Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 143 seconden

Het nieuwste BouwKennis Jaarapport constateert dat de bouwkolom de overheid ziet als grootste aanjager van verduurzaming en circulariteit. Ook professionele initiatiefnemers, zoals corporaties en ontwikkelaars, worden als grote aanjagers gezien in de verduurzaming van Nederland. Verder is opvallend dat architecten en fabrikanten vooral zichzelf als aanjager zien. 

In dit onderzoek van BouwKennis is onderscheid gemaakt tussen de thema’s duurzaamheid en circulariteit. Opmerkelijk is dat de bouwkolom voor beide thema’s aangeeft de overheid als grootste aanjager te zien, ondanks de diverse initiatieven die vanuit de kolom zelf ontstaan. Dit is wellicht omdat zij de maker en handhaver zijn van wetten en zo invloed kan uitoefenen op alle procesfuncties, concludeert Bouwkennis. De bouwkolom geeft echter aan dat professionele initiatiefnemers, zoals corporaties en ontwikkelaars, ook als grote aanjagers worden gezien in de verduurzaming van Nederland. Opvallend is dat architecten en fabrikanten vooral architecten en fabrikanten als aanjager zien. Dit heeft er mogelijk mee te maken dat het ‘eindproduct’ dat zij leveren (ontwerp, bouw- of installatieproduct) als input dient voor alle andere schakels in de bouw.

Bij circulariteit geven de respondenten wederom aan de overheid als grootste aanjager te zien. Een verschil met duurzaamheid is dat er bij circulariteit een grote rol is weggelegd voor architecten, voornamelijk volgens architecten zelf en volgens fabrikanten. Ontwikkelaar en corporaties worden na architecten genoemd, met name door de aannemers B&U en ontwikkelaars zelf. Gebouweigenaren hebben een minder grote rol als het gaat om circulariteit. Het lijkt dus vooral aangejaagd te moeten worden door partijen die zich met de nieuwbouw van woningen en gebouwen bezighouden.

Knelpunten
Als het om verandering gaat, zoals in het geval van duurzaamheid en circulariteit, zijn er vaak knelpunten. BouwKennis onderzocht wat de grootste knelpunten volgens de bouwkolom zijn op het gebied van deze thema’s. Kijkend naar duurzaamheid, is te zien dat de bereidheid tot investeren het grootste knelpunt is volgens de meeste respondenten, gevolgd door financiering van woningverduurzaming. Een interessante combinatie: er zijn te weinig interessante financieringsconstructies én er is een te lage bereidheid tot investeren. Het verruimen van interessante financieringsopties kan een oplossing zijn.

Het grootste knelpunt rondom circulariteit is de onbekendheid met de term. Het is voor velen onduidelijk wat circulair bouwen is. Kennis op dit gebied kan bedrijven helpen om te bepalen hoe ze ermee aan de slag gaan. Andere uitdagingen die genoemd worden, zijn dat er te weinig bedrijven bezig zijn met circulariteit en er vooralsnog weinig interesse is vanuit opdrachtgevers voor het thema. Er klinkt dan ook geen volmondig ‘ja’, op de vraag of het einddoel (in 2050 een volledig circulaire bouw) behaald wordt. Op deze vraag komt ook geen sterke ontkenning. Fabrikanten zijn per saldo nog het meest optimistisch, vermoedelijk omdat zij veel invloed hebben op het toekomstig materiaalgebruik. Ontwikkelaars, installateurs en adviseurs zijn per saldo een stuk negatiever. Waarschijnlijk omdat zij volgend zijn, ze zijn afhankelijk van het productaanbod.