Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 126 seconden

Inkoopbureau Midden-Nederland (IBMN), een samenwerking van 12 gemeentes in Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland, gaat actief klachten van inschrijvers uitlokken. Daartoe worden inschrijvers gewezen op de Stichting Aanbestedingsinstituut Bouw en Infra van Bouwend Nederland. Via deze Stichting kunnen inschrijvers klagen, zonder dat zij zich bij het Inkoopbureau bekend hoeven te maken.

Zowel IBMN als Aanbestedingsinstituut hoopt op die manier de kwaliteit van met name de onderhandse aanbestedingen van werken te verbeteren.

 

De Stichting Aanbestedingsinstituut Bouw en Infra (kortweg Stabi) is een onafhankelijke autoriteit binnen Bouwend Nederland, die toeziet op de kwaliteit van alle aanbestedingen van werken. Aanbestedingen die openbaar aangekondigd worden, controleert Stabi altijd. Onderhandse aanbestedingen worden over het algemeen niet openbaar aangekondigd. Sinds de invoering van nieuwe Aanbestedingswet een jaar geleden is het aantal onderhandse aanbestedingen enorm toegenomen. Deze ziet Stabi dus alleen, als hierover een klacht binnenkomt. Maar klagen bij een onderhandse procedure gebeurt nagenoeg nooit: inschrijvers vrezen van het (voorkeurs)lijstje te verdwijnen als ze zich kritisch opstellen. Immers, never bite the hand that feeds you.

 

IBMN wil juist wél graag eventuele opbouwende kritiek op de aanbestedingen horen. Door bij onderhandse aanbestedingen de inschrijvers actief te wijzen op het bestaan en het nut van Stabi, moet de drempel om te klagen een stuk lager worden. Martien Vromans, directeur van IBMN: “Wij hebben er altijd naar gestreefd om vanaf de start van een aanbestedingsprocedure actief marktpartijen erbij te betrekken en zo een betere band op te bouwen. Dat ging bij IBMN al goed, maar kan altijd beter. Door ons kwetsbaar op te stellen, kunnen we van elkaar leren.”

 

Joost Fijneman, manager Aanbestedingsinstituut: “We vinden het een belangrijke ontwikkeling dat professionele inkopers zoals IBMN, open staan voor kritiek. Daarmee stappen ze af van hun machtspositie ‘wie betaalt, bepaalt’. Zeker bij onderhandse aanbestedingen is die machtspositie heel sterk. Maar wie aanbesteedt op basis van een machtspositie hoeft, ook bij de uitvoering, niet te rekenen op ‘samenwerking’. En juist in die samenwerking zit de winst. IBMN heeft dat heel goed door. En daar werken we graag aan mee.”

 

 “Aannemers zijn minder snel dan ooit geneigd zijn om misstanden te melden, uit angst om in de toekomst niet meer te worden uitgenodigd voor een aanbesteding” vervolgt Fijneman, manager Aanbestedingsinstituut. “Als we door samen te werken met professionele opdrachtgevers deze praktijk kunnen doorbreken, is dat grote winst voor het aanbesteden van werken. We staan dan ook zeker open om een dergelijke samenwerking met andere, professionele partijen aan te gaan.”

Voor meer informatie: www.ibmn.eu en www.aanbestedingsinstituut.nl