Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 146 seconden

Volgens de cardioloog Thomas Boudrel uit Straatsburg wordt bij onderzoeken naar luchtvervuiling stelselmatig één deeltje over het hoofd gezien: de minuscule polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) met zware metalen op hun oppervlak. Dat meldde het AD gisteren. De zogenaamde PAK’s vallen in de categorie ultrafijnstof. Deze nanopartikelen kunnen de bloedbaan binnendringen en een vernietigende uitwerking hebben op het hart, de longen en hersenen. “De concentraties ultrafijnstof zullen de komende jaren alleen maar toenemen. Zeker in stedelijke gebieden. Er is een belangrijke rol weggelegd voor de installateur om zijn klanten bewust te maken van de gevaren en de juiste filters te adviseren voor ventilatiesystemen.”

Jaarlijks overlijden in Europa volgens Boudrel 400.000 mensen vroegtijdig als gevolg van de hoge luchtvervuiling, en dan vooral door de hoge concentraties van stikstofoxides (NOx), fijnstof en ozon. De oorzaak zit ‘m vooral in fijne roetdeeltjes, beweert de cardioloog.

Volgens Joost Verlaan, Vicepresident van Afpro filters zijn de politiek, bedrijfsleven en de gemiddelde burger zich inmiddels wel bewust van de gevaren van fijnstof. “Maar bij het implementeren van maatregelen focust men zich vooral op de categorie van 10 – 5 Micron. En dat terwijl deeltjes van 1 Micron en kleiner juist een veel grotere bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Ze kunnen relatief gemakkelijk de bloedbaan binnendringen. Bovendien hechten er zich zware metalen en andere gevaarlijke stoffen aan deze nanopartikelen.”

“Installateurs spelen een sleutelrol in het tegengaan van dit gevaar”, zegt Verlaan. “We zitten ongeveer 90% van de tijd binnen in gebouwen. Als onze ventilatiesystemen de juiste filters hebben, worden de risico’s drastisch gereduceerd.” Zo zijn er bijvoorbeeld al filters op de markt die 85% van de ultrafijnstof tegenhouden.

Hoewel er steeds meer aandacht is voor de ultrafijnstofproblematiek, zijn de woningbouw en utiliteit zich nog onvoldoende bewust van de gevaren die nanopartikelen met zich meebrengen. “Uiteindelijk wordt er dan vaak op basis van prijs een filter geselecteerd. Filters die ultrafijnstof tegenhouden zijn gemiddeld 50% duurder, daar hikken opdrachtgevers tegenaan. Bovendien kan het een rem vormen voor de installateur om ze aan te bevelen.”

Andere zogenaamde hobbels blijken volgens Verlaan vooral te berusten op misverstanden. “Zo brengen deze speciale filters geen extra weerstand met zich mee, zolang je maar zorgt dat ze voldoende oppervlakte hebben. En er gaat ook geen extra onderhoud mee gepaard. Je moet ze gemiddeld 1 keer in de 6 -12 maanden vervangen, net zoals met doorsnee filters.”

De installateur stelt zich nu nog te volgend op, vindt Verlaan. Eigenlijk zou de vakman zelf het onderwerp ultrafijnstof ter sprake moeten brengen bij zijn klanten. Temeer daar de concentraties alleen maar zullen toenemen in stedelijke gebieden, door de groei van de industriesector, files en dergelijke. “Ik vind het wel een positieve ontwikkeling dat de ISO 16890 nu standaard is geworden voor filters. Maar er is meer nodig om het de installateur makkelijk te maken dit onderwerp aan te kaarten bij zijn klanten. Ik doel dan vooral op bewustzijn in de vorm van artikelen, filmpjes en campagnes”, aldus Verlaan.