Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 80 seconden

HermanDeGroot heeft een afstudeeronderzoek van de Haagse Hogeschool te Delft afgerond, waarin is onderzocht hoe een bestaand Nederlands dierenpark kan worden verduurzaamd. Een dierenpark kent over het algemeen veel (verouderde) gebouwen, waardoor een hoog verbruik aanwezig is om de klimaatcondities van de verschillende (dier-)verblijven te reguleren. In Nederland is de gebouwde omgeving voor 40% verantwoordelijk voor de gehele CO2 uitstoot. Daarbij is een hoge dichtheid per m2 aan dierentuinen en dierenparken aanwezig. Het verduurzamen van een dierentuin is dus een belangrijke factor om het energieverbruik en de CO2 uitstoot in ons land verder omlaag te brengen.

Het onderzoek heeft zich gericht op de energievoorziening en duurzame bronnen. Maar ook elementen zoals dierenwelzijn, gezondheid, hergebruik/circulariteit en educatie zijn belangrijke factoren in dit onderzoek.

In eerste instantie lijkt het realiseren van een individuele oplossing voor ieder verblijf in het dierenpark een logische oplossing, ook al omdat ieder verblijf een uniek gebruiksprofiel en energievraag heeft. Duurzame energiebronnen zouden dus pér individueel verblijf moeten worden gerealiseerd. Maar er zijn onvoldoende ruimte en bronnen beschikbaar om een dergelijke grote hoeveelheid aan energie lokaal op te wekken en te distribueren. Hiermee ontbreekt ook uitwisseling van verschillende energiestromen van energie.

Een centrale oplossing is dus noodzakelijk, waarbij een dierenpark als één complex wordt gezien en er ruimte is voor samenwerking en uitwisseling tussen verschillende elementen. Door (rest-)stromen van energie lokaal op te wekken, uit te wisselen en op te slaan, is het mogelijk om een energie neutrale dierentuin te realiseren.

Kortom, zo concludeert het onderzoek, een dierentuin moet worden gezien als gebiedsontwikkeling, waarbij noodzakelijke ‘synergie’ als belangrijkste voorwaarden geldt.