Vanaf 1 januari 2020 treedt de nieuwe bepalingsmethode energieprestatie NTA 8800 in werking. Deze bepalingsmethode is bedoeld om te kunnen berekenen of nieuwe gebouwen vanaf die datum voldoen aan de BENG-eisen. Na twintig jaar wordt afscheid genomen van de energieprestatiecoëfficiënt (EPC). Er wordt overgegaan naar onder meer de energiebehoefte van een gebouw in kWh/m2 gebruiksoppervlakte per jaar. De NTA 8800 zoals die nu bekend is, kan op detailniveau nog wijzigen. Ook wordt er nog gewerkt aan de benodigde rekensoftware en opleidingen en examens van adviseurs. Een beknopt overzicht.

In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt NEN aan de vernieuwing van het stelsel ‘Energieprestatie Gebouwen’ en de daarbij behorende bepalingsmethode. Een eerste (interne) versie van de methode is begin dit jaar afgerond (90%-versie) en vormde de basis voor een kostenoptimaliteitsonderzoek in 2018 naar de definitieve eisen voor bijna-energieneutrale nieuwbouw (BENG). Op 20 november jl. presenteerde NEN de nieuwe bepalingsmethode tijdens het Congres EPG 2.0.

Huidige bepaling te complex
De huidige bepaling van EPC en Energie-Index wordt gezien als te complex, intransparant en sluit niet aan bij de behoefte van de consument. Daarom is gekozen voor één nieuwe methode die aansluit bij de EPBD. Deze nieuwe rekenmethode moet beter aansluiten bij de gemiddelde werkelijkheid. Belangrijk is verder dat de administratieve lasten acceptabel zijn in relatie tot de beoogde doelen. Ook moet er aandacht zijn voor continuïteit van de labelklassen A t/m G. Tot slot moet de bepalingsmethode gratis beschikbaar zijn voor de markt. De nieuwe NTA 8800 is gebaseerd op de CEN-EPB normen uit 2017.

Energieprestatie toetsen aan BENG-eisen
NTA 8800 is bedoeld om de energieprestatie van nieuwbouw uit te rekenen, zodat kan worden getoetst of aan de BENG-eisen wordt voldaan. Indien aanwezig maken ook gebiedsmaatregelen voor energie- en warmtelevering deel uit van de energieprestatie van een gebouw. Verder kan met NTA 8800 ook de energieprestatie van bestaande gebouwen worden bepaald, bijvoorbeeld voor het bepalen van het energielabel of de Energie-index. Maar de afwijking van de werkelijke energieprestatie wordt bij bestaande bouw groter naarmate het aantal berekende parameters afneemt. Niet alles is bij bestaande bouw bekend of meetbaar. Daarom wordt daar gewerkt met inklapniveaus. Stel dat wel bekend is dat een spouw is geïsoleerd, maar niet bekend is met welke isolatie of in welke dikte dit is gebeurd en er zijn geen tekeningen beschikbaar, of het soort cv-ketel is onbekend. Hiervoor in de plaats wordt dan een forfaitaire waarde gebruikt.

Praktijkrendementscorrectiefactor
Nieuw in de NTA is verder dat er gewerkt wordt met een praktijkrendementscorrectiefactor: deze geeft weer wat het verschil is tussen de prestatie van de techniek in een laboratoriumopstelling en de praktijk. Er wordt dus niet langer vanuit gegaan dat systemen altijd goed gebruikt en onderhouden worden. Ook is besloten dat energiemaatregelen die minder dan 2% invloed hebben op het eindresultaat, niet in de bepalingsmethode worden opgenomen.

Niet bedoeld om het werkelijke energiegebruik in te schatten
De nieuwe bepalingsmethode richt zich uitsluitend op gebouwgebonden maatregelen. NTA 8800 is dus niet bedoeld om het werkelijke energiegebruik in te schatten. Dat gebruik is bijvoorbeeld sterk afhankelijk van bewonersgedrag en het aantal gezinsleden. Ook wordt uitgegaan van de klimaatgegevens van De Bilt. Het gaat dus om zuivere fysische gegevens, aangevuld met beleidsmatige keuzes. Dus verschillen in het klimaat tussen De Bilt en andere plaatsen in Nederland worden niet meegenomen.

Drie BENG-indicatoren
Met de nieuwe bepalingsmethode kunnen drie BENG-indicatoren berekend worden:

BENG 1. Energiebehoefte
De hoeveelheid energie die een gebouw nodig heeft voor verwarming en koeling, uitgedrukt in ‘thermische’ kWh per m2 gebruiksoppervlakte per jaar. Deze indicator gaat over het beperken van de energievraag van het gebouw zelf. BENG 1 wordt ook wel de ‘schilindicator’ genoemd, omdat het ventilatiesysteem, warmte- en koude-opwekkers en PV-panelen geen invloed hebben op BENG 1 (wel op BENG 2). Bij BENG 1 zijn vooral isolatie, infiltratie, oriëntatie, gebouwvorm, glaspercentage, thermische massa en zonwering van belang.

BENG 2. Primair energiegebruik
De hoeveelheid fossiele brandstof in kWh per m2 gebruiksoppervlakte per jaar die nodig is voor verwarming, koeling, warm water en installaties. BENG 2 is het totale primaire energiegebruik, minus de hoeveelheid hernieuwbare energie op, aan of nabij het gebouw.

BENG 3. Aandeel hernieuwbare energie
Het percentage (in procenten) hernieuwbare energie van het totale energiegebruik. De volgende energiebronnen worden als hernieuwbaar aangemerkt: bijvoorbeeld zonne-energie, geothermische energie en bodemenergie.

Meer informatie over dit onderwerp vindt u op www.gebouwenergieprestatie.nl

Bron: NEN