Dit jaar zal de totale bouwproductie naar verwachting dalen met 3½%, verwacht het EIB. Vorig jaar stabiliseerde de woningbouwproductie al. De nieuwbouw van woningen nam met 7% af. De herstel en verbouw liet onder invloed van de hoge energieprijzen en intensivering van het verduurzamingsbeleid nog wel een forse groei zien van 6½%. Het onderhoud van woningen ging met 2½% boven de structurele groei uit. De nieuwbouw van utiliteitsgebouwen nam met 2% nog wel toe, terwijl ook de herstel en verbouw groeide met 2% met name door meer werkzaamheden rond isolatie en warmte-installaties.

In 2024 daalt de totale bouwproductie dus met 3½%. Zowel de totale woningbouw- als de utiliteitsbouwproductie krimpen met 4%. In lijn met de daling van de vergunningen in het afgelopen jaar neemt de nieuwbouwproductie van woningen en utiliteitsgebouwen beide met rond de 10% af.

Herstel en verbouw
Bij woningen stabiliseert de herstel en verbouw in 2024 na forse groei in eerdere jaren op een hoog niveau. De extra impuls door hoge energieprijzen valt weg en bij de vraag naar zonnepanelen treedt verzadiging op. In de utiliteitsbouw groeit de herstel en verbouw met 2%, waar extra subsidies zorgen voor een toenemende vraag naar isolatie van gebouwen en het plaatsen van (nagenoeg) gasloze installaties. Het onderhoud van woningen en van overige gebouwen groeien beide met 1½%.

Weer toename in 2025 bij woningen
In 2025 neemt de totale bouwproductie met 1% weer voorzichtig toe. De woningbouwproductie neemt met 2½% het sterkst toe. Het is vooral de nieuwbouw die bij een aantrekkende vergunningverlening met 5% groeit. De groei bij herstel en verbouw van woningen blijft met een groei van 1% achter bij die van de nieuwbouw. Het onderhoud van woningen groeit met een trendmatige toename van 1½%.

Afname utiliteitsbouwproductie in 2025
De totale utiliteitsbouwproductie neemt volgend jaar met 2% af. De nieuwbouwproductie daalt met 7% opnieuw sterk. Alleen de nieuwbouw van kantoren en onderwijsgebouwen neemt nog toe. Hoewel de economische situatie verbetert, krimpt de nieuwbouwproductie bij met name de marktsectoren vanwege de doorwerking van de lage vergunningverlening in voorgaande jaren. De investeringen in de verduurzaming van bestaande gebouwen nemen door de hiervoor beschikbare subsidies verder toe. Hierdoor kan de herstel en verbouw in de utiliteitsbouw met 3% groeien. De groei van het onderhoud van utiliteitsgebouwen volgt met 2½% de structurele groei.

Groei op middellange termijn
Op de middellange termijn neemt de totale bouwproductie met gemiddeld 2½% per jaar toe. De woningbouwproductie laat in de periode 2026-2028 onder invloed van een sterke onderliggende vraag een robuuste groei zien van gemiddeld 3% per jaar. De nieuwbouwproductie en de herstel en verbouw groeien beide met gemiddeld 3½% per jaar, waarbij de groei vooral aan het begin van de periode fors is en hierna sterk afvlakt.
Bij de herstel en verbouw van woningen zorgt de verplichtstelling van de (hybride) warmtepomp bij vervanging[1]momenten van een cv-ketel vanaf 2026 voor een extra impuls. Het woningonderhoud volgt op middellange termijn de structurele groei van 1½%. De totale utiliteitsbouwproductie neemt op middellange termijn met gemiddeld 2% per jaar toe. De nieuwbouwproductie van utiliteitsgebouwen blijft hier met een groei van gemiddeld 1% per jaar bij achter, waarbij de productie eerst nog krimpt.