Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 75 seconden

De rekenmethode voor warmteverlies is aangepast. Deze is beschreven in de vernieuwde ISSO-publicatie 51 ‘Warmteverliesberekening voor woningen en woongebouwen’. De nieuwe rekenmethode is een gevolg van de recentelijk, op Europees niveau aangepaste norm NEN-EN12831, Deel 1. Ook blijkt de hedendaagse nieuwbouw bijna geen warmte meer te verliezen.

ISSO-publicatie 51 baseerde zich nog op de ‘oude’ Europese norm NEN-EN 12831. Dat die Europese norm nu is aangepast, komt vooral door de zogeheten ‘recast’ van de Europese energieprestatierichtlijn, de EPBD. Deze EPBD verwijst namelijk naar de NEN-EN 12831 Deel 1, die andere uitgangspunten hanteert dan de oude norm.

Diverse berekeningsmethodes
De ISSO-publicatie 51 bevat berekeningsmethodes voor het bepalen van het transmissiewarmteverlies, het warmteverlies door buitenluchttoetreding en de toe te rekenen toeslag voor opwarming na eventuele nachtverlaging of bedrijfsbeperking. Daarnaast houdt de nieuwe methode in de vernieuwde publicatie rekening met ltv-systemen en woningen met een geringe warmtevraag. Qua terminologie en maatvoering wordt zoveel mogelijk aangesloten bij het Bouwbesluit 2012. Voor bepaling van de U-waarde van een constructie gaat de publicatie zo veel mogelijk uit van de NEN 1068. Ook behandelt de publicatie uitgebreid de verschillende ventilatiesystemen die in de woningbouw gebruikelijk zijn. De methodiek wordt toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden.

Meer nieuwe uitgaven
Eerder deze zomer verscheen al de aangepaste ISSO-publicaties 53 (‘Warmteverliesberekening voor utiliteitsgebouwen met vertrekhoogten tot 4 meter’) en over enkele weken verschijnt ook ISSO-publicatie 57 (‘Warmteverliesberekening in industriegebouwen en utiliteitsgebouwen met ruimtes hoger dan 4 meter’). Ook het Kleintje Warmteverlies zal deze zomer nog in herziene uitgave op de markt komen. De nieuwe ISSO-publicaties zijn verkrijgbaar via kennisbank.isso.nl