bij een zo hoog mogelijke temperatuur plaatsvindt. De brandstofkamer kan horizontaal zijn aangebracht, waarbij de brandstof handmatig wordt aangevoerd, maar hij kan ook verticaal zijn geplaatst waarbij de brandstof vanzelf door de zwaartekracht wordt toegevoerd. Als het vuur brandt, zorgt trek ervoor dat er nieuwe zuurstof door de brandstofkamer wordt aangezogen. De trek zorgt er tevens voor dat het vuur zich niet uitbreidt naar de brandstofkamer en dat er geen verbrandingsgassen in tegengestelde richting gaan stromen.

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Geen planning bij woningcorporaties om woningen te verduurzamen

Woningcorporaties worstelen met de vraag hoe ze hun bestaande woningvoorraad moeten verduurzamen. Met name de onzekerheid over technische oplossingen en ...
Verder Lezen

Circulaire basisschool met duurzame installatietechniek

Basisschool De Verwondering in Almere is een circulair en duurzaam gebouw. Dat betekent dat het gebouw makkelijk is te demonteren ...
Verder Lezen

Slimme woonconcepten met BENG-ambitie

De Belgische ventilatiefabrikant Duco zal vier ‘Duco at Home’ totaalconcepten presenteren tijdens de vakbeurs Building Holland. “Energiezuinigheid wordt in de ...
Verder Lezen

Aardgasloze woonconcepten

TBI WOONlab biedt zijn woonconcepten beterBASIShuis en lekkerEIGENhuis nu aardgasloos aan. Ook kregen de woonconcepten een upgrade. Naast aardgasloos behoren ...
Verder Lezen

Duurzaam warmte- en koudesysteem voor nieuwbouw

Gepubliceerd op

De gemeente Amsterdam en Eneco hebben een overeenkomst gesloten voor de aanleg van een van de grootste duurzame warmte- en koudeprojecten voor nieuwbouwwoningen in Nederland. Het systeem wordt gebouwd op het Amsterdamse Strandeiland. Bij de ontwikkeling van het nieuwste eiland van IJburg wordt een energieneutrale woonomgeving gemaakt, waarin dit duurzame warmte- en koudesysteem een belangrijk element vormt.

De woningen en voorzieningen die op Strandeiland komen, worden aangesloten op een lokale warmte- en koeling-voorziening. Eneco gaat hiervoor de warmte onttrekken uit het oppervlaktewater van het IJmeer, waarna het wordt opgewaardeerd naar warmte geschikt voor het warmtenet of opgeslagen in bodembronnen. Hiermee kunnen de toekomstige bewoners en gebruikers rekenen op een duurzaam systeem voor een comfortabele temperatuurbeheersing van het pand.

Criteria
Onder andere duurzaamheid en klanttevredenheid, voor zowel projectontwikkelaars als toekomstige bewoners, zijn belangrijke criteria in de ontwikkeling van het warmtenet. Eneco voldoet aan deze criteria, wat resulteert in een overeenkomst om 30 jaar lang warmte en koeling te leveren aan de bewoners en commerciële en maatschappelijke voorzieningen. In 2023 starten de eerste werkzaamheden, zodat in 2025 de eerste bewoners van Strandeiland direct gebruik kunnen maken van het nieuwe warmte- en koudesysteem.

Investeren in een duurzame stad
De aanleg van het warmte- en koudesysteem op Strandeiland draagt in belangrijke mate bij aan de ambitie van Amsterdam om in 2040 aardgasvrij te zijn als stad. In Amsterdam zijn meerdere vergelijkbare warmtevoorzieningen al in gebruik, bijvoorbeeld op het naastgelegen Centrumeiland en rond de kantoren van de Zuidas. De WKO voorziening op Strandeiland is straks het grootste duurzame warmtesysteem van Nederland voor 8.000 huizen, waarvan circa 40% sociale huur is, en 120.000 m2 aan voorzieningen zoals scholen, winkels en horeca.

Duurzame stadswijk
Door de ligging aan de IJburgbaai, het lange stadsstrand en de relatie met het water, wordt Strandeiland een ontspannen woonomgeving, uniek in Amsterdam. Duurzaamheid is hier enorm belangrijk. De woningen worden met duurzame materialen gebouwd op een natuur inclusieve wijze, dat wil zeggen met bijvoorbeeld ingebouwde vogelnestkastjes en groene daken. Zonnepanelen op de woningen wekken evenveel energie op als de bewoners nodig hebben. De ambitie is om Strandeiland zelfs energieleverend te maken; het levert meer energie op dan het verbruikt.

Hoge ambities rond nieuwbouw en verduurzaming zijn realiseerbaar

De ambitie van het kabinet is om tot en met 2030 900.00 nieuwbouwwoningen te realiseren en 1.500.000 bestaande woningen aardgasvrij ...
Verder Lezen

Duurzaam warmte- en koudesysteem voor drie deelgebieden in Amsterdam

Energieleverancier Eneco gaat zorgen voor het collectief warmte- en koudenet voor verwarming, koeling en warm kraanwater in drie deelgebieden in ...
Verder Lezen

Installaties in circulaire (ver)nieuwbouw

Is het wel mogelijk om circulaire installaties te ontwerpen? Met die vraag in het achterhoofd wordt nu geëxperimenteerd in een ...
Verder Lezen

Kennisclip: koudetechniek voor niet koudetechnici

Op een normale werkdag volgen zo’n tweehonderd monteurs en mbo-studenten praktijk- en theorielessen bij Opleidingscentrum GO. Nu ligt de parkeerplaats ...
Verder Lezen

Bouw grootste warmtepomp van Nederland van start

Gepubliceerd op

Op dinsdag 5 juli is het startsein gegeven voor de bouw van de grootste warmtepomp van Nederland. De pomp maakt onderdeel uit van een aquathermie-installatie van Eneco waarmee straks duurzame warmte wordt geproduceerd voor circa 20.000 huishoudens in gemeente Utrecht en Nieuwegein. De warmtepomp komt te staan op het terrein van de rioolwaterzuivering Utrecht van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR). Daar gaven dagelijks bestuursleden Constantijn Jansen op de Haar en Els Otterman van De Stichtse Rijnlanden samen met Cees de Haan en Manja Thiry van Eneco het officiële startsein voor de bouw. Bij een voorspoedig verloop van de bouw vormt de installatie eind 2023 een nieuwe duurzame warmtebron.

Op het terrein van de rioolwaterzuivering Utrecht wordt dagelijks zo’n 65 miljoen liter afvalwater gezuiverd. Het afvalwater dat de zuivering binnenkomt is relatief warm. Met de komst van de aquathermie-installatie vloeit de warmte niet meer weg, maar wordt de temperatuur van het gezuiverde water gebruikt voor het warmtenet. Met een warmtewisselaar en de warmtepomp wordt het water van het warmtenet op een hoge temperatuur van 75 graden gebracht. Daarna wordt dit water aan het warmtenet geleverd. Om continu te kunnen beschikken over voldoende warmte realiseert Eneco ook een buffervat van ongeveer 18 meter hoog en 18 meter breed.

583.000 GJ aan warmte
Om de warmtepomp aan te sluiten op het bestaande warmtenet, legt Eneco een nieuwe warmteleiding van 600 meter lang aan. Jaarlijks levert de installatie dan 583.000 GJ aan warmte aan het stadswarmtenet. Dit is voldoende om circa 20.000 woningen te voorzien van duurzame warmte. Dat is zo’n 15% van de totale warmtevraag van het stadswarmtenet van Utrecht en Nieuwegein. Het warmtepompgebouw zelf gaat ook energie opwekken doordat het wordt voorzien van 177 zonnepanelen die samen jaarlijks 40.000 kWh aan energie opleveren. Dat is vergelijkbaar met het energieverbruik van 13 huishoudens.

Klimaatneutraal
Zowel Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden als Eneco hebben de ambitie klimaatneutraal te worden. Door de nauwe samenwerking van beide partners in het combineren van rioolwaterzuivering met het opwekken van warmte ontstaat een nieuwe duurzame warmtebron. Hiermee investeren zij direct in het verduurzamen van de stadswarmte van gemeente Utrecht en Nieuwegein. Gemeenten die eveneens de ambitie hebben om klimaatneutraal te functioneren.
Els Otterman, dagelijks bestuurder HSDR: “Aquathermie is een duurzame warmtebron met veel potentie, zonder de bezwaren van wind- en zonne-energie. Maar liefst 40% van de woningen en bedrijfsgebouwen in onze regio kunnen  we verwarmen met warmte uit afvalwater en oppervlaktewater. De bouw van deze warmtepomp is dan ook een prachtig inspirerend en concreet voorbeeld voor gemeenten, energiebedrijven en andere samenwerkingspartners.”
Cees de Haan, Directeur Asset Development Eneco: “Samen met Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden zetten wij in op het versnellen van de energietransitie. Met de installatie die we nu bouwen, zijn we in staat om aanwezige restwarmte in het rioolwater te benutten voor ons warmtenet in Utrecht en Nieuwegein. Hiermee voorzien we vanaf eind 2023 circa 20.000 huishoudens van duurzame warmte. Een prachtig voorbeeld van een volledig duurzame energievoorziening.”

In jaar tijd 17 keer zoveel aanvragen voor warmtepompen

Dinsdag 17 mei werd bekend dat de (hybride) warmtepomp vanaf 2026 de standaard wordt. Uit cijfers van de Nederlandse offertevergelijker ...
Verder Lezen

‘Terugverdientijd warmtepomp iets meer dan 5 jaar’

Een op de zes Nederlanders overweegt de aanschaf van een warmtepomp wanneer de terugverdientijd hooguit vijf jaar bedraagt. Een even ...
Verder Lezen

Monoblock warmtepompen met aanvoer tot 75 °C

Onlangs is NIBE gestart met de levering van de NIBE S2125-serie. Deze modulerende lucht/water monoblock warmtepompen kunnen breed worden toegepast ...
Verder Lezen

Nederlandse startup introduceert AI gedreven hybride warmtepomp

De Nederlandse startup Quatt heeft de ambitie om de komende tien jaar één miljoen Nederlandse woningen te verduurzamen met een ...
Verder Lezen

‘Kabinet maakt verduurzaming gebouwde omgeving nóg aantrekkelijker’

Gepubliceerd op

Techniek Nederland is blij met de plannen die het kabinet vandaag presenteert om de verduurzaming van de gebouwde omgeving te versnellen. Voorzitter Doekle Terpstra: ‘Het kabinet heeft stevige ambities. Die zijn ook nodig om de klimaatdoelstellingen te halen. De technieksector gaat alles op alles zetten om de plannen te realiseren.’

Terpstra: ‘Het kabinet geeft een duidelijke richting aan voor verduurzaming van de gebouwde omgeving. De opgave is groot, maar samen met de overheid en onze ketenpartners zetten we er de schouders onder.’

Verduurzaming nóg aantrekkelijker
Met een mix van normering, beprijzing, financiering, subsidiëring en ondersteuning wil het kabinet de verduurzaming van woningen versnellen. Terpstra: ‘Verduurzamen loont, zeker met de huidige energieprijzen. Met deze maatregelen maakt het kabinet verduurzaming nóg aantrekkelijker.’ Ook de aanpak van utiliteitsgebouwen kan rekenen op instemming van de installateurskoepel.

Natuurlijke momenten voor verduurzaming
Het kabinet wil natuurlijke momenten benutten voor verduurzaming. Denk aan vervanging van de cv-ketel, groot onderhoud en aankoop van een nieuwe woning. Terpstra: ‘Dat is een goede aanpak. Op zulke momenten blijft de overlast voor bewoners beperkt en kunnen installateurs de woning efficiënt aanpakken.’ Verduurzaming krijgt een meer verplichtend karakter. ‘Dat is ook nodig, maar vraagt ook de inzet van het kabinet om draagvlak te behouden.’ Het kabinet wil ook wijken collectief verduurzamen. Techniek Nederland denkt dat de verduurzaming daardoor beter te plannen en te organiseren is.

Technische vakmensen zijn hard nodig
Terpstra benadrukt dat het wel zaak is om snel méér mensen te laten instromen in de techniek. ‘We hebben veel mensen nodig om warmtepompen te plaatsen, zonnepanelen aan te sluiten en warmtenetten te realiseren. Een actieplan voor het technisch beroepsonderwijs is daarom dringend nodig. We willen hierover snel in gesprek met het kabinet. Het tekort aan technische vakmensen hoeft niet de showstopper voor de energietransitie te worden. Maar dan moeten we wél op korte termijn de juiste maatregelen nemen.’

60% CO2-reductie in 2030
Het plan van het kabinet is erop gericht de CO2-uitstoot met 60% terug te dringen in 2030. Dat moet onder meer gebeuren door het programma hybride warmtepompen, het Nationaal Isolatieprogramma, de versnelde aanpak van utiliteitsgebouwen en méér duurzame warmtebronnen en -netten. Ook innovatie en een continue opdrachtenstroom moeten de versnelde verduurzaming mogelijk maken.

Daikin breidt circulaire koudemiddel strategie uit

Gepubliceerd op

Daikin Applied Europe heeft onlangs zijn L∞P programma uitgebreid en gaat gecertificeerd, gerecycled R-134a-koudemiddel gebruiken voor koudwatermachines/warmtepompen. De doelen van het programma zijn: het creëren van een circulaire koudemiddeleneconomie, het bijdragen aan een naleving van het milieubeleid van Daikin Industries voor 2050 en het voorkomen van de jaarlijkse productie van nieuw koudemiddel, waaronder zowel R-134a als R-410A (totaal 400.000 kg per jaar). Met de uitbreiding bespaart de fabrikant 60% meer koudemiddel ten opzichte van 2021.

Alles begint met het terugwinnen van het R-134a-koudemiddel uit de HVAC systemen in gebouwen door Daikin installatiepartners. Het koudemiddel wordt teruggewonnen en daarna gerecycled, waardoor het zijn oorspronkelijke kenmerken en kwaliteit terugkrijgt.

Circulair
Gerecycled koudemiddel is koudemiddelgas dat wordt teruggewonnen en opnieuw wordt verwerkt, op zo’n manier dat het dezelfde prestaties en kwaliteit als het originele koudemiddel kan leveren. Dit aspect wordt gewaarborgd door de Daikin-leveranciersprocedures en door het testen van de levering. De levering moet voldoen aan de AHRI700-vereisten (zuiverheid > 99,5%) en vervolgens wordt die bevonden als ‘even goed als het originele koudemiddel’. Het teruggewonnen R-134a-koudemiddel kan het onbeperkt worden teruggewonnen en hergebruikt.

Daikin neemt Experience Center in gebruik

Daikin Nederland heeft onlangs haar eerste Daikin Experience Center geopend, waar geïnteresseerden innovaties op het gebied van airconditioning, warmtepompen en ...
Verder Lezen

Daikin Europe breidt uit in opslag, trainingen en leveringen

Daikin Europe ziet een versnelde groei van warmtepompen in Europa. Het jaarlijks aantal geïnstalleerde warmtepompen zal in 2030 gegroeid zijn ...
Verder Lezen

Daikin verlengt samenwerking met de KNSB

Het sponsorcontract van Daikin met de schaatsbond, dat in 2018 begon en medio 2022 zou aflopen, wordt verlengd tot en ...
Verder Lezen

Daikin en Duco gaan partnership aan

Daikin Europe gaat een samenwerking aan met de Belgische fabrikant van ventilatiesystemen Duco in het segment van woonhuisventilatie. Daikin zal ...
Verder Lezen

Nederlandse huishoudens beperken energieverbruik

Gepubliceerd op

Uit een onderzoek van tado°, actief op het gebied van intelligent klimaatbeheer voor woningen, blijkt dat 61,1% van de huishoudens in Nederland in maart minder energie hebben verbruikt dan in de voorgaande jaren¹. 58,2% van de Nederlandse tado°-gebruikers zegt dat geld besparen de voornaamste reden is om hun energieverbruik te verminderen. 24,9% wil minder afhankelijk zijn van Russisch gas en 16,9% doet het vanwege het milieu.

Het onderzoek keek naar energiebesparingen en vroeg aan 3.300 Nederlandse tado°-gebruikers (in totaal aan meer dan 15.000 Europese tado°-gebruikers) of recente gebeurtenissen invloed hebben gehad op hun persoonlijke energieverbruik. Jaarlijks wordt voor grofweg €3,7 miljard aan gas en kolen naar Nederland geïmporteerd vanuit Rusland². Een andere bron spreekt over 5 miljard kuub gas³.

Afhankelijkheid verminderen
Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne zoeken overheden, bedrijven en huishoudens manieren om hun afhankelijkheid van geïmporteerde energie te verminderen, met name aardgas. De resultaten van het onderzoek laten zien dat Europeanen energie-efficiëntie serieus nemen en actie ondernemen, concludeert tado°. Van alle Europese respondenten die in de poll hebben aangegeven dat ze hun energieverbruik hebben verminderd, wil 65,6% hoge energieprijzen vermijden, 18% wil minder afhankelijk zijn van geïmporteerd gas uit Rusland en 16,4% wil energie besparen vanwege het milieu.
Volgens de EU wordt 79% van het energieverbruik van een huis gebruikt voor verwarming en warm water, wat meestal met gas gebeurt⁴. Deze afhankelijkheid van gas voor verwarming creëert een directe link tussen recente politieke gebeurtenissen en het comfortniveau in Europese huizen. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat Europese huishoudens in actie komen en actief proberen hun impact te verminderen.

¹ 3.300 Nederlandse tado°-gebruikers ondervraagd in april 2022
² Hoeveel gas Nederland jaarlijks uit Rusland haalt, is voor de buitenwereld geheim
³ Nederlanders willen massaal van het gas vanwege oorlog in Oekraïne | Energiecrisis | AD.nl
Heating and cooling

 

Gebouwen koelen met waterdruppels

Adiabatische koeling, het koelen door het effect van verdampend water, is geen onbekende technologie. Maar om het ook in gebouwen ...
Verder Lezen

Onverantwoordelijke verkoop verwarmingsapparatuur

Tijdens inspecties van verwarmingsapparatuur constateert de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) dat sommige aanbieders zoals technische groothandels en webwinkels, verwarmingsapparatuur ...
Verder Lezen

Kentallen energiegebruik en -besparing compleet herzien

ISSO heeft het Praktijkboek Energiecijfers en -tabellen (versie 2021) uitgebracht. Dit Praktijkboek bevat kentallen over energiegebruik en de energiebesparing van ...
Verder Lezen

Energiebeheer en -facturering inéén

Belimo, fabrikant van klepaandrijvingen, regelkleppen en sensoren voor verwarmings-, ventilatie-, en luchtbereidingstechnologie, introduceert een assortiment Belimo Energy Valves™ en energiemeters, ...
Verder Lezen

200 miljoen voor collectieve warmtesystemen

Gepubliceerd op

Het Nationaal Groeifonds heeft het consortium NieuweWarmteNu! (NWN!) een voorwaardelijke bijdrage toegekend, van 200 miljoen euro. Als de toekenning definitief wordt, kunnen maximaal 10 collectieve warmteprojecten in de gebouwde omgeving en de glastuinbouw worden ontwikkeld als vervanging voor verwarming met aardgas. Afhankelijk van de snelheid van het vervolgtraject kunnen de eerste projecten in 2023 met de bouw starten. Het project heeft een looptijd van vier jaar vanaf toekenning.

Het consortium is gematigd tevreden dat de Groeifondscommissie onder voorwaarden een bijdrage van het Nationaal Groeifonds heeft toegekend. Teun Bokhoven, voorzitter van de stuurgroep: “De huidige situatie in Europa vraagt een versnelling van de energietransitie, waaronder de warmtetransitie. Het reduceren van aardgasimport door het gebruik van duurzame warmte is extra urgent geworden. NWN! kan daar een substantiële bijdrage aan leveren in de periode tot 2030. NWN! versterkt bovendien de Nederlandse economie en leidt tot een aanzienlijke CO2-reductie. We willen daarom op korte termijn met de commissie in gesprek om snel invulling te kunnen geven aan de voorwaarden voor hun bijdrage aan NWN!”.

Versnelling
In het consortium NWN! werken overheden, (warmte) bedrijven, netbeheerders, energiecooperaties en kennisinstellingen samen om een versnelling te geven aan de inzet van duurzame collectieve warmtesystemen. Naast de projecten die NWN! wil realiseren voor de aanleg van duurzame collectieve warmtesystemen in de gebouwde omgeving en de glastuinbouw, worden diverse innovaties in de praktijk gedemonstreerd. Hierdoor wordt de benutting van duurzame warmtebronnen zoals geothermie, restwarmte, zonthermie en aquathermie aanzienlijke vergroot, aldus het consortium.

Partijen
Het NWN! consortium bestaat op dit moment uit de volgende partijen: warmtebedrijven Eneco, Ennatuurlijk, Essent, HVC, SVP en Vattenfall, partijen die werken aan energie uit de ondergrond EBN, Engie/Equans, Huisman en Shell, partijen die werken aan energie uit water NWB Bank en verschillende waterschappen, gemeenten (Metropoolregio) Amsterdam, Den Haag, Groningen, Rotterdam en Utrecht, provincies Gelderland, Limburg en Zuid-Holland, brancheorganisaties Bodemenergie Nederland, Geothermie Nederland, Netbeheer Nederland en Netwerk Aquathermie, koepelorganisaties van energiecoöperaties EnergieSamen en Energie van Utrecht, Warmtenetwerk Westland (enkele tuinders, HVC, Capturam en gemeenten Westland en Midden-Delfland) en Warmte Samenwerking Oostland (gemeenten Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland, Zuidplas, Waddinxveen en Zoetermeer), kennisinstellingen Deltares en TNO, en de ministeries van Economische Zaken en Klimaat (penvoerder) en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Collectief wil innovaties in warmteketen versnellen

Verschillende partijen in de warmteketen zijn het warmtecollectief WarmingUP gestart. Het collectief heeft als belangrijkste doel de ontwikkeling van collectieve ...
Verder Lezen

Van collectieve naar individuele warmwaterinstallatie

In Serviceresidentie Frankenstate in Bergen zijn 90 Green Energy Smartboilers van Itho Daalderop geplaatst met een lease/koop-constructie. De boilers zijn ...
Verder Lezen

‘Vooral collectieve rookgasafvoer vraagt om extra aandacht’

De Gezondheidsraad waarschuwde er vandaag in de Volkskrant voor dat koolstofmonoxide al schadelijk is bij veel lagere concentraties dan tot ...
Verder Lezen

Buisleidingsysteem voor collectieve stadsverwarming

Viega heeft haar programma uitgebreid met Megapress S. Met het buisleidingsysteem Megapress kunnen dikwandig stalen buizen van bijvoorbeeld verwarmings-, koel- ...
Verder Lezen

Voorbereid op verwarmen met waterstof

Gepubliceerd op

De Vaillant ecoTEC plus is nu geschikt voor bijmenging van 20 procent waterstof aan het aardgas. De cv-ketel is getest en gevalideerd om zonder aanpassingen woningen te verwarmen en van warm water te voorzien. Het assortiment van Vaillant, producten die geschikt zijn voor bijmenging tot 20 procent waterstof, zal in de komende maanden verder worden uitgebreid.

Ronald Mazurel, manager product management bij Vaillant, laat weten zeer verheugd te zijn. “Deze duurzame ontwikkeling op het gebied van waterstof is essentieel in de ontwikkeling van klimaatneutrale energie-oplossing voor toekomstbestendige verwarmingssystemen. Daarbij heeft het toestel dankzij IoniDetect-technologie een verbeterd installatie- en onderhoudsgemak. Kortom, een duurzame en intelligentie cv-ketel van deze tijd.”

Routekaart naar 100 procent waterstof
In 2050 moeten alle woningen aardgasvrij zijn, met als doel bij te dragen aan het verminderen van de totale CO2-uitstoot in Nederland. Het verwarmen met groene waterstof is voor de langere termijn één van de kansrijke routes naar een duurzame toekomst, denkt Vaillant. Het bedrijf bereidt zich hier nu al op voor en heeft een routekaart opgesteld voor de transitie van cv-ketels op aardgas naar cv-ketels op waterstof:
- Nu is 20 procent waterstof bijmenging technisch mogelijk met de nieuwe ecoTEC plus cv-ketel die vorig jaar werd geïntroduceerd. Met het bijmengen van maximaal 20 procent waterstof kan een CO2-reductie van zo’n 7 procent per cv-ketel worden gerealiseerd. Vaillant bereidt zich hiermee voor op toekomstige wijzigingen in wet- en regelgeving waarin een grotere rol voor groene waterstof wordt verwacht als energiedrager.
- Vanaf 2025 is Vaillant voornemens om nieuwe cv-ketels te leveren die 100 procent H2 ready zijn. Deze cv-ketels zullen in een later stadium met een conversiekit worden omgezet naar werking op 100% waterstof.
- De verwachting bestaat dat er uiterlijk 2030 meer duidelijkheid is vanuit de overheid over de beschikbaarheid en precieze rol van waterstof voor gebouwen in Nederland. Vaillant bereidt zich voor op de toekomst en ontwikkelt tegelijkertijd nieuwe cv-ketels die uiteindelijk af-fabriek zijn ontworpen om te verwarmen op 100 procent waterstof.

Verduurzamingsroutes
Het realiseren van de klimaatdoelen vraagt volgens Vaillant om meerdere verduurzamingsroutes passend bij verschillende woonsituaties. Verduurzamen is nu onder meer mogelijk met hybride warmtepompen en all-electric warmtepompen. In combinatie met duurzame gassen in de toekomst - waaronder groene waterstof - kan een hybride warmtepomp bovendien een eindoplossing zijn richting 2050.

Interpretatie ‘Energieprestatie van Gebouwen’

Gepubliceerd op

Op de site van NEN is een interpretatiedocument te downloaden bij NTA 8800:2022 ‘Energieprestatie van Gebouwen’. Het document sorteert voor op de inwerkingtreding van het Besluit bouwwerken leefomgeving en is de basis van het Stelsel EPG.

In plaats van ‘Bouwbesluit 2012’ moet vanaf het moment van inwerkingtreding worden gelezen: ‘Besluit bouwwerken leefomgeving’. In sommige gevallen wordt in NTA 8800:2022 verwezen naar specifieke artikelen in het Bouwbesluit. Welke dat zijn, en welke dit worden in het Bbl, staat in het interpretatiedocument. Daarnaast bevat het interpretatiedocument enkele redactionele aanpassingen voor NTA 8800:2022.

Gevolgen
De redactionele aanpassingen in het interpretatiedocument bij NTA 8800:2022 hebben geen effect op de andere documenten en onderdelen van het EPG-stelsel zoals de opnameprotocollen en de software. De definitieve versies van de Wijzigingsbladen voor BRL9500-W, U en de BRL9501, zullen verwijzen naar het interpretatiedocument van NEN. Deze Wijzigingsbladen liggen momenteel bij de Raad voor Accreditatie ter beoordeling, en de definitieve versies zijn derhalve nog niet gepubliceerd.
Op de website van Energieprestatie van gebouwen staat meer informatie over het Stelsel EPG. Hier is ook het interpretatiedocument te downloaden.

Verwarmingsoplossing na 10 jaar ontwikkeling in testfase

Gepubliceerd op

Cooll uit Enschede test een in eigen beheer ontwikkelde verwarmingsoplossing, die naar eigen zeggen 30% op het gasgebruik van een hr-ketel bespaart. Dit rendement is onlangs bevestigd door het Fraunhofer Instituut. De primeur vindt plaats in Kampen, in een sociale huurwoning van Deltawonen. Het Enschedese bedrijf noemt de technologie veelbelovend, omdat de besparing zonder forse aanpassingen van de woning, en zonder ruimte- en comfortverlies wordt gerealiseerd.

Eind 2021 heeft KIWA de testmodellen flink aan de tand gevoeld en heeft de warmtepomp een CE GAR veldtest certificaat gekregen. “Het behalen van dit certificaat maakt deze veldtest mogelijk en geeft ons inzichten voor het definitieve productontwerp. De installatie en het gedrag van de warmtepomp  levert ons een schat aan informatie op voor de verdere ontwikkeling”, legt Stefan van Uffelen, CEO van Coll, uit.

Resultaten
Van Uffelen vervolgt: “Na meer dan tien jaar ontwikkeling van onze gepatenteerde thermische warmtepomptechnologie gaan wij nu de markt op. We gaan de wereld laten zien dat dit dé verwarmingsoplossing is van de toekomst. Niet alleen in Nederland uiteraard. Volgend jaar willen we 50 toestellen produceren waarvan ook een deel beschikbaar zal zijn voor pilots in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Dan begint voor Cooll ook het buitenlandse avontuur.”
De uit de Universiteit Twente voortgekomen onderneming heeft warmtepomptechnologie ontwikkeld die de huidige hr-ketel één op één kan vervangen. De adsorptiewarmtepomp van Cooll verwarmt met aardgas, maar zou op termijn ook kunnen verwarmen met andere groene gassen zoals waterstofgas.

Toekomstbestendig alternatief
Technisch dienstverlener Van Dorp liet eind vorig aar nog weten te investeren in deze nieuwe ontwikkeling. Het bedrijf is hierbij al 10 jaar betrokken en maakt met deze investering nu ook de opschaling mogelijk. Henk Willem van Dorp: “Vanuit onze intrinsieke motivatie om de wereld beter achter te laten, besteden wij veel aandacht aan de verduurzaming van installaties en gebouwen. We zetten hierbij in op duurzame technieken en kiezen voor all-electric waar het kan, maar geloven we ook in de technologie van Cooll omdat het een toekomstbestendig alternatief is voor gebouwen waarvoor een elektrisch of hybride warmtepompsysteem nog niet haalbaar is. Daarnaast is het systeem geschikt gemaakt om te verwarmen met waterstofgas, een ontwikkeling waar wij veel vertrouwen in hebben en graag in mee pionieren.”

Monoblock warmtepompen met aanvoer tot 75 °C

Onlangs is NIBE gestart met de levering van de NIBE S2125-serie. Deze modulerende lucht/water monoblock warmtepompen kunnen breed worden toegepast ...
Verder Lezen

Nederlandse startup introduceert AI gedreven hybride warmtepomp

De Nederlandse startup Quatt heeft de ambitie om de komende tien jaar één miljoen Nederlandse woningen te verduurzamen met een ...
Verder Lezen

Circulatieleidingen voor tapwater en warmtepompen

In nieuwe, hogere smalle woonhuizen, die populair zijn in de stedelijke omgeving, komt het relatief vaak voor dat er een ...
Verder Lezen

Warmtepomp met prefab installatieframe

De nieuwe warmtepomp Eria Tower Ace S van Remeha is een combitoestel dat vergezeld gaat van een installatieframe om de ...
Verder Lezen

Van het gas af maar bewoner centraal

Gepubliceerd op

Hoe kun je circulair en betaalbaar renoveren, waarbij gezondheid, comfort en de bewoner niet uit het oog worden verloren? Die vraag vormt het uitgangspunt van het internationale Active House Symposium op woensdag 13 april 2022 in De Doelen in Rotterdam.

Er komt veel af op gemeenten en corporaties. Woningen in Nederland moeten van het gas af, moeten voldoen aan de BENG en de Wet Kwaliteitsborging en dat alles met het Klimaatakkoord in het achterhoofd. Bij al die gewenste maatregelen wordt vooral de energetische kant belicht. Het welzijn van de bewoner dreigt onderbelicht te raken, waarschuwen de organisatoren van dit symposium.

Kwaliteit meetbaar maken
Hoe pak je een grondig, circulair renovatieproject aan als gemeente of corporatie of gebouwbeheerder? Waar begin je? Het internationale Active House Symposium wil hierop antwoord geven door te laten zien hoe je kwaliteit meetbaar kunt maken. Naast sprekers, worden er praktijkvoorbeelden getoond en er diverse deelsessies gehouden.

Bewoner centraal
Het Active House Symposium toont hoe je betaalbare, gezonde gebouwen kunt maken waarbij de bewoner centraal staat. Gebouweigenaren krijgen inzicht over hoe ze gezonde, veilige en toekomstbestendige buurten en woningen kunnen realiseren. De bezoeker komt alles te weten over gebouwen met een comfortabel binnenmilieu en het belang van veel daglicht. Daarnaast is er de uitreiking van de Active House Award en worden de hernieuwde Active House Specificaties gepresenteerd.

De sprekers
Sprekers deze dag zijn o.a. Active House-voorzitter Bas Hasselaar, Michel Baars van New Horizon. Architect Daan Bruggink, Wouter van Marken Lichtenbelt van de Maastricht University, ontwikkelaar en bouwer Yvonne van der Hulst en een keur aan buitenlandse sprekers als: Sinys Lynge, Emilia-Cerna Mladin, Song Yehao en Lone Feifer.

Klik hier voor het programma

 

Gasloos renoveren met warmtepomp en convectoren

NIBE en Jaga organiseren op donderdag 15 april samen een gratis webinar waarin de mogelijkheden worden besproken om bestaande woningen ...
Verder Lezen

Luxe appartementen nu gasloos dankzij luchtwarmtepompen

Op de Koemarkt in Purmerend staat een compleet nieuwe, multifunctionele evenementenlocatie: De Markthal. De naam en de uitstraling van het ...
Verder Lezen

Flexibel gasloos

Op de radio hoort Karel steevast een reclame van een bekend ketelmerk voorbij komen. De fabrikant biedt bij aanschaf van ...
Verder Lezen

Warmtepomp mét waterkoeler maakt kaasfabriek bijna gasloos

Voor een nagenoeg gasloos en duurzaam productieproces van verschillende kaassoorten is in een nieuw gebouw van kaasfabriek Rouveen Kaasspecialiteiten in ...
Verder Lezen

Helmondse wijken schakelen over op aquathermie als warmtebron

Gepubliceerd op

In de Helmondse wijken Rijpelberg en Brouwhuis ontwikkelt warmtebedrijf Ennatuurlijk de grootste toepassing van aquathermie als warmtebron in de Benelux. Het bestaande warmtenet is er één van de eerste generatie, dus nog volledig gasgestookt. Het draait nu nog op twee stoom- en gasturbines (STEG’s), waarin bij verbranding van gas, elektriciteit wordt opgewekt. Rob Verhappen, key accountmanager bij Ennatuurlijk: “We gaan de gasturbines voorlopig wel behouden, maar dat zal in de toekomst alleen zijn voor piekmomenten of storingen. Het aardgas hiervoor zal dan op termijn vervangen moeten worden door bijvoorbeeld biogas of waterstof. Andere innovatieve bronnen, zoals aquathermie of lokale warmte uit de industrie, hebben in Helmond de échte toekomst.”

Ennatuurlijk onderzoekt momenteel de mogelijkheid om warmte uit het oppervlaktewater van de Zuid-Willemsvaart te halen. Met aquathermie slaat een warmte/koudeopslag (WKO) in de zomer warmte uit het water op in de bodem, om die in de winter te kunnen gebruiken. Hoewel de technologie niet meer helemaal nieuw is, is het in de Benelux nog niet zo groot toegepast als Ennatuurlijk het wil gaan doen. “Aquathermie heeft veel voordelen”, aldus Rob Verhappen. “Het gebruikt bijvoorbeeld relatief weinig stroom om de warmte te onttrekken, en het heeft ecologisch weinig impact.” Volgens hem kan een goede toepassing van alléén aquathermie al 50 procent CO2-reductie betekenen voor de warmtevraag in Helmond. “De benodigde elektriciteit willen we graag zo veel mogelijk duurzaam opwekken. En het is niet de enige bron die we voor de toekomst voor ogen hebben.”

Andere lokale bronnen van warmte
Verspreid over heel Nederland haalt Ennatuurlijk op veel verschillende manieren warmte uit de omgeving. Warmte uit de industrie bijvoorbeeld, waar vrijgekomen warmte uit bijvoorbeeld lokale industriële processen het warmtenet voeden, is voor Helmond óók een optie. “Maar ook ondiepe aardwarmte belooft veel goeds voor de toekomst”, zegt Verhappen. “We willen tot 2040 flink groeien. Niet alleen in Helmond, maar in heel Nederland. Het is daarom goed om te zien hoeveel duurzame innovaties er ontstaan om alternatieve energiebronnen aan te boren. In Helmond komen die de komende jaren samen om de stad een heel stuk duurzamer te maken.”

Nederlandse startup introduceert AI gedreven hybride warmtepomp

Gepubliceerd op

De Nederlandse startup Quatt heeft de ambitie om de komende tien jaar één miljoen Nederlandse woningen te verduurzamen met een door kunstmatige intelligentie (AI) gedreven hybride warmtepomp. Hiervoor heeft het bedrijf €265.000 aan financiering opgehaald. Opvallend is dat Quatt de hybride warmtepomp direct online aan de consument gaat aanbieden.

De benodigde hoge investering voor de installatie van warmtepompen in bestaande woningen weerhoudt dit segment van de beoogde energietransitie. Deze woningen zijn onvoldoende geïsoleerd om over te stappen op een volledig elektrische warmtepomp. Daarnaast heb je hiervoor aangepaste radiatoren of vloerverwarming nodig. Voor startup Quatt reden om in te zetten op hybride warmtepompen, waarbij de cv-ketel in gebruik blijft en er geen additionele aanpassingen nodig zijn in de woning. Hiermee kunnen de naar schatting 7.5 miljoen bestaande woningen in Nederland zonder warmtepomp, voor minder dan een kwart van de kosten, zonder additionele investering in de woning tot 80% van het gas af, aldus de startup.

Innovatie is kind van de rekening
Dit maakt de positieve milieu-impact van de hybride warmtepomp op nationale schaal vele malen groter dan die van all-electric warmtepompen, zo bedachten de broers, Bas en Marijn Flipse, oprichters van de startup. “De hybride warmtepomp bestaat al enige tijd, maar is de afgelopen jaren nauwelijks doorontwikkeld. En dat heeft alles te maken met de markt en de leveringsketen, die innovatie in de weg staat,” aldus Bas. “Wanneer niemand een substantieel deel van de leveringsketen beheerst en de productontwikkeling ver van de eindgebruiker staat, is innovatie het kind van de rekening. Traditionele partijen blijven dan gewoon doen waar ze goed in zijn: importeren, verkopen of installeren.”
En dus namen de broers met startup Quatt het heft in eigen handen door het concept van de hybride warmtepomp verder te ontwikkelen, te innoveren en deze direct online aan de consument aan te bieden. Met €265.000 aan opgehaalde financiering staat de startup in de startblokken om de adoptie van warmtepompen te accelereren en duurzame impact te maken. De stip op de horizon is om de hybride warmtepompen van Quatt te installeren in tot 1.000.000 Nederlandse woningen.

Complex aansturingsprobleem
De belangrijkste innovatie bij de nieuwe hybride warmtepomp van Quatt zit in de regeltechniek voor efficiënte inzet en lagere energiekosten voor de consument. Marijn legt uit: “Bij het toepassen van een hybride warmtepomp ontstaat een complex aansturingsprobleem. Ieder huis is verschillend, qua volume, isolatie en verwarmingstype. Daarnaast heb je te maken met twee verwarmingsbronnen: de warmtepomp en de cv-ketel. In principe wil je de warmtepomp zoveel mogelijk gebruiken, maar de efficiëntie van de warmtepomp is niet constant en wordt lager naarmate de buitentemperatuur daalt. Ook werkt een warmtepomp op relatief lage temperaturen. Er zijn dus momenten waarop het voordeliger of noodzakelijk wordt om de cv-ketel toch even aan te zetten. Tot slot heb je ook nog eens te maken met externe factoren, zoals fluctuerende elektriciteitsprijzen en natuurlijk het weer. Je wilt dus dat jouw warmtepomp hier allemaal rekening mee houdt, zodat deze vaker en efficiënter wordt ingezet, bijvoorbeeld wanneer de elektriciteitsprijzen laag zijn.”

Artificial Intelligence
Quatt denkt een adequate oplossing te bieden voor dit regelprobleem met een op Artificial Intelligence en Machine Learning gebaseerd aansturingssysteem. Hierdoor wordt de inzet van de hybride warmtepomp verhoogd, wat kan leiden tot een additionele kostenbesparing van tot ongeveer 20% ten opzichte van traditionele hybride warmtepompen, denken de mannen van Quatt. Ten slotte worden de hybride warmtepompen van Quatt direct aan de consument geleverd, waardoor de huidige lange leveringsketens via fabrikant naar installateur naar de woning achterwege blijft. Dit resulteert in een prijs die gemiddeld 30-50% lager ligt dan die van traditionele hybride warmtepompen, aldus de startup.

‘All-electric ready’
Het argument dat Nederland met hybride warmtepompen niet écht van het gas af gaat leggen oprichters Marijn en Bas naast zich neer: “Natuurlijk wil je uiteindelijk helemaal van het gas af. Daarom maken we onze warmtepomp ‘all-electric ready’. De hardware en software is voorbereid op het aansluiten van een hoge-temperatuur warmtepomp die we in de toekomst op de markt zullen brengen. Hiermee kunnen de Nederlandse woningen stapsgewijs, makkelijk en betaalbaar helemaal van het gas af.”
Inmiddels zijn er bij Quatt in de afgelopen maand ruim 100 pre-orders voor de hybride warmtepompen geplaatst, die naar verwachting in de herfst van 2022 worden geïnstalleerd.

 

 

Woning op waterstof moet draagvlak creëren voor aardgasvrij gasnet

Gepubliceerd op

Sinds deze week stroomt er via een container waterstof naar een woning in het Zuid-Hollandse Stad aan ’t Haringvliet. In dit zogenaamde Inspiratiehuis, midden in een woonwijk, kunnen de inwoners bekijken hoe een woning met waterstof wordt verwarmd. In het project Stad Aardgasvrij werkt Stedin samen met onder meer de gemeente Goeree-Overflakkee en inwoners van Stad aan ‘t Haringvliet om in 2025 volledig aardgasvrij te zijn. Voorwaarde is dat minimaal 70% van de inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties in Stad aan ’t Haringvliet al in 2025 van het aardgas af wil. Daarom volgt er later dit jaar vanuit Stad Aardgasvrij een draagvlakmeting onder de inwoners en ondernemers in het dorp.

Stad Aardgasvrij is voor Stedin een belangrijk demonstratieproject. In dit project werkt Stedin onder andere samen met de gemeente Goeree-Overflakkee, Remeha, GasTerra en Nefit-Bosch die de waterstof cv-ketels leveren, energieconsultant DNV, installateur Kievit Warmte en woningcorporatie Oost West Wonen die de woning beschikbaar heeft gesteld. Met de lokale brandweer, DCMR en de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond zijn alle vereisten op het gebied van veiligheid geborgd.

Draagvlak
“In 2020 hebben we 14 sloopwoningen in Uithoorn verwarmd met waterstof en aangetoond dat het mogelijk is om het bestaande aardgasnet om te bouwen naar waterstof”, vertelt David Peters, CTO van Stedin. “In Stad aan ’t Haringvliet doen we het onderzoek in een tussenwoning waar links en rechts buren wonen. Hiermee laten we zien dat ons gasnet in de praktijk geschikt is om van aardgas naar waterstof over te gaan. Bij voldoende draagvlak, is het dan mogelijk dat alle woningen in het dorp in 2025 verwarmd worden met waterstof. Voor Stedin is dit project belangrijk om te laten zien dat we waterstof door het bestaande gasnet kunnen transporteren voor de verwarming van woningen.”

Goede optie
“Ik ben erg trots op dit project, vooral om hoe er wordt samengewerkt met de inwoners van Stad aan ’t Haringvliet. Want dat maakt het project Stad Aardgasvrij zo bijzonder, vertelt wethouder Tea Both-Verhoeven (Duurzaamheid en Innovatie) van de gemeente Goeree-Overflakkee. “Een groep inwoners van Stad onderzocht samen met de gemeente en deskundigen uit het bedrijfsleven hoe hun dorp het beste van het aardgas af kan, en waterstof bleek een goede optie. We produceren veel groene energie op ons eiland, waardoor waterstof hier op een duurzame manier gemaakt kan worden. En we blijven intensief samenwerken met de inwoners van Stad en gaan ze ook vragen om hun stem. Als minimaal 70% uiteindelijk achter het plan staat, gaan we door.”

Ombouw naar waterstof
Aangezien er nog geen waterstof via het bestaande aardgasnet beschikbaar is, wordt voor de ombouwproef in Stad aan ’t Haringvliet waterstof gebruikt die is opgeslagen in een container (zie foto). Vanuit de waterstofcontainer gaat de waterstof via de bestaande gasleiding onder de grond naar het Inspiratiehuis. In de ombouw naar waterstof is de gasleiding zorgvuldig gecontroleerd op lekdichtheid. Door de leiding eerst te spoelen en te beproeven met stikstof en vervolgens met waterstof, is vastgesteld dat de leidingen lekdicht zijn. In het Inspiratiehuis hangen drie waterstof cv-ketels. Deze ketels zijn geïnstalleerd op de eerste verdieping in een van de kamers en uitgebreid getest. De komende twee maanden wordt de woning verwarmd met waterstof.

Rol waterstof in de gebouwde omgeving
Vóór 2030 verwacht Stedin niet dat waterstof een grote rol gaat spelen in de gebouwde omgeving, maar wel een belangrijke. Om na 2030 waterstof als volwaardig alternatief in te kunnen zetten is het daarom belangrijk om kennis en ervaring op te doen en te ontdekken welke rol waterstof kan krijgen. Innoveren en experimenteren.

Sprinkler op accu voor gebouwen

Gepubliceerd op

Boele Fire Protection introduceert een sprinkler- of watermistsysteem voor gebouwen dat werkt op een accu. Niet alleen is het een duurzame brandveiligheidsoplossing maar het heeft tevens een hogere betrouwbaarheid en kan forse besparingen opleveren, benadrukt de fabrikant. Het eerste systeem zal de komende maanden worden geïnstalleerd bij de Churchill Tower in Rijswijk.

De Battery Power Supply (BPS) is een accupakket bestaande uit batterijen en een omvormer die een elektrische sprinkler- of watermistsysteem voeden. Met dit systeem is ruim voldoende energie beschikbaar om periodieke testen aan de installatie(s) uit te voeren en calamiteiten zoals een brand te bestrijden.

Voordelen
Peter Boele, oprichter van Boele Fire Protection en verantwoordelijk voor Business Development, licht toe: “We hebben veel research gedaan naar een elektrisch sprinkler- en watermistsysteem dat werkt op een accupakket. De voordelen zijn groot: de totale installatie is eenvoudiger, ook voor middelgrote organisaties betaalbaar, de betrouwbaarheid is nog hoger dan gebruikelijk en er is geen sprake meer van geluidsoverlast en emissies zoals bij dieselaggregaten. Voor het product is octrooi aangevraagd en de oplossing is volledig gecertificeerd. De Battery Power Supply kent de grootste voordelen bij toepassing in kleinschalige tot middelgrote hoogbouw zoals appartementencomplexen, fabrieken, kantoren en parkeergarages.”

Gemakkelijke aanleg
Met de Battery Power Supply kan de stroomaansluiting van een sprinkler- of watermistinstallatie substantieel lichter worden uitgevoerd en zijn dikke voedingskabels en transformatoren voor sprinklerpompsets overbodig. Hierdoor kunnen de aanlegkosten tientallen procenten lager uitvallen, aldus de fabrikant. Vanzelfsprekend zijn de milieuvoordelen het grootst wanneer de accu´s met groene energie zijn geladen. Naast periodieke testen, wordt de Battery Power Supply jaarlijks onderhouden in dezelfde cyclus als van de pompset. De accu’s worden deze om de 8 à 10 jaar vervangen. Daarbij wordt rekening gehouden met onderhoud, inspecties en levensduur.

Herziene norm voor verbrandingsinstallaties

NEN 3028 ‘Eisen voor verbrandingsinstallaties’ is herzien en gepubliceerd ter commentaar. Tot nu toe was de norm van toepassing op ...
Verder Lezen

Veilig werken aan installaties voor gasverbranding

Om het aantal ongelukken door koolmonoxide terug te dringen, mogen werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties vanaf 2022 alleen nog worden uitgevoerd door ...
Verder Lezen

Herziene norm voor sprinklerinstallaties gepubliceerd

NEN heeft de Nederlandse aanvulling op de Europese (in het Nederlands vertaalde) norm voor ontwerp, installatie en onderhoud van automatische ...
Verder Lezen

BENG-regelgeving in de praktijk

Gepubliceerd op

In de praktijk blijkt de nieuwe BENG-regelgeving voor behoorlijk wat uitdagingen te zorgen bij de ontwikkeling, het ontwerp en de realisatie van nieuwbouwwoningen. Onzekerheid over de haalbaarheid van de eisen, het aantonen dat aan de eisen wordt voldaan en de consequenties bij het overschrijden van de eisen leidt tot hoofdbrekens. Om concrete antwoorden te geven op de vragen die spelen over de haalbaarheid en aantoonbaarheid van energieprestaties heeft House Energy Optimum (HEO) een serie kennispapers geschreven.

Deze serie papers bestaat uit vier delen:
1. Een jaar ervaring met BENG, lessen voor de toekomst
2. Bouwkundige maatregelen voor betere BENG-prestaties van woningen
3. Efficiënte installaties voor energiezuinige, comfortabele en gezonde woningen
4. Slimme nieuwbouwconcepten om te voldoen aan BENG, Energieneutraal en NOM

In het eerste deel staat wat er feitelijk is veranderd ten opzichte van het oude stelsel van EPC. De kennispaper deelt praktijkervaringen van het eerste jaar onder BENG en geeft lessen voor de toekomst. Zo is duidelijk wat de verschillen zijn tussen BENG-woningen, Energieneutrale woningen en NOM-woningen en welke eisen en voorwaarden hiervoor gelden. Bovendien laten het zien welke bewijsstukken u moet verzamelen voor het afgeven van het voorlopige energielabel voor de omgevingsvergunning en het definitieve energielabel voor de oplevering van een nieuwbouwwoning.

Het eerste deel van de serie kennispapers is gratis te downloaden op www.bouwheo.nl/download

Wilt u liever de samenvatting lezen? Deze is beschikbaar op: https://www.bouwheo.nl/downloads/samenvatting-kennispaper-heo-smart-concept-een-jaar-ervaring-met-beng-lessen-voor-de-toekomst-/

Brede coalitie wil grootste knelpunten op stroomnet aanpakken

Gepubliceerd op

Een brede coalitie van 14 partijen waaronder Techniek Nederland, netbeheerders, een aantal andere branches en overheid wil de komende kabinetsperiode structurele oplossingen realiseren voor de huidige knelpunten op het elektriciteitsnet. Daarmee wordt meer grootschalige productie van energie uit zon en wind mogelijk en kan de elektrificatie van woningen, vervoer en de industrie versnellen. Dat is belangrijk voor de verduurzaming van onze energiehuishouding en voor het vestigingsklimaat in ons land. De coalitie, onder de naam ‘Actieteam Netcapaciteit’, vraagt minister Jetten voor Klimaat en Energie onder meer om een aantal wettelijke aanpassingen. Ook is voor een stimuleringsprogramma voor innovatieve oplossingen 200 miljoen euro per jaar nodig uit de nieuwe middelen voor klimaatbeleid.

Nederland investeert nu al jaarlijks gemiddeld circa 3 miljard euro in het elektriciteitsnet om zon- en windparken te kunnen aansluiten en elektrificatie van zowel huishoudens als bedrijven mogelijk te maken. Daardoor is ons land wereldwijd één van de koplopers als het gaat om zonnestroom. Veel grote zon- en windparken, ondernemers en woningbouwprojecten wachten als gevolg van schaarste op het elektriciteitsnet echter op aansluiting. Ook voor de industrie moet vanwege de verduurzamingsplannen in het MIEK (Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat) veel capaciteit beschikbaar komen op het elektriciteitsnet. Voor de plannen van gemeenten en provincies, gebundeld in de RES’en (regionale Energie Strategie) is ruimte op het net ook onmisbaar.

Belemmeringen
Grote tekorten aan technici, lange realisatietermijnen en regelgeving belemmeren echter snelle verzwaring en aanpassing van het net. Ook kunnen domweg niet overal tegelijk de straten open. Voor de komende drie jaar staan er veel grote zon- en windparken op de planning die zonder creatieve oplossingen vooralsnog niet aangesloten kunnen worden. Het gaat dan om ruim 10 Gigawatt aan zonnestroom en 3,7 Gigawatt aan windprojecten die in de pijplijn zitten, goed voor het elektriciteitsverbruik van ruim 6 miljoen huishoudens.

Snelle oplossingen zijn nodig
Het nieuwe Actieteam Netcapaciteit wil voor de grootste knelpunten snelle oplossingen zoeken in de komende kabinetsperiode en schetst in haar voorstel de hoofdlijnen waarlangs dit kan. Daarbij ligt er een kans voor bestaande en nieuwe marktpartijen om slimme technieken in te zetten. Denk aan lokale opslag van energie, vraagstimulering of curtailment (regeltechnieken op basis van data, waarbij bijvoorbeeld aanbod-  of vraagpieken worden afgevlakt). Daarnaast blijven verzwaring van het net en congestiemanagement structurele oplossingen.

Randvoorwaarden
De 14 partijen nemen met hun voorstel verantwoordelijkheid voor gezamenlijke oplossingen maar vragen tegelijkertijd minister Jetten voor Klimaat en Energie om mede-eigenaarschap en concrete acties. Zo is op korte termijn invulling nodig van een aantal randvoorwaarden:
-           het verkorten van realisatietermijnen voor netuitbreiding, bijvoorbeeld door het inrichten van een fast lane met gespecialiseerde (juridische) beleidsmedewerkers;
-           De mogelijkheid voor overheden om – in overleg met betrokkenen – maatschappelijk afgewogen keuzes te maken bij het verdelen van de schaarse elektriciteit.
-           Snellere aanpassing van wet- en regelgeving die het mogelijk maakt dat netbeheerders en marktpartijen samen optimaal flexibiliteit (zoals batterijen) kunnen inzetten;
-           Onderzoek naar het effect van financiële prikkels in het technisch beroepsonderwijs. Denk bijvoorbeeld aan een afstudeerbonus voor mbo’ers techniek en extra financiering voor techniekopleidingen. Er zijn ook nu al veel te weinig technische vakmensen voor netverzwaring, maar óók om zonnepanelen en warmtepompen te plaatsen.

Stimuleringsprogramma
Voor de inzet van flexibiliteit en creatieve oplossingen adviseert het Actieteam Netcapaciteit een stimuleringsprogramma van jaarlijks 200 miljoen euro gedurende deze kabinetsperiode. Hiermee kan de invoering van bestaande en nieuwe technieken bij grote knelpunten in het net een impuls krijgen. Denk bijvoorbeeld aan grootschalige opslag of het sturen van de lokale vraag.

De volledige coalitie bestaat uit: Energie-Nederland, Energie Samen, Energy Storage NL, FME, Holland Solar, IPO, Koninklijke Bouwend Nederland, Netbeheer Nederland, NVDE, NWEA, Techniek Nederland, VNG, VNO-NCW/MKB Nederland en WENB.

 

Hernieuwbare energie vereist bij ingrijpende renovatie

Gepubliceerd op

Per 1 februari a.s. gaat er alsnog een eis gelden in verband met de minimale hoeveelheid hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie. Hierdoor is het installeren van bijvoorbeeld een warmtepomp, zonneboiler of zonnepanelen onvermijdelijk.

Een aangenomen motie van VVD’er Daniël Koerhuis werd door – toen nog – demissionair minister Ollongren van Binnenlandse Zaken naast zich neergelegd. In deze motie wilde Koerhuis van deze verplichting af. Volgens Ollongren biedt de richtlijn hernieuwbare energie (REDII) echter geen ruimte om huiseigenaren als categorie uit te zonderen van de verplichting tot een minimumwaarde hernieuwbare energie gebruik wanneer zij ingrijpend renoveren.

Minimumwaarde hernieuwbare energie
Europese lidstaten moeten op grond van artikel 15, vierde lid, van de REDII bij nieuwbouw en ingrijpende renovatie een minimumwaarde hernieuwbare energie eisen voor zover dit technisch, functioneel en economisch haalbaar is en rekening houdend met de resultaten van de kostenoptimaliteitsberekening, op voorwaarde dat dit de binnenluchtkwaliteit niet negatief beïnvloedt. Het is aan lidstaten om vast te stellen in welke specifieke gevallen het vanuit deze drie voorwaarden niet haalbaar is om aan de verplichting te voldoen. Deze eis wordt gesteld in artikel 5.6 (lid 5 en lid 6) van Bouwbesluit 2012 en – na inwerkingtreding van de Omgevingswet - artikel 5.20 (lid 6 en 7) van het Besluit bouwwerken leefomgeving.

Beleidsmatige redenen
Ollongren vond, naast juridische redenen, dat er ook beleidsmatige redenen zijn om huiseigenaren niet uit te zonderen van deze verplichting. Een ingrijpende renovatie van een gebouw vindt mogelijk slechts één keer in de 30 jaar plaats. Over 30 jaar, ruim na 2050, dient de gebouwde omgeving in Nederland klimaatneutraal te zijn, net als alle andere sectoren (industrie, landbouw en landgebruik, mobiliteit en de elektriciteitsvoorziening). Voor de gebouwde omgeving geldt dat een ingrijpende renovatie van een gebouw hét moment bij uitstek is om slimme keuzes te maken ten aanzien van de energievoorziening. Zo worden desinvesteringen voorkomen die niet passen bij een klimaatneutrale gebouwde omgeving in 2050. De Europese verplichting voor een minimumwaarde hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie is hiermee in lijn.

Bron: NEN

‘Véél technische vakmensen nodig voor One Planet plan van Eneco’

Er moet snel een Deltaplan komen voor de instroom van technische vakmensen met green skills. Alleen dan zijn de plannen ...
Verder Lezen

Vooral dankzij verduurzaming blijft omzet Bosch in pandemietijd stabiel

Ondanks de pandemie van het coronavirus handhaafde Bosch Thermotechnology in 2020 zijn omzet op het niveau van het voorgaande jaar: ...
Verder Lezen

Stimulerende maatregelen in duurzame warmte nodig

De warmtebranche heeft door de coronacrisis behoefte aan maatregelen om het investeringsklimaat voor duurzame warmte te verbeteren. Dat stelt Stichting ...
Verder Lezen

Binnen 20 jaar ruim 30 gebouwen overheid op schone energie

Rijksvastgoedbedrijf en het consortium Motion2040+, bestaande uit DWA, Rebel, TwynstraGudde en Witteveen+Bos, hebben afgesproken om voor 2040 ruim 30 overheidsgebouwen ...
Verder Lezen

Geen planning bij woningcorporaties om woningen te verduurzamen

Gepubliceerd op

Woningcorporaties worstelen met de vraag hoe ze hun bestaande woningvoorraad moeten verduurzamen. Met name de onzekerheid over technische oplossingen en onduidelijkheid op beleidsniveau zorgen ervoor dat driekwart van de ondervraagde woningcorporaties nog geen planning heeft gemaakt voor het gasarm of gasloos maken van hun woningvoorraad. Dit en meer blijkt uit het vandaag gepresenteerde ‘Marktonderzoek Verduurzaming Warmtevoorziening’ dat econic, met de financiële steun van de Rijksdienst voor Ondernemers (RVO) en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), onder 60 woningcorporaties in Nederland heeft uitgevoerd.

Om inzichtelijk te krijgen op welke manieren woningcorporaties invulling geven aan het Klimaatakkoord, hoe zij de verduurzaming van hun woningen organiseren en welke mogelijkheden er zijn om het overstappen op duurzame alternatieven toegankelijker en attractiever te maken, verleenden RVO en EZK in 2021 subsidie aan een consortium van partijen die met hun projectplan ‘In twee stappen naar een aardgasvrije en comfortabele Nederlandse woonomgeving’ technische en financiële oplossingen zoeken om vastgoedpartijen te helpen bij hun verduurzamingsopgave. Het vandaag gepresenteerde marktonderzoek is de eerste output van het consortium, dat de markt onder andere inzicht moet geven in de rol die een hybride warmtepomp en de bijbehorende dienstverlening kunnen spelen in de verduurzamingsopgave van woningcorporaties.

Betrokkenheid is groot, uitvoering is een worsteling
Wat opvalt in de onderzoeksresultaten is dat de betrokkenheid van woningcorporaties bij de thema’s duurzaamheid, klimaat en CO2-reductie groot is. Doorrekeningen zijn gemaakt, visies opgesteld, adviseurs zijn ingeschakeld en er wordt volop samengewerkt, maar ondanks alle inspanningen wordt er duidelijk geworsteld met de vraag hoe de verduurzaming van de warmtevoorziening het best uitgevoerd kan worden en of deze haalbaar is. Met name voor hun bestaande woningvoorraad. Ook is het de vraag wat de beste technische oplossing per woningproject is: warmtenet, all-electric of hybride, individuele of collectieve systemen? Vaak zijn er verschillende oplossingen nodig voor het diverse woningbestand dat zich in meerdere gemeenten bevindt.

Routekaart voor de verduurzaming ontbreekt
Mede door de onduidelijkheden op zowel beleids- als oplossingenniveau heeft driekwart van de ondervraagde woningcorporaties nog geen concrete planning gemaakt voor het gasarm of gasloos maken van hun woningvoorraad. Het merendeel van de ondervraagden geeft aan dat het toepassen van nieuwe installatietechnieken om woningen gasarm of gasloos te maken pas gebeurt als alle woningen energetisch op niveau zijn gebracht door extra isolatie aan te brengen én wanneer corporaties er zeker van zijn dat ze spijtvrij kunnen investeren.

CO2-neutraal in 2050 is financieel niet haalbaar
Ruim 50 procent van de ondervraagden geeft aan dat de opgave van CO2-neutraal in 2050 voor hun organisatie financieel niet haalbaar is. De ondervraagden maken zich grote zorgen over de almaar stijgende bouwkosten en het gebrek aan menskracht en expertise in de bouwkolom, in hun eigen organisatie en bij gemeenten. Als gevolg daarvan kloppen eerdere doorrekeningen niet meer en zijn de kosten veel hoger dan waar eerder mee is gerekend. Daarbij komt nog de onzekerheid over de toe te passen technieken – all-electric of hybride, individueel of collectief. Ook geven de woningcorporaties aan  dat zij hun investeringen, die steeds groter worden door stijgende kosten, niet kunnen terugverdienen.

Het volledige marktonderzoek met daarin de belangrijkste observaties en conclusies is vanaf vandaag gratis te downloaden op econic.homes 

 

‘Groene ambities coalitieakkoord zijn stap in goede richting’

Techniek Nederland ziet perspectief in de groene ambities van het coalitieakkoord dat VVD, D66, CDA en ChristenUnie hebben gepresenteerd. Doekle ...
Verder Lezen

Energiebesparing met behoud van comfort

Het demissionaire kabinet heeft plannen om de gebouwde omgeving te verduurzamen. Er is €800 miljoen beschikbaar voor de warmtetransitie, waarvan ...
Verder Lezen

Energie uit damwanden

Door stalen damwanden te voorzien van collectoren, kunnen havenkades, kanaaloevers, bouwkuipen, dijken en alle andere waterkeringen ons van warmte en ...
Verder Lezen

Nieuwe vakdiscipline: Verduurzamer

Tijdens Building Holland is de oprichting van het Gilde van Verduurzamers aangekondigd. Initiatiefnemers Wietse Walinga (Smart Workplace/Duurzaam Gebouwd), John Lens ...
Verder Lezen

Circulaire basisschool met duurzame installatietechniek

Gepubliceerd op

Basisschool De Verwondering in Almere is een circulair en duurzaam gebouw. Dat betekent dat het gebouw makkelijk is te demonteren aan het einde van zijn levensduur. Bovendien zijn er de nodige passieve bouwkundige maatregelen genomen om ongewenste opwarming of warmteverlies te voorkomen. Gekozen is verder voor een ijsbuffer warmteopslagsysteem, geïntegreerd ontworpen met zonnecollectoren en andere energiebesparende systemen.

Rondom de basisschool staan bomen die het daglicht filteren. De centrale ruimte heeft overstekken. Klaslokalen met glaspartijen op het zuiden en zuidwesten hebben passieve zonwering bestaande uit een semitransparante luifel die directe zoninstraling verhindert. Ook de vegetatie op het dak en de klimrekken met beplanting op zonrijke gevels gaan oververhitting van het gebouw tegen.

Isolatie
De ramen zijn van dubbel of triple glas. De lemen binnenwanden hebben als extra voordeel dat ze de warmte of koude langer vasthouden. Ze fungeren dus dankzij hun thermische massa als buffers.

Stroom
Op het dak liggen onder andere PV-panelen. Ze leveren voldoende energie om aan de gebouwgebonden vraag te voldoen. De Verwondering kan de resterende stroomvraag invullen via het reguliere net. Het is behoorlijk druk op het dak. Naast de PV-panelen, liggen er ook zonnecollectoren en wordt een deel benut als groen dak. De Verwondering heeft daar een buitenspeellokaal op laten plaatsen, bovendien lopen er kippen rond en worden er onder andere tomaten gekweekt.

Warmteopwekking
Bijzonder is ook de verwarmingsinstallatie met een ijsbuffer, die een variatie is op een warmteopslagsysteem. Dit ijsbuffer warmteopslagsysteem is geïntegreerd ontworpen met zonnecollectoren en andere energiebesparende systemen. Het opslagsysteem verwarmt en koelt gebouwen door slimme toepassing van bestaande natuurwetten. De clou: bij de overgang van koud water naar ijs wordt een enorme hoeveelheid energie omgezet, de zogenaamde kristallisatiewarmte. Zodra het volledig geautomatiseerde systeem signaleert dat de energie van de zon en de lucht niet langer toereikend is om de warmtebehoefte te dekken, onttrekt het systeem extra energie uit de ijsbuffer. De ijsbuffertank staat in een betonnen kelder onder het buitenterrein.

Afgiftesysteem
Voor de warmteafgifte zijn verschillende opties de revue gepasseerd. Vloerverwarming lag voor de hand, maar viel af, omdat het een te traag werkend systeem is. Vandaar dat er is gekozen voor een combinatie van luchtverwarming met elektrische naverwarming. Het pand heeft een gebalanceerd ventilatiesysteem met WTW, per cluster staat er een LBK opgesteld. Via airsocks worden in de lokalen grote hoeveelheden lucht aangevoerd met een lage snelheid. De gebruikte lucht gaat via de gangen naar de centrale ruimte en wordt daar afgezogen.

Zomernachtventilatie
De basisschool heeft daarnaast een natuurlijk ventilatiesysteem. Ieder lokaal heeft een ventilatienachtluik. Dat is een inbraakwerend ventilatierooster met thermisch onderbroken klep. Deze is zo hoog mogelijk in het raamkozijn geïntegreerd. Als je overdag intensief wilt ventileren, dan zet je het luik open en schakelt de basisventilatie uit. Noodzakelijk, want anders krijg je kortsluiting in de luchtstroom. 's Avonds gaan sowieso de luiken open, maar ook de dakkappen. Zo ontstaat er een thermische trek, waardoor de school ieder uur met 5 tot 7 keer het gebouwvolume aan lucht ververst wordt. En dat met een snelheid vanaf 2 meter per seconde.

Meer weten over dit project? Het uitgebreide artikel is terug te vinden in het praktijkblad InstallateursZaken van januari. Ontvangt u het blad nog niet? Vraag dan hier een gratis proefabonnement aan.

Adviseur bodemenergie nu ook ondergronds actief

Gepubliceerd op

Techniplan Adviseurs heeft de certificering behaald voor het ontwerp van het ondergrondse deel van open bodemenergiesystemen. Hiermee ontwikkelt het adviesbureau zich verder tot totaaladviseur op het snijvlak van installaties, energie en milieu. Techniplan Adviseurs biedt nu advies en integrale ontwerpen voor zowel gebouwinstallaties als het boven- én ondergrondse deel van bodemenergiesystemen.

Voor het boven- en ondergrondse deel van bodemenergiesystemen bestaan twee aparte beoordelingsrichtlijnen. Techniplan Adviseurs is nu gecertificeerd voor beide richtlijnen. De BRL SIKB 11000 is de beoordelingsrichtlijn voor het ontwerp van het ondergrondse deel van bodemenergiesystemen. Bedrijven en adviesbureaus die betrokken zijn bij het ontwerp en de exploitatie van deze systemen moeten voldoen aan wettelijke eisen. Partijen die niet gecertificeerd zijn, mogen hier geen advieswerkzaamheden voor uitvoeren.

Grootschalige projecten
Binnen de BRL SIKB 11000 bestaan acht scopes, waarvoor Techniplan Adviseurs de certificering voor het ontwerp van open bodemenergiesystemen in bezit heeft (scope 1a). Dit zijn de bodemenergiesystemen voor grootschalige projecten, waarbij grondwater omhoog wordt gepompt, in tegenstelling tot gesloten bodemenergiesystemen waarbij een bodemlus wordt ingezet en die meestal bij kleinere projecten voorkomen. Volgens Rik Molenaar, senior adviseur bij Techniplan Adviseurs, is het behalen van de certificering een logische stap voor het adviesbureau: “Wij waren al vaak betrokken bij het ontwerp van het bovengrondse deel van bodemenergiesystemen. In de praktijk merkten we toch dat het belangrijk is om ook het ondergrondse deel erbij te pakken om echt een integraal ontwerp te kunnen leveren. We geloven namelijk dat hierdoor uiteindelijk betere energiesystemen ontstaan en we onze klanten zo beter kunnen bedienen.”

Combi tussen gebouwinstallaties en bodemenergiesystemen
Met het behalen van de certificering is Techniplan Adviseurs een van de weinige partijen die het ontwerp van gebouwinstallaties combineert met dat van bodemenergiesystemen. Dick van der Kooij, directeur van Techniplan Adviseurs: “Het unieke is dat wij vanuit de advisering over gebouwinstallaties komen. Dat doen we al dertig jaar, waarbij duurzaamheid altijd onze focus heeft gehad. In de markt zien we dat de partijen die zich met geohydrologie bezighouden, dus kijken naar de ondergrond en aardlagen, daar echt in gespecialiseerd zijn. Er zijn ook een aantal bedrijven die zich bezighouden met zowel boven- als ondergrondse energiesystemen, maar de combinatie met gebouwinstallaties is zeldzaam.”

Onmisbare schakel in de energietransitie
Het belang van geohydrologie en een goede kwaliteit van bodemenergiesysteem staat voor Molenaar buiten kijf: “Bodemenergie is een onmisbare schakel in de energietransitie. Wij vinden geohydrologie een belangrijk onderdeel van een volledig duurzaam ontwerp. Als adviesbureau zijn we al jaren gefocust op duurzaamheid en dit is eigenlijk de perfecte aanvulling hierop vanwege de mogelijkheden die de bodem biedt qua opslag. Je kan vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen, ook verdeeld over de seizoenen. Lucht en oppervlaktewater bieden deze optie niet als bron voor warmte.”

 

Unica Building haalt grootste opdracht ooit binnen

Technisch dienstverlener Unica heeft opdracht gekregen om de klimaatinstallaties van 1.250 Defensiegebouwen in Noord- en Zuid-Nederland te inspecteren, keuren en ...
Verder Lezen

‘Véél technische vakmensen nodig voor One Planet plan van Eneco’

Er moet snel een Deltaplan komen voor de instroom van technische vakmensen met green skills. Alleen dan zijn de plannen ...
Verder Lezen

‘Betere uitvoering energiesystemen in bodem noodzakelijk’

Op 10 mei jl. heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een signaalrapportage ‘Risico’s bij de aanleg van gesloten bodemenergiesystemen’ ...
Verder Lezen

Risico’s voor bodem en grondwater bij aanleg van gesloten bodemenergiesystemen

Boorbedrijven houden bij de aanleg van bodemenergiesystemen onvoldoende rekening met de eisen die daaraan worden gesteld, waardoor er risico’s ontstaan ...
Verder Lezen

Diverse onderdelen stelsel EPG geactualiseerd

Gepubliceerd op

Vanaf begin 2022 worden verschillende geactualiseerde onderdelen van het Stelsel Energieprestatie van gebouwen (EPG) beschikbaar gesteld aan de markt. Na een gewenningsperiode van vijf maanden is het voornemen om de onderdelen op 1 juni 2022 wettelijk in werking te laten treden.

Sinds het Stelsel EPG op 1 januari 2021 van kracht werd, zijn kleine aanpassingen en verduidelijkingen verwerkt in bepalingsmethode NTA 8800, opnameprotocollen en BRL-en. In samenwerking met het ministerie van BZK worden begin 2022 nieuwe versies of wijzigings- en interpretatiedocumenten gepubliceerd bij NTA 8800, de opnameprotocollen en de BRL’en van het stelsel.

Gewenningsperiode
Voor een soepele overgang voor marktpartijen en adviseurs, is er een gewenningsperiode van vijf maanden. Het voornemen is om de onderdelen op 1 juni 2022 wettelijk in werking te laten treden, waarna gewerkt moet worden op basis van de nieuwste wijzigingen en interpretaties.

Actualisatie van de verschillende onderdelen
Vanaf 1 januari 2022 zijn de volgende geactualiseerde onderdelen beschikbaar:

  • Een nieuwe versie van de bepalingsmethode, NTA 8800:2022, waarin interpretaties, omissies en aanvullende inhoudelijke wijzigingen zijn geïntegreerd. Om inzichtelijk te maken welke wijzigingen zijn aangebracht, wordt een informele versie van de NTA gepubliceerd op gebouwenergieprestatie.nl. Hierin zijn de aanpassingen met track changes bijgehouden.
    • Interpretatie- en wijzigingsbladen bij de opnameprotocollen, te weten ISSO-publicatie 75.1 voor utiliteitsbouw en ISSO-publicatie 82.1 voor woningen en woongebouwen. In januari komen de geïntegreerde versies van de opnameprotocollen beschikbaar voor de markt.
    •             Wijzigingsbladen bij de beoordelingsrichtlijnen BRL 9500 Utiliteitsbouw en Woningbouw.
    Vanaf 15 februari 2022 is geattesteerde software op de markt:
    •             Deze software is geattesteerd volgens BRL 9501 en het meest actuele wijzigingsblad, dat aansluit bij NTA 8800:2022, is geschikt voor het berekenen van de energieprestatie van een gebouw volgens NTA 8800.
    •             Tussen 15 februari 2022 en 1 juni 2022 zijn twee versies van de software voor de markt beschikbaar. De nieuwe geattesteerde versie is beschikbaar om voor te bereiden op de voorgenomen regelgeving.

Opfriscursus EP-adviseurs
Beoogd wordt dat vanaf 1 juni 2022 de geactualiseerde versies van NTA:8800, BRL 9500 Utiliteitsbouw en Woningbouw en BRL 9501 wettelijk in werking treden. Begin april kunnen adviseurs een opfriscursus volgen, te vinden op de websites van de verschillende opleiders. Hierin worden zij geïnformeerd over de wijzigingen en veelgemaakte fouten. Het is voor de markt van belang dat de wijzigingen zo snel mogelijk worden toegepast, daarom kunnen adviseurs hier al voor 1 juni mee aan de slag. Adviseurs dienen deze opfriscursus uiterlijk op 1 oktober gevolgd te hebben.

Voor 2023 werken de betrokken partijen aan een jaarlijkse cyclus voor het verwerken van aanpassingen in NTA 8800, de opnameprotocollen, software en BRL’en.

Onderdelen Stelsel Energieprestatie gebouwen geactualiseerd

Per 1 januari 2021 treedt het nieuwe Stelsel EPG in werking waarmee de energieprestatie van gebouwen wordt bepaald en de ...
Verder Lezen

Wat is de rol van de techniek over 20 jaar?

Aanstaande woensdag 24 juni verschijnt Scenario2040, een studie waarmee Techniek Nederland in beeld brengt hoe de samenleving er over twintig ...
Verder Lezen

Garantie op duurzame nieuwbouw

Bewoners van nieuwbouwwoningen kunnen een garantie krijgen op de energiezuinigheid ervan als deze worden gebouwd volgens het House Energy Optimum ...
Verder Lezen