Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 136 seconden

Al langere tijd zijn er verschuivingen zichtbaar in de manier waarop de cv-ketel in de markt wordt gezet. Aankoop door de particulier zien we steeds vaker veranderen naar vormen van huur(koop) en lease. De volgende stap is die naar ‘warmte als een service’. De particulier neemt straks alleen nog maar warmte of koude (kortweg comfort) af. Bij wie? Wellicht zijn dat de energieleveranciers van ons land, al dan niet via hun installatiebedrijven. Maar door alle domotica die steeds vaker in woningen wordt toegepast, kan die levering van comfort ook zomaar verschuiven naar de Googles van deze wereld. Zij kennen immers onze gewoonten, weten via onze smartphones waar we zijn en via onze eigen thermostaat weten ze zelfs hoe warm of koel we het graag in huis hebben.

 Waarom wordt de cv-ketel hier kwalitatief beter van?

Om het simpele feit dat alleen nog maar comfort wordt afgenomen door de particulier. Die is niet geïnteresseerd hoe dit tot stand komt en dus welk merk cv-ketel of airco er in zijn woning hangt. Het enige dat voor de leverancier dan nog interessant is, is de TCO (Total Cost of Ownership). Dat zijn de kosten voor aanschaf en onderhoud plus het energiegebruik van de cv-ketel gedurende een vooraf vastgestelde periode.

Nu hebben fabrikanten regelmatig nog een bedrijfsmodel waarbij de ketel eigenlijk te goedkoop in de markt wordt gezet en er (flink) op onderdelen wordt verdiend. De stap naar aanschaf moet makkelijk zijn vanwege de lage aanschafkosten. Maar ook omdat de kosten van de onderdelen meestal toch door de installateur aan de klant worden doorberekend, dus niets aan de hand. Bij een lage TCO is dat echter uit den boze. De eigenaar van de ketel wil de totale kosten voor de ketel immers zo laag mogelijk hebben. En die kosten moeten bovendien voorspelbaar zijn voor een lange periode. Hij zal liever de zekerheid hebben van een iets duurdere ketel waaraan weinig onderhoud moet worden gepleegd gedurende 15 jaar dan een goedkoper type met meer onzekerheid over de variabele kosten.

Wie in het ‘Warmte als een service’-model de eigenaar ook is van de ketel (Google, de energieleverancier of misschien wel de fabrikant), hij zal altijd naar goede kwaliteit en zekerheid streven, omdat het in dit model altijd om langjarige contracten gaat. Naast de goede kwaliteit van de cv-ketel mogen onderdelen dus ook niet te duur zijn en moeten ze bovendien relatief makkelijk te vervangen zijn om zo de arbeidskosten te beperken.

Kortom, een flinke uitdaging voor de fabrikanten binnen hun huidige business model.

Uiteraard zijn er nog meer kansen en bedreigingen voor de huidige business modellen van de cv-ketel fabrikanten, maar daarover een volgende keer meer.

 

Marcel de Graaf

(HR Premium parts)

[related_post themes=”text”]