Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 184 seconden

Volgens een onderzoek van HR-dienstverlener Raet doet 35% van de Nederlandse werknemers niets aan bijscholing. De overige 65% houdt wel de ontwikkelingen bij door trainingen en opleidingen te volgen, regelmatig vakliteratuur open te slaan of websites over hun vakgebied te raadplegen. Nico van Leeuwen van opleider ROVC is niet verbaasd over de cijfers. “Installateurs gaan er al snel vanuit dat ze wel toekunnen met hun huidige kennis en vooral hun vaardigheden.”

Nico van Leeuwen loopt tegen de 60 en heeft als projectleider bij ROVC al aardig wat jaren de installatiebranche onder zijn hoede. “Zo’n 15 jaar geleden volgden rond de 8000 mensen een avondopleiding bij ons. Het ging dan om trajecten van 4 tot 10 avonden. Sindsdien heeft er een enorme verschuiving plaatsgevonden. De populariteit van avondopleidingen is sterk afgenomen. Ik denk dat het te maken heeft met het feit dat we tegenwoordig meer bezig zijn met allerhande activiteiten in de avonduren; sporten, zorgtaken, noem ’t maar op.”

Voorkeur korte trajecten
Over het algemeen stapt een vakman nu liever in een kort dag-traject, bijvoorbeeld in de vorm van een 1 of 2 daagse cursus. Tegelijkertijd is de vraag naar in-company trainingen sterk toegenomen. In nauw overleg met de werkgever en werknemers stellen we een module samen, die het personeel in een middag-avondvariant, deels in de baas en deels in eigen tijd, kan volgen. Maar goed, zelfs met deze maatwerk-strategie bereiken we niet iedereen in de installatiebranche. Een fors percentage volgt nog steeds geen bijscholingscursussen. Bij de middelgrote en kleine bedrijven zeker de helft van het personeel. ”

Schijnzekerheid
HR-dienstverlener Raet was zelf verbaasd over resultaten van zijn onderzoek. Vorig jaar zag de dienstverlener nog andere cijfers. Van Leeuwen: “Herkenbaar, ook wij zien een groeiend percentage vakmensen dat niet investeert in bijscholing, maar ik verwacht binnenkort absoluut een kentering.” Volgens Van Leeuwen is de hoogconjunctuur debet aan “de terughoudendheid qua trainen”en denken installateurs al snel dat hun huidige vaardigheden en kennis voldoende zijn om alle ontwikkelingen bij te benen. “Ze verwachten ter plekke wel een probleem te kunnen oplossen. Komt er een nieuw systeem op de markt dan volgt één medewerker een producttraining en moet die het maar even snel uitleggen aan de rest van het bedrijf. We hebben nu ruim 40 jaar centrale verwarming. Als je eenmaal de basisprincipes onder de knie had, dan vielen innovaties makkelijk bij te benen, maar die zekerheden vallen nu aan duigen.”

Warmtepomp in opkomst
In februari bezocht Van Leeuwen de VSK. “Het viel me direct op dat alle fabrikanten weinig aandacht besteden aan traditionele cv-ketels en vol inzetten op de promotie van hybride en all-electric warmtepompsystemen. De markt verandert. Nederland en Europa hebben hoge ambities op het gebied van duurzaamheid, waardoor de warmtepomp en ltv-verwarming in opmars zijn. Wil je als installateur bijblijven, dan moet je je wel verdiepen in deze nieuwe technieken. Het vereist een andere mindset. Met je kennis over cv-installaties en klassieke hoge temperatuurradiatoren ga je het niet meer redden.”

Koploper of achterblijver?
Dat veel installateurs kampen met overvolle agenda’s en een gebrek aan personeel, weet Van Leeuwen. “Ik zou zeggen; zoek het in korte trainingen en alleen dat leren wat je mist. Laat één iemand dan zo’n korte training volgen, bijvoorbeeld de voorman of directeur. Die kan overtuigd raken van het nut en zo de rest van het personeel motiveren om ook die stap te zetten. Kijk, ik snap hoe verleidelijk het is om geen tijd en personeel vrij te maken voor bijscholing, als het werk tegen de plinten klotst. De komende twee jaar zal je waarschijnlijk nog goed geld kunnen verdienen, maar op een gegeven moment ga je achterlopen. En vergelijk het maar met wielrennen: in het peloton wil iedereen uiteindelijk liever een koploper zijn dan achterblijver.”