In 1923 werd het Algemeen Ziekenhuis aan de Catharijnesingel in Utrecht aangesloten op het eerste warmtenet van Nederland dat was aangelegd door Pegus, een rechtsvoorganger van Eneco. 100 jaar later bieden warmtenetten goede kansen voor het collectief verduurzamen van ons warmteverbruik. Van de kolen toen, naar duurzame warmtebronnen nu.

100 jaar geleden was het gebruikelijk om een kolenkachel te plaatsen in de ruimtes die je wilde verwarmen. Met de komst van het warmtenet veranderde dit. De elektriciteitscentrale leverde voortaan de restwarmte aan het warmtenet. Zo werd warmte efficiënter ingezet, nam het gebruik van kolen af en was er sprake van een sterke afname van de rookoverlast. Het begin van de warmtetransitie die nog steeds voortduurt; nu met als doel vergroening.

Duurzame warmtevoorziening
Een eeuw na de aanleg van het eerste warmtenet maken we de overstap naar duurzame warmtebronnen. Er liggen kansen bijvoorbeeld door de inzet van restwarmte van het Rotterdamse havengebied uit te breiden in de Randstad. Maar ook door te investeren in nieuwe niet-fossiele bronnen. Zo werkt Eneco momenteel aan de bouw van een nieuwe aquathermie-installatie in Utrecht. Hiermee kan Eneco straks warmte halen uit het gezuiverde afvalwater van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden voor het warmtenet van Utrecht en Nieuwegein.

Investeren in warmtenetten
Naast de ontwikkeling van bronnen blijven investeringen in de warmtenetten ook van essentieel belang om te garanderen dat klanten altijd kunnen rekenen op een betrouwbare warmtevoorziening. Zo investeert Eneco momenteel in de vervanging van het warmtenet van de Haverstraat van Utrecht. Hier worden 70 jaar oude warmteleidingen vervangen door nieuwe. Geen eenvoudige klus, aangezien de oude leidingen waren aangelegd in de werfkelders onder de straten. Rekening houdend met dit monumentale erfgoed werkt Eneco momenteel aan de vervanging van de leidingen.

Nieuwe Warmtewet
Eneco zet zich, mede via haar rechtsvoorgangers, al 100 jaar in voor de ontwikkeling van collectieve warmtenetten. In stedelijke gebieden bieden warmtenetten kansen voor een snelle verduurzaming van de warmtevoorziening. Het is daarbij van belang dat de warmtewet voldoende perspectief biedt voor warmtebedrijven, zodat er ruimte is en blijft om in verduurzaming en uitbreiding te blijven investeren. Alleen op deze wijze is een transitie naar duurzame verwarming tegen optimale maatschappelijke kosten mogelijk.
Binnen de huidige plannen van de nieuwe warmtewet moet een nieuw evenwicht gevonden worden tussen ontwikkeling van warmtenetten en -bronnen. Samenwerking tussen alle partijen is daarbij van groot belang. “Het uiteindelijk doel moet blijven dat we de warmtetransitie versnellen met oog voor de betaalbaarheid van warmte voor de consument en een vermindering van de CO2-uitstoot zodat de transitie ten goede komt aan een beter klimaat.”