Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 76 seconden

Afgelopen week kreeg Karel een belletje van de eigenaar van een Frans restaurant. “De ketél dpet et niet mer et er marche watér uit een rouge ding bij de ketél.” Voor super-loodgieter Karel was het natuurlijk direct duidelijk wat de Frans-Nederlandse eigenaar bedoelde: een lek expansievat. Karel raadde de man aan voorlopig even een emmertje onder het vat te zetten. Hij was nog wel een tijdje bezig met een ander klusje en zou er daarna direct aankomen.

Twee uur later arriveerde hij bij de Franse restaurateur, die enigszins ongelukkig in natte schoenen en broek rondliep. Karel ging maar direct aan de slag. De klus zou zo geklaard zijn. Voor het vervangen van een expansievat draait onze ‘plombier’ zijn hand natuurlijk niet om.

Maar juist op het moment dat hij het vat wilde aansluiten, belde een andere trouwe klant op: een gesprongen flexibele aansluitslang van een kraan en de hoofdkraan was niet dicht te krijgen. Karel wilde ook tegen deze klant zeggen dat hij maar een emmertje moest pakken, maar bedacht zich toen hij op de achtergrond de vrouw des huizes in paniek tegen haar man hoorde schreeuwen dat het water er met liters tegelijk uitspoot.

Karel besloot snel zijn biezen te pakken, maar niet voordat hij het expansievat nog snel even had ‘opgehangen’. Want om hier nou weer helemaal voor terug te moeten komen. Een stoeltje minder op het buitenterras leek Karel geen probleem. Deze eigenaar zou zeker tevreden zijn dat hij deze calamiteit keurig met de Franse slag had afgerond.