Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 89 seconden

Het bedrijf H2O Technics heeft de Tapwater challenge gewonnen met een nieuwe methode om legionella in drinkwaterleidingen te bestrijden. Met behulp van ultrasone geluidsgolven die een sterkte van honderdtien decibel bereiken worden de leidingen schoongemaakt. De internationale wedstrijd had als centrale vraag: is het technisch mogelijk om water in woningen op te warmen tot gebruikstemperatuur, zonder dat er risico’s voor de gezondheid optreden? Boilers staan nu nog afgesteld op minimaal zestig graden Celsius om legionella te voorkomen en dat is niet duurzaam.

Van de zestig inzenders mochten elf eind vorige week hun idee laten zien tijdens een bijeenkomst in Rotterdam. De jury bleek het meest gecharmeerd van de techniek waarmee het familiebedrijf H2O Technics uit Wieringerwerf kwam: het elimineren van legionellabacteriën met de milieuvriendelijke nanocavitatie-techniek. De jury sprak van een innovatie waarvoor nog veel toepassingsmogelijkheden te ontdekken zijn. “We waren best verrast door de winst”, zegt medeoprichter Jan-Willem Boersen van H2O Technics. “Al viel het wel op dat veel andere oplossingen alleen voor de douche waren bedoeld.”

In de H2O Zerinn zitten transducers die continu zorgen voor nanocavitatie: ultrasone geluidsgolven die trillingen in het water veroorzaken. Eerst worden belletjes in het water opgewekt door de druk te verhogen, daarna imploderen ze door de druk te verlagen. Daardoor ontstaan microscopisch kleine waterjets die de cellen van onder meer algen, bacteriën en parasieten elimineren.

De techniek wordt onder meer gebruikt voor onder andere koivijvers. De stap naar legionellabestrijding in drinkwaterleidingen is van recentere datum. Boersen: “Legionella nestelt zich in leidingen wanneer het water stilstaat. Door het H2O Zerinn-apparaat aan het begin te monteren kunnen leidingen volledig legionellavrij worden gemaakt, tot aan de kraan toe.” De ambitie van het bedrijf is dat elke woning een nanocavitatie-apparaat bij de meterkast krijgt.

Bron: H2owaternetwerk