Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 452 seconden

Met intelligente systemen voor gebouwautomatisering, gekoppeld aan technische installaties, maak je gebouwen niet alleen energiezuiniger en duurzamer, ook comfortabeler en uiteindelijk de gebruikers productiever. En woningen kun je zo levensloopbestendiger maken, een absolute noodzaak als ouderen langer zelfstandig moeten blijven wonen. Als de BV Nederland dit slim aanpakt, heeft niet alleen de installatiebranche werk, maar krijgt Nederland er een dijk van een exportproduct bij.

Op de vakbeurs VSK is veel aandacht voor Gebouwbeheersystemen. De VSK wordt van 3 tot en met 7 februari gehouden in de Jaarbeurs in Utrecht.

 

Wie in februari de VSK 2014 in de Jaarbeurs Utrecht bezoekt, download tien tegen één de beursapp. Hiermee heb je het overzicht van exposanten en activiteiten binnen handbereik op je smartphone. Met diezelfde smartphone kun je ook heel veel doen als het om gebouwautomatisering gaat, zegt Piet van Veelen van Vedotec, een van de exposanten op de VSK 2014. Je loopt met je smartphone je werkkamer uit en het licht gaat vanzelf uit. Of je scant een QR code om in te loggen als je ’s ochtends je kantoorpand binnenstapt. Nog intelligenter: via een NFC-tag communiceer je draadloos met het gebouwbeheersysteem. “De techniek is er. Belangrijk is nu dat de markt anders tegen zichzelf gaat aankijken. We moeten met de klanten niet over de techniek praten, maar over oplossingen”, zegt Van Veelen.

 

Gebouwautomatisering biedt voor veel problemen oplossingen, zo tonen exposanten op de VSK 2014. Oplossingen op het vlak van duurzaamheid, maar ook productiviteit. Door op een intelligente manier de data over het gebruik van een gebouw te analyseren en op basis daarvan te anticiperen, kun je een enorme productiviteitsverbetering realiseren. Bovenop de energiebesparing. Dat is de toekomstvisie van Leo Hitzert, senior productmanager bij Priva. Studies wijzen uit dat als gebruikers van een gebouw zich prettiger voelen, ze beter presteren. Leo Hitzert: “Van de operationele kosten in een kantooromgeving wordt 3 procent door energieverbruik bepaald, 70 tot 80 procent door de payroll. Als je hier de efficiency kunt verbeteren, levert dat een veelvoud op van enkele procenten energiebesparing.” Naast energie ziet hij productiviteitsverbetering dan ook als de tweede driver achter verdergaande integratie van gebouwbeheersystemen.

 

Deze ontwikkeling speelt niet alleen in de werkomgeving. Ook thuis kun je met slimme systemen veel bereiken, zoals naast energiebesparing een comfortverbetering, zegt Corien van Berlo, directeur van stichting Smart Homes. “Als je het ene doet, heeft het gevolgen voor het andere.” Energiemanagement en -besparing betekenen een beter binnenklimaat, meer gezondheid, meer comfort. De maatschappelijke wens om ouderen langer zelfstandig te laten wonen, is zonder de inzet van technologie in en rond het huis niet realiseerbaar.
Onderzoek door TNO heeft al eerder uitgewezen dat 70 procent van de gebouwen 30 procent teveel energie verbruikt. Zelfs gebouwen waarin de nieuwste, duurzame energievoorzieningen zijn aangebracht, presteren dikwijls onvoldoende. Met als gevolg een hoger dan verwachte energierekening, ongezonder binnenklimaat en ga maar door. Marcel Tourney, marketingmanager bij MVComfort (onderdeel van BRControls), denkt dat je grote stappen kunt zetten door de data uit al die technische installaties geïntegreerd te gebruiken. Vandaag de dag gebeurt het nog te vaak dat een installatie wordt geplaatst waarna vanuit gebouwbeheer alleen nog op incidenten wordt gereageerd met ad hoc maatregelen.
“Na enkele jaren wordt er dan een adviseur bijgehaald die kijkt hoe het hoger dan verwachte energiegebruik verminderd kan worden”, zegt Tourney. Omdat tussentijds telkens aan deelinstallaties is gesleuteld, is de totale afstemming verdwenen. MVComfort is de eerste Nederlandse distributeur die Monavisa volledig onafhankelijk van het fabrikaat van klimaatinstallaties in eigen beheer implementeert. Monavisa is een webbased softwaretool voor het monitoren en analyseren van duizenden parameters die met het energieverbruik in een gebouw te maken hebben. Dit Nederlands systeem is ontwikkeld door DWA, dat het nu via derden in de markt zet. “Gebouwbeheerders kunnen nu dus een uniforme software applicatie gebruiken, onafhankelijk van het merk installatie.” Dergelijke webbased systemen zijn nodig om een andere ontwikkeling mogelijk te maken.

 

De kant die het namelijk op gaat, is prestatieborging. In de toekomst krijgen installateurs de verantwoordelijkheid voor een energie-installatie gedurende vijftien of twintig jaar. Presteert deze beter dan afgesproken, wacht een bonus. Vallen de prestaties slechter uit, volgt een malus. Marcel Tourney: “Daarmee trigger je de installateur om geïnteresseerd om te gaan met de installatie.” Een systeem als Monavisa helpt. Het verzamelt tot op kamerniveau gegevens over het energieverbruik en maakt die via een dashboard in één oogopslag inzichtelijk.
Algoritmen analyseren het energieverbruik en detecteren afwijkingen ten opzichte van de beoogde prestaties. “Hierdoor kan de installateur de goede werking van het systeem borgen. En de facilitair manager kan zijn gebouw benchmarken met andere, soortgelijke gebouwen.” De tijdspanne waarin je ziet of ergens iets niet goed functioneert wordt veel korter, zodat je sneller kunt reageren en niet hoeft af te wachten tot de volgende jaarafrekening van het energiebedrijf.

 

Het bouwen van dergelijke systemen, die alle info uit een gebouw op één plek tonen, is kostbaar. Er gaan veel uren modelleerwerk in zitten. Daarom merk je dat eigenaren van kleinere gebouwen er vaak niet voor kiezen, omdat de baten niet opwegen tegen de kosten. Priva gaat dit veranderen door Priva Top Integration geautomatiseerd te gaan opzetten. “Voor het gebouwbeheersysteem hebben we het gebouw al gemodelleerd. Die info gaan we hergebruiken waardoor de besparing op het bouwen van een geïntegreerd systeem, afhankelijk van de situatie, 20 tot 80 procent kan zijn”, zegt Leo Hitzert van Priva. Hierdoor komt integratie van verschillende domeinsystemen binnen handbereik van beheerders van kleinere gebouwen.

 

De koppeling met apps voor smartphones en tablets staat voorop. Juist deze intuïtieve interface, vergelijkbaar met die van een smartphone, gaat volgens Piet van Veelen van Vedotec voor een doorbraak van domotica oftewel gebouwautomatisering zorgen. “Smartphones zijn op de menselijke denktrant gebaseerd. Bijna iedereen kan ermee werken.” Bij Priva verwacht men dat de smartphone in de toekomst niet alleen dient als output device maar ook als input device. “Je ziet steeds meer sensoren in smartphones komen. Dat maakt dit device niet alleen aantrekkelijk als bedieningsapparaat maar ook als informatiebron voor het gebouwbeheersysteem. Je krijgt daarmee een groot netwerk van meetpunten in het gebouw”, legt Hitzert uit.

 

Je kunt met deze data nog meer doen, vindt Corien van Berlo. Stichting Smart Homes onderzoekt binnen het EOS Persuasive Technology project hoe je met verfijnde technologie het gedrag van mensen langdurig kunt beïnvloeden. “Van de huidige feitelijke feedback, zoals getallen en grafieken, weten we dat de beïnvloeding kortstondig is. In dit onderzoek gebruiken we sociale feedback in combinatie met zogenaamde ambient persuasive technology. Dit is technologie die niet irriteert en bewust op de achtergrond aanwezig is. Bijvoorbeeld verlichting die van groen naar rood verkleurt op het moment dat je de thermostaat te hoog zet. Het gaat erom mensen te verleiden hun gedrag aan te passen.”

 

De stichting Smart Homes is eveneens betrokken bij het Europees onderzoeksproject KnoholEM, (knowledgebased energy management for public buildings through holistic information modeling and 3D visualization). Het ultieme doel hiervan is te komen tot een nieuw intelligent energiemanagementsysteem, dat compatible is met alle bestaande gebouwbeheersystemen in Europa. Naast energie besparen moet het comfort van de gebruikers verbeteren. Corien van Berlo: “Voorwaarde is dat we gebruik maken van de in de gebouwen aanwezige technologie zoals GBS systemen, sensoren, actuatoren, verwarming, koeling, en ventilatie.” Stichting Smart Homes houdt over beide projecten lezingen tijdens de VSK.

 

Al deze trends creëren kansen voor de installatiebranche. Mede omdat het Energieakkoord de aantrekkelijkheid van energiebesparing en -monitoring vergroot. Om de markt in beweging te brengen, is echter vooral een andere mindset nodig. “De installateur moet de waarde van de technologie in de hele keten laten zien”, zegt Piet van Veelen. “De investeerder moet begrijpen dat als hij een paar procent meer uitgeeft, hij een veelvoud aan opbrengsten terug krijgt.” Niet alleen in energiebesparing, ook in productiviteitswinst.

 

Marcel Tourney van MVComfort ziet vooral de uitdaging voor installateurs om hun klanten te overtuigen van de meerwaarde van monitoring op lange termijn. “In plaats van achteraf op klachten te reageren, kan men nu proactief reageren en kosten besparen. Na de oplevering begint het immers pas. Dan moet je de prestaties van de installatie borgen.” Slimme automatisering zorgt daarvoor. En dat zal over 3 tot 6 jaar, verwacht Leo Hitzert, tot nieuwe businessmodellen leiden, waarbij de installateur afgerekend wordt op de totale performance van het gebouw.

 

Voor de installatiebranche ligt hier een enorme markt. 7 miljoen woningen en honderdduizenden bedrijfsgebouwen wachten erop om met slim beheer van installaties energiezuiniger, comfortabeler, gezonder en productiever te worden. Piet van Veelen vindt evenwel dat Den Haag niet ambitieus genoeg is, als gevolg van wat hij noemt ‘gasobesitas’. “Met schaliegas kunnen we onze gasreserves maximaal tien jaar verlengen. Investeer liever het geld in duurzaamheidstechniek die je ook nog kunt exporteren, waar de hele wereld naar vraagt. Alle BRIC-landen weten dat grondstoffen eindig zijn. Wij laten kansen liggen om een giga exportland te worden. Met dijken hebben we dat goed gedaan: ze beschermen ons en de kennis is een exportproduct. Met duurzaamheid kunnen we dat weer doen.”
Voor meer informatie: www.vsk.nl