Nederlanders zijn in het algemeen onzekerder geworden over klimaatmaatregelen en wat zij er zelf aan kunnen doen. Dit vertaalt zich in een afwachtende houding: wat gaat de overheid doen? Dat zijn de uitkomsten van de jaarlijkse Nationale Monitor Energietransitie. Het onderzoek is uitgevoerd door marktonderzoeksbureau MWM2.

De algemene teneur is dat Nederlanders onverschilliger zijn geworden over het klimaat en wat zij daar zelf aan kunnen doen. De onzekerheid over welke maatregelen genomen kunnen en moeten worden, de onzekerheid over de kosten en de abstracte klimaatdiscussies maken dat Nederlanders het onderwerp naast zich neerleggen. Dit is volgens installatiebedrijf Feenstra, dat het marktonderzoek liet uitvoeren, ook terug te zien in het stemgedrag tijdens de Provinciale Verkiezingen van afgelopen maart.

Eerlijke informatie loont
Algemeen directeur Adriaan Pietersma van Feenstra: “We vinden het belangrijk te weten wat er bij de mensen thuis speelt en hen te informeren over wat er mogelijk en niet mogelijk is. We merken dat ons Zorgeloos Wonen-platform goed wordt bezocht en bekeken. We moeten om naar een echt duurzame energievoorziening, dat weten de mensen inmiddels wel. De vraag is hoe. De overheid, de markt en bewoners zijn gebaat bij duidelijkheid. Wat de Nationale Monitor Energietransitie volgens ons aantoont, is dat eerlijke informatie loont."

De Nationale Monitor Energietransitie meet de houding en het gedrag van Nederlanders met betrekking tot de energietransitie (verduurzaming en energiebesparing). Feenstra houdt ook ieder kwartaal een peiling onder haar bewonerspanel over deze en andere onderwerpen. Opvallend is dat Feenstra-klanten minder onzeker zijn over de energietransitie en de maatregelen die zij kunnen nemen. Ook zijn zij beter in staat in te schatten wat de kosten zijn.

Conclusies uit het onderzoek zijn:
Kennis
•             26% van de Nederlanders (bewonerspanel: 38%) zegt veel kennis te hebben over verduurzaming van het energiehuishouden; ondanks de vele (media) aandacht die de energietransitie dit jaar heeft gekregen. Men associeert een duurzaam huishouden nog steeds met groene stroom en zonnepanelen, en dit jaar ook met gasloos wonen;
•             1 op de 3 Nederlanders verwacht dat het duurzame energiehuishouden in de toekomst (heel) erg gaat veranderen. Dit aandeel is iets kleiner dan vorig jaar;
•             1 op de 10 denkt dat hun woning ‘toekomstproof’ is voor toekomstige veranderingen;
•             Nederlanders hebben wel veel beter inzicht in de kosten die gemoeid zijn met de aanpassingen voor de verduurzaming van hun huis dan vorig jaar.
Houding
•             25% van de Nederlanders maakt zich veel zorgen over klimaatverandering. Dit is meer dan vorig jaar (12% in 2018);
•             29% past bewust het energiegedrag aan;
•             veruit de meeste Nederlanders vinden dat de verantwoordelijkheid rondom verduurzaming van het huishouden bij de overheid en energiebedrijven ligt (resp. 72% en 59%);
•             26% heeft behoefte aan een overzicht van de kosten en baten van de energietransitie thuis; 19% heeft behoefte aan advies.
Gedrag
•             Nederlanders hebben met name laagdrempelige acties ondernomen; acties die weinig moeite kosten of een lage investering vergen. Hoogdrempelige acties worden vaker gedaan vanuit milieuoverwegingen;
•             verlaging van de energierekening blijft de voornaamste reden om aan de slag te gaan met verduurzaming van het energiehuishouden (64%);
•             goed doen voor milieu komt daarbij op een tweede plek (39%).