Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 85 seconden

Uit recent onderzoek blijkt dat bioketels veel schoner zijn dan veel mensen denken. Zo heeft één moderne ketelinstallatie die duizenden woningen verwarmt, dezelfde impact op de fijnstofconcentratie in de directe omgeving als één conventionele houtkachel die af en toe wordt gestookt. Er zijn grote verschillen tussen kachels, ketels en open haarden die op hout worden gestookt. Zowel het energetisch rendement, de uitstoot, als de gezondheidseffecten lopen ver uit elkaar. Dit blijkt uit het Kennisdocument ‘Houtstook in Nederland’.

De grote verschillen komen voort uit o.a. de leeftijd en installatie van het toestel, hoe deze wordt gestookt en de kwaliteit van de brandstof. Open haarden, oudere kachels en oudere ketels stoten per eenheid warmte aanzienlijk meer uit dan nieuwere kachels en ketels. De uitstoot door houtrook neemt dan ook af in de loop van de jaren, ondanks de toename van het aantal ketels en kachels. Ook de samenstelling en eigenschapen van fijnstof varieert per toepassing. Terwijl het fijnstof uit een oudere houtkachel vooral bestaat uit roet en teren die een sterke reactie op celweefsel uitlokken, bestaat het fijnstof uit een goed brandende pelletkachel of een volautomatische ketel vooral uit zouten, waarop celweefsel veel minder sterk reageert. Een schonere verbranding resulteert dus in minder stof, wat per gram bovendien minder organische stof bevat en daarmee minder schadelijk is. Het verschil in rendement tussen een open haard en een moderne bioketel is veelzeggend; hetzelfde houtblok levert in een bioketel honderden keren minder fijnstof op.

Het Kennisdocument ‘Houtstook in Nederland’ is gemaakt door de onderzoeksbureaus Procede Biomass en Buro Blauw, in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De studie werd begeleid door een commissie met daarin vertegenwoordigers van milieuorganisaties, GGD’s en Astmafonds, de industrie, en overheid