Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 155 seconden

Installateurs en industrie hebben op 29 januari tijdens een bijeenkomst in Bunnik unaniem een projectplan geaccordeerd dat een belangrijke doorbraak betekent voor BIM in de installatiesector. Het plan voorziet in een uitbreiding van de ETIM classificatiestandaard voor technische producten met aanvullende parameters die nodig zijn voor reken- en tekentoepassingen. Daarmee wordt het mogelijk om op een uniforme manier 3D productinformatie tussen partijen en tussen verschillende softwareplatforms uit te wisselen. En daarmee wordt voldaan aan een belangrijke voorwaarde voor integraal werken, dat een absoluut speerpunt is voor de installatiesector en de bouw.

 

Niet alleen wordt het Europees Technisch Informatie Model (ETIM) geschikt gemaakt voor het opnemen van de gevraagde parameters, ook worden per productklasse door experts in werkgroepen de relevante parameters en generieke objectmodellen vastgesteld. Als project een stevige klus voor alle betrokkenen, maar daarna ook een structurele beheertaak voor de ETIM-organisatie. Installateurs, fabrikanten en leveranciers hebben afgesproken om de ETIM-organisatie hiervoor te gaan versterken.

Waar het project een uniforme structuur oplevert voor uitwisseling van de objectinformatie, willen de marktpartijen graag nog een stap verder gaan. Vooral de fabrikanten hebben behoefte aan een centrale 3D productenbibliotheek. Daarin kunnen zij hun, volgens de standaard gemodelleerde productmodellen, centraal beschikbaar maken voor alle hierop gebaseerde toepassingen. Hoewel dit duidelijk buiten de scope van het project valt, is de wens uitgesproken om hiernaar parallel een haalbaarheidsstudie uit te laten voeren.

 

Waar fabrikanten nu nog veel (onnodige) kosten maken om de specificaties van hun producten te laten opnemen in de afzonderlijke bibliotheken van de verschillende softwareleveranciers, kunnen ze straks volstaan met het aanleveren van al hun productinformatie in één en hetzelfde formaat. Dit wordt nu al gedaan voor handelsgegevens en ‘catalogusinformatie’, straks dus ook voor 3D productinformatie. Softwareprogramma’s, die nu veelal niet met elkaar kunnen communiceren, kunnen dat straks wel. Dan spreekt de hele keten dezelfde taal en dat is noodzakelijk om als partners in een BIM-project samen te werken. Dit levert alle betrokken partijen voordeel op: faalkostenreductie, bevordering van ketenintegratie en effectief asset-management.

 

Jan Al, voorzitter van de stuurgroep BIM van Uneto-VNI, en initiatiefnemer van de bijeenkomst, is verheugd over de uitkomst van de besprekingen. “We kunnen als installatiebranche niet om BIM heen, binnen niet al te lange termijn is het dé standaard in de utiliteitsbouw en bij grote infraprojecten. Partijen als de Rijksgebouwendienst en Rijkswaterstaat schrijven BIM al voor. De aansluiting van de industrie bij het initiatief van Uneto-VNI is dan ook van levensbelang voor de sector.”

 

Han Blokland, voorzitter van het cluster Gebouwde Omgeving van FME-CWM: “Met dit gezamenlijke initiatief van installateurs, toeleveranciers en fabrikanten kunnen we een krachtige standaard ontwikkelen, die in het verlengde van het internationale succes van ETIM de potentie heeft tot een Europese standaard uit te groeien. Daar hebben veel internationaal opererende fabrikanten straks voordeel van.”

 

Vanaf 1 februari gaat een projectgroep aan de slag om de plannen uit te voeren. Om het brede draagvlak van de afspraken te onderstrepen en de effectiviteit te vergroten, wordt de stuurgroep van het project nu uitgebreid met vertegenwoordigers van fabrikanten, toeleveranciers en FME-CWM.

Voor meer informatie: www.uneto-vni.nl