Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 205 seconden

De leden van de Deal Stroomversnelling, een samenwerkingsverband van zes woningcorporaties en vier bouwbedrijven, hebben besloten hun verenigingsverband op te heffen. De vereniging Stroomversnelling zette zich vier jaar geleden in de markt als een breed gedragen coalitie van partijen die gezamenlijk hun schouders onder de energietransitie willen zetten. “De Brede Stroomversnelling blijft wel bestaan, maar de oorspronkelijke innovatiebeweging van vier aannemers en zes corporaties heeft volgens hem weinig toegevoegde waarde”, vertelt voorzitter Lex de Boer in Cobouw. “Dit werkt zelfs steeds vaker remmend in plaats van stimulerend. Probeer maar eens een afspraak met tien partijen te maken.” In kleinere samenwerkingsverbanden gaan aannemers en corporaties nog door met het verduurzamen van huurwoningen. Maar de leden werken niet meer in verenigingsverband aan nul-op-de-meter concepten.

In een tussenevaluatie stelden corporaties Portaal, Lefier, Woonwaard, Stadlander, Tiwos en Wonen Limburg en bouwbedrijven VolkerWessels, BAM, Ballast Nedam en Dura Vermeer vast, dat de maatschappelijke doelen van de Deal Stroomversnelling zijn gerealiseerd en zijn opgepakt in de markt en de vereniging Brede Stroomversnelling, de plannen voor realisatie van de resterende woningen concreet genoeg zijn en daarmee de toegevoegde waarde van de vereniging als vliegwiel van deze ontwikkeling te beperkt en deels zelfs hinderlijk. Het verder verbeteren van de condities voor nul-op-de-meterrenovaties vinden zij bovendien in goede handen van de Brede Stroomversnelling liggen.

Verschillende redenen voor opheffing
Ing. Ron Bosch, Docent ‘Installatie Technologie’ aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en eigenaar van Technisch Ingenieurs Adviesbureau Bosch te Rosmalen, spreekt in een eerste reactie zijn vermoeden uit dat er verschillende redenen zijn waarom de vereniging zichzelf heeft opgeheven. De eerste reden betreft volgens hem het kosten-baten-plaatje: “In hoeverre is het al daadwerkelijk mogelijk om woningen met een NOM-status te realiseren die echt duurzaam zijn tegen aantrekkelijke kosten?”
Een tweede struikelblok is dat de betrokken partijen bij de deal aanhikken tegen de kwaliteitsborging; ofwel, wordt de NOM-status wel echt behaald? Bosch: “Kwaliteitsborging heeft een hoge vlucht genomen de afgelopen jaren. Meer en meer bedrijven specialiseren zich erin. Dit is onafwendbaar, vanwege de voortdurend aangescherpte regelgeving. Bovendien brengt kwaliteitsborging extra kosten met zich mee. Dit drukt weer op totale kostenplaatje van een NOM-renovatie.” Voor NOM-nieuwbouw geldt hetzelfde denkt Bosch: “Kwaliteitsborging brengt extra inzet met zich mee van personeel. Die kosten zullen aannemers verwerken in de prijs van de nieuwbouwwoning.”

Uiteenlopende belangen
Als derde punt noemt Bosch vaak uiteenlopende belangen die de betrokken partijen hebben, waardoor ze elkaar kunnen remmen in het ontwerp- en realisatieproces. Verder wijst hij erop dat er in de markt veel onduidelijkheid is over wat een NOM-woning nu behelst. Ga je bijvoorbeeld helemaal decentraal energie opwekken of blijf je, zoals bij het salderen, nog aangesloten op het energienet? Nog een punt is dat de marketing en conceptontwikkeling niet altijd goed aansluit op de marktvraag. Dit blijkt bijvoorbeeld uit onderzoeken van afstudeerders die Bosch onder zijn hoede heeft. Zo ontwikkelen grote bouwers soms concepten waar totaal geen behoefte aan is in de markt. Bosch vraagt zich af of er wel gedegen onderzoek wordt verricht voordat een nieuw concept wordt ontwikkeld en gelanceerd.
Hij denkt overigens wel dat de regelgeving op het gebied van duurzaamheid een stimulerend effect heeft op de verdere verduurzaming en versnelling van de woningvoorraad. Kernpunt van zijn betoog is dat partijen meer gestructureerd moeten samenwerken volgens duidelijk uitgestippelde lijnen.

Versnelling door schaalvergroting
De vereniging voor de Deal Stroomversnelling werd in 2013 opgericht door vier bouwbedrijven (BAM, VolkerWessels, Dura Vermeer en het inmiddels gestopte Ballast Nedam) en zes woningcorporaties (Lefier, Portaal, Stadlander, Tiwos, Wonen Limburg en Woonwaard). Doel van de vereniging was versnelling door schaalvergroting van het renovatieproces van jaren ’60 en ’70 woningen naar een zeer hoog duurzaamheidsniveau.  Deze NOM-woningen zouden na renovatie genoeg energie moeten opwekken voor het totale verbruik bij normale bewoning; vandaar Nul op de Meter. Een ambitie, die op dat moment nog ver af lag van de bestaande praktijk. Om dit mogelijk te maken waren zowel technische innovaties nodig, als ander opdrachtgeverschap, standaardisering van de NOM-norm en nieuwe wettelijke condities, om energieprestatievergoedingen (EPV) te kunnen vragen. De afspraak om 10.000 woningen voor deze zes corporaties te renoveren, gaf de bouwbedrijven de mogelijkheid in de noodzakelijke innovaties te investeren.