Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 159 seconden

Er kunnen 11.000 banen bijkomen in onze branche, als we de komende 20 jaar de gebouwvoorraad van het gas afhalen. Dat blijkt uit een gisteren verschenen studie van CE Delft in opdracht van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) en TKI Urban. We kampen echter al met een schreeuwend gebrek aan arbeidskrachten en dat probleem zal de komende jaren alleen maar verergeren. Diverse onderzoeken reppen van getallen die ruim boven de 10.000 uitkomen. Hoe gaat het vakgebied dit probleem oplossen?

ISSO, de denktank van de installatiesector, laat vandaag bij monde van arbeidsmarktdeskundige Martijn van Bommel weten dat er een meersporenbeleid moet worden gevolgd. Van Bommel, onder andere betrokken bij het ‘Build Up Skills’ project, ziet verschillende wegen die naar Rome leiden. Volgens hem moet er allereerst een efficiëntieslag worden gemaakt, door meer te gaan prefabben en werken met halffabricaten. Daarnaast moet de sector aantrekkelijk worden gemaakt.

“Vertroetel toekomstige installateurs”
“Vertroetel toekomstige installateurs. Bied ze aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden, bijvoorbeeld met variabele werktijden en richt je daarbij niet alleen op mannen, maar ook op vrouwen.” Van Bommel betreurt het dat het vakmanschap nauwelijks zichtbaar wordt gemaakt. “Dan laat je namelijk zien welke gave oplossingen er zijn, wat het werk inhoudt, hoe vakmensen bijdragen aan verduurzaming en comfort.” De arbeidsmarktdeskundige verwacht op deze manieren de problemen grotendeels op te kunnen lossen. Buitenlandse arbeidskrachten werven is het probleem vooruitschuiven, meent Van Bommel. “Je moet steeds oostelijker gaan om mensen te vinden. Hoe verder je gaat des te meer vraagtekens je kunt zetten bij de kwaliteit van de opleiding. ”

“Mensen zijn op een gegeven moment op”
Verder pleit ISSO voor meer aandacht voor (voortdurende) bijscholing om zo het werk aantrekkelijk en interessant te houden. Wat volgens Van Bommel in ieder geval geen soelaas biedt is mensen langer te laten doorwerken, zoals bijvoorbeeld Adrie van Duijne, ex-voorzitter van de stichting KIEN, oppert in een gastbijdrage in het septembernummer van het praktijkvakblad InstallateursZaken (IZ). Van Bommel: “Mensen zijn op een gegeven moment op. Als je ze dan wil gaan inzetten in lichtere functies, zoals Van Duijne voorstelt, ga je hun jongere collega’s in de wielen rijden. Ze zullen vooral controlerende werkzaamheden gaan uitvoeren. Dat werkt verstorend op de bouwplaats. Je kan beter de kwaliteit van je systemen waarborgen tijdens het productieproces.”

Een ophanghaak voor het infuus
Het betoog van Van Duijne in InstallateursZaken heeft inmiddels al heftige reacties opgeleverd van lezers. Zo stuurde Philip van Rijkhuizen junior, eigenaar van Onderhouds en Installatiebedrijf Van Rijkhuizen, ons een mail waarin hij schrijft: “Ik kan me voorstellen dat het voor witte boorden types als de heer Van Duijne niet zo’n probleem is om door te werken tot Magere Hein op z’n dienstfiets voor je deur staat. Maar voor mensen die hun geld verdienen met ambachtelijke handenarbeid komt er toch een tijd dat het lichaam geen gehoor meer geeft, ook al is de geest nog jong en gewillig. Misschien dat de heer Van Duijne ook wat tijd kan verspillen aan het ontwikkelen van een rollator met gereedschapsrek, opbergvakjes voor klein materiaal en een accupack voor klein elektrisch gereedschap. En voor de echt doorgewinterde vaklui van boven de 80 misschien een bakje voor het kunstgebit en een ophanghaak voor het infuus?”