Op basis van de huidige inzichten kunnen in de toekomst zo’n 2,6 miljoen huizen en gebouwen met aardwarmte van warmte worden voorzien. Dit blijkt uit de studie WARM die in opdracht van Energie Beheer Nederland (EBN) door Berenschot en Panterra Geoconsultants is uitgevoerd. Ruim een kwart van de warmtevraag van woningen kan door aardwarmte worden voorzien. Bij glastuinbouw gaat het om 58 procent en bij de industrie om 28 procent.

De studie WARM heeft de potentie van aardwarmte in kaart gebracht en dit regionaal gekwalificeerd. Dit is gedaan door de warmtevraag van de gebouwde omgeving, de glastuinbouw en de industrie (met een warmtevraag tot 100 graden Celsius) in kaart te brengen en het ondergrondse potentieel van aardwarmte te onderzoeken. Vervolgens is geanalyseerd waar vraag en aanbod op elkaar aansloten en aardwarmte een kansrijke en betaalbare optie is. Vervolgens is onderzocht of aardwarmte dan ook de meest kostenefficiënte warmtebron is ten opzichte van andere alternatieven voor aardgas.

Goedkoopste alternatief voor aardgas
Het totale potentieel in de gebouwde omgeving, glastuinbouw en industrie bedraagt tezamen 290 PJ (1 PJ staat gelijk aan de verwarming van 30.000 woningen). Voor de gebouwde omgeving is dit 88 PJ, waarvan voor 38 PJ geldt dat aardwarmte het goedkoopste alternatief voor aardgas is. De overige 50 PJ kan ook (gedeeltelijk) door aardwarmte ingevuld worden, al zijn restwarmte of een lage temperatuur warmtebron voor deze buurten het goedkopere alternatief. Aardwarmte kan daarnaast ook een rol spelen in de verduurzaming van de glastuinbouw en de industrie, respectievelijk gaat het om 55 PJ en 147 PJ.

Masterplan Aardwarmte
WARM is één van de acties afkomstig uit het Masterplan Aardwarmte in Nederland. Het Masterplan buigt zich over de vraag hoe aardwarmte, warmtenetten en de warmtevraag zich optimaal in samenhang kunnen ontwikkelen. Daarbij geeft het plan een analyse van de huidige situatie en een routekaart met acties voor alle partijen om de gestelde ambities te behalen.