REHVA heeft een nieuwe versie van het COVID-19 installatie-advies document gepubliceerd. Bepaalden zaken zijn uitgebreid toegelicht (bijvoorbeeld daar waar het over het bevochtigingsadvies gaat), soms zijn de instructies iets aangepast (geldt onder andere voor het gebruik van warmtewielen). Ook is uitgebreider uitgelegd hoe REHVA de laatste onderzoeken in relatie met virusoverdracht via de lucht interpreteert.

Toen de coronacrisis enkele weken geleden in alle hevigheid uitbrak, kwam al snel de vraag naar boven hoe we als branche mogelijke risico’s op verspreiding van het virus via ventilatiesystemen konden ondervangen. De REHVA publiceerde daarom media maart een document met adviezen voor de omgang met bestaande ventilatiesystemen in gebouwen die tijdens de pandemie openblijven. Te denken valt dan onder andere aan meldkamers, winkels of kantines voor OV-personeel. Naar aanleiding van dit document heeft de Europese overkoepelende vakvereniging veel vragen binnengekregen van installateurs, adviseurs en fabrikanten. Op basis van de feedback is nu een nieuwe versie verschenen van het document. REHVA vice-voorzitter Atze Boerstra legt uit wat de verschillen zijn met de eerste versie.

Samenvatting aanpassingen
De belangrijkste aanpassingen en verduidelijkingen betreffen de volgende onderwerpen: algemeen besmettingsroute via de lucht, verse luchttoevoer op kamerniveau, bevochtiging en het gebruik van warmtewielen.

Warmtewiel
“Er bleek veel discussie te zijn over het wel of niet uitzetten (bypassen) van warmtewielen. We hebben de tekst daarom veranderd. We maken nu onderscheid tussen goed en minder goed functionerende warmtewielen. Als het om een recent aangelegd systeem gaat, waarbij alle installatievoorschriften keurig zijn opgevolgd, er sprake is van een goed werkende spoelsectie, de drukhiërarchie rond het warmtewiel klopt en de fabrikant instaat voor de kwaliteit van het product, dan gaan we ervan uit dat een warmtewiel gewoon aan kan blijven staan. In dat geval hoef je niet bang te zijn voor luchtlekken (en eventueel ook virus overdracht) van retour-naar toevoerzijde. Echter, betreft het een ouder systeem en zijn er aanwijzingen dat de drukhiërarchie over het warmtewiel niet correct is, er niet is voorzien in een goed werkende spoelsectie etcetera etcetera, dan is het aannemelijk dat er wel sprake is van lek van de retour- naar de toevoerzijde. In dat geval luidt het advies nog steeds: zet het warmtewiel uit (of laat een en ander periodiek doorschakelen, langdurige stilstand kan het warmtewiel beschadigen) en gebruik een bypass-voorziening indien aanwezig.”

Besmettingsroutes
Zoals Boerstra al aangaf tijdens het vorige interview met Installatienet “weten we dat de hoofdmoot van de besmettingen met het coronavirus via direct contact of via de ‘korte luchtroute’ plaats vindt. Bij direct contact moet je dan bijvoorbeeld denken aan hand-op-hand contact of het aanraken van oppervlaktes, die kort tevoren zijn aangeraakt door een besmet persoon. Bij luchtoverdracht zit het grootste risico in het verspreiden van druppeltjes (grootte: circa 10 micrometer) waar virussen in zitten, na niezen en hoesten. Die druppeltjes verdwijnen binnen een paar milliseconden na uitademing en/of slaan snel neer, vandaar dat standaard gesteld wordt dat een afstand tot een besmet persoon van 1 tot 2 meter als de gevarenzone geldt.”

Meer duidelijkheid
In het vorige gesprek vervolgde Boerstra met: “Los van de standaard besmettingsroutes: er zijn aanwijzingen in de literatuur dat er in sommige situaties ook sprake kan zijn van een ‘tweede luchtroute’ waarbij Corona virussen in aerosolvorm (als ultrakleine deeltjes of druppeltjes) langere tijd in de lucht aanwezig blijven en (binnen) grotere afstanden af kunnen leggen, waarna ze (bij de juiste dosis) tot besmettingen kunnen leiden. Vandaar het advies van REHVA om (ALARA-aanpak, voorzorgsprincipe) tijdens de huidige pandemie een aantal ventilatiemaatregelen te nemen die vaak relatief eenvoudig zijn.” De voorzichtigheid waarmee hij destijds sprak over ‘aanwijzingen’ is nu weg.

Grotere afstanden
“Ik ben de afgelopen weken de literatuur verder ingedoken en heb een aantal topwetenschappers gesproken uit onder andere Azië en de VS. In bepaalde gevallen, zo durf ik inmiddels wel te stellen, is het niet uit te sluiten dat de aerosol route een rol speelt. Dat bleek onder andere uit een case in Skagit Valley, in de VS, waar een koor onderling voldoende afstand hield, handen goed gedesinfecteerd werden, er geen handen werden geschud etcetera, maar na afloop van de koorrepetitie (waarschijnlijk in een niet optimaal geventileerde ruimte, details daarover zijn onbekend) naar later bleek 3/4e van de mensen toch besmet was geraakt. Dat kan mijns inziens maar één ding betekenen: dat in bijzondere situaties de aerosol route een belangrijke rol kan spelen. Ik denk dan aan veel mensen bij elkaar in een slecht geventileerde ruimte, waarbij de beroemde 1,5 meter regel die buiten prima opgaat, in dit soort situaties een schijnveiligheid zou kunnen opleveren.”

Advies
Met een mogelijke transmissie van het virus over langere afstanden, is het volgens Boerstra dus verstandig (specifiek in gebouwen die vol in gebruik blijven tijdens de pandemie) om het risico op verspreiding van het virus via ventilatiesystemen te beperken. Met name de verse luchttoevoer en het voorkomen van hoge bezettingsgraden zijn daarbij belangrijk.

Voortdurend ventileren
Boerstra benadrukt nu nog meer dan tijdens het vorige interview het belang van voldoende ventileren op kamerniveau. “Idealiter moet je dan denken aan 60 kuub verse lucht per persoon (= klasse A niveau van het PvE Gezonde Kantoren) als ondergrens; bij voorkeur op een zo efficiënt mogelijke manier toegevoerd. Dus niet zodanig dat de uitgeademde lucht van de ene persoon bijvoorbeeld langs de ademzone van een andere persoon in de ruimte wordt gevoerd alvorens deze lucht afgezogen wordt.”

Bevochtiging
Wat betreft de bevochtiging van ruimtes, ook hierover kreeg REHVA veel vragen binnen na publicatie van de eerste versie van het document. “Om alle onduidelijkheid voor eens en altijd uit de weg te helpen: we adviseren niet om de bevochtiging in gebouwen uit te zetten. We zeggen alleen (gebaseerd op een tiental artikelen die over dit onderwerp verschenen zijn) dat extra bevochtigingsapparatuur installeren of optoeren naar een hogere RV naar onze mening geen bescherming biedt. Pas bij een RV van 70-80% wordt de levensvatbaarheid van het virus substantieel aangetast. Maar zo’n hoge RV wil je niet hebben in gebouwen, vanwege de kans op schimmels en discomfort. Overigens is het inmiddels echt lenteweer aan het worden, dus ook zonder bevochtiging zit je nu binnen in de meeste gebouwen al automatisch op 40-50%. Voor de huidige corona crisis is de hele bevochtigingsdiscussie in mijn ogen sowieso niet zo relevant.”

Veilig werken
In versie 1 van het document ging het vooral over de veiligheid en gezondheid van de gebouwgebruiker. In het nieuwe document wordt meer aandacht besteed aan de veiligheid van installateurs en ander technisch personeel. “Onveilige situaties moeten we juist nu voorkomen. Vandaar dat in versie 2 van het document ingegaan wordt op voorzorgsmaatregelen als je onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan gebouwinstallaties. Bijvoorbeeld daar waar het filtervervanging betreft, is nu het advies: draag handschoenen, zorg voor adembescherming en voer oude filters direct af in een afsluitbare zak.”

Het nieuwe REHVA COVID-19 guidance document is hier te downloaden: https://www.rehva.eu/activities/covid-19-guidance

 

 

 

 

 

 

 

Op onze nieuwsbrief abonneren