Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 159 seconden

De groei die zich de afgelopen kwartalen heeft voorgedaan in de metaalsector, is in het derde kwartaal van dit jaar afgezwakt. Dit laat de Economische Barometer van het MKB-metaal zien in haar laatstgehouden peiling. Ander opvallend punt is dat het aantal bedrijven dat meer personeel in dienst heeft, aanzienlijk is afgenomen ten opzichte van voorgaande kwartalen. Of dit een gebrek aan vraag of gebrek aan aanbod, is niet te zeggen. Wel is het aantal bedrijven dat een vacature heeft openstaan iets afgenomen ten opzichte van de vorige kwartalen.

Een derde deel van de respondenten geeft aan dat de orderpositie binnenland is toegenomen. Dit was na het tweede kwartaal bijna de helft van de respondenten. Bij 54% van de respondenten is de orderportefeuille gelijk gebleven aan die van het vorige kwartaal en bij 13% van de deelnemers is de binnenlandse orderportefeuille afgenomen. Ruim de helft van de respondenten geeft aan tevreden te zijn over de orderportefeuille, dit was in het eerste kwartaal nog 60%. Slechts 5% van de respondenten geeft aan ontevreden te zijn. Ook de verwachtingen van de binnenlandse orderpositie voor het volgende kwartaal komen overeen met die van het tweede kwartaal. Nu verwacht, net als in het vorige kwartaal, een derde deel van de respondenten een toename van de orderpositie. In het eerste kwartaal was dit ruim 40%. Onder de respondenten is de gemiddelde totale orderportefeuille in weken nagenoeg gelijk als in het tweede kwartaal, namelijk bijna 11 weken.

In het derde kwartaal wist 22% van de bedrijven de verkoopprijzen te verhogen. Bij maar 3% van de deelnemers lagen de verkoopprijzen in het derde kwartaal lager dan een kwartaal eerder. De prijsstijgingen zijn voor een deel het gevolg van de langzaam stijgende staalprijzen.

Bij de respondenten werken gemiddeld 18 mensen, 15,5 medewerkers met een vast contract en 2,5 met een flexibel contract. De verhouding inleenkrachten ligt hiermee aanzienlijk hoger dan in de afgelopen jaren. Veel minder dan in voorgaande kwartalen geeft nu maar 16% van de bedrijven aan meer vaste medewerkers in dienst te hebben. Dit was vorig jaar nog het dubbele. Bij 8% van de bedrijven werken minder mensen in vaste dienst dan het kwartaal ervoor. Het aantal bedrijven waar het aantal flexibele krachten toenam, is gegroeid ten opzichte van de voorgaande kwartalen. In het derde kwartaal had 46% van de deelnemers tenminste een vacature openstaan (in het tweede kwartaal was dit 58%). Gemiddeld hebben deze bedrijven 2,3 vacatures openstaan. Afgezet tegen alle medewerkers hebben de respondenten voor 5,9% van hun personeelsbestand vacatures open staan.

Met de afnemende groei van de orderportefeuille neemt ook de groei van het bedrijfsresultaat in het derde kwartaal af. Bij 23% van de respondenten is het bedrijfsresultaat toegenomen, terwijl dit bij 16% is afgenomen. Ook de waardering van het bedrijfsresultaat is minder positief dan in het tweede kwartaal. Van de respondenten geeft 55% aan tevreden te zijn met het bedrijfsresultaat in het derde kwartaal, tegen 4% die ontevreden is. Het te verwachten bedrijfsresultaat voor het vierde kwartaal wordt wel positiever ingeschat dan in het vorige kwartaal en komt overeen met de verwachtingen een jaar geleden. Per saldo geeft 27% aan een beter bedrijfsresultaat te verwachten tegen 16% aan het einde van het tweede kwartaal. Bijna 80% van de bedrijven geeft aan in het derde kwartaal winst te hebben gemaakt. 6% van de bedrijven maakt verlies tegen 2% een kwartaal eerder.