Personeelstekort: “Alleen extra handjes is niet de oplossing”

Gepubliceerd op

De installatiebranche heeft behoefte aan duizenden nieuwe mensen, maar waar vind je ze? Volgens Adrie van Duijne, medeoprichter van de Barbapapafabriek moeten we ook op zoek naar andere manieren om het capaciteitstekort in de sector aan te pakken. Wat kan een installateur in de praktijk met zijn tips?

Menigeen zal hem nog kennen als voorzitter van stichting KIEN. Adrie van Duijne heeft een lange staat van dienst in de installatiebranche. Na zijn pensionering is hij niet achter de geraniums gaan zitten, maar heeft hij een nieuwe uitdaging opgepakt. Het resultaat begint langzaam maar zeker vorm te krijgen: de Barbapapafabriek. Een nieuwe benadering om het schreeuwend gebrek aan vakkrachten op te helpen lossen.

Vijver
Zijn extra handjes wel de oplossing voor het arbeidsvraagstuk in de sector, vroeg Van Duijne zich af. En, moet je daarvoor wel altijd in dezelfde vijver vissen? In een boeiend artikel dat in de maart-editie van IZ zal verschijnen, doet hij nog meer methoden van de hand om het capaciteitsprobleem in de branche aan te pakken.

Loon en droom
Allereerst is het natuurlijk belangrijk dat je onafhankelijk van de doelgroep die je op het oog hebt een fatsoenlijk loon en aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden biedt als werkgever. “Maar”, zegt Van Duijne, “daar komt nog iets bij, als je jongeren wilt bereiken. De jeugd van nu kijkt naar ‘de droom’ van de onderneming en of ze zich daarmee kan vereenzelvigen. Heeft u een droom? En zo ja; staat die op de website?”

Revitaliseren
Van Duijne adviseert bovendien om ook eens naar andere groepen te kijken. Recruiters maken die slag al. “Zo worden 50+’ers gerevitaliseerd om nog een groot aantal jaren actief dienst te blijven doen in de sector. Daarnaast maakt de sector schoorvoetend gebruik van de mogelijkheden van statushouders en probeert men vrouwen te interesseren voor ons mooie vak. En groepen medewerkers die door maatschappelijke veranderingen overbodig zijn geworden, kunnen een omscholing krijgen. Denk bijvoorbeeld aan gevangenbewaarders. Maar dit is niet voldoende.”

Efficiencyslag
Er valt ook nog een fikse efficiëntie slag te maken in menig bedrijf, zegt Van Duijne. “Kijken we bijvoorbeeld naar de werkzaamheden van een opgeleide monteur, dan blijkt uit onderzoek dat hij nog maar 15% van de beschikbare tijd bezig is met werk waarvoor hij is opgeleid. De andere tijd spendeert hij noodgedwongen aan ‘niet technisch installatie werk’. Door heel nauwkeurig dit soort processen te analyseren en vervolgens de leerpunten in kaart te brengen kunnen we al iets doen aan het probleem van capaciteitstekort.”

Prefab
Van Duijne: “Een andere benadering is bijvoorbeeld de inzet van prefab. Door de diverse installatieconcepten goed in te passen in je installatieproces kun je veel besparen op de montagetijd.” De voormalige voorzitter van KIEN reikt een aantal methoden aan om het capaciteitsprobleem aan te pakken en ontwikkelt daarnaast nog in de Barbapapafabriek een nieuwe benadering, maar meer daarover in de maart-editie van IZ.

Groeiende installateur
Wat heeft de installateur aan de tips van Van Duijne? Installatienet sprak met Wilfred de Regt, een ervaren installateur, die zich de laatste jaren heeft gespecialiseerd in het reinigen en inregelen van vloerverwarmingssystemen. Zijn bedrijf Rekon Installatie Techniek heeft een stormachtige groei doorgemaakt. “Binnen vijf jaar is mijn business verviervoudigd. We zijn nu met 4 man, maar ik zou zo werk hebben voor 2 extra krachten.”

Sollicitanten
Sinds een half jaar is hij op zoek naar die ervaren en leerling monteur. Een hels karwei blijkt wel uit de woorden van De Regt. “Ik heb welbeschouwd nog maar twee sollicitanten over de vloer gehad, maar die voldeden niet aan mijn eisen. Op dit moment lopen er 2 BBL-leerlingen rond, binnenkort worden er dat 3. Die weten niets, ze zijn nog onder de 18. Je moet ze helemaal opleiden en je hoopt dan maar dat de juiste leerling na afloop van zijn traject wil blijven.”

Belang motivatie
Loon en secundair arbeidsvoorwaarden geven niet de doorslag, zegt De Regt, evenals Van Duijne. “Ik betaal volgens mij fatsoenlijk en ze kunnen ieder jaar nog een bonus verdienen. Maar daarmee ga je het niet redden. Ik heb gemerkt dat de juiste motivatie de doorslag geeft. Ze moeten het werk leuk vinden en zinvol. Daar let ik ook erg op tijdens de sollicitatie.” Ook wat dat betreft zit hij op één lijn met Van Duijne.

Taalproblemen en krachtoefeningen
Waar hij zich maar gedeeltelijk in kan vinden, is het aanboren van andere bronnen om aan personeel te vinden. “Met buitenlanders zit je al snel met een taalprobleem, bij 50-plussers is het maar de vraag hoe lang ze nog inzetbaar zijn en of zich dat wel verhoudt tot de tijd en moeite die je erin steekt om ze op te leiden. Wat vrouwen betreft: ik zou de komst van meer dames in onze sector toejuichen, maar ja, laat ze eens een pijpje 28 buigen, dat is niet voor iedere vrouw weggelegd.” Ook over het belang van prefabben verschilt hij van mening met Van Duijne. “Dat is nauwelijks te doen in mijn branche. We leveren allemaal maatwerk in voornamelijk bestaande situaties. Hoe moet je dan meer gaan prefabben?”

Digitaliseren
Die efficiencyslag daarentegen kan hij zich wel in vinden. “Er valt inderdaad veel te winnen door efficiënter te werken. Wij laten bijvoorbeeld klanten foto’s opsturen van de verdeler etc. en maken aan de hand daarvan een werkinschatting. Dat scheelt al behoorlijk wat tijd als je geen huisbezoeken meer hoeft af te leggen. Maar ja, verder valt er niets meer te winnen. Uiteindelijk moeten de monteurs het echte werk doen, het blijft handarbeid.”

Roeien met de riemen…
Hoe hij de toekomst ziet? “Ik ben het met Van Duijne eens dat je mensen aan je moet zien te binden. Ik doe dat door ze vrijheid en kansen te geven, dat vinden ze prettig. Als ik over de hele linie kijk, vrees ik dat het capaciteitsprobleem niet oplosbaar is. Ik denk dat we altijd met een gebrek aan mensen zullen zitten. Ik kan me ook niet anders herinneren trouwens. Uiteindelijk blijft het zwaar werk en vereist het een bepaalde motivatie en mentaliteit om in deze branche te stappen. Kortom, je moet dus maar zien te roeien met de riemen die je hebt.”