Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 204 seconden

Moeten we collectieve cv-systemen (CLV) vervangen door duurzame alternatieven of ze in bedrijf houden? Het antwoord lijkt simpel, maar de praktijk blijkt een stuk weerbarstiger te zijn. Jan Mondria, directeur Breman Schoorsteentechniek: “Vooralsnog is voor veel opdrachtgevers het hergebruik van een CLV-systeem of vervanging door een nieuw exemplaar de meest economische oplossing.”

Een tiental jaren geleden was hergebruik van standaard CLV-systemen heel goed mogelijk. In de praktijk hebben we dat ook vele malen kunnen doen. Leidend voor de beslissing was altijd de kwaliteit van de toegepaste materialen van de systemen en de algemene staat van onderhoud. Met een aantal aanpassingen aan onder andere de onderzijde konden CLV-systemen hergebruikt worden. De toen toegepaste cv-toestellen waren nog niet diep modulerend.

Storingen
Ondanks de aanpassingen van de CLV-systemen werden we in de praktijk geconfronteerd met terugstroming die plaatsvond van rookgasafvoer naar luchttoevoer. Het was niet direct duidelijk waar de oorzaak lag, alles leek te kloppen. Uiteindelijk kon alleen terugstroming van rookgassen naar luchttoevoer de oorzaak zijn van de (te vaak voorkomende) storingen.

Koude kolom
De diep modulerende cv-toestellen transporteren hun (koude) rookgassen niet altijd direct naar het dak, vooral in de nachtsituatie. Hierdoor ontstaat er een soort koude rookgasafvoer ‘kolom’ in het afvoerkanaal. De rookgassen kunnen vervolgens door hele kleine spleten naar het luchttoevoerkanaal doorsijpelen. Als dat het geval is zijn er verschillende oorzaken mogelijk.

Verbindingstechnieken
Zo kunnen afdichtingsrubbers bijvoorbeeld niet meer ‘dicht’ zijn door veroudering. Verbindingstechnieken die in eerste aanleg geen zorgen gaven, kunnen nu ineens (door diepe modulatie en koude rookgassen) wel problemen opleveren. Het gevolg is een storing aan het cv-toestel bij het opstarten, meestal in de ochtendsituatie en dan voornamelijk in voor- en najaar.

Terughoudendheid
Al met al heeft dit ons ertoe gebracht om veel terughoudender te zijn als het gaat om hergebruik van CLV-systemen. Spleetvorming was in het verleden nooit een probleem, omdat de oude toestellen werkten op basis van onderdruk in het rookgasafvoersysteem. Momenteel kan dit echter wel tot problemen leiden als er spleetvorming optreedt in de onderste delen van CLV-systemen, waar het ‘doorsijpelen’ zich het eerst voordoet.

Advies
Aan installateurs zou ik het volgende willen adviseren. Bedenk allereerst dat het de CLV-systemen in verreweg de meeste gevallen concentrisch zijn. Als er sprake is van problemen ‘zal het toestel hoesten, maar de mensen niet’. Mocht een opdrachtgever je polsen over een eventuele vervanging of aanpassing van zijn CLV-systeem vanwege lekken onderin, houd dan het volgende stappenplan aan. Zoek eerst uit hoe oud het systeem is. Als het bij wijze van spreken om een 30 jaar oud CLV-systeem gaat, kan je niet om revisie of vervanging heen. Bij revisie moet je dan denken aan een nieuwe voering in de oude buis. Blijkt het om een jonger toestel te gaan van bijvoorbeeld 15 jaar oud, test dan eerst hoe lek het CLV-systeem is. Dit kan alleen maar in de praktijk plaatsvinden. Sijpelen de rookgassen te veel door, dan zal je een nieuwe voering moeten aanbrengen. Vaak kiest een opdrachtgever dan direct voor een afdoende maatregel zonder onzekerheid en wordt een (volledig CE gemarkeerde) voering aangebracht.

Hergebruik
Na revisie kan een doorsnee CLV-systeem wel weer 10 tot 17 jaar mee. Mogelijk is een tussentijdse inspectie nodig; maak hierover duidelijke afspraken met de opdrachtgever.

Alternatieven
Als Breman pleiten wij voor zoveel mogelijk hergebruik van materialen en toestellen. Hoewel wij volop voorstander zijn van verduurzaming, blijkt het in de praktijk niet altijd een haalbare kaart te zijn voor opdrachtgevers. Overstappen op een hybride oplossing van CLV plus warmtepomp en/of zonne-energie vereist al snel een investering van tienduizenden euro’s in een appartementencomplex. Zeker als je daarbij in het achterhoofd houdt dat in veel gevallen ook nog extra isolatie moet worden aangebracht om het gewenste comfortniveau te garanderen. Het wachten is dan ook vooralsnog op de komst van meer nieuwe, innovatieve duurzame technieken die eenvoudiger zijn toe te passen en goedkoper uit de bus komen. Wellicht zal dat het geval zijn met de brandstofcel of andere verrassende ontwikkelingen die we nu nog niet kennen. Tot die tijd zal hergebruik of vervanging van een CLV-systeem voor veel opdrachtgevers de meest economische oplossing zijn.

Jan Mondria, directeur Breman Schoorsteentechniek