De stikstofproblematiek zorgt ervoor dat de groei van de bouw in 2020 en 2021 zal stilvallen. Vooral de nieuwbouw van woningen wordt zwaar getroffen. Door bronmaatregelen kan de vergunningverlening volgend jaar weer flink op stoom komen, zodat de bouw vanaf 2022 weer een sterke groei tegemoet kan zien. Niet alleen komen de vertraagde woningbouwprojecten weer op gang, ook extra investeringen in duurzaamheid leveren een belangrijke bijdrage. Dit concludeert het EIB in de zojuist verschenen studie ‘Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2020’.

De groei was in het afgelopen jaar bijzonder krachtig bij de utiliteitsbouw. De totale productie nam hier met 7,5% toe, waarbij de nieuwbouw de katalysator was. De nieuwbouw heeft in 2019 een groei gerealiseerd die ruim in de dubbele cijfers is beland, nadat in 2018 ook al een zeer krachtige groei had plaatsgevonden.
De groei bij de woningbouw vertoonde een veel gematigder beeld. De productiegroei lag rond de 2% en dit groeibeeld is ook terug te zien bij de nieuwbouw van woningen. De werkgelegenheid steeg met 3,5%. Voor het derde jaar op rij slaagde de bouw er in om de arbeidscapaciteit fors uit te breiden, zowel bij werknemers als zelfstandigen.

Bouwsector valt stil
In 2020 en 2021 komt de groei van de bouwsector stil te vallen. De vergunningverlening bij de nieuwbouw van woningen liep in de eerste maanden van 2019 al duidelijk terug en zette in de tweede helft van het jaar versterkt door als gevolg van de stikstofcrisis. Een belangrijk gevolg hiervan is dat dit jaar de bouwproductie licht kan krimpen en in 2021 wordt de groei naar verwachting niet hervat. De woningbouw wordt het zwaarst getroffen op de korte termijn. De nieuwbouwproductie van woningen daalt in beide jaren met zo’n 5% per jaar.
De utiliteitsbouwproductie ontwikkelt zich relatief gunstig binnen dit beeld, maar ook hier leidt dat tot niet meer dan een stabilisatie. De nieuwbouw staat licht onder druk, terwijl renovatie en onderhoud tegenwicht bieden.

Dalende werkgelegenheid
Na jaren van hoge werkgelegenheidsgroei slaat ook het beeld op de bouwarbeidsmarkt dit jaar om. De werkgelegenheid daalt naar verwachting geleidelijk in de loop van het jaar en komt gemiddeld dit jaar nog net uit boven die van 2019. In 2021 daalt de werkgelegenheid met 1,5%. Over beide jaren gemeten neemt het arbeidsvolume met 5.000 arbeidsjaren af. De krapte op de arbeidsmarkt neemt hiermee af en de instroom vanuit de opleidingen is de komende twee jaar voldoende om de vraag op te vangen. Van grote werkloosheid zal geen sprake zijn.

Structureel perspectief blijft sterk
Dit jaar staat de vergunningverlening naar verwachting nog onder druk. De maatregelen die het kabinet neemt om stikstofdepositie van verkeer en veehouderijen te beperken hebben tijd nodig om effectief te kunnen worden ingezet voor woningbouw. Vanaf 2021 kan de vergunningverlening weer flink op stoom komen.
Bij een sterk dynamische onderliggende vraag en inhaalvraag van eerder vertraagde projecten kan de bouwproductie zich in de periode 2022-2024 weer sterk gaan ontwikkelen. De nieuwbouwproductie van woningen kan weer met gemiddeld 7% in deze jaren groeien, waarbij een belangrijk deel van het productieverlies in eerdere jaren wordt ingelopen. Het aantal opgeleverde woningen kan dan weer groeien naar 70.000 tegen het eind van de periode. Tot een verruiming van de woningmarkt leidt dit overigens nog steeds niet. Het CBS verwacht een groei van het aantal huishoudens dat elk jaar hier nog ruim boven ligt.
De nieuwbouwproductie in de utiliteitssector blijft achter, maar na de hoge groeicijfers in afgelopen jaren is een solide groei van 2% per jaar geen ongunstig resultaat. De herstel en verbouwproductie in zowel de woningbouw als de utiliteitssector groeien in deze periode met 3 tot 4% op jaarbasis. Extra investeringen in verduurzaming van bestaand vastgoed in samenhang met het klimaatbeleid spelen hierbij een belangrijke rol. De totale bouwproductie kan in de periode 2022-2024 jaarlijks met gemiddeld 3,5% toenemen, waarbij het productieniveau in 2024 uitkomt op ruim €81 miljard. Dit niveau ligt 15% boven het niveau van de reële bouwproductie dat net voor de crisis nog werd gerealiseerd.
De werkgelegenheid kan weer toenemen van 458.000 in 2021 tot 483.000 in 2024. Dit komt neer op een werkgelegenheidsgroei van 2% per jaar. Niet alleen biedt dit een goede baanzekerheid aan bestaande werknemers in de bouw. Ook zal de bouw opnieuw de concurrentie moeten aangaan met andere sectoren om extra personeel aan te trekken.

Op onze nieuwsbrief abonneren