Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 238 seconden

nul op de meterEind 2013 is één van de eerste grootschalige Nul op de Meter renovatieprojecten in Nederland gestart in Heerhugowaard. BAM en woningbouwcorporatie Woonwaard zijn 55 na-oorlogse rijwoningen gaan renoveren. Zijn de bewoners tevreden? Wat kan beter? Er wordt al geruime tijd gemeten aan installaties. Wat leveren de zonnepanelen op? Hoeveel elektriciteit gebruikt de duurzame verwarmingsinstallatie (warmtepomp)? En … , worden de verwachtingen en gegarandeerde prestaties waargemaakt? Energiesprong heeft nu in samenwerking met TNO, Rigo, van Beek en BAM hierover een publicatie samengesteld. Lees verder voor enkele conclusies en de belangrijkste tips en geleerde lessen.

De NOM-renovatie heeft de bewoners veel positiefs gebracht: een huis dat er weer goed bijstaat en dat veel comfort biedt, zonder dat dit netto meer kost in de maand. Dat positieve eindresultaat laat onverlet dat het proces ernaar toe voor velen belastend is geweest. De complexiteit en intensiteit van het proces is in dit project nog onderschat. Als dat beter was ingeschat én gecommuniceerd met de bewoners, dan was het aandeel tevreden bewoners ongetwijfeld nog groter geweest.

Uit de analyse van energiegebruik met behulp van de meetresultaten volgt dat het realiseren van NOM-woningen op grote schaal mogelijk is en wordt in dit project ook bewezen. Namelijk na correctie voor eventueel meergebruik ten opzichte van de contractbundel voor huishoudelijk gebruik en uitgaande van het klimaat in 2015, zijn alle gemeten woningen Nul op de Meter. Wanneer uitgegaan wordt van een gemiddeld klimaatjaar (NEN 5060) geldt dit voor 91% van de geanalyseerde woningen (42 van 46). Een oorzaak waarom de andere vier woningen een hoger energiegebruik hebben kan vooralsnog niet worden gegeven omdat in dit stadium de gegevens van temperatuurinstelling en de hoeveelheid warm tapwater nog niet beschikbaar waren.

De volgende lessen kunnen worden getrokken met betrekking tot het proces en de communicatie:

-Maak een realistische inschatting van de complexiteit en intensiteit van de renovatie en de tijdsduur en belasting die dit voor de bewoners met zich meebrengt. Communiceer daar duidelijk over. Maak het niet mooier dan het is. Dat valt later dubbel zo hard tegen. Kort gezegd: Under promise & over deliver!

-Houd rekening met de bijzonderheden van de doelgroep. In het bijzonder als het aandeel ouderen groot is, vraagt dat om aandacht. Ouderen zijn veel thuis, zijn vaak kwetsbaarder en wat voor anderen een klein ongerief is, kan voor hen een groot probleem zijn.

-Bied de mogelijkheid om de renovatie in niet-bewoonde staat uit te voeren, bijvoorbeeld met een wisselhuis.

-Ontzorg rond de financiën, in het bijzonder als de doelgroep bestaat uit lage inkomens. Houd berekeningen en communicatie over ‘nul op de meter’ of ‘niet meer dan nu’ en wat dat betekent voor de bewoners eenvoudig en duidelijk.

-Voorkom dat bewoners dubbele voorschotten moeten betalen. Zelfs twee keer ‘vastrecht’ kan voor de lage inkomensgroep al problematisch zijn, ook al krijgt men dat na een jaar weer terug.

-Houd er rekening mee dat bewoners voor, tijdens én na renovatie met vragen en behoefte aan (na)zorg zitten. Benader de renovatie niet alleen als een technische ingreep maar ook als een sociaal project en reserveer daar tijd en capaciteit voor. Het inzetten van een klein ‘dedicated’ team met multidisciplinaire medewerkers past daar goed in.

Uit de analyse van de meetresultaten kunnen de volgende lessen getrokken worden:

-Een goede kwaliteit en volledigheid van de meetgegevens is essentieel om te kunnen vaststellen of het energiegebruik van een woning voldoet aan de contractafspraken en of gebruiksgedrag hierin een rol speelt. Behalve inzicht in huishoudelijk elektriciteitsgebruik zijn thermostaat instellingen en de afgenomen hoeveelheid warmtapwater aspecten die meer inzicht geven in dit gebruiksgedrag. Ruimteverwarming geeft een grotere absolute spreiding dan warmtapwater en dat maakt de thermostaatinstelling extra interessant. Hiermee kan namelijk inzicht worden verkregen in wat de gebruiksinvloed op de hoeveelheid afgenomen ruimteverwarming is. Bij hoge uitschieters voor ruimteverwarming wordt sneller duidelijk of aanpassing van de installatie of terugkoppeling naar de gebruiker nodig is.

-De grootste spreiding in het totale energiegebruik van deze NOM-woningen wordt bepaald door de spreiding in het huishoudelijk elektragebruik. Dit is logisch omdat hier in tegenstelling tot verwarming en warmtapwater geen besparingsmaatregelen voor zijn genomen en omdat ook voor aanvang van de renovatie deze huishoudens een grote spreiding hadden op deze post.

-Bij andere projecten gaven besparingsmogelijkheden zoals vouchers voor energiezuinige apparatuur, LED verlichting, en standby killers een besparing van circa 30 procent. Hierdoor zijn er minder zonnepanelen nodig en wordt het concept minder gevoelig voor eventuele toekomstige aanpassingen in de salderingsregeling voor de levering en teruglevering van elektriciteit. Dit kan een interessante optie zijn.

-Woningen met het hoogste huishoudelijk elektragebruik moeten over het algemeen netto bijbetalen. Het bedrag dat daadwerkelijk moet worden bijbetaald kan wel lager zijn dan de overschrijding van de contractwaarde voor huishoudelijk gebruik, als bij andere energieposten zoals warm tapwater het gebruik lager is dan de contractwaarde.

(Bron: https://www.linkedin.com/pulse/nul-op-de-meter-onder-loep-niels-sijpheer)

[related_post themes=”text”]