Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 138 seconden

De nieuwe trendrapportage ‘Trends en ontwikkelingen in de technische installatiebranche 2016’ is beschikbaar. Jaarlijks laat OTIB (Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstallatieBedrijf) gegevens verzamelen over branche, bedrijven, werknemers, arbeidsmarkt, regulier onderwijs en scholing van werknemers. In het rapport valt te lezen dat de technische installatiebranche de afgelopen jaren nog had te maken met de naweeën van de recessie. Maar de afnemende werkgelegenheid lijkt zich nu aarzelend weer te herstellen. De inflatie is laag, de werkgelegenheid neemt enigszins toe, de werkloosheid daalt licht. Daarnaast komt er een aantal belangrijke veranderingen op de technische installatiebranche af. Nieuwe technologie maakt vernieuwingen mogelijk van producten en diensten, die snel op groter schaal lijken door te gaan dringen. De economie wordt steeds internationaler, hetgeen vooral voor landen met een open economie zoals Nederland nieuwe kansen biedt. De ecologie legt in economisch opzicht steeds meer gewicht in de schaal: verduurzaming, duurzaam produceren en duurzaam bouwen worden steeds belangrijker, ook binnen de technische installatiebranche. Ten slotte is er het effect van de demografie: ontgroening en vergrijzing worden steeds zichtbaarder in de branche en kunnen in de toekomst tot personeelstekorten gaan leiden.

Ook in de technische installatiebranche blijven het uiteindelijk de mensen die het werk moeten (laten) doen, zo meldt het rapport. Deze ontwikkelingen zullen een forse impact hebben op de branche. Niet alleen op de werkgelegenheid zelf, maar ook op de inhoud en organisatie van het werk. Dat zal betekenen dat er andere eisen worden gesteld aan de vakmensen.  Voor het vakmanschap zijn technologische ontwikkelingen, met name de toenemende integratie van ict-toepassingen in technische producten en systemen door bijvoorbeeld automatisering en robotisering van groot belang.

De opeenvolgende technologische ontwikkelingen hebben geleid tot economische groei en groei van werkgelegenheid. In eerste instantie is daarbij vooral ongeschoolde of laaggeschoolde, fysieke arbeid gemechaniseerd en geautomatiseerd, waardoor er sprake was van ‘upgrading’ van de werkgelegenheid. De vraag naar hoger opgeleiden nam toe ten koste van die naar laag opgeleiden. Deze vraag steeg ook sneller dan het aanbod van hoger opgeleiden. Ondanks dat er de laatste jaren een grote toename is te zien van het opleidingsniveau van de beroepsbevolking, is de arbeidsmarkt voor hoger opgeleiden krap gebleven.

Technologische ontwikkelingen zijn volgens het trendrapport ook steeds meer gaan doorwerken in het middensegment van de arbeidsmarkt, ook in technische beroepen die traditioneel door geschoolde vakkrachten worden uitgeoefend. Veel beroepen in het middensegment bestaan voor een groot deel uit routinematige taken die inmiddels eenvoudig te automatiseren zijn waardoor juist hier werkgelegenheid verdwijnt. Tegelijkertijd is er met de sterke groei van de dienstensector weer nieuwe werkgelegenheid in het lagere segment ontstaan, waarbij het vaak om beroepen gaat die niet geautomatiseerd kunnen worden. De banengroei vindt dus vooral plaats aan de onderkant en aan de bovenkant van de arbeidsmarkt.

Het hele trendrapport is hier te downloaden