Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 98 seconden

Karel heeft de afgelopen kerstvakantie eens lekker thuis doorgebracht. Normaal gesproken zoekt hij de sneeuw op of de echte kou in Scandinavië. Maar dit keer zat er een echte Nederlandse witte kerst aan te komen, dacht de goede man. Dus had hij zijn stapel haardhout aangevuld, genoeg chocolademelk in huis gehaald (samen met enkele flesjes strohrum voor de ‘smaak’), zijn foute kersttrui opgesnord en de sneeuwschuiver alvast van het zoldertje in zijn schuurtje gehaald. De uitzendschema’s van het schansspringen op nieuwjaarsdag waren ook al in zijn tv geprogrammeerd. Hij was er helemaal klaar voor.
Maar helaas, de kerst was wederom teleurstellend groen, zijn hout nat van de vele regen en de chocolademelk bleef onaangeroerd. Tot overmaat van ramp vond het skispringen plaats in een groene alpenweide met wat opgespoten sneeuw en toeschouwers die nog net niet in hun korte broek stonden. Kortom, voor Karel was het niet de kerst geworden waarop hij had. Teleurgesteld over zijn in het water gevallen kerst toog hij deze week weer met enige tegenzin aan het werk. De kerstlichtjes met weemoed achter zich latend.
Zijn eerste klus was bij een ‘vaste’ klant. Vast in de zin dat hij er maar niet vanaf kwam. Het was namelijk al voor de vierde keer dat hij daar naartoe moest. De afvoer die hij al voor de kerst had aangelegd, deed niet wat hij moest doen: het bleek meer een aanvoer te zijn. Karel weet zijn falen vooral aan de donkere, rommelige situatie ter plaatse. Zag hij maar wat licht in de duisternis.
Natuurlijk, dat was het. Het sprankje kerstwarmte dat er nog in hem zat, gloeide plotseling op. Er ging plots een lichtje bij hem op. Met één simpel lampje was het probleem als sneeuw voor de zon verdwenen. Het water in de leiding stroomde weer de goede kant op, waarmee het Karel opnieuw was gelukt een klant tevreden te stellen. Karel, het lichtende voorbeeld in donkere tijden!

[related_post themes=”text”]