Hoewel het proces met horten en stoten op gang moest komen, zit de vaart er nu wel in. Nederland is grootscheeps aan het verduurzamen. Logischerwijze verwacht je dan ook een massale overstap op natuurlijke koudemiddelen in de warmtepompbranche. Maar dat gebeurt vooralsnog niet. Waarom?

Miranda Groot Zwaaftink is sinds voorjaar 2018 Projectmanager Techniek, Veiligheid & Milieu bij de NVKL. NVKL is de brancheorganisatie van leveranciers en erkende installateurs in klimaatbeheersing en koudetechniek. Daarvoor werkte ze onder andere jarenlang bij het Rijksvastgoedbedrijf. Een professional met een schat aan kennis dus over de gebouwde omgeving.

Allereerst: welke koudemiddelen zijn nu erg populair bij bodemgebonden warmtepompen?
“Dat zijn eigenlijk voornamelijk synthetische varianten, zoals R410A, R134A en R407C. Die keuze wordt door de fabrikanten bepaald. Ook propaan, butaan en CO2 wordt toegepast, maar nog niet in grote getallen.

Hoe zit dat met de luchtgebonden systemen?
“R410A is nog erg populair, maar R32 is in opkomst. Dat laatste koudemiddel heeft een lagere GWP-waarde dan R410A. In geval van lekkage is er dus minder bijdrage aan het broeikaseffect. Maar met een GWP-waarde van 675 is dit nog steeds veel groter dan bij natuurlijke koudemiddelen. Daarom vinden natuurlijke koudemiddelen steeds beter hun weg in de sector. Bijvoorbeeld CO2 voor hoge temperatuurverwarming, maar met name propaan wint aan populariteit, vooral als koudemiddel in monoblock-systemen.”

Welke synthetische koudemiddelen hebben nu of krijgen binnen afzienbare termijn te maken met uitfasering?
“Vanaf 2020 is het verboden om in nieuwe installaties synthetische koudemiddelen te gebruiken met een hogere GWP-waarde dan 2500. Vanaf 2025 komt daar nog bij dat airco- en warmtepompsystemen met een koudemiddelhoeveelheid tot 3 kilo alleen nog maar synthetische koudemiddelen mogen bevatten met een GWP-waarde die lager is dan 750.”
Hoe ziet het totaalplaatje er nu uit: wat is het marktaandeel van natuurlijke koudemiddelen in de warmtepompbranche?
“Als we kijken naar warmtepompen voor de woningbouw en kleine utiliteit, dan ligt het nog onder de 10%.”

En als we ons richten op de toekomst: welke synthetische koudemiddelen hebben een flink marktpotentieel?
“Naast R32, is de volgende generatie synthetische koudemiddelen de HFO’s.  Deze hebben een GWP-waarde onder 150. De bekendste op dit moment is R-1234ze, deze wordt gebruikt in grotere systemen.  Als alternatieven voor R410A worden, R452B en R466A genoemd. Deze koudemiddelen worden anno 2021 nog niet in de kleinere warmtepompen toegepast. In dit segment wordt gekoerst op natuurlijke koudemiddelen, met name propaan.

En hoe zit het met natuurlijke koudemiddelen?
“Propaan heeft uitstekende eigenschappen voor zowel laag als hoog-temperatuur

ruimteverwarming en warmtapwaterproductie en wint aan populariteit bij de kleinere systemen. Daarnaast is CO2 erg geschikt voor de productie van warmtapwater. Ammoniak, wordt veelal in industriële warmtepompen toegepast.

Zal de hoeveelheid koudemiddel in warmtepompsystemen sowieso minder worden de komende jaren?
“Ik denk van wel. Fabrikanten zijn voortdurend bezig om systemen te ontwikkelen die dezelfde prestaties leveren bij een kleinere koudemiddelinhoud. Dan ligt het wel in de lijn der verwachting. Daarbij speelt ook mee dat er voor warmtepompen die brandbare koudemiddelen gebruiken boven de 150 gram strengere voorwaarden gelden op het gebied van veiligheid. Dus als fabrikant blijf je liever onder die grens zitten. De verwachting is wel dat deze grens opschuift naar 500 gr.

Hoe kan het dat de branche nog niet massaal is overgestapt op natuurlijke koudemiddelen?
“De grote Aziatische spelers volgen de wereldmarkt. Op mondiaal niveau is er nog geen trend richting natuurlijke koudemiddelen ingezet. Bij ons ligt dat anders, maar fabrikanten gaan geen aparte systemen produceren voor de kleine Nederlandse markt.”

Tot slot: warmtepompen winnen aan populariteit, merk je al bij de installateurs dat ze zich aan het bijscholen zijn op het gebied van koudemiddelen?
“Als je het hebt over synthetische koudemiddelen wel, er is een wettelijke verplichting voor een F-gassen certificaat. Vrijwel alle koudemiddelen met een lage GWP-waarde zijn (mild) brandbaar, CO2 werkt onder hoge druk en ammoniak is giftig. Het is van groot belang dat ondernemingen en monteurs over voldoende kennis en competenties beschikken om veilig te kunnen werken met deze alternatieven. Bij natuurlijke koudemiddelen is er pas een certificatieplicht bij een vulhoeveelheid van 5 kg koolwaterstoffen. Wij zouden graag een borging zien van de vakbekwaamheid van personen en kwaliteit van bedrijven en lobbyen daar ook voor op Europees niveau bij de herziening van de F-gassenverordening.”

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.n