Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 95 seconden

veilg_werken_op_hoogteMetaal- en bouwarbeiders geven vaker aan een arbeidsongeval te hebben gehad waardoor ze een of meer dagen verzuimden dan werknemers in andere beroepsgroepen. Daarnaast spreken ze, evenals e-installateurs, hun collega’s meer dan gemiddeld aan op onveilig of ongezond werken. Dit blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2015, die door CBS en TNO wordt uitgevoerd.

In 2015 had 5,1 procent van de werknemers die metaalarbeider of machinemonteur zijn en 4,8 procent van de bouwarbeiders een arbeidsongeval met ten minste één dag verzuim. Gemiddeld voor alle werknemers was dat 1,4 procent. Andere beroepsgroepen waarin werknemers vaak slachtoffer zijn van een arbeidsongeval en dan een of meer dagen niet kunnen werken zijn voedselverwerkende beroepen (zoals slagers), bestuurders van voertuigen, bedieners van mobiele machines, tuinders, akkerbouwers en veetelers.

In 9 van de 10 beroepsgroepen waarin zich de meeste arbeidsongevallen met verzuim voordoen, werken meer mannen dan vrouwen. Alleen onder sociaal werkers en groeps- en woonbegeleiders is dat andersom. Mannen hebben dan ook vaker dan vrouwen een arbeidsongeval: in 2015 had 1,7 procent van de mannelijke werknemers een ongeluk tijdens het werk dat tot verzuim leidde, onder vrouwelijke werknemers was dit 1,0 procent. Ook geven mannen vaker dan vrouwen aan dat ze gevaarlijk werk doen. 6 op de 100 mannelijke werknemers doen regelmatig gevaarlijk werk, tegenover 2 op de 100 vrouwen.

Ruim 8 op de 10 metaal- en bouwarbeiders – de beroepsgroepen met de meeste arbeidsongevallen met verzuim – zeggen hun collega’s aan te spreken op onveilig of ongezond werken. Zelf krijgen meer dan 7 op de 10 van hen het te horen wanneer zij onveilig of ongezond werk verrichten. Dat is iets vaker dan werknemers met gevaarlijk werk gemiddeld doen: 8 op de 10 werknemers die regelmatig gevaarlijk werk doen, spreken collega’s erop aan als ze onveilig of ongezond werken en twee derde zegt er zelf op aangesproken te worden.

Elektriciens en elektronicamonteurs spreken elkaar het meest aan op onveilig werken. Bijna 89 procent van de werknemers doet dit en iets meer dan 78 procent wordt hierop aangesproken.