Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 89 seconden

‘2025: je rijdt in je elektrische auto de oprit op. Je garagedeur gaat automatisch open en het alarmsysteem schakelt zichzelf uit. Lampen gaan aan en de woning is al lekker warm. Je wordt verwelkomd door je favoriete muziek. Zelf heb je nog geen knop aangeraakt. Jouw slimme auto, deuren, sloten, verlichting, thermostaat en audioset hebben met elkaar gecommuniceerd. Op grond van data-analyses zijn er keuzes gemaakt die bij jou passen.’

De vraag of het voorgaande fictie of werkelijkheid is, is eenvoudig te beantwoorden. Dit scenario gáát gebeuren. ‘Slimme’ apparaten zoals koelkasten, thermostaten en lampen krijgen steeds meer voet aan de grond in onze woningen. Bij het uitstappen regelt je auto nu al allerlei zaken ‘zelf’. Dat menigeen nog met een sleutelbos de huisdeur opent, lijkt inmiddels een scene uit de Flintstones.
Technisch is het allemaal allang mogelijk. Onder de noemer Internet of Things verbind alles zich met alles. Slimme koelkasten controleren houdbaarheidsdata van voedsel en zetten het alcoholvak op slot voor minderjarigen. En voedselprinters printen je favoriete voedsel. Technologie, functioneel ingezet op het verhogen van comfort, veiligheid, zelfredzaamheid en energiebesparing. Het is een bekend rijtje dat steeds vaker wordt aangevuld met gezondheid. Het slimme matras weet straks alles over je slaappatroon. Spiegels met sensoren en camera’s scannen je gezicht en geven je in combinatie met je smartwatch informatie over je gestel. Quantified Self noemen we dit.
Fysieke sleutels laten we al lang niet meer onbeheerd achter, maar digitaal doen we dit nog teveel. Digitaal wordt (of is?) het nieuwe normaal. En dat maakt de kanteling best spannend. Onze norm en regelgeving is nog veelvuldig gebaseerd op de analoge wereld. Het digitale bewustzijn staat nog in de kinderschoenen. Er is werk aan de winkel op gebied van technologische veiligheid. Voor de technische sector prachtige kansen in 2018!

@Maartenvdboon