Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 70 seconden

In februari is de werkvoorraad in de bouw met twee tiende maand gestegen naar 8,5 maanden. Hiermee nadert de voorraad weer het topniveau van afgelopen december. De toename is volledig toe te rekenen aan een stijging in de burgerlijke- en utiliteitsbouw, waar de orderportefeuille met vier tiende maand toenam tot 9,5 maanden. De orderportefeuille in de woningbouw steeg met vier tiende maand tot 9,8 maanden. De werkvoorraad in de utiliteitsbouw nam met drie tiende maand toe tot 9,1 maanden.

Ongeveer driekwart van de bouwbedrijven gaf aan geen stagnatie in onderhanden werk te ondervinden. Eén op de acht bouwbedrijven ondervond stagnatie als gevolg van onvoldoende orders. In de woningbouw was een tekort aan personeel de belangrijkste reden voor stagnatie in onderhanden werk. Voor de andere sectoren was dit een tekort aan orders.

Bijna zes op de tien bedrijven beoordelen hun huidige orderpositie als normaal, ongeveer een kwart beschouwt de positie als groot. Ongeveer 70% van de bedrijven verwacht geen personeel aan te trekken, terwijl een kwart verwacht extra personeel in dienst te nemen. Ongeveer een derde van de bedrijven verwacht de tarieven te zullen verhogen, terwijl ongeveer twee derde van de bedrijven verwacht dat de tarieven gelijk blijven.

Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van februari 2017 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 350 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.