Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 157 seconden

De Duitse fabrikant van sanitaire armaturen Schell gebruikt sinds kort het Water Efficiency Label (WELL) als aanduiding voor de duurzaamheid van zijn kranen. Architecten, installateurs en gebruikers hebben zo in één oogopslag inzicht in het waterverbruik en een aantal andere eigenschappen van de kranen, zoals temperatuur, bediening en geluidsniveau. Het WELL-label is vergelijkbaar met het energielabel voor elektrische apparatuur.

WELL is het keurmerk voor duurzaam gebruik van water en energie in sanitaire installaties. Het label werd in 2011 ontwikkeld op basis van Europese standaards en in 2016 geactualiseerd door EUnite, een Europese Associatie van fabrikanten van sanitair. WELL biedt de branche en consumenten een transparante en duidelijke duurzaamheidsclassificatie van sanitaire installaties. Er zijn drie categorieën: ‘Home’, ‘Public’ en ‘Upgrade’. De laatste wordt toegekend aan accessoires, die achteraf op armaturen kunnen worden aangesloten om de waterefficiency te verbeteren.

Afhankelijk van het toepassingsgebied worden verschillende criteria beoordeeld. Zo heeft WELL voor wastafels en douche-installaties een onderscheid gemaakt tussen efficiency en comfort. Bij efficiency wordt het energiegebruik voor de warmwaterbereiding en de stroomsnelheid getoetst. Temperatuur, stroomtijd en geluidsklassen zijn onderdelen van de comfortbeoordeling. Voor urinoirs en toiletten kijkt WELL naar het watervolume, de spoelprogramma’s en de hygiëne. Onafhankelijk bij welke groep een armatuur hoort; zes sterren is de maximale beoordeling.

De classificatie-eisen moeten door de producent zelf worden aangetoond. Dat waarborgt dat hij alleen veilige en geteste materialen gebruikt voor de productie van sanitaire faciliteiten. Schell heeft inmiddels twaalf modellen kranen van uit de series Puris, Celis, Venus en Xeris een WELL-label gekregen hebben met de beste beoordeling voor zuinigheid en comfort. Ook het WC- en urinoirspoelsysteem Edition E heeft de hoogste score gekregen.

Breeam en LEED
Het WELL-label is onderdeel van een breder systeem voor de kwalificatie van energieprestaties van gebouwen. In Nederland wordt met name Breeam toegepast. De afkorting staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method en is een keurmerk om de duurzaamheidsprestatie van gebouwen te bepalen. De richtlijnen werden door de Engelse onderzoeksinstantie Building Research Establishment (vergelijkbaar met de Nederlandse TNO) ontwikkeld en door de Dutch Green Building Council geschikt gemaakt voor de Nederlandse markt. Op basis van Breeam is in 2000 het LEED-label ontwikkeld, dat staat voor Leadership in Energy & Environmental Design. Dit is een certificaat voor de ecologische en economische kwaliteit van onroerend goed. De United States Green Building Council (USGBC), een samenwerkingsverband van bedrijven in de bouwsector, heeft het LEED-classificatiesysteem ontworpen. Het grootste verschil tussen Breeam-NL en LEED is dat de certificeringseisen van Breeam zijn toegespitst op de lokale situatie, daar waar LEED één internationale standaard hanteert. Bij Breeam kan een gebouw in Nederland een andere score krijgen dan een vergelijkbaar gebouw in Roemenië.

Het WELL-label wordt momenteel al veel gebruikt in Duitsland en enkele Zuid-Europese landen, maar biedt ook interessante mogelijkheden voor Nederland. LEED kent vier niveaus van certificaten toe: Certified, Silver, Gold en Platinum. De eisen voor duurzame constructies variëren afhankelijk van de functie. Daarom beoordeelt het LEED-label gebouwen in acht verschillenden categorieën, zoals scholen en ziekenhuizen. De LEED-certificatie toetst op acht verschillende aspecten: interne kwaliteit; innovatie en design; milieuvriendelijke locatie; regionale prioriteit; materialen en middelen; duurzame constructie; energie en atmosfeer en tenslotte de waterefficiency.